Harry Potter Forum index
Dit forum is gesloten. Bezoek nu de vernieuwde versie van HPF!
 Harry Potter Forum gesloten  •   Inloggen

 [AF] Merel, het Halfsnullenmeisje Volgende onderwerp
Vorige onderwerp

Sla dit onderwerp op als textbestand
Poll :: Hoeveel geef je me?

1/10
17%
 17%  [ 14 ]
2/10
2%
 2%  [ 2 ]
3/10
1%
 1%  [ 1 ]
4/10
3%
 3%  [ 3 ]
5/10
1%
 1%  [ 1 ]
6/10
12%
 12%  [ 10 ]
7/10
17%
 17%  [ 14 ]
8/10
10%
 10%  [ 8 ]
9/10
33%
 33%  [ 27 ]
Totaal aantal stemmen : 80


Auteur Bericht
Merel
Oude Forumnaam: Metje Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 72 Sikkels


Merel is offline. 
BerichtGeplaatst: Za Aug 05, 2006 17:21 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoi!

Dit is een derde van het hoofdstuk 'de tekening' waar een paar dingen duidelijk worden, alleen nog niet in het stuk dat ik nu post Razz .
Naja, geen gezaag verder!


De tekening



Er hing een gespannen sfeer op de Wegisweg. Er was veel minder volk in het smalle, gezellige straatje dan normaal. Telkens keek iedereen geschrokken op als er iemand per ongeluk op een takje liep of een potje toverdrank liet vallen. In nog geen halfuur waren alle inkopen gedaan. Haastig liep Zoë terug naar de Lekke Ketel. Met een korte groet liep ze iedereen voorbij, tot aan de haard. Met de hulp van brandstof waren ze rap thuis.
“Ga maar al gaan pakken,” stuurde Zoë Merel en Imke naar boven. Overmorgen ging de trein al.

Ze waren vroeg op het station en vonden zonder probleem een lege coupé. Merel en Imke namen een aparte coupé maar gingen samen zitten tot het perron volstroomde. Toen Equa aankwam ging Merel naar haar eigen coupé. Tegen vijf voor elf was iedereen er. Equa, Heleen, Lien, Nemo en Jonas. Er werd niet veel gezegd, bang om iets verkeerd te zeggen. Merel had nog niets verteld over tante Lientje of Nico.
“Hoe waren jullie zomers?” brak Lien de stilte. Bijna iedereen begon te vertellen over een vakantie. Lien was naar Griekenland geweest en dat kon je ook merken aan haar kleurtje.
“En jij, Merel?” vroeg Equa. Nerveus haalde Merel haar schouders op.
“Gewoon,” mompelde Merel.
“Gewoon? Wat bedoel je? Je hebt geen enkele brief gestuurd? Wat is er wel gebeurt?” vuurde Lien een hoop vragen af. Een kleine traan schuilde in Merel haar ooghoek.
“Er is niets gebeurt,” zei ze trillend. Het begon buiten te druppelen
“Merel? Er is dus wél iets gebeurt. Kunnen we helpen?” Heleen keek haar bezorgd aan.
“Ik k-kan het niet,” stotterde Merel. De traan gleed over haar wang. Een pijnlijke stilte viel. Een kwartier voor aankomst begonnen zich om te kleedden. Nog steeds geen woord. Het druppelen was nu hevige regens, met in de verte donderslagen. Voor de tweede keer hoorden ze iemand: “Eerste jaar hierheen!” roepen. Ze keken er nu niet meer naar maar volgden de stroom van leerlingen. Ze wisten een koets te bemachtigen. Merel zag enkele mensen aarzelend kijken naar wat de koets zou moeten trekken. Het was beginnen onweren. Donderslagen werden rap gevolgd door bliksemsgiften. De rit was vlug gedaan. De regen viel met bakken uit de lucht. Iedereen duwde elkaar om rap het kasteel binnen te komen, waardoor het nog langer duurde. Doorweekt zocht iedereen een plaatsje aan zijn of haar afdelingstafel. Een paar oudere leerlingen droogden hun kleren met hun toverstok. De rillende leerlingen die dat nog niet kunnen keken jaloers naar de warme oudere. Na tien minuten, die een eeuwigheid leken te duren, kwamen de eerstejaars binnen, voorop gegaan door Anderling. Ze zette de Sorteerhoed op het zelfde krukje als vorig jaar. Niemand zei iets. De Hoed begon te zingen:

Duistere tijden zijn we ingegaan,
Laten we maar niet de verkeerde weg inslaan.
We bundelen onze krachten op Zweinstein,
Ondanks de vier afdelingen,
één zullen we altijd zijn.
Vier afdelingen,
vier soorten mensen,
met andere wensen.
Ik moet jullie verdelen,
ik de Sorteerhoed,
Griffoendors kennen grote moed.
Mensen met goede hersens vinden in Ravenklauw hun huis,
Mensen in Zwadderich zijn sluw en
Huffelpuf heeft oneindig veel geduld.
Wees niet bang maar zet me op je hoofd,
En we zien bij wie je hoort.


Een spontaan applaus ontstond er voor het korte lied van de Sorteerhoed. Professor Anderling begon de namen af te roepen. Telkens strompelde er een eerstejaars naar voren, de een nog kleiner dan de ander. Het werd een beetje onrustig in de Grote Zaal toen een jongen al zeker vijf minuten nerveus zat te frunniken aan zijn nagel terwijl hij op krukje zat. Toen de Hoed opeens “HUFFELPUF” riep, schrok iedereen een beetje en begonnen de Huffelpuffers, nog in schok, te klappen. De jongen merkte het en liep met een rood hoofd naar de juiste tafel. Het volgende meisje liep rustig naar voor, zonder maar ook één spiertje te vertrekken van de zenuwen, alsof ze nooit anders had gedaan. De hoed besliste rap dat ze bij Griffoendor hoorde. Ze stond op en aarzelde, blijkbaar wist ze niet welke tafel die van haar afdeling was, al was dat niet moeilijk te herkennen. Anderling gaf haar een klein duwtje en het gonsde opnieuw in de zaal. De Ceremonie ging verder normaal. Merel voelde tijd na tijd bezorgde, priemende blikken van Equa en Heleen. Het eten verscheen en de meeste vielen het meteen aan. Met een grote zucht trok Merel de schaal aardappelen naar haar toe.

Vertrouwd keek Merel de leerlingenkamer in. Niets was veranderd. Het grootste deel van de Huffelpuffers gingen meteen naar boven, maar de oudere ploften in de zetel. Merel liep de vele trappen weer op. Er hing nog steeds een gespannen sfeer in de slaapzaal. Er werd niets gezegd, zelf geen gebruikelijke ‘slaapwel’. Langzaam sukkelde iedereen in een ondiepe slaap.

Het was moeilijk voor Merel op terug in de sleur van het dagelijkse schoolleven te komen. Al haar tijd moest ze in haar huiswerk steken. Terwijl Heleen en Lien gingen kletsen in de slaapzaal zat Merel nog in de bib te studeren en zat Equa te trainen voor Zwerkbal, ze had haar zinnen gezet op drijver. Het ging steeds slechter en slechter met Merels huiswerk. Het raakte niet op tijd af, het was niet volledig of juist naar de opdracht gemaakt. De korte praatjes met Imke die Merel had waren tijdens het eten en Merel zag kostbare tijd wegvliegen. Ze miste het vogeltje in de tuin. Ze had er iedere avond naar gekeken, met op de achtergrond een dalende zon. Merel raakte nu in echte tijdsnood, maar niemand merkte het en Merel vroeg geen hulp. De ‘gesprekjes’ met Imke werden beperkte tot een paar vragen met over hoe het met elkaar ging. Tegen begin december werd ze naar Stronk geroepen. Lichtjes zenuwachtig en achterdochtig ging Merel naar haar kantoortje.
“Merel,” begon professor Stronk. Merel zag dat ze twijfelde. Professor Stronk bekeek Merel eens goed, zonder dat ze dat merkte. Er lag iets in Merels ogen dat ze niet kon verklaren en dat het haar moeilijk maakte om ter zake te komen. Ze haalde diep adem.
“Merel,” probeerde ze opnieuw.
“Wat is er, mevrouw?” vroeg Merel zenuwachtig. Professor Stronk antwoordde niet want al haar aandacht ging naar het niet proberen naar Merels ogen te kijken.
“De laatste tijd hoor ik veel over je in de leraarszaal.” Ze dacht dat dit een goed begin was. Merel keek haar geschokt aan. Was ze het onderwerp tussen de leerkrachten?


Voila! Ik wou een beetje origineel doen en heb zelf een Sorteerlied geschreven. Het is dus totaaaaal mislukt.
Reacties?

Merel




Profiel bekijkenStuur privébericht
Merel
Oude Forumnaam: Metje Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 72 Sikkels


Merel is offline. 
BerichtGeplaatst: Ma Aug 21, 2006 19:17 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoi!

Sorry dat het zo lang duurde maar ik kon er niets aan doen! Sinds ik terug thuis ben (ben weer een weekje weggeweest) heb ik het al een stuk of zeven keer geprobeerd maar telkens liep mijn pc vast... Confused Hierbij heb je dus het volgende stuk. Het volgende hoofdstuk wil niet echt vlotten en daarom zal het even duren voor ik de rest van dít hoofdstuk post want ik zal pas dit hoofdstuk posten als ik het andere klaar heb. Naja, genoeg verteld, hier issie!


