Auteur |
Bericht |
dedaf
Dreuzel

Verdiend:
45 Sikkels
Woonplaats: hoorn
|
Geplaatst:
Zo Apr 15, 2007 10:55 |
 |
Ik kwam dit verhaal tegen op Harrypotterfanfiction.com en vond het zo mooi dat ik dit verhaal op basis daarvan ben gaan schrijven. Er zijn van mijn kant uit wat wijzigingen in de vorm.
Pronoloog
Ik ben Ginny
Ik heb zonet voor de zoveelste keer de tranen van mijn gezicht geveegd. In de laatste paar uur heb ik meer gehuild dan ik in mijn hele leven gedaan heb, zo voelt het in ieder geval wel. Ik hoop maar dat het me lukt om al mijn tranen uit mijn systeem te krijgen. Ik heb zo het vermoeden dat, hoe ik er ook uit zie, iemand me zal gaan vragen hoe ik me voel en als ik daar niet op voorberijd ben zal ik waarschijnlijk weer in tranen uitbarsten. Ik wil niet dat iemand medelijden met mij heeft. Ik heb trouwens genoeg zelfmedelijden voor een heel leger op het moment.
Mijn naam is Ginny Wemel maar in mijn korte leven heb ik al veel bijnamen gehad. Om een paar voorbeelden te geven: Gin, dat meisje van Wemel, Ron’s kleine zusje, de andere Griffoendor zoeker en zelfs en (deze haat ik echt) Vilijns kleine roodharige pionnetje. Voor de liefde van mij leven (ik herinner mij de dag dat ik hem voor het eerst zag nog als de dag van gisteren)zou ik net zo goed Boterarm genoemd kunnen worden.
De jongen in kwestie is Harry James Potter. Ook hij heeft in zijn leven al heel wat titels gehad. De meest recente zijn “De–jongen-die-bleef-leven” en “De uitverkorenen”. Op een bepaald moment tijdens het vorige school jaar noemde ik hem wel eens “De-jongen-die-een-flinke-klap-met-een-drijfersknuppel-nodig-heeft-voor-hij-me-ziet-staan”. Begrijp me niet verkeert. Harry en ik zijn nu al een aantal jaar goede vrienden. Hij is praktisch familie voor mij.
Ik heb verdorie mijn leven aan hem te danken nadat hij me redde uit de Geheime Kamer in mijn eerste jaar op school. Ach ja, ik zou mezelf voor de gek houden als ik dacht dat hij speciaal voor mij kwam toen der tijd. Het is mij nu heel duidelijk dat het in Harry’s karakter zit om mensen te helpen. (dat is waarschijnlijk wat hem maakt tot wat hij is.)
Alles leuk, lief en aardig maar sinds het moment dat hij me redden uit de handen en macht van Vilijn lever ik een geweldige prestatie als ik meer dan vijf worden tegen hem zeg.(Aarde aan Harry, er is een roodharig meisje dat om jouw aandacht vraagt.)
Misschien kun je je dan ook wel voorstellen dat ik redelijk verbijsterd was dat juist dit jaar het jaar was dat er iets moois tussen ons te gebeuren stond. Ik vertel nu te veel. Laat ik maar beginnen bij de zomer voor mijn vijfde jaar op Zweinstein (Harry’s zesde en mijn vijfde schooljaar op Zweinstein Hogeschool voor Hekserij en Hokuspokus)
Ik heb het eerste deel van het eerste hoofdstuk totgevoegd. het voorwoordt had niet voldoende worden en regels. Alvast heel erg bedankt voor de reakties. Dat geeft de burger moet.
Hoofdstuk 1
Zomer
Het was een fantastische zomer op het Nest(dat is mijn thuis). Mijn broer en ik spendeerde de eerste twee weken van de vakantie met een-tegen-een Zwerkbal. We zijn allebei lid van het afdelingsteam van Grifhoendor. Vorig jaar hebben we zelfs het kampioenschap gewonnen. Ik kwam in het team terecht nadat Fred, George en Harry de zoeker van Zwadderich verrot hadden geslagen.(net goed als je het mij vraagt).
Ze hebben me nooit verteld wat Malfidus heeft gedaan om hen zo over de rooien te doen gaan dat ze hem een pak rammel gaven. Ik ben er wel zeker van dat hij het verdiende. De Mafidussen zijn al zolang ik me kan herinneren een grote last geweest voor onze familie. Zij zijn rijk en wij niet, dat is genoeg om ons lastig te vallen bij iedere gelegenheid.
Zoals ik al zei hebben Ron en ik een bijdrage geleverd aan het winnen van het kampioenschap toen ze afwezig waren. Niet dat ik daar heel trots op ben maar het was leuk om de snaai voor de neus van Cho Chang weg te kapen.
Tijdens de tweede week van de vakantie kwam Hermelien naar het Nest om de rest van de vakantie bij ons door te brengen. Ik was erg bij haar weer te zien het is geweldig om zes broes te hebben maar een meisje heeft soms behoefte aan vrouwenpraat. Harry zou de volgende dag bij ons aankomen. Ik denk altijd veel aan hem en zeker in de vakantie. Hij vindt het verschrikkelijk bij zijn oom en tante al heeft hij heeft er tegen mij nooit een woord over gesproken. Het rare is dat ik kan het zien in zijn ogen en heel soms kan ik het voelen. Het kijkt wel alsof hij in de eerste paar dagen dag hij op het nets aankomt altijd eerst even bij moet trekken en tot zich zelf moet komen.
Ik wist dat hij meer leed dan normaal omdat hij kort voor de vakantie zijn peetvader, Sirius Zwarts, had verloren. Ik was op het Ministerie van Toverkunst toen het gebeurde als deel van een kleine groep die opgericht en geleidt werd door Harry en de SVP werd genoemd( De strijders voor Perkamentus) Ik heb niet echt gezien wat er gebeurde omdat ik was geraakt door een vervloeking die mijn been brak tijdens het gevecht met de dooddoeners (Voldemort’s leuke vriendjes). Op het moment dat het gebeurde echter wist ik dat Harry iets verschrikkelijks doormaakte. Dat krijg je als je aan iemand je leven te danken hebt.
Ik ging vroeg naar bed de avond voor hij aan zou komen, denkend dat ik hem misschien wat op kon vrolijken als ik hem alleen te spreken zou kunnen krijgen. Al was het maar voor even. Alsof dat ooit zou lukken (Kom op Wemel doe niet zo stom!!!) Je kunt Harry Ron en Hermelien niet in een huis zetten en dan verwachten dat je een momentje alleen met Harry te hebben. Soms haat mezelf erom dat ik jaloers ben op de relatie die die drie met elkaar hebben. Om eerlijk te zijn wil ik er graag deel van uitmaken. Maar ik weet zeker dat hij het nooit goed zou vinden dat “Ron’s kleine zusje” meer gevaar zou lopen dan nodig was.
Daar komt ook nog eens bij dat ik waarschijnlijk weinig zal kunnen uitrichten om het op te vrolijken behalve mijn arm in de boter te planten. Of tegen hem te stotteren als hij me aankijkt met die geweldige groene ogen van hem. Ik ging daarom maar te bed.
Toen ik de volgende ochtend naar beneden liep om te ontbijten hoorde ik uit de oude kamer van Fred en George het geluid van een ademhaling. Ik deed de deur open en ja hoor, daar lach hij met bliksemvorming litteken en al. |
Laatst aangepast door dedaf op Wo Jun 20, 2007 0:00; in totaal 9 keer bewerkt |
|
  |
 |
dedaf
Dreuzel

Verdiend:
45 Sikkels
Woonplaats: hoorn
|
Geplaatst:
Ma Apr 16, 2007 17:56 |
 |
hier is de rest van het 1e hoofdstuk. veel plezier er mee.
Ik rende naar beneden met het idee om een lekker ontbijtje voor hem te maken. Ik had het al helemaal gepland. Hij zou wakker worden en ik zou het dienblad voor hem neer zetten. Hij zou zijn liefste lach naar me lachen en ik zou een paar minuutjes met hen kunnen praten.
Het lot echter had andere plannetjes. Ik was net klaar met het ontbijtje toen mijn broers verloofde Fleur binnen kwam walsen (Zeur zoals Ik en Hermelien haar inmiddels zijn gaan noemen) en het blad uit mijn handen griste. Ik weet nog dat ik op dat moment heb overwogen om haar te vervloeken maar dat zou ik nooit doen omdat Bill me dat niet in dank afgenomen zou hebben en me waarschijnlijk in mootjes had gehakt. Het leek me daarom het beste om naar boven te gaan voor zij daar aan zou komen. Natuurlijk had het overige tweederde deel van het Zweinstein trio Harry al wakker gemaakt. Ik nam genoegen met een snelle groet van “De-Jongen-die-net-wakker-was” en ging op zijn voeteneind zitten.
Toen kwam Fleur binnen en maakte een enorme ophef over het opdienen van het ontbijt, ze heeft hem zelf gekust op allebei de wangen (ik haat haar, ik haat haar, ik haat haar.) Harry was zo geschrokken dat hij mij en Hermelien van het bed af gooide toen hij probeerde de lakens over zich heen te trekken.(hij is heel leuk als hij bloost)
Een deel van mij wilde dolgraag de erkenning voor het maken van het ontbijt maar Harry was zo druk in gesprek met Ron en Hermelien dat hij mij waarschijnlijk toch niet gehoord had. Daarbij had ik niet veel aandacht voor wat er gezecht werd omdat ik het te druk had met kijken naar Harry die op zijn eigen manier genietende geluidjes maakte als teken dat hij van het eten genoot. (erkenning genoeg lijkt me zo)Hij is zo schattig als hij dat doet. Ik moest mezelf streng toespreken toen ik mekte wat er in mijn hoofd om ging. Ik dacht dat we deze fase gehad hadden. Je bent over Harry heen zei ik tegen mezelf je hebt Daan weet je nog???.
Zoals ik al zei lette ik niet echt op de inhoud van het gesprek tot ik iemand Sirius' naam hoorde noemen. Het viel zowel Ron als Hermelien niet op maar het was mij duidelijk door de manier waarop Harry zijn mond vol stopte met ei en brood en door de uitdrukking op zijn gezicht(en dan heb ik het nog niet eens over het gevoel ik mijn buik) dat hij hier niet over wilde hebben. Ik zou net een troostende hand op zijn schouder leggen toen mijn moeder me riep om te helpen in de keuken. Het is niet nodig om te zeggen dat het me daarna heel veel tijd koste om van Fleur af te komen.
Ik heb echt genoten van de twee-tegen-twee spelletjes Zwerkbal waar we de rest van onze vakantie mee doorbrachten. Het was het Wemel team tegen Hermelien en Harry. Ron en ik dachten dat we ze makkelijk konden hebben. We hadden zoveel samengespeeld dat we iedere beweging van elkaar kende, maar Harry maakte Hermeliens miserabele spel meer dan goed. Het was goed om te zien dat Hermelien niet overal goed in is.
Ik vond het geweldig om te kijken naar Harry als hij Zwerkbal speelt. Hij speelt op een niveau dat slechts een paar mensen kunnen bereiken in hun leven en zij zullen daar hart voor moeten trainen. Het ziet er uit alsof hij geboren is met een bezem in zijn hand, alsof hij en zijn bezem een zijn. |
|
|
  |
 |
dedaf
Dreuzel

Verdiend:
45 Sikkels
Woonplaats: hoorn
|
Geplaatst:
Di Apr 17, 2007 12:48 |
 |
He allmaal. Bedankt voor de reakties. Hier is het volgende hoofdstuk
Hoofdstuk 2
School spullen en de Fop Shop
Het was inmiddels 31 juni en we probeerde de verjaardag van Harry te vieren maar zoals het er momenteel voorstaat in de tovergemeenschap is er vaker slecht dan goed nieuws. Het goede nieuws van die dag was dat Harry tot aanvoerder van het afdelingsteam was benoemd. Het eerste dat ik me bedacht was dat ik een gooi zou doen naar een positie als Jager. Het tweede was om “De-jongen-met-zijn-glimmende-nieuwe-aanvoerderspeld” een uitgebreide felicitatie knuffel te geven.
Ma en Ron kwamen daar tussen met een ruzie over waneer er schoolspullen gehaald zouden worden op de Weg-is-weg. Ik vind het altijd wel leuk om daar heen te gaan maar ik wilde dit jaar wel erg graag heen omdat ik niet kon wachten om de winkel van mijn oudere broers te bezoeken.
Fred en George gingen vorig jaar vervroegd van school af om hun eigen Fop Shop te beginnen. Het heeft ze niet al te veel tijd gekost om naam te maken in dat gene waar ze goed in zijn. Mijn familie kan niet klagen, ze maken behoorlijke winst en het is altijd goed om mensen te zien lachen.
De zondag daarna werden we geëscorteerd naar de weg-is-weg door ambtenaren van het ministerie. Pa vertelde dat dat voornamelijk was voor Harry’s veiligheid. Harry leek al die extra aandacht maar niets te vinden. Ik was van plan om hem een beetje af te leiden door naast hem te gaan zitten in de auto maar natuurlijk belande hij naast mijn vader op de achterbank. Pa kennende vraagt hij Harry het hemt van zijn lijf over zijn leven als Dreusel. Ik ben er niet zeker van of Harry Pa ooit heeft kunnen uitleggen welk nut een rubberen eendje heeft. (wat dat dan ook mag zijn.)
Ik vind het eerlijk gezecht helmaal niet meer zo prettig om naar de boeken winkel op de Weg-is-weg te gaan. Gezien dit de plek is waar ik het dagboek van Vilijn voor het eerst is handen heb gekregen. Het heeft gewoon te veel herinneringen van Maarten Vilijn’s dagboek voor mij. Op een zeker moment raakte ik zelfs een beetje in paniek. Door aan Harry te denken en hoe hij me toen redde werd ik weer wat kalmer. Ik ben hem nog steeds dankbaar dat hij er voor me was toen ik hem nodig had.
Nadat we de boeken voor Ron en mij en mijn reddende engel hadden opgepikt gingen we op weg naar de fop winkel van mijn broers. Toen Harry Ron en Hermelien op kwam dagen zag ik in een flits de ongewone blik in Harry’s ogen. Gewoonlijk kijkt hij alleen zo als hij in aanvaring is geweest met Draco Malfidus. Het verbaast me nog steeds dat Harry zijn licht niet heeft uitgeslagen, aan de andere kan is het niets voor Harry om zich te verlagen tot zijn niveau. Nog een eigenschap die hem zo bijzonder maakt.
Door de sfeer in de winkel leekt hij echter een stuk vrolijker te worden. We hebben het gezellig en bekijken de verschillende producten in de winkel. Mijn broers winkel draait als een trein. Als klein zusje kon ik niet trotser op mijn grote broers zijn dan op dit moment net als ma, hoewel ze dat nooit hardop zal zeggen.
Ik was rustig aan het kijken naar liefdesdrankjes(niet dat ik ze wilde gebruiken hoor) toen mijn broers een kruisverhoor begonnen over mijn liefdesleven, waar Harry bijstond (verdorie). Ik wist heel goed dat Harry wist van mijn relatie met Daan Tomas. Toch is dit geen onderwerp waar ik het in zijn bijzijn over wil hebben. Daan is een leuke jongen, hoor, maar ik zou het nou geen serieuze relatie willen noemen. Het vreemde was dat Harry nog op mij nog op mijn broers lette. Sterker nog het ene moment ben ik druk bezig mijn broers uit te voeteren en het volgende moment zijn ze alle drie met de noorderzon verdwenen om een half uur later weer uit het niets te verschijnen alsof ze nooit weg zijn geweest.
In de week die volgde heb ik het voor elkaar gekregen op 15 seconde met “De-jongen-die-toekeek-hoe-ik-de-wasmand-naar-boven-doeg-en-me-niet-eens-even-hielp”en alles dat ik kon doen was hem waarschuwen dat ma en Fleur aan het bekvechten waren in de keuken. Hij lachte wel naar me, waardoor ik de mand bijna uit mijn handen liet vallen en mijn hart een slag over sloeg.
|
Laatst aangepast door dedaf op Za Apr 21, 2007 14:30; in totaal 1 keer bewerkt |
|
  |
 |
dedaf
Dreuzel

Verdiend:
45 Sikkels
Woonplaats: hoorn
|
Geplaatst:
Di Apr 17, 2007 18:54 |
 |
Hoofdstuk 3
Ingehouden woede
De dag dat ik aan mijn 5e jaar zou gaan beginnen breekt dan eindelijk aan. Bij het afscheid werd er veel geknuffeld en Fleur maakte van de gelegenheid gebruik om Harry weer te kussen. Ik maakte van de gelegenheid gebruik om Ron pootje te lichten zodat hij languit op de vloer lag toen hij naar Fleur toe liep om ook misschien een kusje te krijgen. (dan moet hij zich maar niet zo aanstellen hoor.)
Toen de trein op het punt stond om te vertrekken merkte ik dat Ron en Hermelien een andere kant op gingen dan Harry. Ik vergat steeds dat zij klassenoudste zijn en Harry niet. Hij liep in mijn richtingen en het koste me al mijn zelfbeheersing om niet tegen andere studenten te schreeuwen dat ze moesten stoppen met naar hem te staren en wijzen. Ik voelde dat dat hem dood ongelukkig maakte. Harry is het middelpunt van roddel en achterklap geweest sinds het moment dat hij voet op Zweinstein zetten. Ons avontuur op het Ministerie heeft daarbij niet veel goeds gedaan. Ik zou de wereld bewegen en de sterren voor hem plukken om die last even van zijn schouders te halen en hem te ontlasten.
Hij kwam naar me toe en vroeg of ik een plek met hem wilde zoeken in de trein. Ik had graag gewild, echt. Was het net dat ik al had afgesproken dat ik bij een paar vrienden en Daan zou komen zitten. We hadden van de zomer zoveel tijd met elkaar doorgebracht dat het moeilijk voor te stellen was dat we op school niet zoveel met elkaar optrokken.
Dus vertelde ik hem dat ik andere plannen had en dat ik met Daan had afgesproken. Hij begreep het………maar wat was dat, dat ik in zijn ogen zag????? Was het teleurstelling??? Was hij echt een beetje verdrietig dat we de reis gescheiden van elkaar zouden maken?
Eigenlijk zou ik blij moeten zijn bij die gedachten. Ik kon het echter niet helpen dat ik me een beetje rot voelde dat hij wellicht alleen deze reis zou maken omdat er van de zomer momenten waren dat ik Harry alleen voor haardvuur in onze woonkamer vond. Als ik uit bed glipte voor een beker warme melk. Hij zat daar uren en uren in zijn eentje en ik ging dan op de trap naar boven zitten om naar hem te kijken. Hij moet het heel moeilijk gehad hebben bij zijn oom en tante voor hij naar Zweinstein kwam. Ik kende zijn geschiedenis natuurlijk. Hij had vroeg zijn ouders verloren maar tot voor kort had ik niet gemerkt hoezeer dat verlies hem gevormd had en gemaakt tot wie hij nu is. Nu kwam daar ook nog eens het verlies bij van de enige persoon die hij in zijn hart had toegelaten als een soort vriend en vader figuur tegelijk.
Vorig jaar toen we de kerst in het huis van Sirius doorbracht heb ik vaak stiekem zitten luisteren vaan Remus Lupos en Sirius als ze oude verhalen bespraken over hun tijd op school en daarna. Ze bespraken de huwelijksdag van Lily en James Potter. Uit de manier waarover de twee mannen over hun wijlen vrienden spraken kon ik niet anders dan op maken dat de vriendschap tussen die drie mannen er een was voor het leven. Ik heb met Remus te doen. Hij verloor zijn beste vrienden, twaalf jaar later kreeg hij er een terug en nu is hij ook hem verloren. Ik denk dat hij zich heel eenzaam moet voelen.
Ik kreeg door die verhalen ook een beeld van Lily en James Potter. In mijn beleving hadden zij een relatie die maar een paar stellen gegund is, pure liefde. Wat zou Harry’s leven er anders uit gezien hebben als deze mensen niet vervroegd van de wereld gerukt waren. Hij zou in een liefdevol gezin zijn opgegroeid en veel verdriet zou hem bespaard gebleven zijn. Ik ging mijn moeder steeds beter begrijpen.
Maar goed genoeg sentimenteel gedaan, een uur later was ik een feestje aan het bouwen in de trein maar een deel van mijn gedachte was bij was ik bij “De-jong-die-al-te-vaak-alleen-gelaten-was” |
Laatst aangepast door dedaf op Za Apr 21, 2007 14:30; in totaal 1 keer bewerkt |
|
  |
 |
dedaf
Dreuzel

Verdiend:
45 Sikkels
Woonplaats: hoorn
|
Geplaatst:
Wo Apr 18, 2007 15:29 |
 |
Hier de rest van hoofdstuk 3
Een paar uur voor we op Zweinstein aan zouden komen werd ik gedwongen om een Huffelpuff te beheksen die had besloten me te ondervragen over wat er op het ministerie was gebeurd. Laat ik zeggen dat mijn vledderveer-bezwering beter was dan ooit.
Zo kwam het dat ik terecht kwam in de coupé van professor Slakhoorn. Hij had een aantal studenten uitgenodigd inclusief “De Uitverkorene”. Hij maakte zijn entree met Marcel Lubbermans in zijn kielzog. Terwijl Slakhoorn een heel spektakel maakte van het introduceren van Harry kon ik het niet laten een gezicht te trekken en ik merkte dat Harry zijn best deed om zijn gezicht in de plooi te houden en Slakhoorn niet in zijn gezicht uit te lachen. Het was goed te zien dat ik hem aan het lachen kan maken.
Ik blijf het raar vinden want toen we terug liepen door de trein om ons om te kleden waren Harry en Marcel ineens verdwenen. Ik draaide me om en ineens waren ze WEER met de noorderzon verdwenen. Ik zou ze zijn gaan zoeken maar we waren bijna op school en ik moest me echt gaan verkleden.
Een tijdje later zat de hele school in de Grote Zaal te luisteren naar de sorteerceremonie van de eerste jaars studenten en daarna begon het feest. Ik was halverwege een lekkere kom soep toen ik merkte dat er een lid van het Trio miste.
Ron en Hermelien zagen er net zo ongerust uit als ik me voelde. Harry leek op de een of anderen manier altijd in gevaar te zijn. Wel honderd gedachten gingen door mijn hoofd maar het lukte me om kalm te blijven door mezelf in te prenten dat Zweinstein veilig was en er hier niets met hem kan gebeuren. Net op het moment dat ik dacht dat hij niet zou komen opdagen en zich te goed voelde om bij dit feestje aanwezig te zijn, kwam hij de Grote Zaal binnen gelopen. Harry had zijn gewaad niet aan, hij droeg nog dezelfde kleren die hij tijdens de reis hierheen aan had maar hij was bedekt met bloed. Ik had meteen spijt van iedere negatieve gedachte die ik ooit over hem had gehad.
Mijn eerste gedacht was om naar hem toe te rennen en zelf te zien of alles in orde was met hem maar Daan keek ook naar hem. Ik wilde niet dat Daan jaloers op Harry zou worden.
Uit de blik op zijn gezicht kon ik afleiden dat hij toch al genoeg aan zijn hoofd had op hel moment. Hij leek boos, heel boos. Zo boos dat ik zijn woede van hem straalde. Ik probeerde te horen of hij misschien aan Ron en Hermelien zou zeggen wat er met hem gebeurd was, maar hij zei niets, zelfs niet tegen hen. Je hoefde echter geen getalenteerde Ziener te zijn om uit te vogelen wat er was gebeurd. Hij moet gedacht hebben dat niemand behalve Harry hem gezien had maar ik zag dat Draco Malfidus naspeelde hoe hij Harry’s neus brak.
Het koste me alles dat ik in me had om die achterbakse klier niet over de tafel heen te sleuren en zijn ogen uit zijn hoofd te rukken. Hij had Harry’s neus gebroken. Ik weet wel dat die snel genezen is door een zwaai van een toverstok maar de herinnering aan de pijn en vernedering gaat niet zomaar weg. Terwijl we op weg waren naar de toren herinnerde ik mij de eerste keer dat ik Draco had ontmoet. Ik heb hem toen gewaarschuwd om Harry met rust te laten. Het was de eerste volledige zin die ik in Harry’s bijzijn uit mijn mond had gekregen zonder te stotteren. Ik weet zeker dat Malfidus toen niet luisterde maar ik meende wat ik toen zei. Ik had het bedoeld als permanente waarschuwing. Op dat moment zag ik dat Daan me ongerust aankeek.
Ik zei dat er niets aan de hand was maar inwendig kookte ik van woede. |
|
|
  |
 |
dedaf
Dreuzel

Verdiend:
45 Sikkels
Woonplaats: hoorn
|
Geplaatst:
Vr Apr 20, 2007 20:35 |
 |
Hoofdstuk 4
Selectietrainingen.
Er gingen een paar dagen voorbij voor ik Harry weer zag. Hij liep door de gang met Ron en Hermelien (tot mijn grote verrassing) en ik hoorde dat ze een discussie hadden over een boeg waarui Harry adviezen op zou volgen.
De koude rillingen rende over mijn rug toen ik er naar vroeg. Harry vertelde me dat er niets aan de hand was met het boek en vermelde er ook maar even bij dat het in niets laak op het dagboek Maarten Vilijn lijkt. Ik stond perplex dat hij een degelijk onderwerp zomaar zonder slag of stoot ter spraken bracht. Hij moet echter aangevoeld hebben dat dit nog steeds een gevoelig onderwerp voor mij is want hij stond Hermelien toe om een paar testen op het boek los te laten. Harry had gelijk gehad, er was niet bijzonders aan het boek(niets magisch in ieder geval). Toch was ik er op de een of andere manier niet helemaal gerust op.
Na dit gesprek kreeg ik het verschrikkelijk druk. Ik studeerde hard voor mijn S.L.I.J.M.B.A.L.len en had geluk als ik mijn neus voor vijf minuten uit mijn boeken kon halen. Daan probeerde me te helpen, bijna tot op het punt waarop hij te behulpzaam werd. Begrijp me goed, ik genoot echt van de tijd die we samen doorbrachten maar soms heeft een meisje een beetje ruimte nodig.
Die ruimte dacht ik te kunnen krijgen bij de selectietrainingen maar Daan had bedacht om ook een gooi te doen naar plaats in het team. Hij wilde Jager worden net als ik. Nee, ik wilde niet voor de plaats als Zoeker gaan, dat was vorig jaar. Harry is de beste Zoeker van de school. Ik wilde dit jaar beginnen in het Zwerkbalteam als Jager. Het had geen zin om te gaan voor een plaats waarvan ik wist dat ik slechts reserve zal zijn.
Om kans op een plek in het team te maken heb ik van de zomer mijzelf heel wat vaardigheden aangeleerd om de beste Jager van Zweinstein te worden. Ik stond vroeg op om in mijn eentje te oefenen op het veld bij het Nest. In die paar maanden heb ik me verschillende worpen aangeleerd. Ik beschik nu over een ruime variëteit aan worpen. Bovenhands, onderhands, zijwaarts en zelfs een worp die ik de draaiworp noem. Ik leerde om mijn bezem de baas te worden en er uit te halen wat er in zit. Ik had mezelf ten doel gesteld om niet gewoon goed te worden. Om te starten aan dit Zwerkbalseizoen wilde ik een geweldige Jager zijn. Aan het eind van de zomer kreeg ik het voor elkaar om een bal gericht te werpen met beide handen op topsnelheid zonder een moment de controle over mijn bezem te verliezen. Toen het schooljaar begon deed ik iedere ochtend honderd push-ups om mijn armspieren te vormen en er kracht in te ontwikkelen. Een van de anderen dingen die ik tijdens mijn trainingen ontwikkelde was de liefde voor Zwerkbal. Harry heeft daar een grote bijdrage aan geleverd, zoals ik al eerder zei: “Ik vind het heerlijk om hem te zien spelen. ”
De selectietraining begonnen op zijn zachts gezecht hilarisch. Het zag er naar uit dat de hele school was uitgelopen om naar de selectietrainingen te komen. Harry’s gezicht heeft alle kleuren van de regenboog gehad in zijn poging om een team samen te stellen. Ik heb het niet alleen klaargespeeld om Jager te worden maar ik heb ook nog eens Daan verslagen en dat vind ik een hele prestatie van mezelf. Daan was woedend, niet alleen omdat hij niet in het team zat maar ook nog eens verloren had van drie meiden.
De grootste strijd werd geleverd door Ron. Hij weet het niet maar hij is een fantactische Wachter. Niet dat ik het hem ooit zou zeggen, ik wil niet dat mijn broer naast zijn schoenen gaat lopen. Tijdens de zomer heb ik hem gecomplimenteerd door een paar van mijn beste worpen op hem los te laten. In eerste instantie kon hij ze niet stoppen maar namaten de zomer vorderde werd het voor mij steeds lastiger om langs hem te komen. Zelfs tot op het punt dat hij me begon te frustreren.
Ron’s enige probleem is hijzelf. Zijn gebrek aan zelfvertrouwen is altijd een probleem geweest. Op de selectietrainingen was er niets anders dat ik voor hem kon doen dan het voor zijn concurrenten zo moeilijk mogelijk te maken.
Zijn grootste concurrent kwam in de vorm van Marcus Stoker, hij was groot in de letterlijke zin van het woord en zag er dan ook uit alsof hij alle drie de ringen kon verdedigen zonder een spier te bewegen.
Harry was nog bezig een flinke buil op zijn hoofd te verzorgen die iemand hem eerder had bezorgt toen de test op Stoker begon. In het kort kwam het er op neer dat Ron vijf ballen tegen hield en Stoker vier. Ron had de Wachterspositie veroverd.
Na de training hoorde ik Stoker met Harry ruziën. Hij wilde nog een kans omdat hij dacht dat ik niet alles op alles had gezet bij dat laatste schot. Hij zei dat mijn laatste schot zwakjes was en dat ik me inhield omdat ik Ron’s zusje ben. Het was maar goed dat mijn collega Jagers me tegen hielden anders had ik een Slurk naar het lelijke hoofd van Stoker gegooid. Kijken of hij dan nog vindt dat ik zwakke worp heb. Harry maakte een eind aan de discussie door Stoker te zeggen dat die worp juist heel goed geplaatst was en dat hij moest maken dat hij weg kwam.
Normaal gesproken vind ik de ogen van Harry fascinerend maar in de blik die hij Stoker gaf was geen sprankje te vinden van de geruststellende, warmte die ik zo goed ken. In die blik was geen diepe kleur groen te zien maar een ijs koude kristalachtige kleur die bijna naar blauw neigde. Ik kon er niets aan doen maar die blik maakte me bang, het was alsof mijn hart een moment stil stond. Ik keek in stilte toe hoe Stoker zich terug trok en wegliep met zijn staart tussen zijn benen.
Een ding weet ik zeker, ik zal er alles aan doen om te voorkomen dat Harry ooit op die manier naar mijn zal kijken.
hier is het volgende stukje. |
Laatst aangepast door dedaf op Za Apr 21, 2007 14:32; in totaal 2 keer bewerkt |
|
  |
 |
dedaf
Dreuzel