“Negatief of positief?” wist Merel uit te brengen. De angst en schok waren op haar gezicht was bijna om bang van te worden. ‘Wat is er met dit kind?’ dacht professor Stronk bij haar zelf, ‘zo speciaal.’ Ze aarzelde, net iets te lang. De stilte was genoeg om het antwoord te weten.
“Maar wat doe ik verkeerd?” vroeg Merel teleurgesteld, in haar zelf en in de leerkrachten. Ook dit antwoord wist Merel eigenlijk al. In het begin hadden de meeste leerkrachten even raar gekeken toen Merel lagere punten behaalde, iets wat ze niet gewoon voor het hard werken meisje uit Huffelpuf, maar toen de punten niet beterden hadden ze het probleem met andere leerkrachten besproken, en in het bijzonder natuurlijk met professor Stronk. Merel had het niet beseft, tot nu. Haar punten moesten en zouden verbeteren.
“Ik snap het en zal er iets aan doen. U kan op me rekenen.” Merel was opeens doodmoe en ze stond op.
“Ik ben blij dat je de boodschap zonder meer woorden in doorgedrongen.” Ze glimlachte flauwtjes. Merel liep naar de deur, die Stronk gebiedend openhield. Merel merkte niet wat er op de grond viel. Professor Stronk liep naar de grote stapel papieren op een tafeltje naast haar bureau en begon met opstellen van vijfdejaars te verbeteren.

Merel zocht en zocht maar ze vond het niet. Ze gooide voor de vierde keer de inhoud van haar hutkoffer uit. Telkens als ze iets terug legde keek ze in de zakken of de tekening er niet inzat. Ze negeerde de vragen van Lien, Equa en Heleen. Ze had hen vaag gezegd wat ze bij Stronk was gaan doen en nu wouden ze het fijne ervan weten. Omdat Merel niet antwoordde werden ze, vooral Lien en Equa, nijdiger.
“MEREL!” tierde Equa. Merel maakte een sprongetje van schrik.
“Wat?” Ze ging weer verder met zoeken.
“Wat heb jij de laatste tijd?” vroeg Lien.
“Je praat nauwelijks meer met ons, je eet amper, je punten dalen met zienderogen. Wat is er?” zei Heleen. Totaal uitgeput viel Merel op haar bed. Ze haalde een paar keer diep adem en opende haar mond maar zei niets. Equa en Lien keken haar ongeduldig aan.
“Mijn zomer was iets wat je echt-” Het lukte Merel niet om het juiste woord te vinden. Slecht? Ja, en dat vond Merel zacht uitgedrukt.
“Wil je er echt niet over praten?” vroeg Heleen, nog steeds geduldig.
“Komaan, zo slecht kon het niet zijn. Is je vakantie niet door gegaan?” vroeg Lien onvriendelijk. Ze kreeg een boze blik van Heleen en ofwel negeerde ze het ofwel zag ze het niet. Merel werd boos op haar. Dacht ze nu echt dat ze zich zo zou gedragen wegens een domme vakantie?
“Je zou ook zo zijn als er niet één maar twéé mensen werden vermoord dat belangrijk voor je waren!” gilde Merel. Heleen, Equa en Lien deinsden van schrik achteruit. Merel rukte haar gordijnen toe en begon te snikken. Achter het gordijn was het stil.
“Proficiat,” zei Heleen ironisch.
“Het is mijn fout niet!” verdedigde Lien haar.
“Jouw fout niet? Laat me niet lachen,” antwoordde Heleen.
“Ik vroeg gewoon iets!” Lien klonk verontwaardigd.
“Gewoon iets vragen? Denk je nu echt dat gelijk welke persoon in een soort van depressie zou zitten wegens een vakantie dat niet doorging? Denk je dat nu echt? En je toon! Op zo’n onvriendlijke manier heb ik nog nooit iets horen zeggen! Nooit!” Het laatste woord brulde Heleen bijna.
“Heleen, nu ben je wel nogal onredelijk,” probeerde Equa Heleen te kalmeren.
“Tof, kies je de kant van Lien? Mij goed!” zei Heleen, en opeens klonk ze ijzig kalm. Ze beende weg.

Merel keek op haar horloge. Elf uur. Ze viel maar niet in slaap. Ze opende haar gordijnen. De rest lag al in bed. Ze nam een stukje perkament en schreef een briefje naar Heleen.

Heleen,

Ik kan niet goed slapen en sorry als ik je hier mee wakker maak maar ik moet het kwijt. Bedankt dat je partij voor mij nam. Nu weet ik aan wie ik écht iets heb.
Het spijt me. Het spijt me dat ik zo weinig met je praatte. Ik verwaarloosde jullie.
Mijn zomer is gewoon helemaal anders gegaan dat verwacht. Het begon al op de eerste dag. Ik wil je alles liever vertellen dat het allemaal in een brief zetten.

Merel


Merel plooide het op en gooide het over Heleens gordijnen. Ze kroop terug in haar bed. Opeens kreeg Merel een tik tegen haar hoofd. Toen ze keek wat het was zag ze dat het een antwoord van Heleen was.

Merel,

Ik kan ook niet slapen dus je maakt me niet wakker.
In nam partij voor je omdat jij er, zover ik denk, niets aan kunt doen over je zomer.
Ik heb eigenlijk nooit getwijfeld dat ik iets aan je zou hebben, zelfs tijdens de momenten dat je niets zei.
Misschien verwaarloosde je mij en de andere maar wel zullen wel alles goed maken, niet?
Wanneer wil je het vertellen? Voor mij maakt het niet uit.
Slaapwel!

Heleen


“Heleen?” Merel was uit haar bed gestapt en hield het gordijn een beetje open.
“Hoi!” zei Heleen, alsof het doodnormaal was bezoek in je bed te krijgen.
“Kom er maar bij,” zei ze, wijzend op het voeteneinde. Merel kroop op het bed en Heleen zette zich recht. Even werd er niets gezegd en toen begon Merel te vertellen. Over de groene schedel, tante Lientje, het onderduiken, haar moeder, Nico, Yela en Pien, de tekening. Van ophouden wist ze even niet. Geen enkele hapering.
“Je zocht de tekening?” Merel keek Heleen verbaasd aan. Merel had dat detail, onbewust, overgelaten.
“Ja, je hebt gelijk.”
“Kom.”
“Wat?”
“Kom mee!”
“Dat meen je niet!”
“We gaan hem zoeken!”
“Nu?”
“Nee morgen. Natuurlijk nu!”
“Grappig hoor.”
“Ik maak geen grapje, hoor!”
Merel keek op haar horloge: middernacht.
Heleen stapte uit haar bed en deed haar ochtendjas aan. Merel keek haar raar aan. Heleen grabbelde even in Merels hutkoffer en gooide haar ochtendjas naar haar.
“Ma-” Merel kon niet protesteren, Heleen trok haar mee. Merel protesteerde niet meer. Zachtjes liepen ze door de gangen. Heleen liep voorop. Het was Merel gauw duidelijk naar waar ze gingen: Stronks kantoortje.
Geluidloos kreeg Heleen de deur open. Meteen zag Merel het briefje liggen. Ze herkende het aan de manier van plooien. Meteen vertrokken ze weer. Eenmaal terug in de gang van de leerlingenkamer liepen ze weer gewoon, verwonderd van hun succes.
“Juist ja!” hijgde een stem in hun oor. Beide meisjes wipten omhoog en slaakten een gilletje. Vilder stond achter hen, met gele, uitpuilende ogen en vettig haar. Doodsbenauwd, niet alleen door de situatie, maar ook omdat Vilder een gek leek.


Reacties?

Merel




Profiel bekijkenStuur privébericht
Merel
Oude Forumnaam: Metje Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 72 Sikkels


Merel is offline. 
BerichtGeplaatst: Vr Aug 25, 2006 17:19 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoi!

Verveel mij, daarom dit stuk... Het volgende hoofdstuk is net niet af. Verwacht van 'De straf' maar niet te veel. 't Is nogal kort, me irri stukken doorgeweven (vind ik) om het een beetje te trekken. Naja, hier komt het laatste deel van 'De tekening'.


“Hebben jullie een idee hoe laat het is?” Zijn ogen puilden nog verder uit van opwinding en hij leek nog enger. Hun harten raasden in hun kelen.
“Volg me!” Hij liep, maar niet naar zijn kantoortje, dat iedereen wist zijn. Voor een waterspuwer kwam hij slippend tot stilstand.
“Boterbier.” ‘Waarom hijgt hij altijd?’ vroeg Merel zich af. De waterspuwer begon te draaien naar boven toe, een trap met zich meeslepend.
“Na jullie,” zei Vilder, hij leek nu echt een freak. Merel en Heleen keken elkaar bang aan. Ze beseften het allebei: het schoolhoofd.
“Jullie hebben geluk! Het schoolhoofd is net terug van een lang gesprek met de minister en is nog op,” zei Vilder. ‘Geluk?’ Merel en Heleen dachten daar anders over. Hij klopte.
“Wie is daar?” vroeg een stem die iets speciaals had, iets wat Merel niet kon thuisbrengen.
“Vilder, meneer! Met twee leerlingen!” zei Vilder opgewonden.
“Binnen.” De stem klonk vermoeid. Ze kwamen binnen en Merel vergat even haar angst. De grote ruimte stond vol met instrumenten waar Merel geen idee had wat het was. Sommige maakten rare lawaaitjes, andere puften en nog andere waren gehuld in een mysterieus licht. Achter een bureau zat een man met een lange, zilveren baard. Zijn lage vingers raakten elkaar bij de vingertoppen.
“Ze waren nu nog op, meneer! En ze hebben ingebroken in het kantoortje van professor Stronk, meneer!” Vilders ogen leken er haast uit te springen.
“Ernstige zaak. Je kunt gaan, Argus,” zei Perkamentus. Teleurgesteld verliet Vilder het kantoor.
“Om te beginnen: wie zijn jullie?” zei hij kalm.
“Merel Zwaver,” zei Merel zenuwachtig.
“Heleen Cant,” antwoordde Heleen op zijn vraag.
“Wat deden jullie om dit uur nog bij professor Stronk haar kantoor?” Zijn ogen leken iets te zeggen wat Merel niet kon thuisbrengen.
“Wel hu, dat kwam door-” hakkelde Merel.
“We waren…” probeerde ook Heleen iets zinnigs te zeggen. Merel haalde diep adem, hier kwamen ze toch niet onderuit. Ze vertelde van het bezoekje bij professor Stronk tot het betrapt worden door Vilder.
“Mag ik de tekening zien?” vroeg Perkamentus beleefd. Een beetje achterdochtig haalde Merel de tekening uit haar zak.
“Mooi, geef dit compliment maar door een de tekenaarster.” Perkamentus bestudeerde de tekening aandachtig.
“Wat is er zo belangrijk aan deze tekening dat je hem om middernacht gaat zoeken op een plaats waar je dan niet mag zijn?” vroeg Perkamentus.
“Wel hu.” Merel zei niets. Heleen wist ook niet waarom de tekening zo belangrijk was en Merel voelde zich dwaas. ‘Nou omdat in er rare en duistere dingen in zie.’ Het klonk verschrikkelijk onnozel en ze zweeg.
“Ik vroeg iets en ben gewend om een antwoord te krijgen.” Het klonk niet eens onvriendelijk. Perkamentus bleef nog steeds naar de tekening kijken.
“Er zijn dingen die ik zie. Of denk te zien,” voegde Merel er aarzelend aan toe.
“Juffrouw Cant, wilt u eens zeggen wat u hier ziet?” Perkamentus overhandigde de tekening aan een lichtjes verbaasde Heleen.
“Ik zie het kasteel, meneer, het meer en het Verboden Bos. Niet veel mensen zouden dit zo goed kunnen natekenen. Meer kan ik er niet aan toevoegen.” Heleen bekeek aarzelend de tekening nog eens.
“En juffrouw Zwaver, wat ziet u?” vroeg Perkamentus, en een oude hand maakte een gebaar dat inhield dat Heleen de tekening moest doorgeven. Merel nam met een bevende hand het papiertje aan. Opnieuw zag ze de schedels en de slangen. En de naam die geen enkele persoon wilde zeggen.
“Op het eerste zicht zie ik, net als Heleen, Zweinstein en een stuk terrein ervan. Maar-” Merel aarzelde. Heleen keek naar haar met een blik van wat-zie-je-er-dan-wel-in-dat-zo-speciaal-is-en-ik-niet-kan-zien en Perkamentus leek geïnteresseerd en lichtelijk bezorgt.
“De uiteindes van de tentakels zijn net slangenkoppen. De ramen in de torentjes lijken de lege oogkassen van schedels.” Heleen haar mond viel verbaasd open.
“En?” Perkamentus leek recht door haar te kijken.
“Hoe weet u dat er een ‘en’ is?” Merel vergat door haar verbazing beleeft de blijven. Perkamentus’ ogen begonnen lichtjes te fonkelen en hij glimlachte een beetje.
“Juffrouw Cant, wilt u zo vriendelijk zijn en vertrekken naar u slaapzaal? U straf, die zeker volgt, ontvangt u later,” zei Perkamentus. Met een kleine vlaag van boosheid liep Heleen zonder te groeten de deur uit.
“Ga zitten.” Merel ging zitten.
“Je ziet Voldemorts naam, niet?” Merel huiverde.
“Mag ik daar een ‘ja’ uitleiden?” Merel knikte.
“Wat je ziet is normaal en tegelijk niet.” Perkamentus zette zich even beter.
“Niet veel tovenaars of heksen zien dit. Het is een zeldzaam talent,” probeerde Perkamentus het uit te leggen.
“Wat houd dat talent in?” vroeg Merel.
“In tekeningen, getekend door een dierbaar of iets wat je dierbaar is, zie je dingen die andere personen niet zien. Ik heb zo het gevoel dat jij de enige persoon op Zweinstein op dit moment die dat kan zien. Ik kan het ook niet,” zei Perkamentus, alsof het een schande is om die dingen niet te zien.
“Zijn het altijd duistere dingen? En ik snap niet wat er zo abnormaal er aan is behalve dat het een zeldzaam talent is?” vroeg Merel.
“Het zijn niet altijd duistere dingen wees gerust. Het abnormale is dat je een Halfsnullenmeisje bent-” Merel werd lichtjes rood “- en dat uitgerekend jij het talent hebt. Er zijn maar tien personen over de hele wereld tegelijk dat dat talent hebben. Zodra er eentje doodgaat krijgt het eerst volgdende Tovenaarskind de gave.” Na deze uitspraak was het even stil.
“Dus ik werd toevallig geboren op het moment dat er iemand met de gave stierf?” vroeg Merel.
“Dat kan niet anders.”
“Maar waarom is het abnormale dat ik een Halfsnullenmeisje ben? Het is gewoon puur toeval!” Merel was een beetje boos omdat dit niets te maken had met het ‘abnormaal zijn’.
“Inderdaad, dat mocht ik niet zeggen, dat klopt niet,” verontschuldigde Perkamentus zich. Merel probeerde een geeuw te onderdrukken.
“Ga maar naar bed, net als juffrouw Cant zal je allicht je straf ontvangen.” Perkamentus had het gezien.
“Bedankt.” Merel stond op en liep weg. ‘Een speciaal kind,’ dacht Perkamentus, ‘ dat Halfsnullenmeisje.’


Reacties?

Merel




Profiel bekijkenStuur privébericht
Merel
Oude Forumnaam: Metje Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 72 Sikkels


Merel is offline. 
BerichtGeplaatst: Do Aug 31, 2006 20:43 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hi!

A new piece! Niet schrikken: ik heb al een eind geschreven.. Opeens was het er. Geen paniek, voor jullie komen er nog twee of drie hoofdstukken. Er moet nog wel wat gebeuren, weet je. Ik ben volledig inspiloos, ideetjes zijn dus welkom. Ik doe dit hoofdstuk in twee in plaats van drie keer, omdat het zo kort is. Je zal waarschijnlijk heeel lang moeten wachten (natuurlijk iets overdreven..) Ik ben nog niet begonnen aan het volgend hoofdstuk en eerst moet dat af zijn.. Naja, genoeg gezaagt, hier is het.



De straf

Het weer was verschrikkelijk. Het sneeuwde zo hard dat je geen hand voor ogen kon zien. De meeste lessen Kruidenkunde vielen weg of probeerde men binnen te houden. De meeste uilen kwamen met de Ochtenprofeet een week later.
Heleen stond te wachten op Merel.
“Merel?" Moe wreef Merel in haar ogen.
“En?” Merel vertelde van het talent dat ze had. Heleen bekeek haar met grote ogen.
“Wow! Zelfs Pekaméntus heeft het talent niet! Super zeldzaam! En juist mijn beste vriendin heeft het!” Heleen slaakte op de terug weg telkens zo’n gelijkaardige kreetjes. Het deed Merel deugd om Heleen ‘mijn beste vriendin’ te horen zeggen. Heleen beloofde ook haar te helpen met huiswerk, te beginnen in het weekend.

Doodmoe van het late slaapuur strompelden Heleen en Merel naar de eerste les, ze hadden iets te lang geslapen en het ontbijt overgeslagen en ze dreigden nog te laat te komen. Toen ze de hoek omsloegen van het de gang met het lokaal van Spreuken en Bezweringen zagen ze de deur toeslaan. Hun tempo iets verhogend liepen ze er naar toe en wierpen de deur open.
“Het spijt ons.” Merel wreef even in haar ogen.
“Ga maar vlug zitten,” zei Banning. Vlug gingen Merel en Heleen op de overgebleven plaatsen zitten en namen hun boeken. Een paar keer moest Merel met haar veer in Heleens arm prikken omdat ze dreigde in slaap te vallen. Samen sleepten ze zich door de dag heen. Gelukkig was het vrijdag en hoefden ze geen huiswerk te maken. Uitgeput lieten ze zich in twee stoelen ploffen. Na een kwartiertje kwam er een jongen naar hen toe.
“Alsjeblieft.” Hij gaf Heleen en Merel een papiertje met een strak, donkerblauw lint om.
“Bedankt,” zei Merel. De jongen glimlachte en vertrok. Heleen was al aan het lezen toen Merel pas aan de strik trok.
“Het zal we het zelfde zijn.” Heleen las mee over Merels schouders.