Verdiend:
45 Sikkels
Woonplaats: hoorn
|
Geplaatst:
Za Apr 21, 2007 10:54 |
 |
Hoofdstuk 5
Verhitte gevoelens op het veld.
Een paar dagen later werd er op het prikbord in de leerling-kamer vermeld dat er een uitstapje naar Zweinsveld in het verschiet stond. Stilletjes hoopte ik dat Harry me mee zou vragen maar hellaas was het Daan die hem voor was. Ach ja, toen was hij nog mijn vriendje. Alsof Harry me ooit mee zou vragen. Ik begon me steeds meer aan Daan te ergeren en het besef dat ik op de een of anderen manier van hem af moest werd steeds sterker.
Ik was die ochtend onderweg naast de Grote Zaal voor het ontbijt toen ik de stem van Professor Perkamentus achter mij hoorde. Op de een of andere manier voel ik me weer elf jaar oud als de man me aankijkt. Alsof hij je doorlicht en ziet wat je denkt. Hij vroeg me of ik een briefje aan Harry wilde bezorgen. “Natuurlijk meneer” was mijn antwoord. Inwendig echter hoopte ik dat ik een nuttige zin uit mijn keel kon krijgen als hij me aan zou kijken met die ogen van hem.
Ron zei vaak over Professor Perkamentus dat hij niet goed bij zijn hoofd is en ik heb dat altijd bestreden maar nu zei hij iets tegen me waar ik toen der tijd niets van begreep. Hij pakte me bij de schouders, keek me indringend aan en zei:” Ginny, de harten van zielsverwanten hebben tijd nodig om zich te versmelten en naar elkaar toe kunnen groeien. Dat weet je toch?” Later begreep ik wat hij bedoelde maar op dat moment legde ik het naast me neer en ging op zoek naar Harry.
Harry, Ron en Hermelien zaten in de Grote Zaal aan het ontbijt. Harry lachte naar me toen ik hem het briefje over de een of andere privé les van Perkamentus gaf. Weet je wat hij toen deed? Alsof hij mijn gedachten van daarnet las vroeg hij me of ik met hem, Ron en Hermelien mee ging naar Zweinsveld. Ik stamelde dat ik met Daan zou gaan en dat ik hem misschien daar wel zou treffen.
Het werd een heel vervelende dag. Het sneeuwde en waaide hard en als ik ergens een hekel aan heb is het wel aan kou. Daan heeft het zwaar te verduren gehad met me die dag en achteraf gezien heb ik wel een beetje medelijden met hem.
Nu we het toch over rot dagen hebben Katja werd vervloekt door het een of anderen behekst voorwerp waardoor ze zwaar gewond in het ziekenhuis terecht kwam. Het gevolg daarvan was dat we een Jager te kort hadden. Ik merkte aan Harry dat hij hoopte dat Katja op tijd terug zou zijn voor de wedstrijd tegen Zwadderich maar die hoop was tevergeefs. Ik wist dat hij zat te twijfelen tussen twee spelers die het talent voor Zwerkbal hebben die we nodig hadden namelijk: Daan en Simon. Ik maakte me een beetje zorgen om mijn relatie met Daan als hij in het team zou meespelen omdat ik weet dat het er tussen teamgenoten hard aan toe kan gaan op het veld. Omdat Daan tijdens de selectietrainingen beter was dan Simon koos Harry Daan.
Die middag hielden we een training, die verassend goed ging met Daan als nieuwe Jager. De enige zwakke schakel was Ron, hij kon die dag geen enkele bal tegen houden en raakte in een verschrikkelijk humeur. Het was zo erg dat hij het voor elkaar kreeg om een Slurk in Demela’s gezicht te gooien. Die haar bebloede gezicht door Harry moest laten oplappen. Ik weet dat het een ongeluk was maar ik was desondanks witheet. Ik stond Ron net uit te schelden en ik heb nu geen idee meer wat ik allemaal tegen hem heb gezecht toen Harry probeerde me te kalmeren terwijl hij Demelsa’s lip stond te genezen. Hij ging echter te ver toen hij zei dat hij de leider van het team is en dat ik moest stoppen met tegen Ron te schelden. Als ik eerder boos was dan was ik nu buiten mijzelf van woede. Ik ben zijn zusje als iemand het recht heeft om tegen Ron te schelden dan ben ik het wel. Weet je wat hij deed? Hij grijnsde naar me, alsof hij naar me wilde lachen maar dat toch maar niet deed. Het maakte me mogelijk nog kwader dan ik al was maar nu weet ik dat de reden was dat ik niet boos kon blijven op. (hoe durfde hij naar me te grijzen en mijn hart te laten smelten)
Na de training ging ik me snel verkleden en was op weg naar de Griffoendor toren toen Daan me inhaalde. Hij was nogal van slag door de, wat ik nu de slechtste training ooit noem. Hij nam me mee naar een lege gang en trok me in een innige omhelzing. Om heel eerlijk te zijn was die knuffel op dat moment net wat ik nodig had, het voelde goed om vast gehouden te worden. Daan kuste me en ik voelde mezelf kalmeren. Ik vind het nog steeds verbijsterend dat, op het moment dat ik hoopte dat Harry me nu kon zien hij ook daadwerkelijk de gang waar we in stonden te zoenen binnen stapte. Gevolgd door, natuurlijk RON!!!!!
Wat een reakties, ik word er bijna verlegen van. hier is het eerste deel van het volgende hoofdstuk. |
|
|
  |
 |
dedaf
Dreuzel

Verdiend:
45 Sikkels
Woonplaats: hoorn
|
Geplaatst:
Zo Apr 22, 2007 10:26 |
 |
Weet je nog dat ik jullie vertelde over de ijs koude kristalachtige blik in Harry’s ogen. Nou, daar was het weer……….. maar nu gericht op Daan en opnieuw stond mijn hart een paar seconde stil. Dit was niet de reactie waar ik op hoopte. Wat het wel was wist ik niet. Was het bezorgdheid, jaloersie, wat ik nu in Harry’s ogen zag????? Mij keek hij echter niet aan. Als hij dat wel had gedaan had hij geweten wat ik toen niet kon uitspreken. Ik wilde tegen hem schreeuwen dat ik net zo schuldig was als Daan. Ik kuste hem terug, hoor Harry, maar ik kreeg weer eens geen zinnig woord over mijn lippen.
Mijn angst om gepakt te worden door Vilder maakte snel plaats voor pure woede toen Ron besloot om de “Grote Broer” uit te hangen. Daan maakte zich op dat punt snel uit de voeten. Terwijl Ron en ik begonnen aan een helse ruzie zag ik dat Harry zo stil stond als een standbeeld, hij verrekte gaan spier. Het enige dat hij deed was staren naar de plek waar net Daan nog gestaan had. Net voor Ron op het punt stond om te ver te gaan en de kans had om een volgende opmerking te plaatsen ging Harry snel tussen ons in staan. Hij verdedigde Ron door te zeggen dat hij het niet zo bedoelde maar ook nu keek hij me niet recht in de ogen.
Ik begon tegen hen allebei te schreeuwen ik maakte net een opmerking over Ron’s gebrek aan ervaring op het gebied van zoenen en dat de lekkerste zoen die hij ooit van iemand had gehad die van een van onze tantes was. Toen Ron zijn staf op mij richtte. Hoe durfde hij, waar haalde hij het idiote lef vandaan om zijn staf op mij te richten? Ik ben zijn kleine zusje.
Ik had niet eens tijd om met mijn ogen te knipperen voor Harry voor mij stond zodat Ron me niet kon vervloeken. Hoe deed hij dat toch zo snel? Waarom zou hij tussen ons gaan staan als ik ook tegen hem schreeuwde? Waarom keek hij me niet aan en waarom voel ik me zo schuldig voor het kussen met mijn vriendje? Als hij me had aangekeken had hij de spijt dat ik tegen hem had geschreeuwd in mijn ogen gezien.
Boven alles was ik boos en begon tegen Harry aan te duwen om bij Ron te kunnen komen en hem een klap in zijn gezicht te geven. Dat was ook gelukt maar er was geen mogelijkheid dat ik bij hem in de buurt zou komen omdat Harry daar als een onbeweegbare pilaar stond. Ik dacht dat ik wel wat kracht in mijn armen had maar ik kwam niet langs hem.
Een oranje flits kwam uit Rons staf en hoewel ik nu durf te bezweren dat die Harry raakte verrekte hij geen spier. Hij wilde me niet aan kijken maar toch had hij kennelijk het gevoel dat hij me moest beschermen. Waarom was dat? Harry draaide zich nu om naar Ron en parkeerde hem tegen de muur. Uit frustratie en woede zei ik op dat punt iets waar ik tot op de dag van vandaag spijt van heb. Ik noemde op dat Harry met Cho Chang had gezoend.
Nu draaide Harry zich om, om me in de ogen te kijken maar wat ik zag brak mijn hart. Het was niet de ijs koude kristalachtige blik van woede die in zijn ogen stond maar de waterige kleur groen van verdriet en teleurstelling. Ik had een gevoelige snaar geraakt die ik nooit wilde aanraken bij de enige persoon die me altijd heeft beschermt. Ik weet niet meer wat ik zei voor ik weg rende en hij de tranen in mijn ogen zou zien.
Ik rende de leerling-kamer binnen, en meteen naar mijn slaapvertrek waar gelukkig niemand was. Ik was daar blij om. Ik wilde alleen zijn om te huilen, ik wilde niet getroost worden. Ik had geen recht om getroost te worden. ‘Harry, het spijt me zo dat ik Cho genoemd heb. Het was niet jouw schuld dat het niets is geworden tussen jullie. Zij zal jou nooit kunnen zien zonder aan Carlo Kannewasser te denken. Het was niet jou schuld dat hij werd vermoord door Voldemort. Als zij je zou zien zoals ik dat doe zou ze je nooit verlaten hebben.‘
Terwijl ik daar zat met mijn armen om mijn knieën geslagen, stroomde de tranen over mijn wangen en ik kon ze niet stoppen. Ik neem terug wat ik eerder gezecht heb.
Ik zou honderd keer liever de ijs koude kristalachtige blik van woede in Harry’s ogen zien dan ooit nog een keer de teleurstelling en verdriet die ik zonet gezien heb.
he, ik het gister de epiloog geschreven (klopt zichzelf op de schouder) het verhaal is dus klaar ik zal vanaf nu iedere dag een stukje posten veer plezier metd dit deel alvast. |
|
|
  |
 |
dedaf
Dreuzel

Verdiend:
45 Sikkels
Woonplaats: hoorn
|
Geplaatst:
Zo Apr 22, 2007 19:02 |
 |
Hoofdstuk 6
Eervolle littekens
De dagen daarna ontweek ik zowel Ron als Harry. Ik wist dat als ik Harry toen tegen het lijf was gelopen ik weer in tranen uit zo barsten, ik kon het gewoon even niet aan. Het was echter zo dat er een training gepland stond voor de wedstrijd tegen Zwadderich en ik hen niet meer kon ontwijken.
Ik deed wat ik normaal doe als ik me rot voel, ik reageerde me af op het veld. Ron’s houding was nog steeds niet veranderd en hij was nog erg van slag. Het had echter niet uitgemaakt of hij in een goed humeur was of niet, of er drie Ron’s voor de doelpalen vlogen of niet. Ik was vandaag niet te stoppen. Ik maakte doelpunten vanuit allerlei hoeken en houdingen. Het was of de doelringen zo groot waren als de zee en de Slurk de maat had van een zandkorrel had aangenomen.
Ron’s humeur werd daar niet beter van. Sterker nog hij schreeuwde zoveel en hard dat hij Demelsa aan het huilen maakte. Harry leek mijn, weer opwakkerende, woede aan te voelen want hij sloot de training vroeger af dan normaal. Ik was blij dat ik weg kon en was dan ook snel vertrokken.
De ochtend van de wedstrijd tegen Zwaddeich brak aan en op dat punt was er nog geen enkel contact tussen mijzelf Ron en “De-jongen-die-mij-niet-in-de-ogen-wilde-kijken”. In de wandelgangen hoorde ik dat de tegenpartij twee reservespelers moest inzetten. Twee van de basisspelers zouden ziek zijn. De eerste was Draco Malfidus. Ik vond het inwendig jammer dat hij er niet bij zou zijn want stilletjes had ik gehoopt om een wraak op hem te nemen door zijn neus, of een ander deel van zijn lichaam, te breken. Ik weet het, een Griffoendor doet dat soort dingen niet maar ik kon het beeld van de eerste schooldag niet van me afzetten.
Toen ik op mijn bezem stapte vervlogen al mijn emoties maar die maakte al snel plaats voor irritatie. Die irritaties kwamen in de vorm van Zacherias Smith. Hij vond het nodig om grove en beledigende opmerkingen te maken over Ron’s prestaties. Wie denkt dat hij is om mijn broer belachelijk te maken?
Voor ik het wist was Zwadderich onderweg om zijn eerste doelpunt te maken. Er was niemand meer tussen Ron en de Jager die een briljant schot op hem loste en …….Ron ving hem. Het was of hij wist waar de bal heen ging voor hij de hand van de Jager had verlaten. Ik vloog langs hem en glimlachte naar hem. Het Wemel team was weer hersteld.
De doelpalen namen weer de grote van de zee aan terwijl ik maar bleef scoren. Ik bleef bij mezelf denken:’De persoon die de score bijhoud kan maar beter zijn hand bij de knop houden. Hij gaat die knop nog vaak indrukken vandaag.’
Mijn broer was in topvorm want hij liet geen Slurk langs hem gaan. Ook de opmerkingen van Smith leken hem niets te doen. Het enige waar Smith in slaagde was mij mateloos te irriteren. Plotseling hoorde in het publiek zijn adem inhouden. De zoeker van Zwadderich maakte een duik naar de Snaai. Ik zocht in de lucht naar Harry, hij was hopeloos uit positie. Het publiek wist wat ik ook wist. De score was honderd tegen nul voor Griffoendor, als Harper (de zoeker van Zwaddrich) de Snaai nu zou pakken hadden we de wedstrijd verloren.
Ik wist echter iets dat het publiek niet wist. Terwijl de meeste spelers wel eens een slechte dag hadden gebeurd Harry dat nooit. Er was verdorie een heel leger Dementors voor nodig om hem zijn eerste wedstrijd te doen verliezen. Bovendien werd hij toen bewusteloos van het veld gedragen. Ik wist ook dat Harry geboren is om deze sport te beoefenen.
Van waar ik stond was het net of Harper de Snaai in zijn hand hield maar toen…..was dat ineens niet zo. Nu ik er op terug kijk maakte hij een standaard Zoekers-fout. Hij keek weg van de Snaai om te kunnen zien waar Harry was en voor hij het wist had Harry de Snaai voor zijn neus weggekaapt. Griffoendor won met 250 tegen 0, we hadden ze met de grond gelijk gemaakt.
Het publiek werd helmaal gek. Harry zweefde boven het veld met de Snaai boven zijn hoofd. Voor mij was het mooiste aan die aanblik de lach die er op zijn gezicht stond. De rest van het team vloog al rond hem en omhelsde hem aan alle kanten. Ik wilde het feestje graag bijwonen maar ik had nog iets te doen.
Ik hoorde Harry iets naar me roepen maar ik ging te snel om ook maar iets te horen. Ik was van plan om Smith op zijn nummer te zetten en dat deed ik door mijzelf en mijn bezem in het commentatorpodium te boren zodat hij de komende maand nog bezig zou zijn om de splinters uit zijn lijf te peuteren. Ook ik zou dat de komende maand doen. Net als dat ik de resultaten van deze actie de komende maanden nog zou voelden. Ik had over mijn hele lichaam blauwe plekken maar ik weigerde botweg om me te laten behandelen met drankjes of spreuken. Ik droeg mijn blauwe plekken als eervolle herinneringen. Voor mijn “Grote Broer” Ron en voor Harry die ik zo teleurgesteld had.
Het was me de verwondingen meer dan waard want toen ik probeerde op te krabbelen uit de ravage die ik zelf had aangericht stond Harry al naast me. Hij hielp me op mijn voeten en gaf me de warmste omhelzing die ik ooit van wie dan ook had gehad. Alle pijn leek te verdwijnen. Die knuffel voelde zo fijn en ik wilde niet dat hij ooit zou stoppen. Het was alsof Harry een leeg deel in mij opvulde door zijn nabijheid. Net op het moment dat ik hem steviger tegen me aan wilde trekken verbrak hij de omhelzing.
Weer keek hij me niet aan maar in mijn hart wist ik dat hij niet meer teleurgesteld in mij was. Toen ik naar hem keek zag ik dat hij bloosde. En dat allemaal door mij.
omdat ik niet tegen smeekbedes kan is hier dan het 6e hoofdstuk. |
|
|
  |
 |
dedaf
Dreuzel

Verdiend:
45 Sikkels
Woonplaats: hoorn
|
Geplaatst:
Ma Apr 23, 2007 19:16 |
 |
een klein stukje vandaag.
Hoofdstuk 7 Kerst vakantie
Tijdens het overwinningsfeestje ontstond er een probleem in het Trio. Volgens mij had het iets te maken met het feit dat Ron, Belinda stond af te lebberen waar iedereen bij was, inclusief Hermelien. Hermelien geeft heel veel om Ron maar hij is te koppig om dat in te zien. Het ziet er naar uit dat het mannelijke deel van het Zweinstein Trio daar vaker last van heeft. Kort daarna nodigde Professor Sakhoorn een aantal van zijn lievelingetjes uit voor een vervroegd kersfeestje. Het was de bedoeling dat we introducés mee zouden nemen en ik hoopte stilletjes dat Harry mij mee zou vragen. Na een tijdje kwam ik er achter dat hij Loena Leeflang mee zou nemen maar hij had met zijn botte kop meteen maar even vermeld dat ze alleen als vrienden zouden gaan. Ik probeerde mijzelf een houding aan te meten door te vertellen hoe fijn ik het vond dat Harry zoiets voor een ander deed maar stilletjes was ik stik jaloers…….. en verwart. Ik was immers nog met Daan en het werd er allemaal niet gemakkelijker op.
De kerstvakantie was geweldig. Ma stond me toe om me uit te leven met de kerstversiering. Ik moet eerlijk bekennen dat ik me een beetje heb uitgesloofd maar we kregen dit jaar veel gasten met de kers. Een van die gasten (nou ja, gasten hij hoort er gewoon bij) was Harry en ik was blij dat hij niet alleen hoefde te zijn met de kerst. Niemand hoort alleen te zijn met de kers en zeker niet als je een lid bent van de Wemel Clan. Hermelien was bij haar familie, zij en Ron hadden nog steeds ruzie. Op Rons lijf waren nog de aandenkens van haar vogelvervloeking te zien. Help me er aan te herinneren dat ik haar te vriend houd, die meid is niet voor de poes. Al met al miste ik haar behoorlijk. Hermelien is voor mij als de zus die ik nooit gehad heb en ik geef heel veel om haar. We kunnen altijd erg goed praten en bij haar kan ik de dingen kwijt die ik niet aan ma durf of kan te vertellen.
Eerste kerstdag was erg interessant. Harry kwam beneden met een made in zijn haar. Ieder ander had ik voor gek gezet maar mijn nieuwsgierigheid over hoe die made in zijn haar kwam weerhield daarvan. Ik nam hem apart en haalde het beest uit zijn warrige bos zwarte haar. Terwijl ik dat deed zag ik in zijn ogen dat hij me bedankte voor mijn hulp. Harry is een beetje eigenaardig op dat vlak. Wat wil je ook als je uit een gezin komt waar ze je liever een schop na geven dan je een handje te helpen. Met mijn ogen probeerde ik hem te kalmeren. Ik probeerde hem te zeggen dat het goed was, dat hij nu bij zijn echte familie was en dat wij elkaar helpen als een van ons dat nodig heeft. Ik kon wel eeuwig zo blijven staan met mijn handen in zijn haar, en onze ogen aan elkaar verbonden was het niet dat er op de deur geklopt werd. |
|
|
  |
 |
dedaf
Dreuzel

Verdiend:
45 Sikkels
Woonplaats: hoorn
|
Geplaatst:
Wo Apr 25, 2007 6:32 |
 |
Het was mijn broer Percy die aan de deur van de keuken klopte. Hij en de minister van Toverkunst stonden op de deurmat. Niemand van ons had hem gezien sinds hij vorig jaar vertrok. Hij en pa hadden en fikse ruzie gehad. In mijn hart koester de ik een zekere rancune jegens hem maar het blijft je broer en ergens was ik blij om te zien dat hij het goed maakte.
De minister wilde een rondje wandelen in de tuin en koos ‘toevallig’ Harry om hem te vergezellen. Toevallig mijn hoela als je het mijn vraagt. Remus Lupos stond al half op maar Harry verzekerde hem dat het goed was en liep met de minister de deur uit. Ik keek Lupos aan en na een korte knik gingen we voor het keukenraam staan om te zien wat er buiten gebeurde. Harry en de minister stonden te praten maar om de een of andere reden keek Harry hem niet aan. Toen hij binnen kwam merkte ik dat hij dat hij ergens door geïrriteerd door was. Hij wreef in zijn handen. Nou ja, het was koud buiten……..maar…….wacht eens even. Hij wreef niet in allebei zijn handen. Hij wreef alleen over zijn rechter hand en alleen de bovenkant van die hand. Het was dat moment waarop ik besefte waarom mijn hart en ziel doordrongen werden van een afschuwelijke pijn. Die voelde alsof ik terplekke uit elkaar gescheurd werd. De hand waarover hij wreef was de hand die Omber vorig jaar behekst had. Ron had me verteld dat hij had keer op keer in zijn eigen hand de woorden ”Ik mag niet liegen.” moeten krassen tot de wonden niet meer genazen. Als je goed kijkt zag je nog steeds de woorden in zijn vlees staan.
Ik voelde de tranen achter mijn ogen branden. Ik wilde naar hem toe gaan om hem te troosten, om hem te steunen maar ik wist als ik dat deed dat ik niet meer zou kunnen stoppen met huilen en hem voor altijd in mijn hart zou sluiten. Het besef dat er toen over me heen kwam spoelen als was het een enorme vloed golf raakte me tot diep in mijn zijn. Het was alsof ik weer tien jaar oud was maar wat ik nu voelde was absoluut geen meisjes verliefdheid. Ik voelde niet alleen zijn lichamelijke pijn, ik deelde nu ook zijn emotionele pijn. Hij had me niet eens in vertrouwen genomen maar het was er.
Ik viel opnieuw als een blok voor Harry James Potter. Wat moest ik met Daan? |
|
|
  |
 |
dedaf
Dreuzel

Verdiend:
45 Sikkels
Woonplaats: hoorn
|
Geplaatst:
Do Apr 26, 2007 22:23 |
 |
hier is het volgende hoofdstuk volgende hoofdstuk
Hoofdstuk 8 Ron’s verjaardag
De kersvakantie begon op zijn eind te lopen en mijn hoofd tolde van de onzekerheden. Ik werd gek van mezelf. ‘Wilde ik met Daan verder of met Harry. Heeft Harry überhaupt gevoelens voor mij? En wat als hij helemaal geen gevoelens voor mij heeft??’
Ik moest met een vrouw praten maar Hermelien was er niet en ma kon na Percy’s bezoek alleen nog maar huilen. De dag dat we terug gingen naar Zweinstein brak dus aan en we gingen er heen door het haardvuur. Daarna gingen we regelrecht naar de toren. Ik was blij toen ik Hermelien weer zag maar zo snel ze tegen ons sprak begon ze Ron weer te negeren. Het hielp ook niet mee dat Belinda aan kwam lopen. Ik wilde heel graag met haar over Harry praten maar zo te zien had zij het al moeilijk met Ron.
Ik excuseerde me van de rest en zei dat Daan maar eens moest opzoeken. Hoewel ik daar helemaal geen zin in had dacht ik dat ik overtuigend was geweest. Ik had te veel aan mijn hoofd. Harry moet iets in mijn stem gehoord hebben want hij keek om voor ik door het portretgat kroop. ‘Ja, Harry ik ben voor je gevallen. Kun je hetzelfde voor mij doen, misschien????’
De drie maanden die daarop volgde gingen als een waas aan mij voorbij. Ik had het weer heel druk met mijn schoolwerk en zag Harry alleen af en toe in de leerling-kamer of tijdens de maaltijden in de Grote Zaal. Altijd als ik hem zag leek hij het behoorlijk druk te hebben met van alles en nog wat waardoor ik niet meer dan een paar minuten per keer met hem alleen kon doorbrengen. Daar kwam ook nog eens bij dat het weer te slecht was om Zwerkbal te spelen. Ik werd gek van mezelf met niets om handen voor een beetje afleiding. Ik deed zoveel pus-ups dat mijn armen zeer deden en ik had nog steeds niet met Daan om de tafel gezeten. Ik weet het dat laf was maar ik kon mezelf niet toestaan om gekwetst te worden. Ik was als de dood dat ik het mis had over Harry’s gevoelens voor mij.
Het was tijdens de eerste week van maart dat ik de kans voor de voeten geworpen kreeg om een enorme hoeveelheid tijd met hem door te brengen. Gezien de situatie had ik ook nog wel even kunnen wachten.
Het was op de verjaardag van Ron dat het gebeurde. Ik ben altijd in een geweldig humeur als mijn grote broer jarig is omdat hij zoveel voor mij betekend. Ik had zijn cadeautje al eerder gekocht en dat was maar goed ook want het uitje naar Zweinsveld was afgezegd. Eerlijk gezecht was ik daar ook wel blij om omdat ik niet denk dat ik op dat moment nog een dag in het cafeetje van Madam Kruimelaar met Daan had kunnen verdragen. Ik was net bezig met het inpakken van Ron’s cadeautje toen Hermelien binnen kwam rennen. Ze zag er vreselijk uit! De tranen biggelde over haar wangen en ze had een blik van radeloosheid in haar ogen. Het eerste wat ik dacht was: ’O nee, ga me alsjeblieft niet vertellen dat er iets met Harry gebeurd is.”
Het lukte me om haar te kalmeren zodat ze me tussen haar snikken door kon informeren over het feit dat Ron in de ziekenhuisvleugel lag. Hij zou vergiftigd zijn. Ik weet nu nog steeds niet hoe ik in de ziekenzaal terecht ben gekomen. Als iemand me had verteld dat ik daarheen gevlogen ben had ik het ook geloofd. Ik voelde me verschrikkelijk schuldig over dat ik eerst aan Harry’s welzijn had gedacht in plaats van dat van mijn broer.
Na een aantal uur hadden verschillende leden van de familie zich verzameld en stonden rond Ron’s bed. Harry heeft meerdere malen moeten vertellen wat er was gebeurd en ik herinner me nu nog de blik in zijn ogen toen hij het mij vertelde. Het was een uiting van opluchting en schuld. Hij trekt het zich altijd zo aan als de mensen om wie hij geeft iets overkomt. Ik was hem zo dankbaar. Hij had zijn beste vriend, mijn broer het leven gered. Ik mag………… nee wij mogen onszelf ….. zo gelukkig prijzen dat je een deel van mijn familie bent.
Het verhaal was dat Ron en Harry naar de kamer van professor Slakhoorn waren gegaan om een tegengif te halen voor liefdesdrank. Ron had een hele doos chocoladeketels(die bestemd waren voor Harry) gevuld met liefdesdrank op gegeten. Hellaas voor hem was de drank aan de bedervende kant geweest en werkte sterker dan normaal. Het tegengif werkte snel maar om Ron’s verjaardag te vieren had Slakhoorn een fles made open getrokken en die vergiftigd bleek te zijn. Harry had hem een bodar in zijn mond gestopt die hij is zijn paniek in de tas van de professor had gevonden. Daarna is er hulp gehaald en zo kwam het dat Ron naar de ziekenzaal gebracht werd.
Hermelien was buiten zichzelf van verdriet. Ik weet wat gedacht moest hebben. Als Ron dit niet had overleeft had ze zichzelf nooit vergeven dat ze hun ruzie nooit had uitgepraat. Ik hoopte maar dat ze deze les ter harte zouden nemen en in het vervolg opener zouden zijn over hun gevoelens voor elkaar. Ik keek naar Harry en hoopte dat hij me niet buiten zou sluiten. Hij betekent zoveel voor mij, zeker nu. Als Ron’s vergiftiging me een ding heeft doen inzien is het wel dat het leven veel te kort is.
Harry en ik raakte in discussie over wie Ron zou willen vergiftigen. We bespraken allerlei theorieën die te maken hadden met allerlei personen. Dit was dus hoe het is om een deel te zijn van het Trio. Geen wonder dat ze nog nooit een rustig jaar hebben gehad op Zweinstein. Het voelde zo goed om te praten met “De-jongen-die-ALWEER-een-lid-van-mijn-familie-het-leven-had-gered” zonder dat er iemand kwam storen. Harry was zo geconcentreerd en gefocust dat ik dat ook werd. Terwijl we verder gingen met ons gesprek mompelde Ron iets dat op Hermeliens naam leek. Ik weet zeker dat ze hem gehoord heeft want ik zag de tranen weer in haar ogen staan. Ze had hem eindelijk vergeven en ik hoopte maar dat Ron het deze keer niet zou verknallen.
Vlak daarna kwamen mijn ouders binnen. Mijn moeder pakte Harry stevig vast en stamelde bedankjes tegen hem. Ze houdt zoveel van die jongen, voor haar is hij net zo belangrijk als haar eigen zoons. Pa greep hem bij de hand en bedankte hem voor het reden van zijn op een naar jongste kind. Hij zei keer op keer hoe gelukkig onze familie mocht zijn dat Ron ooit bij hem de coupé was binnen gestapt. Ik wist dat het waar was. Hij had nu al drie leden van mijn gezin het leven gered. Achtereenvolgens: mij, pa en nu Ron. Ik stelde mezelf voor dat Pa hem zou vragen wat hij kon doen om hem te bedanken en dat Harry dan zou zeggen: “Wat dacht u van uw toestemming om met uw dochter te trouwen?”
Voor ik het wist waren Harry en Hermelien vertrokken maar ik wist in mijn hart dat ze niet lang weg zou blijven van zijn bed. Ron deed hetzelfde toe zij op de ziekenzaal lag en versteend was door de Basilisk (verdomde Geheimen Kamer.) Ik weet nog dat hij haar hand vast hield zolang als ze daar lag. Ze hebben heel veel mazzel met elkaar. Nu ik nog.
ik vergeet bijna nog te bedanken voor alle reaktie dus bij dezen |
|
|
  |
 |
dedaf
Dreuzel