Juffrouw Zwaver,

Uw straf zal doorgaan zaterdag om acht uur. Wees op tijd aan de deuren van de Grote Zaal.

Geachte,
Prof. Anderling


“Zie je wel, het zelfde,” zei Heleen, en ze gaf haar briefje aan Merel als bewijs. Merel gooide het papiertje in de haard en liet het lint in haar zak vallen. Heleen volgde haar voorbeeld, maar zij gooide het lint erbij.

’s Zaterdags waren ze vroeg wakker. Heleen en Merel begonnen met huiswerk, dat ze met hopen hadden.
“Vind jij het antwoord op vraag zeven voor Anderling?” vroeg Merel vermoeid. Ze zat nu al één uur te zoeken achter de spreuk om een vingernagel te veranderen in een lepeltje.
“Weet niet. Kijk eens naar mijn opstel,” antwoordde Heleen afwezig. Merel zocht onder enkele papieren en vond het.
“Ook niet.” Merel legde het opstel aan de kant en begon aan Kruidenkunde. Ze stond op en legde en begon een paar boeken uit te zoeken. In sierlijke letters schreef ze als titel ‘Vleesetende planten die zich verplaatsen: hun eigenschappen’. IJverig begon ze enkele alinea’s uit het boek te kopiëren.
“Hier, voor Kruidenkunde,” zei Merel.
“Heb ik al gedaan.” Heleen glimlachte zwakjes naar Merel.
“Ik ben bezig met Toverdranken. Ik krijg die rotte ingrediënten er niet in.” Even staarde ze wazig voor zich en schudde met haar hoofd, om uit haar dagdroom te geraken en verder de studeren. Merel ging het boek terug leggen.
“Hé!” zei Merel verwonderd.
“Wat is er?” Heleen keek nu wat geïrriteerd op.
“Mijn opstel is weg!” Vlug begon Merel het al afgewekt huiswerk in haar tas te stoppen, maar geen Kruidenkunde. Het onvolledig vragenblad van Gedaanteverwisseling lag er wel nog.
“Hoe bedoel je ‘weg’?”
“Ja, gewoon weg!” Boos begon Merel alles te controleren: de opstellen nog eens van in haar tas, onder de tafel, stoelen en boekenkasten.
“Begin dat opnieuw in plaats je op te winden. Zal minder tijd kosten,” zei Heleen ongeïnteresseerd. Nijdig haalde Merel het boek weer, en liet in haar boosheid een paar boeken vallen.
“Juffrouw! Stiller en wees voorzichtig met die boeken!” riep madame Romella. Een paar voetstappen en ze was weg.
“Aargh.” Merel begon de boeken terug te steken en liep naar haar tafeltje. Merel sloeg het boek open en-
“Het verkeerde boek. Goed bezig, Merel!” riep Merel sarcastisch uit. Een paar mensen keken geschrokken om.
“Nog één opmerking…” dreigde madame Romella, haar wijsvinger op Merel wijzend. Merel liep nu naar de kast en keerde vlug terug naar Heleen, met het juiste boek.
“Wat zit het je tegen vandaag,” zei Heleen meelevend. Merel gromde wat en begon opnieuw aan het opstel.



Lien en Equa zeiden niets. Nemo, die niet wist wat er gebeurt was, was verward toen Equa en Lien tegen hem uitvlogen omdat hij telkens van de ene ‘groep’ naar de andere ging. Hij bleef nu bij Heleen en Merel, die hem alles uitlegden. Alles, inclusief de nachtelijke wandeling en de straf. Blijkbaar wisten op een of andere manier Lien en Equa ook van de straf gehoord want ze pesten hen ermee.
“Wees maar op tijd! Je wilt toch niet dat de lieveling van Stronk haar straf ontloopt?” Heleen was inderdaad de lieveling van veel leerkrachten, wegens haar natuurlijke vriendelijkheid en inzet. Telkens zei Heleen iets gemeen terug en telkens stonden Lien en Equa met hun mond vol tanden. Maar ze herstelden zicht meestal vlug en antwoordden dan weer op hun beurt. Meestal trokken Nemo en Merel Heleen dan mee omdat ze geen zin hadden in nog een ruzie.

Om tien voor acht gingen Heleen en Merel op weg naar de Grote Zaal. Toen ze daar aankwamen zagen ze een jongen die ook in het tweede jaar zat maar in Griffoendor. Merel herkende hem als Pieter, de jongen wie ze ooit de weg naar de kassen had gevraagd.
“Hoi,” zei Merel.
“Hallo. Wat doen jullie twee hier?” vroeg hij.
“Iets mispeuterd. We zijn hier voor straf. Jij?” vroeg Heleen.
“Ik heb ook straf.” Hij stak z’n handen in de zakken van zijn gewaad.
“Weet je toevallig wat we moeten doen?” Merel bekeek zijn licht grijze ogen.
“Geen idee. Mag ik weten waarom jullie straf hebben?” vroeg hij. Heleen keek even naar Merel voor ze antwoordde.
“Rondgeslopen om middernacht,” zei ze.
“Ik heb expres een verkeerd ingrediënt in mijn toverdrank gedaan waardoor mijn ketel ontplofte en iedereen last kreeg van duizeligheid,” antwoordde hij luchtig op een ongestelde vraag. Merel lachte. Ze kon het zich al voorstellen: Sneep woedend op Pieter terwijl hij iedereen probeerde te kalmeren.
“Waarom lach je?” Hij bekeek Merel alsof dat helemaal niet grappig was.
“Ik maakte me een voorstelling van de situatie,” antwoordde Merel. Hij knikte toen professor Varicosus uit de Zaal kwam.


Reacties?

Merel




Profiel bekijkenStuur privébericht
Merel
Oude Forumnaam: Metje Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 72 Sikkels


Merel is offline. 
BerichtGeplaatst: Di Sep 05, 2006 20:07 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoi!

Ik ben hier even met de rest van dit hoofdstuk. Het stuk is behoorlijk lang, dus op het volgende stuk moet je een lange week wachten. Lees ze!


“Door het verschrikkelijke weer zijn er veel uilen gewond door dat ze tegen een boom vliegen dat ze niet zien of door dat te laag vliegen om beter beschut te zijn en er roofdieren achter springen en ik wil dat jullie de uilen bekijken en de ergste gevallen naar mij brengen en anders een spreuk gebruiken,” vertelde ze terwijl ze de Zaal binnenging. Alle ramen waren afgesloten en meer dan honderd uilen vlogen rond of zaten op de tafels.
“Kijk,” zei ze, en ze nam een willekeurige uil, “Deze heeft alleen een schram. Je tikt erop met je staf en zegt ‘Helia’. Zo eenvoudig is dat. O ja, vergeet niet onder de vleugels te kijken.” Ze toonde het voor en de wonde genas. Ik wil dat je de uilen die in orde zijn naar de zijkamer hiernaast brengen. Daar heb ik tijdelijk een ruimte gemaakt waar ze kunnen uitrusten tot ze weer in staat zijn goed te vliegen. Alle uilen moeten daarheen, want ze zijn allemaal zeer vermoeid.” Merel had moeite om haar te verstaan want ze praatte nogal rap. Ze nam nog een uil en begon hem te inspecteren. Heleen en Merel knikten naar elkaar en begonnen ook. Toen Varicosus het had voor getoond had het een eitje geleken. Het helen zelf was niet zo moeilijk mar het vangen van een uil was wat anders. Al snel begonnen, Heleen en Merel samen te werken. Telkens besprongen ze de uil van twee kanten zodat hij niet kon wegvliegen.
“Daar gaat-ie weer,” zuchtte Heleen. Ze hadden nu al vijf uilen proberen te vangen zonder succes. Nog altijd wisten ze een kans te vinden om weg te vliegen. Na de zevende keer lukte het hun. Merel veegde het zweet van haar voorhoofd en probeerde de uil stil te houden, iets wat ook veel inspanning vergde, terwijl Heleen de uil bekeek.
“Probeer het volledig stil te houden dan kan ik onder zijn vleugels kijken,” gaf Heleen Merel instructies.
“Niets,” stelde Heleen vast. Merel bracht de uil naar de kamer naast de zaal. Het vertrek bleek vol te staan met bomen en het plafond was onzichtbaar. Merel zag dat het met magie was gedaan.
“Leuk,” mompelde Merel glimlachend. Ze liet de verfomfaaide uil los, die onmiddellijk naar een boom vloog. Merel deed de deur vlug dicht, toen ze zag dat een uil probeerde te ontsnappen. Toen Merel haar omdraaide zag ze, met een steek in haar maag, Pieter en Heleen dicht bij elkaar een tweede uil te onderzoeken. ‘Waarom zouden ze niet mogen?’ dacht Merel bij haarzelf. Het lukte Merel een uil te nemen, want hij was zwaargewond en kon nauwelijks vliegen. Voorzichtig zette ze de uil op haar schouder en liep ermee naar Varicosus.
“Mevrouw, deze lijkt me zwaargewond,” zei Merel terwijl ze de uil doorgaf. Varicosus bekeek de uil even goed en zei: “Bedankt.” Merel zag Heleen naar de zijkamer lopen en Pieter worstelen met een uil die niet wou stilzitten. Merel ging hem vlug helpen. Hij lachte dankbaar toen Merel het onderzoeken overnam, zodat hij de uil met twee handen kon vasthouden. Toen Merel de vleugel op hof bekeek ze het verbaast. Er zat een briefje.
“Er zit hier een briefje!” riep ze uit.
“Stt, zachtjes,” fluisterde hij zachtjes.
“Waarom?” vroeg Merel verward. Pieter haalde zijn schouders uit.
“Maak het open.” Even twijfelde Merel maar toen maakte ze het papiertje open.