Verdiend:
45 Sikkels
Woonplaats: hoorn
|
Geplaatst:
Za Apr 28, 2007 0:06 |
 |
he ik ben het weekend weg daarom vast een hoofdstukje. laten julie
weten wat je er van vindt?
ik vind dit zelf een van de beste.
Hoofdstuk 9 het vuur van een roodharig meisje.
Nu Ron en Katja beide niet in staat waren om te spelen was Harry niet alleen gedwongen om Daan weer in te zetten. Hij had nu ook een Wachter te kort en daarmee geen andere keus dan Stoker als vervanger gebruiken. De sfeer in het team kon niet belabberder. Zoals ik het zag moest het goed komen als ik zou blijven scoren en Harry de Snaai te pakken zou krijgen. Ik had beter moeten weten. Om te beginnen kwam Harry vijf minuten voor de wedstrijd zou starten binnen gerend en aan zijn hele doen en laten merkte ik dat hij met Malfidus bezig was.’Zou je je niet eens met mij bezig houden????’
Op iedere anderen dag hadden we Huffelpuff kunnen hebben met onze vingers in onze neus. Was het niet dat Stoker zich met iedereen bemoeide en Harry hem meer dan eens moest duidelijk maken wie er de aanvoerder was. Het niveau ging snel naar beneden. Demelsa en ik hadden besloten dat we de score op zijn minst gelijk zouden houden maar Stoker had andere plannen. Hij letten voor geen meter op zijn taak in het spel en was daarom niet bezig met het verdedigen van de doelpalen. Op een zeker moment vond hij het nodig om de knuppels van een van de Drijvers af te pakken en hem advies te geven over hoe hij een Beuker moest slaan. In het midden van de wedstrijd verdorie. Nou, hij probeerde de beuker te raken maar miste hopeloos zijn doel. Wat hij wel raakte was Harry’s hoofd.
Ik weet niet wie er harder schreeuwde, het publiek of ik. Ik herinner me dat het was alsof alles in slowmotion verliep. In mijn gedachte zag ik veel dingen. Ik zag Harry vallen en zijn nek breken terwijl hij op het veld terecht kwam. Ik zag mezelf bij zijn graf huilen en ik zag mijzelf Stoker op zijn nummer zetten.
Wat ik in het echt zag zorgde er voor dat ik sneller reageerde dan ik ooit van mijzelf had verwacht. Eerst was er een krakende geluid van wat later Harry’s schedel bleek te zijn. Waarna hij voor een tel stil in de lucht bleef hangen om vervolgens een vrije val van wat zo’n 100 meter geweest zal zijn. Ik zag onze Drijvers; Postelijn en Cools Harry opvangen net voor hij de grond raakte. Ze legde hem voorzichtig neer met bange gezichten. Alle lucht leek uit mijn longen verdwenen toen in lande, ik duwde iedereen aan de kant en knielde naast hem neer. Ik pakte hem vast en hield hem tegen mijn borst gedrukt. Zo heb ik daar gezeten met de rest van het team om me heen tot het eerste-hulp personeel aan kwam.
Op en zeker moment zag ik dat Daan naar me stond te kijken, het interesseerde me heel weinig wat hij toen dacht. Ik zat daar met Harry’s hoofd aan mijn borst en het enige dat me interesseerde was hij. Ik streek met mijn handen over zijn haar en was van top tot teen besmeurd met zijn bloed. Het was maar goed dat de wedstrijd afgelopen was, we hadden verloren met driehonderd-twintig tegen zestig.
Toen Harry werd weggebracht naar de ziekenzaal vloog ik zo snel ik kon het veld af. Mijn plan was om even te douchen en dan naar de ziekenzaal te gaan om te zien hoe het met Harry was. Ik liep dus naar de kleedkamer maar om de een of andere reden kwam ik in de deuropening van de jongenskleedkamer terecht. De rest van het team stond tegen Stoker te schreeuwen toen ik de deur binnen stapte. Postelijn schreeuwde zo hard hij kon wat een ongelofelijke idioot Stoker was omdat hij het nodig vond om de Drijver uit te hangen terwijl dat niet zijn positie was.
Op dat moment zei Stoker iets waardoor ik voor het eerst in mijn leven mijn zelfbeheersing verloor. Hij zei dat als Harry zo goed was als er gezecht werd hij ook die Beuker aan had moeten zien komen. Voor wat ik daarna deed had ik geschorst moeten worden maar op dat moment maakte me dat heel weinig uit.
Ik pakte de achterkant van mijn komeet 260 beet en sloeg de steel stuk op de schenen van Stoker. Ik keek mijn ploeggenoten aan die er nogal verbouwereerd uitzagen maar niet een van hen verrekte een spier of maakte aanstalten om Stoker te helpen. Hij lag daar alleen maar te kreunen van de pijn terwijl de rest van het team verder ging met zich te verkleden. Postelijn liep naar hem toe, boog over hem heen en het enige dat hij zei was:” Dat had je verdiend, eikel.”
Ik zou net mijn weg naar de ziekenvleugel vervolgen toen een impuls mij er toe zette om over Stoker heen te buigen en hem even flink de waarheid te vertellen. Ik zei:” Ik ga me niet verontschuldigen voor wat ik gedaan heb. Geloof me als ik zeg dat je het verdient hebt. Wat ik wel ga doen is jou waarschuwen. Ik wil je nooit, maar dan ook nooit meer in de buurt zien van mijn teamgenoten. Ik wil je nooit meer een Griffoendor Zwerkbalgewaad zien dragen of zelfs maar in de buurt zien van het veld. Ik weet dat je groter bent dan ik en waarschijnlijk ben je met die kleine hersentjes van je al plannetjes aan het smeden om mij terug te plakken. Laat ik je dit zeggen. Ik heb zes grote broers en dan heb ik het nog niet eens over een zeker persoon die door jouw stommiteiten in op de ziekenzaal ligt. Ieder van deze zeven personen zullen meer dan blij zijn om me te beschermen tegen een achterlijke gladiool als jij. Laat dat even heel duidelijk zijn.” Het enige dat ik als antwoord kreeg van een grom ter bevestiging.
Uiteindelijk was ik op weg naar de ziekenzaal, ik was het behoorlijk zat om daar steeds heen te moeten. Toen ik aankwam werd Harry behandeld voor een schedelfractuur.(O jee, zijn mooie hoofdje, by the way staat je goed zo’n tulband Harry). Madam Pleister vertelde dat hij binnen de kortste keren weer in het kasteel rond zou lopen. Ron zag mijn gezicht en verzekerde me er nog eens van dat het goed zou komen met hem. Hij was ongeruster toen hij het bloed en de splinters in mijn handen en gewaad zag. Ik vertelde hem wat er was gebeurd met mijn bezem en de schenen van Stoker. Ron’s reactie was typisch Ron “Briljant” zei hij als teken van zijn goedkeuring.
Ik liet hem zweren dat hij niets zou zeggen en ging. Ik zou de komende dagen genoeg problemen krijgen met Daan en wilde even een tijdje alleen zijn om alles nogmaals grondig te overdenken. |
|
|
  |
 |
dedaf
Dreuzel

Verdiend:
45 Sikkels
Woonplaats: hoorn
|
Geplaatst:
Zo Apr 29, 2007 20:03 |
 |
Ik ben er weer, lekker bijgekleurd van de zon op de veluwe. Er staat daar veel minder wind als hier in het winderige Noord-Holland. Veel leesplezier.
Hoofdstuk 10 Strafwerk
De maandag na dit hele voorval begon niet al te best. Ik hoorde dat Harry later dan ik verwachte van de ziekenzaal ontslagen zou worden. Daan en ik liepen terug naar de toren toen ik het tegen hem zei. Hij begon te lachen toen hij dacht aan wat er was gebeurd tijdens de wedstrijd van die zaterdag. Om een lang verhaal kort te maken had Daan op dat punt mazzel dat ik geen bezem in mijn handen had.
Niet lang daarna heb ik het met hem uit gemaakt. Uiteindelijk ging ik niet bij Daan weg vanwege “De-jongen-met-de-tulband”. Uiteindelijk deed ik het voor mijzelf. Daan liet me gewoon niet met rust en bleef me maar voor de voeten lopen. Ik was het zat toen we op een keer door het portretgat klommen. Hij zweert nog steeds dat hij me met geen vinger heeft aangeraakt. (Tuurlijk Daan) Ik vertelde hem dat hij me met rust moest laten. Hij zij iets waarmee hij veel te ver ging. Om een lang verhaal kort te maken: Het is over tussen ons.
Dezelfde dag raakte de “relatie” tussen Ron en Belinda op de klippen. Ach ja, dat werd tijd ook. Belinda kan niet op tegen Hermelien. Ik voelde me zo vrij nu ik van Daan af was en helemaal kaar om “De-jongen-wiens-hart-ik-moest-veroveren” op te snorren.
Als we het dan toch hebben over goed nieuws, Katja Bell kwam eindelijk terug naar Zweinstein. Ze zag er goed uit en kon niet wachten om weer op haar bezem te stappen. Daar was ik blij om omdat ik nu niet geconfronteerd werd met Daan tijdens de training. De passie was weer helemaal terug en ik bedoel niet alleen in het team. Harry had het duidelijk naar zijn zin en kreeg nog een paar Beukers tegen zijn hoofd. Hij lette niet op de beukers maar op mij.
Ik wilde hem heel graag spreken en ik had het gevoel dat hij ook iets aan mij kwijt wilde maar Ron liet ons geen moment alleen. Had hij niet iemand anders om lastig te vallen? Ik geef maar een hint. Een meisje met bruine krullen……een beetje een betweter begint met een H??????
Wie hield ik eigenlijk voor de gek? Waarschijnlijk wilde Harry het hebben over tactieken voor de wedstrijd tegen Ravenklauw. Zoals het er nu naar uit zag moesten we die wedstrijd winnen met niet minder dan driehonderd punten verschil. Zoals ik het zag zouden de Jagers voor minstens honderdvijftig punten kunnen zorgen en dan zou het van Harry af hangen om de Snaai te pakken te krijgen. Alles leek op zijn plaats te vallen, we waren niet meer te stoppen.
Hoe komt het toch dat iedere keer als ik iets zeg in die strekking zeg alles verschrikkelijk in het honderd loopt?
Harry vertelde het nieuws eerst aan mij en toen aan het andere tweederde deel van het trio. Ik moet echt stoppen ze zo te noemen nu Harry me steeds meer vertelde. Hij was in een duel verzeild geraakt met Draco Malfidus in Jammerende Jenny’s toilet. In mijn hart was ik blij dat alles goed met hem was maar in gedachte was ik boos op hem. Hoe kreeg hij het voor elkaar om zichzelf zo in de problemen te werken een dag voor de wedstrijd? ‘Zie je dan niet hoe het team op je vertrouwd? Zie je dan niet hoe hard we je nodig hebben? Zie je niet hoe ik je nodig heb?’ Gelukkig werd hij niet van school gestuurd en daar was ik blij om. Ik zou niet weten wat ik zonder hem moest. Ik zocht meer en meer naar excuses om bij hem in de buurt te zijn en ik merkte dat hij hetzelfde deed.
Toen hij het aan het team vertelde was de blik op hun gezicht nog bedrukter dan die van Ron en Hermelien. Het was alsof hij een rug zak met stenen op elk van hun schouders had gebonden. Wat me ook opviel was dat hij me weer niet in de ogen kon kijken. ‘Het is oké jongen, je hebt een vergissing gemaakt. Ik zou boos of teleurgesteld kunnen zijn maar dat ben ik niet. Ik kan immers niet boos op jou blijven.’ Hij maakte aanpassingen in de opstelling. Ik werd Zoeker en Daan Jager. Ik las de bezorgde blik in zijn ogen toen hij me dat vertelde maar hij hoefde zich niet druk te maken. Mijn hart lag nu bij hem, niet bij Daan.
In de leerlingen kamer, waar we zaten naar de training, raakte ik met Hermelien in een verhitte discussie over het boek waaruit Harry de spreuk had gehaald die hij tegen Malfidus had gebruikt. Als je het mij vraagt was ze helemaal niet bezorgd om Harry, ze kon het gewoon niet uitstaan dat hij beter was in Toverdranken. Begreep ze dan niet dat het Harry had kunnen zijn die op de ziekenzaal was beland als Malfidus’ laatste vloek doel had getroffen? Door die gedachte rende de koude rillingen door lijf. Toen probeerde Hermelien op onze gevoelens te spelen als atleten. Ze benoemde dat Harry nu niet kon spelen tijdens de ‘grote wedstrijd’. Ik heb haar de mond gesnoerd door haar te zeggen dat ze niet moest doen of ze ineens verstand had van Zwerkbal en zichzelf niet voor gek moest zetten.
De rest van de avond was het stil. Maar opnieuw spraken Harry’s ogen boekdelen. Hij bedankte me omdat ik hem verdedigd had. ‘Geeft niet jongen je mag me later bedanken.’ |
|
|
  |
 |
dedaf
Dreuzel