Dag meid van mij,

Ik hoop dat je deze brief ontvangt voor je het van iemand anders hoort. Er is een massamoord geweest dichtbij Zweinstein en ik wil je daar weg. Na de vakantie kom je niet meer weg van huis weg. Het spijt me maar ik wil, na papa, jou niet kwijt.
Lien, het spijt me, maar dit moet gebeuren. Ik heb een klein huisje gevonden dat redelijk goed beveiligd is, genoeg voor ons tweetjes.
We slaan ons er wel doorheen!
Als je een echt Feyer bent kan je het.
Liefs,
Je moeder.

Merel keek geschokt naar het briefje, en zelfs Pieter eeuwige glimlach verdween.
“Lien is- was een vriendin van me,” zei Merel.
“Was?”
“Was.” Toen Heleen er aankwam, trok Pieter het briefje uit Merel handen en stak het in zijn gewaadzak. Merel nam de uil over en liep Heleen voorbij zonder de glimlachen naar de zijkamer.
“Wat heeft zij?” hoorde Merel Heleen tegen Pieter zeggen. Heleen was duidelijk niet blij omdat Merel haar genegeerd had.
“Niets, denk ik.”
“Waarom stonden jullie zo dicht bij elkaar?” vroeg Heleen.
“De uil…” zei Pieter afwezig, Merel nakijkend. Merel bekeek de tientallen uilen die nu al rondvlogen of zaten of een boomtak. Ze ging terug naar de Grote Zaal, waar en tien keer zoveel uilen rondvlogen dan in de herstelkamer. Na anderhalf uur werkten Pieter, Heleen en Merel samen, want nu schoten alleen de minst gewonde dieren over die het rapst konden vliegen. Varicosus had het nog steeds druk met de andere uilen. De laatste haalde Varicosus met haar toverstaf uit de lucht en gaf ze dan aan Merel of Heleen of Pieter, ze had namelijk verboden om nog samen te werken, want ze had ze horen lachen en een straf is geen pretuurtje. De herstelkamer zat nu vol met uilen de opeens uit de boom over je hoofd scheerden. Merel genoot van de kleine momentjes dat ze er was. Er was ook een tweede kleinere kamer voor de uilen die extra verzorging nodig hadden. Tegen tien uur waren alle uilen verzorgd en mochten ze gaan. Het was een lastig karwei geweest en moe gingen Heleen en Merel meteen naar de slaapzaal.
“Dat was werken, zeg!” Na vijf minuutjes ging Heleen naar de badkamer om haar op te frissen. Merel zat nog steeds met het briefje in haar hoofd. Wat ging er gebeuren als Lien pas in de vakantie zou te weten komen dat ze naar huis moest? Wat als ze haar opgaf om op Zweinstein te blijven? Haar moeder zou waarschijnlijk razend zijn. Morgen moest ze maar even met Pieter praten. Hij had tenslotte het briefje. Toen Heleen met natte haren terugkwam ging Merel de badkamer in.

Merel lag in bed, ze kon de slaap moeilijk vatten. Onbewust lag ze met haar vingers te spelen met het blauwe lint. Ze staarde wazig naar het plafond. Een zacht melodietje zoemde haar in slaap. Het lint glipte uit haar vingers en het gezoem hield op.

Heleen en Merel hadden lang liggen slapen. Merel werd wakker gemaakt door Heleen, die meldde dat het al over twaalf was. Merel ging haar klaarmaken. Haar haar liet ze eens los, wat niet veel gebeurde. Meteen gingen ze lunchen.
Nemo kwam erbij zitten.
“Hoi!” Zijn stem klonk gemaakt vrolijk.
“Wat is er?” vroegen Merel en Heleen tegelijk.
“Niets,” zei Nemo afwezig, terwijl hij zijn bord opschept.
“Komaan. Lieg niet tegen ons.” Heleen sloeg geërgerd haar armen over elkaar.
“Laat het nou!” Nemo neemt een paar happen van zijn bord.
“We vertellen het heus niet door!” Heleen porde nieuwsgierig in zijn arm.
“Niets! Had ik jullie even goed beet!” lachte hij. Boos maar toch opgelucht nam Merel haar glas met Pompoensap en goot een klein scheutje in zijn eten, terwijl hij ruzie maakte met Heleen.
“Het spijt me, sorry!” verdedigde Nemo zich.
“Al goed, al goed,” mompelde Heleen. Merel beet op haar lippen om niet in lachen uit te barsten toen Nemo zijn volgende hap eten terug uitspuwde door de smaak van Pompoensap.
“Proberen de huiselfen me te vergiftigen of zo?” Merel proestte het uit. Blijkbaar was het aanstekelijk en even later zaten ze alledrie te lachen.
“Wat heb je erin gedaan?” vroeg Nemo, toen hij was uitgelachen.
“Pompoensap!” Heleen en Merel begonnen weer te lachen.
“Jij ook!” gromde Nemo gespeeld boos. Hij wisselde zijn bord met het bord naast hem. Zwijgend aten ze de rest van hun eten.

“Heleen!” Merel schudde hevig aan haar vriendin.
“Hmm?”
“Vlug maak je klaar, we hebben ons verslapen. Over tien minuten begint de les!” Meteen was Heleen wakker. Ze sprintte naar de badkamer en kwam er nog geen drie minuten later weer uit. Ze zag eruit alsof ze daar al een uur stond.
“Hoe doe je dat toch?” vroeg Merel, die een gigantische knoop uit haar haren probeerde te borstelen.
“Wat?” vroeg Heleen, haar boek in haar tas smijtend.
“Er zo goed uit zien in een mum van tijd.” Merel begon nijdig te trekken aan haar haar.
“Laat mij even,” zei Heleen. Met een paar halen van haar borstel lag Merel haar haar goed.
“Morgen leen ik even jou borstel,” zei Merel terwijl ze haar tas over haar schouder gooide. “Kom, anders zijn we te laat.” Samen renden ze naar Kruidenkunde. Buiten was het koud en er lag al een hele laag sneeuw, dat het lopen onmogelijk maakte omdat die laag tot hun navels kwamen. Net toen de bel ging stormden ze het lokaal binnen.
“Net op tijd, meisjes,” glimlachte professor Stronk vriendelijk.“Voor we beginnen wil ik eerst jullie opstellen.”

“Mooie armband. Van waar heb je die?” vroeg Heleen. Verwonderd keek Merel naar haar pols. Het blauwe lint zat erom, en nergens kon Merel een knoopje of lijmrestje ontdekken.
“Gekregen van Imke,” stamelde Merel. Ze wist nog dat ze er mee had zitten spelen gisterenavond maar ze had hem toch niet rond haar pols gedaan? Merel keek er even verward naar. Tijdens Gedaanteverwisseling vergat ze de armband, want ze moest oefenen op de nagels die ze kregen in een lepeltje te veranderen.

Merel en Heleen gingen naar de Grote Zaal om te eten. Ze waren nogal moe, maar dat kwam waarschijnlijk omdat ze geen tijd hadden gehad om een beetje wakker te komen. Merel hoorde weer het zachte, zoemende melodietje. Merel haar oogleden werden zwaar.
“Merel!” riep Heleen in haar oor.
“Uh?” schrok Merel wakker.
“Je sliep net niet!”
“Spijt me.” Merel wreef in haar ogen. “Gaat wel weer.” Heleen keek haar verdacht aan.
“Ik meen het! Ik ga vanavond wel vroeg in bed,” stelde Merel Heleen gerust. Merel deed het lint af, zonder er een reden voor te hebben.


Merel kwam de dag door zonder nog enige keren net niet in slaap te vallen. Ze werd bijgelovig in het lint. Was het echt dat, dat het melodietje speelde waar ze zo’n zwak voor had? Dit soort vragen spookte de hele dag door haar hoofd. Meteen toen ze de kans kreeg, stopte ze het ding diep in haar hutkoffer en probeerde het te vergeten, zonder succes. Opeens, toen ze Pieter opeens uitdrukkelijk zag kijken, kreeg ze er een zorg bij: het briefje van Lien haar moeder. Na haar huiswerk dat moeizaam verliep, ging ze op zoek naar hem. Hij was niet in de bib dus ging ze naar de Grote Zaal. Even keek ze geërgerd naar Heleen, die persé mee wou. Merel had haar nog niet verteld van de brief. Ze stelde de hele weg irritante vragen.
“Merel! Ben je vergeten dat ik Lien en Equa heb laten vallen voor jóú?” Heleen had Merel haar arm vastgepakt en keek haar indringend aan.
“Jij moest ook mee! Je bent mijn beste vriendin, en dat weet je. Alleen heb ik nog steeds mijn eigen léven, Heleen,” probeerde Merel het haar duidelijk te maken.
“Ook goed,” zei Heleen, lichtjes gepikeerd. “Ik zie je straks wel in de leerlingenkamer.” Even keek Merel haar ongerust na, maar dan ging ze verder zoeken.


Reacties? Geen gemiddelde deze maand, wegens geen nieuwe stemmen Crying or Very sad .

Merel




Profiel bekijkenStuur privébericht
Merel
Oude Forumnaam: Metje Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 72 Sikkels


Merel is offline. 
BerichtGeplaatst: Di Sep 12, 2006 18:09 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoi!

Hier zijn de eerste 1066 woorden van het laatste hoofdstuk!
Enjoyy!


De Uilenkamer en het Lint

Ze ging de Grote Zaal binnen. Ze was helemaal uitgestorven. Over een uurtje zou dat helemaal anders zijn. ‘Hier is hij dus ook niet,’ dacht Merel grimmig. Opeens hoorde ze een deur slaan. Ze keek richting het geluid. Het kwam van de plaats waar de deuren van de zijkamers van de Zaal waren, waaronder de Uilenkamer. Aarzelend liep ze er naar toe. Geluidloos deed ze de deur open en toe. Opeens zag ze de schoonheid van de kamer. Honderden aantallen uilen, al was hun aantal al verminderd sinds de laatste keer dat Merel hier was geweest, vlogen boven haar hoofd of zaten op een tak ze slapen. Merel schuifelde stil naar een steen, ver van de deur, en ging er op zitten. Uilen scheerden over haar hoofd. Merel vergat waarom ze hier was. Na een klein uurtje schrok ze uit haar trance, en kon ze onopgemerkt terug naar de Grote Zaal, die nu gonsde van het leven. Ze plofte naast Heleen.
“Sorry, van daarnet, weet je,” zei ze.
“Het is al goed,” antwoordde Heleen nogal droog. “Probeer alleen me meer… Vergeet niet dat je me enige vriendin bent, nu. Zonder jou ben ik nogal zielig als ik sta te wachten op een trap dat niet beweegt.” Merel lachte.
“Oké, ik zal er op letten. Belooft.” Het laatste zei ze zeer uitdrukkelijk.
“Bedankt.” Er werd niets meer gezegd.
“Je hebt echt iets gemist,” zei Heleen opeens, de stilte verbrekend.
“Wat?” vroeg Merel geïnteresseerd. Heleen begon te vertellen over twee laatstejaars die verschrikkelijke ruzie maakten in de leerlingenkamer. Merel lachte bij de beschrijving van Heleen over het gezicht van de schuldige.
“Dus nu zijn ze weer beste vriendinnen,” sloot Heleen af.
“Wat een freaks. Wie maakt daar nu ruzie om?” vroeg Merel. Heleen haalde haar schouders op.

Dinsdag. Merel begon uit te kijken naar Kruidenkunde, die ze samen hadden met Griffoendor. Ze moesten een oplossing vinden op de brief van Lien haar moeder. Pieter leek even van de aardbol verdwenen te zijn. Daarbij kwam Merels plicht nog eens om een goeie vriendin te zijn. Heleen was nog nooit zo’n taterkont geweest als nu. Merel knikte en zei veel ‘hm’ en af en toe gaf ze haar mening. Gelukkig merkte Heleen niets. Het laatste uur hadden ze Kruidenkunde en Merel rukte bijna haar horloge van haar pols omdat ze dacht dat hij stuk was. Opgelucht om even in de open lucht ze zijn liepen Merel en Heleen naar de Kassen. Er viel een schok door Merel haar maag, Pieter was er niet. Pauline kwam samen werken aan de plant.
“Pauline, waar is Pieter?” vroeg Merel blozend. Wat moest Pauline nu wel niet denken?
“Hij ligt in de Ziekenzaal. Zware blessure tijdens een Zwerkbaltraining,” antwoordde ze doodnormaal. Merel ging door met haar werk.
“Waarom wou je dat weten?” vroeg Pauline opeens, vijf minuten voor de bel. Even was Merel uit het lood geslagen.
“Omdat… Omdat ik hem heb beloofd dat ik hem zou helpen bij een geschikt cadeau voor zijn zusje, en ik heb een leuk ideetje,” verzon Merel.
“Ow… Leuk dan,” antwoordde Pauline.
“Hé, mij vertelde je dat nooit!” zei Heleen. Ze keek Merel verontwaardigt aan.
“Sorry, ik zal het vergeten zijn, zeker,” verontschuldigde Merel zich. Heleen maakte er verder geen probleem van. Toen de bel ging, liepen Merel, Heleen en Pauline samen naar de Ziekenzaal.
“Wat is er? Voel je je niet goed?” begon madame Plijster. Ze voelde meteen aan het hoofd van Heleen.
“Nee, nee. We komen Pieter opzoeken,” antwoordde Heleen, zichzelf lostrekkend uit de greep van madame Plijster.
“Vijf minuutjes maar!” waarschuwde ze. ‘Ik moet hem alleen kunnen spreken!’ dacht Merel. Hij zag er moe en belabberd uit.
“Gaat het?” vroeg Merel. Pieter knikte zwakjes. “Wat is er precies gebeurt?” Merel vormde met haar lippen het woord ‘Lien’ en Pieter knikte zachtjes, bijna onmerkbaar.
“Gevallen toen ik de Slurk en wou nemen en tegelijk een Beuker probeerde te ontwijken,” kwam er zwak uit zijn mond.
“Komaan Merel, vertel je idee voor zijn zus!” Heleen sprong nieuwsgierig op en neer. Even keek Pieter Merel raar aan. Merel haalde haar schouders op en opeens leek Pieter te weten waarover het ging.
“Misschien- Uh, misschien kunnen we een bos zwarte bloemen sturen die haar in het midden van de nacht zullen wekken met een verjaardagslied.”
“Leuk!” zei Pieter gespeeld.
“Jullie tijd is om!” Ze schrokken alle vier van madame Plijsters plotselinge opkomst. Traag dropen ze af. Pieter glimlachte nog even naar Merel met een blik dat-het-allemaal-wel-in-orde-komt-! Merel en Pauline gingen de trap op, en net toen Heleen er wou opstappen begon hij te bewegen. Verveeld wachtte Heleen tot de trap weer stopte met bewegen.
“Wat is er?” vroeg Merel aan Pauline, want Pauline’s gezicht stond niet bepaald blij.
“Pieter heeft helemaal geen zus.” Ze ging naar links, een verbaasde Merel achterlatend om op Heleen te wachten.

De rest van de week ging voorbij, zonder dat Pauline tijden Kruidenkunde nog een woord zei. Merel raakte Heleen maar niet kwijt om even bij Pieter langs te gaan. Zaterdagmiddag gingen ze naar de bib, en Merel zei dat ze eerst nog eens naar het toilet moest. De Ziekenzaal was te ver om er heen te gaan, dus verstopte ze een boek achter een harnas. Het boek was er eentje dat ze zeker nodig zou hebben. Halverwege van hun huiswerk dacht Merel dat het, het geschikte moment was.
“Oeps! Mijn Toverdrankenboek vergeten! Ik ben binnen tien minuten terug.” Zonder dat Heleen kon reageren liep Merel naar de Ziekenzaal. Blijkbaar was madame Plijster bezig aan iets in haar kantoor want ze kwam niet aangelopen, zoals normaal.
“Eindelijk!” zeiden Pieter en Merel opgelucht tegelijk. Pieter zat al terug recht en zijn rechter arm was uit het verband.
“Maandag mag ik weg!” glimlachte hij.
“Leuk voor je,” zei Merel gemeend. “Nu, wat gaan we doen met het briefje voor Lien?” vroeg Merel. Opeens werd ze zenuwachtig, omdat ze niet gehoord wou worden. Pieter rommelde even op het overvolle bijzettafeltje en haalde een papiertje te voorschijn.
“Hier, leg het gewoon op haar hoofdkus-” Hij kon zijn zin niet afmaken, omdat madame Plijster boos kwam aanrennen, maar Merel wist wat ze moest doen. Ze rende naar het harnas, nam het boek en kwam hijgend aan in de bib.
“Zo hard gerend?” vroeg Heleen verwonderd.
“Ja. Ik kon het niet meteen vinden. Laten we verder doen,” zei Merel.
“Merel?”
“Wat?” vroeg Merel. Stilte.
“Laat maar.” Ongemakkelijk gingen ze verder.


Reacties?

Merel






Laatst aangepast door Merel op Zo Okt 01, 2006 7:27; in totaal 1 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
Merel
Oude Forumnaam: Metje Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 72 Sikkels


Merel is offline. 
BerichtGeplaatst: Ma Sep 18, 2006 20:05 Terug naar boven Sla dit bericht op

nog een stukje voor jullie. Dit is het middelste deel van het laatste hoofdstuk. Ik heb het gevoel dat mijn ene trouwe lezer is afgehaakt, geen problemen mee^^.