Verdiend:
45 Sikkels
Woonplaats: hoorn
|
Geplaatst:
Ma Apr 30, 2007 21:51 |
 |
Hoofdstuk 11 Realisatie
Op de ochtend van de wedstrijd was ik vroeg wakker, ik was simpelweg te zenuwachtig om nog een oog dicht te doen. Ik kleedde me aan en ging op weg naar de leerling-kamer. Ik moest wennen aan mijn nieuwe bezem omdat ik die van mij had stuk geslagen op de schenen van Stoker. Fred had me de zijne gestuurd. Hoe lief dat ook was, deze bezem was wat langer dan die van mij en ik wist dat ik de hele wedstrijd een beetje uit balans zou zijn. ‘O Harry, ik ben hier niet klaar voor ik ga je verschrikkelijk teleurstellen.…’
Het was net of hij me gehoord had want toen ik beneden kwam hoorde ik een stem mijn naam zeggen. Hij keek recht naar me, recht in mijn ogen. Zijn ogen stonden gefocust, beslist alsof hij een doel te behalen had. Wat zou hij gaan zeggen? Het maakte ook niet uit als hij maar niet zou stoppen met me aan te kijken.
“Ik wilde je geluk wensen voor straks. ” zei hij. (Ik zal meer dan geluk nodig hebben Harry…..we hebben een wonder nodig)
“Ik zie dat je een andere bezem hebt, Ron heeft me verteld wat er me die andere is gebeurd. Ik denk dat Stoker je niet snel meer boos zal maken” zei hij (dat is hem geraden)
“Denk je dat je het red op Fred’s bezem?” vroeg hij.
“Tja, het zal wat voeten in de aarde hebben omdat Fred langer is dan ik maar het moet lukken.” was mijn antwoord. Maar inwendig was ik niet overtuigd.
Toen zei hij: “Ik vroeg me af of je me de eer wilt bewijzen en iets van mij mee wilt nemen naar de wedstrijd?” ‘Zoals wat Harry? ‘Wat wil je dat ik meeneem? Het maakt ook niet uit wat je me geeft. Ik draag jou ik mijn hart, meer heb ik niet nodig.’ Voor ik ook maar de kans had duwde hij iets in mijn handen. Mijn hart stopte, dit was zijn meest kostbare bezit. “Nee, Harry.” was mijn reactie “dit kan ik niet aannemen dit is je Vuurflits. Ik weet van wie je die heb gekregen, ik weet wat dit voor jou betekend.”
Zijn reactie maakten dat mijn knieën slap werden. Hij legde zijn hand onder mijn kin en dwong me zachtjes om hem aan te kijken. “Ik wil dat je hem gebruikt, Gin. Je bent een geweldige Zoeker en ik weet dat je Griffoendor trots zal maken.” Ik was sprakeloos. Als hij me op dat moment gekust had was het perfect geweest. Het was Harry die ons oogcontact verbrak. Hij steek mijn gewaad glad …..wacht even hij streek niet alleen mijn gewaad glad, hij spelde er iets op. Als ik eerder verbaast was, was ik nu totaal overdonderd. Het was zijn aanvoedersspeld. “Je hebt bewezen dat je het hart en ziel van het team bent, ik zou niemand liever op mijn plaats zien dat jij.”
Voor ik ook maar de kans had om mij stem terug te vinden en te reageren was hij verdwenen. Ik deed een op dat moment de belofte om hem te bewijzen dat ik zijn vertrouwen waard was. Ik zou alles dat ik in mij had geven in de wedstrijd. Ik zou Harry trots maken. De tranen die over mijn gezicht rolde waren tranen van geluk, de eerste sinds een hele lange tijd.
Het bleek dat ik niet het enige lid van het team was dat niet kon slapen want toen ik de deur van de Griffoendor kleedkamer open deed zat de rest van het team daar al aangekleed en wel. Ik voelde de spanning die er in de kamer hing, er was geen spoortje vertrouwen te bekennen. Ik voelde dat Daan naar met keek. Hij zag de aanvoedersspeld op mijn gewaad en de vuurflits in mijn handen. De blik die ik hem zond zei hem:”Dit is iets dat jij en ik nooit gaan bespreken, laat het.” En hij keek weg.
Het team verzamelde zich om mij heen en ik wist dat wat ik ook zou gaan zeggen de toon zou zetten voor de wedstrijd.
“Ik weet wat jullie denken. Om te beginnen moeten we het zonder Harry doen vandaag. Ja, hij is een van de beste Zoekers die deze school ooit gezien heeft en gezien de omstandigheden dank ik God op mijn blote knieën dat hij strafwerk aan het maken is en niet weer op de ziekenzaal ligt. Ik heb de statistieken bekeken en ik ben me ervan bewust er in de geschiedenis van Zweinstein nog nooit een team met 300 punten verschil heeft gewonnen. Laat ik dit zeggen. Harry is bij ons. Hij heeft dit team samengesteld. Hij heeft de opstelling zelf gemaakt. Niet omdat sommige van ons zijn vrienden zijn(ik keek naar Ron en Daan). Niet omdat sommige van ons in eerdere teams speelden (ik keek naar Katja). Hij heeft dit team samengesteld uit mensen waarin hij het talent zag om deze sport op een hoger niveau te tillen dan deze school ooit heeft gezien. Hij is bij ons bij iedere beweging die we daar buiten op het veld maken. Wat betreft de 300 punten verschil, er is een reden dat dat nog nooit eerder is gepresteerd. Het was omdat wij nog niet bij elkaar waren als team. Nu moeten we het doen en we kunnen het!! Dit is ons moment!!!”
“Ravenklauw heeft een goede ploeg maar wij zijn beter. Cools, Posterlijn, ik wil die beukers gecontroleerd zien tussen jullie in, er wordt op niemand anders gericht dan op de Jagers van de tegenpartij en dan alleen als ze de Sluk vast houden en aan onze kant van het veld zijn. Daan, Katja, Demelsa, houd jullie aanvallen zo strak als mogelijk is. Geef de verdediging en de Wachter geen moment om ook maar adem te halen. Aan het eind van deze wedstrijd wil ik ze zo verwart zien dat ze de het de eerst komende maanden wel uit hun hoofd laten om zich op het veld te vertonen. Val ze aan in groepen en voorkom een-tegen-een strijd met de Wachter. Ik wil dat jullie drie keer overspelen voor je het ook maar in je hoofd haalt om een schot op het doel te wagen. Maar boven alles, als het schot goed voelt, neem het. Als Jagers vliegen hoe doen ze dat dan?” Ze keken op en riepen als een man: ”ALS EEN!!”
“RON!!!!” Schreeuwde ik nogal plotseling, zijn ogen schoten open. Ik denk dat hij deze kant van mij nog niet eerder gezien had. “Niets komt langs jou vandaag….Niets!!! Heb je me begrepen? Geef alles dat je in je hebt. Zorg er voor dat iedereen die vandaag een schot op jouw doelpalen doet daar spijt van krijgt. Je bent een fantastische Wachter dat heb je bewezen tegen Zwadderich maar ik weet dat je nog beter kunt.“
“Luister goed allemaal, laat de Zoeker aan mij over. Cho Chang is van mij vandaag! Ik wil geen Beuker of Slurk in haar beurt zien. Laat haar aan mij over! Jullie doen jullie werk en ik doe het mijne. Is dat duidelijk?” “Ja.” was het eenstemmige antwoord.
“Als laatste, houd je niet in vandaag. Speel met alles dat je in je hebt. Speel met je hele hart en ziel daarbuiten!! We gaan naar buiten en laten Ravenklauw zien hoe Zwerkbal gespeeld moet worden.”
Ik sloot mijn ogen en ik voelde de handen van mijn teamgenoten om mij heen alsof ze samen en vuist vormde. Aan mijn rechter kant hoorde ik de stem van Daan zachtjes roepen: “ Go, go, griffoendor ”, “ Go, go, griffoendor ”, “ Go, go, griffoendor ”, “ Go, go, griffoendor ”, “ Go, go, griffoendor ” zijn stem werd harder en sneller en de rest van het team deed mee. Harder en harder. Sneller en sneller. “GO, GO, GRIFFOENDOR”, “GO, GO, GRIFFOENDOR”, “GO, GO, GRIFFOENDOR”, “GO, GO, GRIFFOENDOR!!!!!!”
Professor Anderling kwam binnen op het moment dat de spanning op zijn hoogtepunt was. We draaiden ons naar haar toe en op geen van onze gezichten was een spoor van een glimlacht te bekennen. We hadden een blik van toewijding op onze gezichten die de professor verast moet hebben want ze kwam niet verder dat een zacht gefluister dat ons vertelde dat het tijd was om de wedstrijd te beginnen. Terwijl het team zich naar buiten begaf vroeg ik professor of het mogelijk was dat ik even een momentje voor mezelf kreeg. Ze keek even snel naar de speld op mijn gewaad en knikte.
Ik leunde met mijn rug tegen de muur en drukte de bovenkant van de Vuurflits tegen mijn voorhoofd. Het was me gelukt om mijn teamgenoten te overtuigen; nu moest ik mijzelf nog overtuigen. Cho Chang was de op een naar beste Zoeker van de school. Ik heb haar stijl bestudeerd, ze vliegt als de wind. Ze was onverslagen tot nu toe. Ja, ik heb haar verslagen vorig jaar maar ze is beter geworden sinds dien. Ik weet vrij zeker dat ze mij de vorige keer heeft onderschat en dat ze die fout niet nog een keer zou maken. Ik voelde dat een paar bekende handen die mijn schouders beet pakte. Ik opende mijn ogen en tilde mijn hoofd op om tot de ontdekking te komen dat Ron naar me stond te kijken met een grijns op zijn gezicht.
“Toen je net tegen me schreeuwde had ik kunnen zweren dat ik Ma hoorde. Ik denk dat mijn kleine zusje niet meer zo klein is als vroeger. Het team staat achter je…….ik sta achter je. ” Ik voelde dat hij zijn hand om de Vuurflits vouwde en vast hield ”en Harry staat achter je. ” De blik op zijn gezicht vertelde me alles dat ik weten moest. Hij bedoelde niet alleen op het veld. Hij bedoelde het in het algemeen. Gaf Ron mij zijn zegen om mijn relatie met zijn beste vriend op een hoger niveau te tillen dan vriendschap? Hij tilde zijn kin op, kuste me op mijn voorhoofd en vertrok. Zo gauw als deze wedstrijd was afgelopen moest ik het uitzoeken. Of we nou wonnen of verloren. Ik moest het weten.
Ik was de laatste die de verzamelplaats betrat die naar het veld leidt. Ik dacht even snel aan Harry die ergens in het kasteel zijn strafwerk zat te maken voor ik zijn Vuurflits besteeg. Ik zette me af tegen de grond en vloog het veld op. Normaal vlieg ik voor de wedstrijd een rondje om het veld maar de Vuurflits was zo snel dat ik maar besloot om nog een paar rondjes te maken. De Vuurflits was echt geweldig en leek te weten wat ik ging doen voor ik het zelf wist.
Madam Hooch controleerde of we allemaal in positie waren en liet de ballen los. Mijn team zag er nog net zo toegewijd en geconcentreerd uit als toen we stonden te juichen in de kleedkamers. Ik keek naar Cho die vreemd uit haar ogen keek (wat is jou probleem? O…..ik weet al wat jouw probleem is…..het gaat om mij.). Madam Hooch gooide de Slurk het spel in en de spelers vlogen alle kanten uit.
Ik ging meteen naar Cho toe. Ineens merkte ik dat het publiek, waarin net nog geroezemoes te horen was geweest, stil werd. Wat was er gebeurd? Ik kreeg mijn antwoord toen mijn drie Jagers in een perfecte formatie langs mijn vlogen, terug naar onze eigen kant van het veld. Aan de gong en het geluid van het scorebord dat veranderde wist ik dat mijn team had gescoord. Binnen vijf seconden. Geen enkel team had ooit zo snel gescoord. De reactie van de tegenpartij was dat zij vastbesloten waren om snel de stand gelijk te trekken. Mijn Drijvers die de Beukers tussen zich in lieten vliegen maakte van de gelegenheid gebruik om de ballen beiden naar de formatie van Ravenklauw te slaan en die wisten te doorbreken. De Jager had de bal laten vallen.
Het publiek begon te roepen: “GO, GO, GRIFFOENDOR”, “GO, GO, GRIFFOENDOR” De wedstrijd ging verder.
Demelsa en Katja hadden de Slurk gevangen en waren op weg naar de doelpalen van de tegenpartij. Daan was vlak bij hen toen ze de Sluk naar hem gooide en slaagde er in om de Wachter uit zijn spel te halen. Hij schoot en raakte, maar mijn team zou zich niet laten verleiden tot het vieren van een feestje voor ze de afdelingsbeker in handen hadden. Ze hadden een doel te bereiken en dat was het enige dat ze voor ogen hadden.
Het was honderdveertig tegen zeventig punten voor Griffoendor toen ik me besefte dat ik een grote fout had begaan. Ik had Cho uit het oog verloren. Ik raakte lichtelijk in paniek toen ik haar omhoog zag vliegen. Ze had de Snaai gezien en ik wist zeker dat ze die niet meer uit het oog zou verliezen door te kijken waar ik uithing. Ik was al onderweg voor ik het goed en wel besefte. Het voelde alsof de lucht uit elkaar week om mij door te laten en de bezem en ik een waren. ‘Is dit het Harry, is dit hoe het voor jou is? Als alles dat lijkt te bestaan jij en de Snaai zijn en je in een soort tunnel terechtkomt waarin niets je meer kan stoppen? Is dit hoe het voelt om geboren te zijn om deze sport te spelen? ‘
Het was op dat moment dat ik me besefte wat het verschil is tussen iemand die dit spelletje goed speelt en iemand die geboren is om deze sport uit te oefenen.
Ik zag de Snaai en Cho Changs hand die er naar reikte, alle andere dingen vervaagde naar de achtergrond. Cho’s vingers zouden zich net om de Snaai sluiten toen ik haar had bereikt en een tik op haar vingers gaf. ‘ Vergeet het maar, mijn team heeft nog niet genoeg punten, dat was de laatste keer dat je zo dicht bij de Snaai was. De volgende keer dat je hem te zien krijgt is waneer ik hem boven mijn hoofd houdt en deze wedstrijd door ons gewonnen is.’
Toen de stand driehonderd tegen honderdveertig punten in ons voordeel was hadden we twee uur lang op volle snelheid en perfect gecontroleerd gespeeld. Ik zag dat de wedstrijd zijn tol begon te eisen op mijn medespelers, maar vooral op Ron. Ravenklauw is geen Zwaderich. Hun Jagers zijn veel beter en het getuigde van Rons kunde en zijn kwaliteiten als Wachter dat hij de score niet verder dan honderdveertig punten had laten oplopen na twee volle uren in het spel te zijn. Hij benutte iedere centimeter van zijn bezem en van zijn lichaam om de Sluken te stoppen. Ik zag zijn armen en benen trillen van vermoeidheid en hij had blauwe plekken op de plaatsen waar hij de Slurken had tegen gehouden, het publiek juichte hem toe. ”WEMEL ONZE VRIEND” ,”WEMEL ONZE VRIEND”, ”WEMEL ONZE VRIEND” ,”WEMEL ONZE VRIEND”. Maar een persoon juichte niet. Het was Hermelien. Zij zag de vermoeidheid op zijn gezicht en het drong tot mij door dat hij nog niet volledig was hersteld van de vergiftiging afgelopen maart. Hermelien wilde dat deze wedstrijd zou stopen voor Ron weer op de ziekenzaal zou bellanden. Ook Hermelien en Ron hebben hun leven aan elkaar te danken maar ik was te blind om dat te zien. Deze wedstrijd moest stoppen….en snel.
Net op het moment dat die gedachte door mijn hoofd speelde zag ik hem. De Snaai glinsterde precies in het midden van het veld op nog geen meter van de grond. Cho had het ook gezien we doken er op af, in een verticale lijn recht naar beneden. De vraag begon te spelen wie er dit meer wilde maar het vreemde was dat ik het antwoord op die vraag al wist voor ik hem ook maar had uitgesproken. Ik hield mezelf voor de gek toen ik mezelf voorhield dat dit om het kampioenschap ging. Toen ik door de lucht naar beneden dook wist ik dat dit voor mij een diepere betekenis had dan alleen Zwerkbal. Het ging me niet om de wedstrijd. Het ging mij niet Griffoendor, en ik wilde dit niet niet zo graag winnen voor het kampioenschap.
Dit ging om Harry en zijn geluk. Zij wilde die kans niet, niet zo graag als ik die kans altijd heb gewild.
Dus toen ik de Snaai pakte, een fractie van een seconde voor Cho. Lachte ik. Niet omdat we de wedstrijd hadden gewonnen met een eindstand van vierhonderdvijftig tegen honderdveertig punten. Niet vanwege het kampioenschap en niet omdat ik Cho Cang opnieuw had verslagen. Het was omdat in mijn gedachte, ergens in het kasteel, Harry zijn mooiste lach zou lachen. Die volle lach die hij lacht als hij volmaakt gelukkig is.
Toen ik lande en de Snaai boven mijn hoofd hield was het enige dat ik wilde Harry te vinden. Hem mijn hart aan te bieden wat het resultaat ook zou zijn.
Hoofdstuk 12 Overwinningsfeestje
Ken je het verschijnsel dat als je iets snel gedaan wilt hebben alles veel trager verloopt als je zou willen? Daar stond ik met de Snaai boven mijn hoofd, met mijn teamgenoten om mij heen. Daan Katja,en Demelsa waren het eerst bij me en ik zat vast in een groepsknuffel. Ik kon niet anders dan lachen toen we met zijn vieren te gelijk;”ALS EEN” riepen. Het was ons Jagersmotto geworden en de manier waarop we vandaag vlogen bewijst het.
Postelijn en Cools waren de volgende die me om de hals vlogen. Postelijn sprak voor hen beiden toen hij zei: “Mooi niet dat wij jou zouden teleurstellen na wat je met Stoker gedaan hebt.” en ik kon niet anders dan lachen.