Tegen het middageten waren ze klaar met het huiswerk dat ze voorlopig hadden gekregen. Zonder een woord te zeggen gingen ze terug naar de leerlingenkamer om hun boeken op te bergen en door te gaan naar De Grote Zaal. Halverwege hun lunch kwam opeens Lien naast hen zitten.
“Het spijt me,” zei ze simpelweg, en ze ging weer weg. Verbaasd bleven Heleen en Merel zitten.
“We praten straks met haar, goed?” vroeg Heleen.
“Goed.” Er werd weer gezwegen.
“Merel?” vroeg Heleen weer.
“Wat?” vroeg Merel, opeens behoorlijk zenuwachtig.
“Wel…” Heleen aarzelde.
“Ik ben je vriendin Wat is er?” probeerde Merel, zelf verschrikkelijk zenuwachtig, Heleen te overtuigen.
“Ik heb het gevoel dat je iets voor me verbergt.” Heleen zei het heel rap, zodat Merel even de woorden moest beter laten doordringen voor ze ze begreep.
“W-waarom?” vroeg Merel nerveus.
“Je plotselinge bezorgdheid om Pieter. Ik bedoel, we hebben alleen maar straf met hem!” Heleen werd een beetje boos. “Ik zie wel dat je mij probeerde kwijt te raken om bij hem op te zoeken! Ik weet ook dat je net bij hem bent geweest! Jouw beurt: waarom?” Heleen was nu behoorlijk boos.
“Omd-dat,” trilde Merel verschrikkelijk.
“Waarom?” vroeg Heleen enorm ongeduldig. Merel haalde de brief uit. Met verschrikkelijk hard trillende handen gaf ze het aan Heleen. Boos rukte zij het papiertje uit Merels handen. Haar ogen werden steeds groter bij het lezen van de brief. Toen ze klaar was, stak ze het papiertje in haar zak. Zo te zien woedend rukte ze aan Merel haar arm en trok haar mee naar de hun slaapzaal.
“BLIJF!” gilde ze tegen Merel. Ze bonsde weer naar beneden. Na een kleine tien minuutjes kwam ze terug, met Lien. Lien probeerde zich los te rukken uit een, zo te zien pijnlijke, greep van Heleen.
“Lees!” Heleen bleek niet meer normaal te kunnen praten. Lien las het. Op het einde van de brief stonden de tranen in haar ogen.
“Waarom?” Lien bleef, tot Merel haar verbazing, kalm. Merel kon niets uitbrengen.
“Waarom? Pindakaas met Boter!” gilde ze opeens in Merels gezicht.
“P-pieter-”
“Steek de schuld maar op Pietertje!” bracht Heleen woedend uit en ze wou nog meer zeggen als Lien weer kalm haar deed zwijgen.
“T-toen Heleen een uil wegb-bracht hadden Pieter en ik, onder de v-vleugel van een uil een briefje ontdekt. Pieter zei dat ik het moest openmaken en t-toen…” snikte Merel. Lien zakte in op het bed.
“Waarom?” vroeg Lien nog eens.
“Omdat ik denk ik een stoer wou overkomen. Denk ik.” Merel zei het met vol spijt.
“Ooit, ooit zal ik je het vergeten, maar niet meteen.” En Lien liep weg. Heleen ging mee. Merel zakte in elkaar, op het bed.

Met rode ogen ging Merel terug naar de Ziekenzaal.
“Wat is er?” vroeg Pieter. Merel haalde haar schouders op en ging op het voeteneinde van zijn bed zitten.
“Heleen en Lien kwamen er achter. Ze waren niet bepaald blij.” Het scheelde niet veel of Merel ging weer huilen.
“’t Komt wel goed,” probeerde Pieter.
“Natuurlijk niet!” zei Merel pessimistisch. ‘Ik bedoel liegen en post achterhouden van iets wat de rest van je leven bepaald is niet echt iets om over naar huis te schrijven, weet je.” Merel trok haar knieën op. Pieter zweeg wijselijk.
“Ik ga maar,” zei Merel. “Dag.”
“Tot nog eens.” Merel haar voeten voerden zich automatisch naar de Grote Zaal, die leeg was. Ze liep verder naar de Uilenkamer. Ze ging weer bij de steen zitten. Nog steeds vond ze deze kamer geweldig. Ze haalde het lint uit haar zak, en viel in slaap door het ondertussen redelijk bekend melodietje.

Een deur sloeg open en toe. Merel schrok wakker. Een vrouw liep naar het midden van de kamer. Zo stil mogelijk kroop Merel achter de steen, onzichtbaar voor de vrouw. Er klonk een scherp geluid en veel uilen vlogen haar richting in. Professor Varicosus sloot ze op in een onzichtbare kooi, zodat ze niet te ver weg zouden vliegen. Merel haar kuiten begonnen lichtjes pijn te doen na amper vijf minuten maar ze durfde niet te bewegen, want ze wou geen nieuwe straf krijgen. Na wat een hele dag leek ging Varicosus weg, met vijf herstelde uilen mee. Merel glipte uit de kamer. Een paar mensen waren al aan het avondeten begonnen. Nemo ook. Zou ze? Met kleine, verlegen pasjes liep ze naar hem toe.
“Mag ik?” vroeg ze tegen hem. Hij zei niets, maar haalde zijn schouders op. “Weet je het?” Haar stem sloeg over van nerveusheid. Hij knikte. “Het spijt me.” Meer kon ze niet over haar lippen krijgen.
“Zeg dat maar tegen Lien en Heleen. Weet je, ik ben niet boos. Ik snap gewoon niet waarom je het deed.” Hij zei het, alsof hij van Merel een antwoord verwachte op de ongestelde vraag ‘Waarom deed je dat?’
“Ik ga maar,” zei Merel. Nemo knikte.

Merel at dat weekend bijna niets. Enkel een broodje dat ze ging halen toen de drukte er nog niet was, of al gepasseerd was. De hele dag bracht ze door op de Uilenkamer. Ze keek dan een halfuurtje naar de voorbijscheerende uilen en dan viel ze met het lint in haar handen in slaap. Na een uur werd ze weer wakker en werd alles herhaald. ’s Avonds laat ging ze dan terug, en ging ze in haar bed liggen. Van slapen kwam niet veel in huis, het lint werkte niet. Merel lag te piekeren hoe het lint terug in haar zak terechtkwam.

Maandagochtend was Merel vroeg, voor de anderen wakker, en ging ze meteen na ze was gewassen naar de leerlingenkamer. Daar nam ze een stukje studeerwerk dat ze herhaalde. Toen ze aan het laatste hoofdstuk zat, kwamen er een paar leerlingen van het eerste jaar naar beneden. Ze bekeken haar niet raar, en Merel besefte dat het verhaal nog steeds tussen een bepaalde groep mensen bleef. Opeens ging er een schok door Merel. Wat zou ze doen als ze het vertelden tegen een leerkracht? Tot ziens, Zweinstein? Merel keek weer naar het boek, maar de lettertjes werden door elkaar gehaspeld voor haar ogen door de gedachte.




Profiel bekijkenStuur privébericht
Merel
Oude Forumnaam: Metje Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 72 Sikkels


Merel is offline. 
BerichtGeplaatst: Za Sep 30, 2006 20:53 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hier is het einde van het hoodstuk. Nu nog het einde en eindelijk ben ik ervan af! Pff. Ik heb er een dramatisch einde aan geweeft, maarja. Precies over een weekje mag je het epiloog verwachtten. Mijn allerlaatste gemiddelde: 6,3/10
Bye,

Merel


Ze probeerde op te letten in de lessen, al ging het Merel niet goed af. Telkens als een leerkracht iets vroeg, schrok ze en gaf ze vaak het verkeerde antwoord. Al gauw verliet ze de laatste les. Ze liep vlug naar de Uilenkamer, en haalde het lint uit. Vandaag geen uilen kijken, ze wou even slapen en haar zorgen vergeten.

Het was ruim over tien uur toen Merel terug wakker werd. Ze voelde zich al veel beter. Ze schrikt wel van hoe lang ze al heeft geslapen. Ze sloop naar de slaapzaal. Ze lagen alledrie al in bed. Sluipend liep Merel ook naar haar eigen bed. Slapen lukte niet. Ze nam haar dagboek en ze schreef haar eerste woorden erin neer.

Hoe kan het nu zo ver komen? Wat het ik mezelf aangedaan? Als Jeweetwel er nooit was geweest, zat ik misschien nu te babbelen met Lien, Equa en Heleen. Nee, ik heb nu ruzie met hen drie. Leuk. Ik hoop dat het rap gedaan is. Ik wil Lien nog zien voor het begin van de vakantie. Na de vakantie mag ze niet meer terug komen! Ik wil niet de laatste keer Lien zien als we ruzie hebben. Ik heb er zoveel spijt van! Ongelooflijk hoe een straf tot dit zou uitdraaien. Misschien is het beter om iets goeds te schrijven. De uilenkamer is echt geweldig! Telkens als ik naar die dieren kijk, is het alsof ik alleen op de wereld ben, positief dan. En het lint gebruik ik nu regelmatig. Die zijn de perfecte combinaties om je zorgen te verget-

Ze wil nog verder schrijven als opeens het gele gordijn open ging
“Equa?” In haar verbazing zei Merel dit enorm luid.
“Stt! Equa legde vermoeid haar vinger op haar lippen. Vlug deed Merel het dagboek toe en legde het in haar nachtkastje en maakte ze plaats voor Equa.
“Wat is er?” vroeg Merel ongerust.
“Zo veel,” antwoordde Equa. “Onze ruzie en zo,” verduidelijkte ze.
“Ik heb er eigenlijk ook genoeg van,” zei Merel.
“Goed dan.” Equa leek iets blijer. Er werd niets gezegd. “Hier.” Opeens gaf Equa een papiertje, met haar ogen vol tranen. Merel bekeek Equa verrast aan.
“Kom, doe het open!” snikte Equa. Merel deed wat haar gevraagd werd. Er stonden een heleboel door elkaar gegooide letters en tekens op. Merel fronste haar wenkbrauwen.
“Ik wil niet,” snikte Equa.
“Wat niet?” vroeg Merel, niet beseffend hoe tactloos dat eigenlijk was.
“Wat er op het briefje staat, natuurlijk!” Equa begon nog harder te snikken. Opeens hoorde Merel gekreun. Lien was wakker en deed de gordijnen open van Merel haar bed.
“Wat gebeurt er?” vroeg ze met en stem die nog niet helemaal wakker leek. Merel haalde haar schouders op en gaf haar het papiertje.
“Zie jij hier iets in?” vroeg Lien. Merel schudde haar hoofd.
“We hebben eigenlijk geen idee wat het moet voorstellen, Equa,” zei Merel.
“Het is geh-heimschrft!” snikte Equa. “Ik laat het je zien.” Ze haalde een tweede stukje perkament uit haar zak. Ze gaf het aan Lien, die nu naast Merel zat. Merel keek mee over Lien’s schouders naar de oplossing. Het hele alfabet stond erop plus verschillende soorten tekens, met eronder de overeenkomende letter of teken. Lien nam Merel haar dagboek en nam de laatste pagina, zonder te kijken wat er al in stond. Verbazend snel schreef Lien de oplossing van het bericht.

Het spijt me, maar je vader wil dit. Je weet dat ik niet tegen hem op kan. Misschien doet hij me wat aan. Je gaat niet naar Zweinstein terug na de vakantie. We kunnen wel raden waarom. Ik wil je daar echt niet weghalen, maar je vader…

Na de drie puntjes kwam er normaal nog iets, maar de letters en tekens op het originele bericht waren uitgelopen door tranen, van Equa of haar moeder.
“Ik haal Heleen,” zei Lien mat. Merel bleef maar staren naar de letters in het nette schrift van Lien.
“Moet Merel er echt bij?” vroeg Heleen, een boze blik op Merel werpend.
“Doe niet kinderachtig. Merel heeft niets meer verkeerd gedaan,” zei Lien. Heleen wou protesteren, maar Lien wierp haar een geïrriteerde blik, met ogen die meteen in tranen konden uitbarsten. Heleen zweeg wijselijk bij het zien van Lien en Equa. Merel gaf moedeloos het bericht van Equa’s moeder. Heleen las het ongelooflijk.
“Maar…” Heleen kan niets uitbrengen. Uitgeput liet ze zich op het bed zakken. Equa zat nog steeds te snikken, en Lien moest vechten tegen haar tranen. Er werd gezwegen.
“Waarom?” Heleen keek met een uitgeputte,vermoeide maar vooral verdrietige ogen rond haar, alsof er een antwoord zou komen. Lien hield het niet langer en tranen stroomden over haar wangen. Heleen trok haar benen op en begroef haar gezicht tussen haar knieën. Merel haar tranen waren allang op, en ze staarde wezenloos voor zicht. Die vier vriendinnen voelde intense pijn, pijn omdat ze uit elkaar gehaald werden.

Zo zaten ze er langer dan een uur. Merel stond opeens op en toverde met trillende handen de bedden tegen elkaar, zodat ze niet zo ver van elkaar lagen. Ze liet verschillende keren haar stok vallen, omdat ze zo hard trilde. Ze verlengde het lint en gaf iedereen een stukje. Na nog geen minuut vielen ze in slaap, het zachte, troostende melodietje horend.

Ze lieten zich meeslepen door het dagelijkse ritme. Niemand vroeg wat aan ze. Nog veel meer personen liepen er moe bij, met wallen onder hun ogen. Merel had het lint in de Uilenkamer gelegd, terwijl Lien, Heleen en Equa erbij stonden en had het niet meer teruggehaald. De sfeer in Zweinstein was nog nooit zo geweest. Op de gangen werd gezwegen. Meisjes en jongens werden meegenomen door ouders die zelf niet konden wachten tot de vakantie. Er waren ook drie leerlingen waarvan dichte familie was vermoord. Een zeldzame lach klonk akelig kil.

Het sneeuwde nog steeds enorm hard toen Lien, Merel, Heleen en Equa naar de koetsen liepen. In de korte rit werd er niets gezegd. Een moeilijke stilte heerste over de koets. Ze waren ongeveer halverwege de treinrit als opeens Heleen in tranen uitbarstte. De andere drie deden mee. Vier vriendinnen die uit elkaar werden gerukt, probeerden elkaar te troosten terwijl ze zelf tranen met tuiten huilden. Knuffels en troostende woorden kwamen er onverstaanbaar en schokkerig uit. Zodra de trein stilstond stopte het huilen. Was het omdat hun tranen op waren? Nee, ze wouden afscheid nemen van elkaar zonder tranen.
“We schrijven,” kon Merel er uit brengen. Ze knikten. Ze gaven elk een knuffel en liepen de poort door, en zonder opnieuw om te kijken naar elkaar gingen ze elk hun kant op.




Profiel bekijkenStuur privébericht
Merel
Oude Forumnaam: Metje Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 72 Sikkels


Merel is offline. 
BerichtGeplaatst: Za Okt 07, 2006 11:25 Terug naar boven Sla dit bericht op

Voila, zoals belooft het eind! Geniet nog...

Epiloog


Merel liep samen met Heleen en Nemo de Grote Zaal binnen.
“Onze laatste keer dat we hier eten,” zuchtte Heleen. Merel knikte, met een raar gevoel in haar maag.
“Lien!” gilde Heleen opeens. Ze renden elkaar toe, en knuffelden elkaar. Merel liep er ook heen en glimlachte.
“Ik mocht van mam even terugkomen, jullie opzoeken!” zei Lien enthousiast. Ze wees even naar een oudere dame, die al een de tafel zat.
“Je bent veranderd!” merkte Merel droog op. Ze lachte uitbundig door haar opmerking.
“Wat had je gedacht? Dat ik er altijd twaalf zou uitzien? Het is ruim vijf jaar geleden!” Lien straalde één en al geluk uit. Niet echt moeilijk, ze had sinds ze weg van Zweinstein was gegaan alleen maar haar moeder gezien.
“Kiekeboe!” riep iemand. Nu was het Merel haar beurt om Equa te herkennen.
“En jij bent nog niets veranderd!” zei Merel, haar omhelzend. Equa was nog steeds klein en tenger. Vlug gingen ze zitten en begonnen ze te praten.
“Hé!” riep opeens iemand in de Zaal. Iedereen keek achter of voor hem. Iemand aan de tafel van Griffoendor werd bloedrood. Merel en Heleen lachten even.
“Stop!” riep dezelfde persoon. De Grote Zaal gonsde van het lachen. PLETS! De jongen kreeg een grote hoeveelheid aardappelen tegen zijn gezicht. Hij gooide terug. In een mum van tijd ontstond er een eetgevecht aan de tafel van Griffoendor. Merel, Heleen, Lien en Equa proesten het uit, en ze waren niet de enige. Ze keken elkaar lachend aan, even hun lach in houdend. Opeens slaakten ze, zonder woorden afgesproken, een gil. De tafel van Zwadderich deed nu mee. De rest stond vreselijk geamuseerd te kijken naar de leerkrachten die probeerden orde te scheppen.
“Hier gaan we! Griffoendor tegen Zwadderich! De stand is nul-nul! Het front: de Grote Zaal!” lachte iemand die op de Huffelpuf-tafel was gesprongen. Opeen werd zijn hilarisch commentaar verbroken door een leerkracht die dezelfde spreuk uitvoerde die Merel had gekregen toen ze te weten was gekomen dat ze een Snul was. Opeens viel een last van Merel. Zo erg was het niet een Halfsnullenmeisje te zijn. Pieter kwam naar haar toe, helemaal onder het eten. Merel kreeg weer het zweverige in haar hoofd, dat ze de laatste drie jaar al had. Toch als ze Pieter zag.
“Kom!” Hij trok Merel mee en vermengde haar in het gevecht. Pieter gooide enkel maar meer op Merel. Lachend plaagde ze hem terug en totaal onverwacht keken ze in elkaar’s ogen en kusten ze.
“Prachtige dag!” gilde ze, boven het lawaai.




Profiel bekijkenStuur privébericht
Merel
Oude Forumnaam: Metje Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 72 Sikkels


Merel is offline. 
BerichtGeplaatst: Za Okt 07, 2006 11:27 Terug naar boven Sla dit bericht op

Dit verhaal is ten einde.

Hier mag een slotje op!
Owja, ik ben begonnen aan een tweede fic en zoek nog een beta-reader. Vrijwilligers?




Profiel bekijkenStuur privébericht
Berichten van afgelopen:      


 Ga naar:   


Sla dit onderwerp op als textbestand

Volgende onderwerp
Vorige onderwerp
Je mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen in dit subforum
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Je mag je berichten niet bewerken in dit subforum
Je mag je berichten niet verwijderen in dit subforum
Je mag niet stemmen in polls in dit subforum



Powered by phpBB © 2001/3 phpBB Group :: FI Theme :: Tijden zijn in GMT + 1 uur :: Disclaimer