Ik was snel uitgelachen toen het veld zich vulde met publiek. Maar het was niet het publiek waardoor mijn lachen verging. Het was de aanblik van Ron die tegen Hermelien aangeleund stond. Hij was helemaal gesloopt. Ik weet niet of het onze overwinning of Hermelien die hem vast hield dat maakte dat hij zo breeduit lachte.
We werden gefeliciteerd door Griffoendors uit alle zeven jaren. ‘Kunnen we een beetje opschieten met de ceremonie? Dit is niet het eerste Zwekbalknmpioenschap.’ Perkamentus en Sneep waren de enige leeraren die niet aanwezig waren. De beker werd overhandigd en ik stond daar nog steeds met een fladderende Snaai in mijn hand. Ik was zo diep weggezakt in mijn eigen gedachten dat ik niet merkte dat Hermelien daar nog steeds stond.
“Je deed het voor hem.” Zei Hermelien.
“Nee, Ron heeft het voor zichzelf gedaan vandaag.” Reageerde ik.
“Niet Ron mallerd,…. Harry!!!” ging Hermelein verder. “ik heb het het hele jaar zien gebeuren. Hij deelt niet alles met Ron en mij maar ik ken hem goed genoeg om te weten dat hij het nu eindelijk ziet.”
“Dat hij wat ziet?” vroeg ik.
“Hij ziet eindelijk wat je voor hem betekend. En jij weet nu dat wat je voor hem voelt geen bevlieging is. Dat jullie echt heel veel om elkaar geven.”
Toen ik op keek had Hermelien tranen in haar ogen en een glimlach op haar gezicht. Ik pakte haar vasten begon te huilen.
“Ik heb nog niet de moed gehad om iets tegen hem te zeggen. Ik ben bang om weer gekwetst te worden als blijkt dat hij niet hetzelfde voor mij voelt.” Vertelde ik haar terwijl ik haar stevig vast hield.
“Ik zou mijn staf er om verwedden dat hij hetzelfde voor jou voelt.” antwoordde ze.
“Kom we gaan naar de toren misschien is hij daar al.” zei ze en pakte me bij mijn middel om me te ondersteunen. Wat maar goed was ook want ik was kapot. Ik had alles dat ik in me had gegeven in de wedstrijd.
Toen we aankwamen was Harry nog niet terug maar de sfeer in de gemeenschappelijke zaal was stampvol en er heerste een geweldige feeststemming. De beker werd van hand tot hand gegeven en was gevuld met boterbier. De traditie is dat het team eruit dronk. Het gevolg was dat ik veel meer dronk dan goed voor me was en naar mijn kamer werd gebracht waar ik Hermelien tegen het lijf liep: “Waar is Harvey?? “ vroeg ik haar. Hermelien giechelde en vertelde dat ze niet wist wie Harvey was maar dat ze dacht dat Harry nog steeds bij Sneep was. Ik riep om het hardst dat Sneep een stomme, oude, chagrijnige, Geit is waarop Hermelien antwoordde:”Oké nu is het genoeg geweest. Geen boterbier meer voor jou. ” en voor ik kon reageren had ze haar staf al op me gericht.
Een paar ontnuchterende en reinigende spreuken later was mijn hoofd weer helder en kon ik weer nadenken. Zij ging iets eerder naar leerling-kamer dan ik. Ik was net onderweg naar beneden toen ik Daan zag staan.
“Je bent een geweldige speler en aanvoerder, Ginny.” zei hij. Ik wist waar hij naar toe wilde en ik wist ook dat ik hier snel een eind aan moest maken.
Ik plaatste mijn hand op zijn borst en zei: ”Daan wat jij en ik hadden was leuk voor zolang het duurde maar wij kunnen elkaar niet geven wat we nodig hebben. Ik voel gewoon niet genoeg voor jou.” ik zag eerst een korte schok op zijn gezicht maar daarna leek hij het te begrijpen. Hij leek eindelijk te accepteren dat het nooit iets zou worden tussen ons. Hij liep langs me heen terug naar de leerling-kamer. ‘Ga nog maar een biertje halen Daan. Ik weet zeker dat er genoeg meiden voor je zijn op het feestje.‘
Toen ik de leerling-kamer binnen liep werd er luid gejuicht en iedereen stond naar het portretgat gedraaid. Harry was terug. Hij had een blik op zijn gezicht alsof hij had verwacht op een dodenwake aan te komen in plaats van een uitbundig feest. Toch goed om te zien dat ik niet de enige was die er niet het volle vertrouwen in had.
Ik zag Ron hem het goede nieuws vertellen en daar was het hoor, die prachtige lach die ik zo graag wilde zien sinds de wedstrijd over was. Hij keek weg van Ron en zocht met zijn ogen de kamer af. Zonder twijfel op zoek naar Hermelien. Hij kan ook geen paar uurtjes zonder het Trio. Nee wacht………. hij had haar al gezien maar hij zoekt verder. Zo snel als zijn ogen de mijne hadden gevonden stopte hij met zoeken. Hij zocht mij. (MIJ). Ik weet niet meer of ik liep of dat ik naar Harry toe rende en heb het oogcontact geen moment verbroken voor ik hem vast had in een euforische overwinningsknuffel. Wie hield ik voor de gek? Ik wilde die knuffel als sinds het moment dat ik voet in de leerling kamer zette.
Toen ik zijn lippen op de mijne voelde gingen er wel duizend gedachten door mijn hoofd: ‘Harry iedereen kijkt naar ons, je lippen zijn zo zacht, je kust we waar Ron en Hermelien bij staan, je handen zijn zo zacht. Cho je bent een sukkel dat je deze jongen hebt laten gaan. Mijn hart klopt zo snel. Ma vermoord me als ze dit hoort’ en uit eindelijk zei ik tegen mezelf dat ik mijn kop moest houden en hem terug moest kussen.
Ik had maanden gedacht dat de eerste omhelzing die hij me gaf perfect was maar die eerste zoen maakte die knuffel een nietszeggend iets. Met Harry zoenen wilde ik wel ieder moment van de dag. Toen we eindelijk van elkaar los kwamen na wat eeuwig geduurd leek te hebben keek ik in Harry’s ogen en zag een vriendelijke diep groene kleur die, zo wist ik meteen, hij speciaal voor mij had bewaard. Ron keek ons aan en gaf een goedkeurende knik en Hermelien kon alleen maar stralen.
Harry keek me aan en leidde me in de richting van het portretgat. Nu wilde hij dus wel alleen met me zijn. Het maakt ook helemaal niets uit ik zou hem volgen naar het einde van de wereld als hij me dat zou vragen.
Hoofdstuk 13 Onnodige excuses
We liepen over het terrein, simpelweg genietend van het feit dat we eindelijk tijd met elkaar door konden brengen. Zijn hand in mijn hand gaf met een gevoel van veiligheid dat ik nooit voor mogelijk had gehouden. Het voelde gewoon goed. Uiteindelijk gingen we zitten onder een paar bomen bij het meer. Ik verwachte dat Harry alles zou willen weten over de wedstrijd maar weer had ik het mis. Het volgende half uur….of uur……of misschien wel velen lichtjaren zoende we en gingen helemaal in elkaar op. Hij heeft zulke zachte handen die hij om mijn gezicht sloot terwijl hij me zachtjes en liefdevol kuste. Het was alsof hij bang was dat dit een droom was en we iets in te halen hadden. ‘Maak je niet druk ik ga helemaal nergens heen.’ Was wat ik hem probeerde te zeggen met mijn hele lijf.
Toen we uiteindelijk los kwamen van elkaar hield hij mijn gezicht nog steeds vast en zei: “Weet je hoelang ik hier naar verlangt heb?”
“Niet zolang als ik.” Was mijn antwoord.
“Vertel van de wedstrijd. Jullie hebben met driehonderd punten verschil gewonnen dat in nog nooit eerder gebeurd op Zweinstein.” Zei hij.
“Wat dacht je er van om het zelf te zien. Kasper maakt tegenwoordig filmpjes in plaats van foto’s.” zei ik en haalde een soort van verrekijker uit mijn zak.
“Jij denkt ook overal aan.” zei hij en hij plantte een kus op mijn wang.
Ik bloosde en keek van hem weg (hoe weet hij toch altijd mijn bloos knopje te vinden?)
“Als ik eerder had geweten dat je me zou zoenen nadat ik Zoeker was geweest had ik dat veel eerder gedaan. “ hij glimlachte en kuste me opnieuw.
Harry zat helemaal in de opname van de wedstrijd, hij lag op zijn rug met zijn hoofd op mijn borst. Zijn lippen waren gezwollen van het zoenen (net als die van mij) en ik, ik genoot van dit gevoel. Het gevoel waar ik zo lang op gewacht had.
Ondertussen mompelde hij dingen als. “ Goede worp Kaja en wacht eens even jij bent de Zoeker. Wat deed je daar? Is dat niet de zelfde worp die je om Stoker los liet op de selectietrainingen? En oe dat deed pijn.”
Ik straalde van trots. “Ik heb die worp van de zomer geleerd.” Vertelde ik hem.
“O, tijdens een van die privé trainingen van je?” Reageerde hij.
Ik was geschokt hoe kon hij dat nou weten? “Hoe wist je…….”
“Op een ochtend was ik vroeg wakker en ik ging even een stukje wandelen toen ik je zag op het veld. Je zag er zo geconcentreerd uit dat ik je niet durfde te storen. Je bent soms een beetje eng als je zo vastbesloten bent en ik was bang dat ik je de Slurk naar mijn hoofd zou smijten als ik je zou storen.” zei hij met een glimlach op zijn gezicht en zonder de kijker ook maar een moment voor zijn ogen weg te halen. Dat was maar goed ook want ik stond op het punt hem te laten zien wat hoe eng er uit ziet.
“Goed gedaan met die Snaai. Cho had hem bijna te pakken.” zei hij met trots in zijn stem.
“Ik had het bijna verknald op dat punt, ik zat even niet op te letten.” Antwoordde ik.
Harry keek me aan, kennelijk had hij gehoord hoe erg ik het vond dat ik de wedstrijd bijna veloren had door mijn stommiteiten.
“Ja, maar je hebt het opgelost. Je bent een geweldige Zoeker Gin.” En ik bloosde weer. Voor ik mijn gezicht kon wegdraaien pakte hij me vast zodat ik op zijn schoot terecht kwam en omhelsde me weer. Ik trok me terug en zou hem net kussen toen ik iets in zijn ogen zag. Het was een mix van verdriet en schuld.
“Wat is er??” vroeg ik.
Hij boog zijn hoofd, keek van me weg en zei: “ Het spijt me zo dat ik nooit eerder gezien heb maar toen ik jou met Daan zag, brak er iets in me. Toen pas realiseerde ik me dat ik me wat ik voor je voel, dat jij altijd de ware voor mij geweest bent. Ik hield je op afstand omdat ik dacht dat je mij als een van je oudere broers zag.” En weer kon hij me niet aan kijken. (niet weer hé Potter….. niet nog een keer)
Ik tilde zijn hoofd op en hij leunde tegen mijn handen. Ik legde mijn vinger op zijn lippen om aan te geven dat hij niets hoefde te zeggen en zei:” Stil. Geen verontschuldigingen. Het heeft gewoon even geduurd voor we elkaar gevonden hebben. Ik heb er spijt van dat toen ik ruzie had met Ron ik Cho Chang noemden en…..”
Hij zoende me weer, trok terug en zei: ”Geen verontschuldigingen, Ginny. ” en kuste me zo teder dat ik niet wilde dat dit ooit nog zou stoppen, maar natuurlijk gebeurd dat.
Hij keek me aan. ”Dus je wilt mijn meisje zijn?”
Ik lachte. ”Maak je een grapje. Ik ben nu de beste Zoeker van de school, ik kan iedere jongen op Zweinstein krijgen als ik dat wil. Hoe denk je dat het er uit ziet als ik nu ineens uit ga met “De-jongen-die-zichzelf-opzadeld-met-strafwerk-een-dag-voor-de-wedstrijd? ”
“Dat zet ik je betaald Wemel.” Hij gooide me achterover op de grond, ging bovenop me zitten en begon me te kietelen. (ha,ha,ha, ……..hoe weet hij waar mijn kietelplekje zit???)
“Het kwam allemaal door mijn vuurflits en dat weet je.” Plaagde hij
“ Nou…….ha ha…..misschien heb je gelijk…..trouwens die Vuurflits van je is toch maar een rare bezem…..ha ha…..mag ik hem hebben ha ha ha??”
“Een rare bezem hé? Ik zal je de volgende keer een zwabber lenen.” Zei hij terwijl ik bijna geen adem kon krijgen door het gekietel van hem.
“Je krijgt heb toch niet terug ha, ha,…….had ik dat nog niet gezecht…..stop…..stop ….hahhahahahah?”
“O ja, meen je dat nou echt? Wees maar niet bang meisje, ik heb zo mijn tactieken om hem terug te krijgen.” Zei hij onheilspellend.
“Ha..ha..ha..hoe dan?” vroeg ik.
Dat was een stomme vraag want voor ik het wist was hij gestopt met kietelen en sloeg zij armen om me heen. Onze lippen vonden elkaar weer en deze keer voelde ik me alsof mijn hele lijf slap was geworden en ik terplekken smolt. ‘Oké Harry, ik geef het op als je maar niet stopt met me zo te kussen.’
De tijd na dit gesprek werd was er een die overdekt werd met een warme deken van geluk en liefde. Ik had Harry nog nooit zo gelukkig gezien voor zo’n lange tijd. Ik was net zo gelukkig als hij maar hij probeerde te tijd die we niet samen waren geweest goed te maken. Van mij hoefde hij dat niet te doen. Het was goed zo.
Terwijl juni over ging in juli kreeg ik het heel druk met mijn examens. Ik dacht dat Harry het vervelend zou vinden dat we niet zo veel tijd samen door konden brengen als we zouden willen maar op nieuw verbaasde hij me. Hij was er als ik hem nodig had en liet me met rust als ik tijd voor me zelf wilde. Het was alsof hij wist wat ik voelde en het was fijn te weten dat hij mij begreep zoals geen enkel ander persoon dat ooit gedaan heeft. Daarbij had hij het ook druk met de lessen van Perkamentus en ik respecteerde het dat hij de inhoud van die lessen niet met mij kon delen. Zelfs toen ik het gevoel kreeg dat hij dat wel deed met Ron en Hermelien.
Als het aan mij lag zou hij het mij wel vertellen als hij daar aan toe was. Tussen ons kon het niet beter.
Ik had moeten zien aankomen dat, dat niet lang zou duren.
Hoofdstuk 14 Ginny en Felix
De avond waar ik jullie nu over ga vertellen zal ik me blijven herinneren zolang ik leef. Ik kwam net terug uit de bibliotheek waar ik de hele middag had zitten studeren en hoopte dat ik even een hapje kon eten met mijn vriend. Ron en Hermelien hielden me aan bij het portretgat. Ron zei geen woord maar gaf me een klein flesje. Hermelien legde snel uit wat Harry haar had verteld en eindigde met Harry’s vaarwel. (Vaarwel!?!). Nou deden ze het weer, ze hielden informatie achter en vertelde me niet het hele verhaal.
“Waarom moet ik dit drankje drinken? En waarom willen jullie de SVP bij elkaar roepen?” Ron en Hermelien zieden niets. Ze weten iets maar ze hielden hun mond.
“Ron waarom moet ik Felix Fortanus innemen?” Hermelien stond daar alleen maar met een verraste blik op haar gezicht.
“Hermelien, je bent niet de enige die studeert op deze school. Ik weet wat Felix Fortanus is en hoe het werkt.” Ze zeiden nog steeds geen woord en ik voelde mezelf uit mijn slof schieten.
“VOOR DE LAATSTE KEER, WAAROM GEVEN JULLIE MIJ EEN GELUKSDRANK!?! WAAROM WILLEN JULLIE DE SVP BIJ ELKAAR ROEPEN!?! EN WAAR IS HARRY!?!HIJ IS MIJN VRIEND EN IK HEB HET ECHT OM TE WETEN WAAR HIJ NU WEER IN VERZEILD IS GERAAKT.” schreeuwde ik maar nog steeds zeiden ze geen woord.
Ik dwong mezelf om mijn stem onder controle te krijgen tot ik met een woedend gefluister zei: “Goed, zeg maar niets, voor nu. Ik zal doen wat jullie van me vraagen. Maar laat me een ding zeggen. Ik ben die Zweinstein Trio onzin van jullie zat. De volgende keer dat we met zijn vieren zijn gaan we een lang gesprek voeren. Berijd je er maar op voor dat ik dan alles wil weten. ” Ron en Hermelien waren verbluft maar natuurlijk zeiden ze niets.
Ik ging naar Harry’s slaapkamer om de contactmunt op te zoeken. Het enige waar ik aan kon denken was Harry en in welk gevaar hij nu weer verzeild was geraakt. Ik besloot dat ik mezelf niet voor de gek moest houden, Harry’s leven was altijd in gevaar. Voldemort had al vijf keer eerder geprobeerd om hem te vermoorden en een keer daarvan redde hij mijn leven. Deze keer had ik hem kunnen helpen maar niemand vertelde me wat er aan de hand was. Ik opende het flesje met toverdrank en dronk het tot de laatste druppel op. Maar zelfs toen ik die laatste druppel geluksdrank doorslikte voelde ik me alles behalve gelukkig.
Ik was perplex dat de enige SVP’ers die op mijn oproep reageerde Marcel en Loena waren. Die twee zijn ware Griffoendors. Hermelien vertelde me welke gangen er bewaakt moesten worden. We verdeelde ons in groepen en zo kwam het dat ik met Ron en Marcel in de hal op de zevende verdieping terecht kwam waar ook de Kamer van de Hoge Nood zich bevond. Hermelien en Loena zouden Sneep in de gaten houden.
Na uren te hebben gewacht en gestaard te hebben naar een muur begon ik mezelf behoorlijk gek te maken. ‘Harry waar in Merlijns naam ben je, is alles goed met je?’ Ron deed zijn uiterste best om mij maar niet aan te kijken. ’Ron hij is mijn vriend, zie je dan niet hoeveel zorgen ik me maak? Waarom verzwijg je dingen voor me?’ Ik keek naar Marcel, hij zag er een beetje bang uit. ‘We zijn allemaal bang Marcel. Het feit dat je hier bent om ons te helpen bewijst alleen maar hoe dapper je bent. Als je niet bang was geweest dan had ik me waarschijnlijk meer zorgen gemaakt.’
“Ginny, mag ik je wat vragen?” vroeg Marcel.
“Natuurlijk Marcel wat is er?” reageerde ik.
“Denk je dat een meisje als……” aarzelde hij.
“Wie Marcel, wie bedoel je?” moedigde ik hem aan.
“Als Loena……” reageerde hij.
“Wat is er met Loena, Marcel?” vroeg ik hem.
“Denk je dat een meisje als Loena mij ooit leuk zou kunnen vinden?” vroeg hij met verdrietige ogen.
“O Marcel, ieder meisje zou dankbaar moeten zijn met een jongen als jij. Ik heb gezien hoe ze naar je kijkt als jullie bij elkaar zijn. Ik moet me wel heel erg vergissen als ze niets voor je voelt. Daarbij, je hebt een goed hart Marcel en zij zou blind zijn als ze dat niet ziet.” Zijn ogen lichten op.
“Dank je Ginny, nu begrijp ik waarom Harry zo…..”
Hij kreeg de kans niet om zijn zin af te maken omdat er ineens een deur in de muur verscheen.”Ron kijk.” Fluisterde ik. We trokken onze staffen alle drie te gelijk. Ron stond aan de linker kant van de deur en ik en Marcel aan de rechter kant.
De ene seconde zagen we Malfudus’ gezicht het volgende moment totale duisternis. “Lumos” schreeuwde ik maar er gebeurde niets. Ik hoorde Ron en Marcel hetzelfde doen maar alles bleef pik zwart. ‘Wat is er in hemelsnaam aan de hand?’Ik hoorde verschillende voedstappen aan ons voorbij lopen. Even was ik in de verleiding om mijn vledderveer-bezwering op ze los te laten maar het feit dat ik Ron of Marcel zou kunnen raken omdat ik niet kon mikken weerhield me daarvan. Ik bedacht dat het geen zin had dat ze een troep vleermuizen moesten bestrijden als ze straks misschien voor hun leven moesten vechten. ‘Harry, waar ben je? Ik hoop maar dat het goed met je gaat want we zullen je hard nodig hebben als je terug komt’
“ We moeten hier weg, nu!!” hoorde ik Ron roepen. We begonnen te lopen in de richting waarvan we wisten dat de hal uit ging. Het duurden even voor een van ons weer iets kon zien. Marcel die zijn reputatie als brokkenpiloot waarmaakte keek niet waar hij liep en botste tegen Lupos aan. Achter hem stonden verschillende leden van de Orde van de Feniks, daarbij waren ook Tops en mijn broer Bill. Ik gaf Bill een snelle knuffel en we waren onderweg om Marfidus en wie hij dan ook binnen had gelaten te vinden.
“Waarom in Merlijns naam ben je niet in de toren?” vroeg Bill ongerust.
“Harry was al het hele jaar achterdochtig over Malfidus.” Begon ik maar Ron nam het van me over. “ en het hele jaar al hebben Hermelien en ik hem verteld dat hij paranoïde aan het doen was.” zei Ron.
“Dat zal ons niet nog een keer overkomen.” zei ik, niet in staat om de irritatie in mijn stem te verbergen.
Waarom gaan ze naar de astronomie toren? Vroeg ik schreeuwend terwijl we ons in alle kanten op verspreidden. Lupos vocht met een Dooddoener toen ik zag dat een ander de doodsvloek op hem af zou vuren, Lupos was hem echter te vlug af want voor hij de kans kreeg zijn vloek te voltooien vloog hij door de lucht en kwam met een klap neer op de grond.
Sinds het gevecht op het ministerie dacht ik dat ik het ergste wel gezien had maar wat er op dit moment gebeurde was in vergelijking daarmee een eitje geweest. Het drankje dat ik had genomen moet gewerkt hebben want op dat moment nam ik het op tegen twee Dooddoeners die duidelijk ten doel hadden op mij om zeep te helpen. Ik bleef alle vervloekingen die ik bedenken in de rondten strooien en op de een of andere manier troffen de meest daarvan doel. Opeens zag ik een lichtflits en een Dooddoener die mij net zou vervloeken lag uitgestrekt op de grond. Ik keek om mij heen en zag Marcel daar staan met een verraste blik op zijn gezicht. Hij had net voldoende tijd om maar met glimlachen voor hij werd getroffen door een vloek. “Marcel.” Schreeuwde ik terwijl ik naar hem toe rende om te zien hoe het met hem was. God zij dank hij ademde nog.
Een koude rilling over mijn rug vertelde me op dat moment dat ik weg moest wezen en toen ik me omdraaide zag ik dat een vloek op de plek inslaan waar ik net nog gestaan had. Ik was net op weggegaan om te voorkomen dat ik vervloekt werd door de Dooddoener die Marcel geraakt had. Ik smeet een vloek naar hem toe zonder echt goed te richten en bedankte de toverdrank.
Ik draaide me om en begon te rennen om verder gevaar bij Marcel weg te lokken en ik werd begroet door een aanblik dat ik waarschijnlijk nooit echt helemaal uit mijn hoofd zal krijgen. Het was Finir Vaalhaar, de beruchte leider van een grote groep Weerwolven dat Voldemort dient. Hij was niet getransformeerd in een weerwolf maar zag er uit een combinatie tussen een mens en een beest. Hermelien heeft me verteld hoe Lupos er uit zag toen hij transformeerde tijdens haar derde jaar maar dat heeft me niet voorberijd op wat ik nu recht voor me zag. Vaalhaar zag er in niets uit zoals ik me een niet getransformeerde weerwolf voorstelde. Zelf nu zag hij er beestachtig uit.
Ik begon zo snel ik kon vervloekingen in Vaalhaars richting te smijten en hij gooide vervloekingen alsof hij zelf Felix Fortanus had ingenomen tot ik met mijn rug tegen een muur stond. Vaalhaar stond nog een paar meter bij me vandaan.’O Harry het spijt me zo. Ik heb niet eens de kans gehad om je vaarwel te kussen. Ik wil niet dood.’
Net toe Vaalhaar nog een stap in mijn richting zetten zag ik dat er aan mijn rechterkant iemand voorbij flitsten die Vaalhaar tegen de grond sloeg. Mijn grote broer Bill had hem getekkeld en was nu druk in de weer om hem toe te takelen met zijn vuisten (hij had even geen toverstaf nodig. ) “Ginny wegwezen.” Schreeuwde hij. Dat hoefde hij geen twee keer te zeggen omdat ik al weer met vervloekingen werd bekogeld door weer een andere Dooddoener. “Crucio, Crucio, Crucio, Crucio!!!!!!” schreeuwde ik terwijl ik de vloeken ontweek. Terwijl ik een nieuwe vervloeking op hem los liet hoorde ik een harde schreeuw. Ik zag Vaalhaar over het lichaam van Bill gebogen staan.
“NEEEE!!!!!” was het enige dat ik kon uitbrengen voor ik een nieuwe vloek moest ontwijken.
Waren dat Sneep en Malfidus die ik net van de astronomietoren zag komen? Ik hoorde Sneep iets roepen dat klonk als: “Het is gebeurd.” en toen was hij met Malfidus op de hielen verdwenen. Op dat moment had ik andere problemen. De Dooddoener vond het nogal grappig dat ik zijn vloeken bleef ontwijken en kwam dichter en dichter bij.
Terwijl hij nog een vloek op mij afvuurde kwam een zwartharige flits op me afrennen en werkte de Dooddoener tegen de grond met een van zijn eigen vloeken.
“Harry, waar kom je vandaan.”
Ik was zowel opgelucht dat hij nog leefde als doodsbang bij de gedachte hoe gemakkelijk hij gedood had kunnen worden. Harry miste geen enkel doel terwijl hij in dezelfde richting als Sneep en Malfidus rende. “Harry wacht” maar ik weet zeker dat hij me niet hoorde. Ik deed een poging om achter hem aan te rennen maar op dat moment kwam er net een plafond naar beneden dat mij de pas afsneed.
“Harry!!!!! Harry!!! HA-RRY” riep ik in paniek terwijl een wolk van rook en stof het onmogelijk maakte om nog een hand voor ogen te zien.
Hoofdstuk 15 Nasleep.
Toen de rook en stof een beetje waren opgetrokken liep ik terug naar waar het gevecht begonnen was. Hoe waren de Dooddoeners binnen gekomen? Waar gingen Sneep en Malfidus heen? Hoe is het met Bill? Waar is Harry en hoe gaat het met hem? Ik voelde kompleet hulpeloos voor het eerst in mijn leven.
De eerste persoon die ik tegen kwam was Ron. Hij trilde ongecontroleerd en zat op zijn knieën naast een verschrikkelijk verwond lichaam. Pas toen ik dichterbij kwam realiseerde ik me wie het was. Ik hoorde een schreeuw en knielde naast Ron neer. Het koste me even tijd om te beseffen dat het mijn eigen schreeuw was die ik net hoorde. Ron was niet meer de enige die ongecontroleerd trilde. Mijn handen beefde en ik had het niet eens koud. Toen kwam er een donkere gedachte in mij op: ‘Ik had daar moeten liggen.’
“Het is mijn schuld. Hij probeerde mij te redden.” Fluisterde ik tegen niemand in het bijzonder.
“Dit is niet jouw schuld Ginny. We zijn familie en wij beschermen elkaar. Als de situatie andersom was geweest dan had jij hetzelfde voor hem gedaan en je weet het.” Ron keek me recht aan.
Mijn lichaam stopte met trillen maar veel beter voelde ik me niet. Lupos en de nog wat andere probeerde wat orde in de chaos om ons heen te scheppen. Lupos kwam naar ons toe om te zien hoe we het maakte terwijl de gewonden naar de ziekenzaal werden gebracht.
Toen hij had vastgesteld dat we in orde waren vroeg hij of we Harry hadden gezien. (Wie?) op dat punt wist ik niet eens wie ik zelf was en kon niet helder denken. “Ginny, heb je Harry gezien?” Lupos hield me nu vast bij mijn schouders terwijl hij probeerde contact te krijgen.
“Hij rende langs me tijdens het gevecht. Ik denk dat hij achter Sneep en Malfidus aan zat. Ik probeerde achter hem aan te gaan maar een van de Dooddoeners liet het plafond naar benden komen. Ik weet niet of hij uit die hal is gekomen.”
“Ginny, probeer Harry te vinden. Vind hem en breng hem naar de ziekenzaal.” Zei Lupos dringend.
“Maar Bill dan?”
“Je kunt nu niets voor Bill doen, ik blijf wel bij hem. Ga jij Harry nou maar zoeken.” Ik zag de bezorgdheid op Ron’s gezicht toen hij dat zei. Hij is Harry’s beste vriend en hij had in mijn plaats kunnen gaan, kennelijk zag hij dat ik gek werd van ongerustheid.
“GA, wegwezen!!!” ik was al onderweg voor hij zijn roep af kon maken maar om heel eerlijk te zijn was ik doodsbang voor wat ik zou aantreffen.
Zweinstein was een ravage. Harnassen lagen in puin, schilderijen waren verbrand, de zandloper met robijnen waar de afdelingspunten op werden bijgehouden was aan diggelen geschoten.
Iets leide me naar buiten en het eerste dat ik me op viel was de geur van verbrand hout. Er kwam witten rook uit het huisje van Hagrid. Het was al geblust en ik kon alleen maar hopen dat er niemand binnen was toen de brand begon.
Ik liep om het kasteel heen in de richting van de astronomietoren. Op de een of andere manier dacht ik dat dat een goede plek was om te beginnen met zoeken omdat daar het gevecht begonnen was. Het Duistere teken hing boven de toren en ik wist dat ik de goede kant op ging. Het duistere teken is een teken dat er iemand vermoord is en ik kon op dat punt alleen maar bidden dat het niemand van ons was.
Ik maakte me verschrikkelijke zorgen. “O Harry, wees alsjeblieft niet dood. We hebben nog maar zo kort iets met elkaar. Ik wil je niet kwijt nu we elkaar gevonden hebben. Ik ben nog steeds mijn leven aan je verschuldigd en ik ben nog niet eens begonnen je terug te betalen. Er is nog zoveel dat ik je niet verteld heb, zoveel van mijn ziel dat je nog niet gezien hebt. Harry ik…..’
Ik werd ruw in mijn gedachte verstoord door de aanblik die ik onder ogen kreeg toen dichter bij de toren kwam. Daar was hij. Hij zat met zijn rug naar me toe en zijn schouders schudde. Hij was duidelijk in tranen. (God zij dank, hij leeft nog). Ik voelde dat hij zowel mantaal als lichamelijk uitgepunt was. Zijn kleren waren gescheurd en ik zag dat hij over zijn hele lijf verwondingen had op gelopen. Hij knielde over iets heen. Nee dit kan niet waar zijn. Niet Perkamentus. Maar het was zo. Harry kielde over het levenloze lichaam van Albus Perkamentus. Ik voelde dat de tranen nu ook over mijn eigen gezicht liepen, niet alleen om Perkamentus maar ook om dat ik wist dat Harry dit zichzelf kwalijk zou nemen.
Er verzamelde zich een groep mensen om Harry heen. Hagrid deed zijn best om hem daar weg te krijgen maar Harry wilden voor hem niet in beweging komen. Hagrid keek me smekend aan. Het is verbazend hoe klein een reus kan zijn als hij hopeloos kijkt. Ik liep naar hem toe en pakte Harry’s hand.
“Harry kom op.“ fluisterde ik.
Zijn hand was ijskoud maar ik was niet van plan om hem los te laten. Ik had het net zo nodig als hij om zijn hand vast te houden. Hij bereikte mijn gedachte zonder een woord te zeggen. Ik probeerde hem het kasteel ik te krijgen. Weg van de vragende ogen die probeerde te zien wat er gebeurd was en een glimp van Harry op te vangen. ‘Hou daar mee op!!!! Heeft hij ondertussen nog niet genoeg meegemaakt?’
Ik begon echt een hekel te krijgen aan deze school. Voor Harry is het altijd zijn thuis geweest maar voor mij begon het meer en meer een plek te worden van slechte herinneringen voor hem. Zijn ouders, Carlo, Sirius en nu Percamentus waren allemaal dood en ik kon gewoon zien dat Harry dat allemaal op zichzelf betrok. Niemand, zelfs ik niet, kon iets tegen hem zeggen om hem te stoppen om zichzelf kwalijk te nemen en alle schuld op zijn schouders te nemen. ‘Harry ik ga nergens heen. Je zal mij nooit aan die lijst toe te voegen. Ik beloof het.’ Ik wilde iets zeggen…. Het maakt niet uit wat. Ik wilde hem vasthouden en de rest van de wereld buitensluiten. Ik wilde de ogen uit die achterlijke hoofden rukken die hem stonden te bekijken alsof hij een dier was in de dierentuin.
Uiteindelijk kwamen we aan in de ziekenzaal. (ik heb me bedacht in weet nu zeker dat ik deze school haat.) Als ik eerder in de war was dan was ik nu waarschijnlijk hersendood, mijn gedachte gingen alle kanten uit. Bil zou het overleven maar niemand wist wat de resultaten van Vaalhaars aanval zouden zijn. (nog steeds voelde ik me schuldig voor die aanval.) Harry zag er niet veel beter uit dan ik me voelde. Ik luisterde naar hem toen hij vertelde wat er was gebeurd op de astronomietoren.
Hoorde ik dat nou goed? Heeft Sneep Perkamentus vermoord? Heeft Harry alles zien gebeuren? Iedere vezel van mijn zijn schreeuwde dat ik naar hem toe moest gaan. Maar door de samenloop van omstandigheden liet dat simpelweg niet toe. Harry werd van alle kanten ondervraagd en wat mij echt zeer deed was dat wat hij hen ook vertelde ze hem niet leken te geloven. Ik probeerde wat aandacht van hem vandaan te trekken door Ron bij te staan in zijn verklaring over was te gebeurd was bij de Kamer van de Hoge Noot.
Iedereen scheen zichzelf de schuld te geven voor wat er gebeurd was. Deden ze dat omdat ze het gevoel hadden dat ze moesten voorkomen dat Harry alle schuld op zich zou nemen? Het moet gezecht worden. We waren allemaal schuldig. Harry had al het hele jaar zijn verdenkingen en iedere keer als hij die uiten werden ze van tafel geveegd. Op dat moment besloot ik dat ik nooit meer aan hem zou twijfelen.
Mijn ouders kwamen binnen toen Lupos zijn kant van het verhaal beëindigde. Fleur liep achter hen. Haar gezicht sprak boekdelen. Niemand zag het maar dit was geen blik van afgunst op haar gezicht; het was een blik van liefde en ongerustheid voor haar grote liefde. Ik zag meteen dat het Fleur niet uit maakte hoe Bill er uit zag. Fleur houdt van Bill, niet hoe hij er uit ziet. Ik zelf had die les al geleerd in de korte tijd dat ik met Harry was.“De harten van zielsverwanten hebben tijd nodig om zich te versmelten en naar elkaar toe kunnen groeien.” (Dank u professor). Nu begreep ik het. Bill en Fleur zouden elkaar bijstaan wat er ook zou gebeuren. ‘Ik zal trots zijn om je op te nemen in onzen familie Fleur.’ Fleur moest schreeuwen om het mijn moeder duidelijk te maken. Ik begon me af te vragen wat pa zou zeggen als ik hem zou vertellen van mijn relatie met Harry (Je hebt een relatie met mijn wat????) Ik betrapte mezelf erop dat ik glimlachte toen ma en Fleur elkaar omhelsde. Het zou allemaal wel goed komen tussen hen.
Ik werd uit mijn “het nieuws aan mijn pa vertellen” fantasie door een reeks nieuwe gebeurtenissen. Hoorde ik dat nou goed? Verklaarde Tops nu net de liefde aan Lupos? Wauw uit tragedie komt hoop blijkt wel weer. Lupos en Tops verdienen een beetje geluk in hun leven en ik kan niet anders dan ook van hen te houden.
Op dat moment liep Hagrid de ziekenzaal binnen om ons te informeren over het feit dat hij het lichaam van Perkamentus had verplaatst. Professor Anderling en Harry waren in gesprek en voor ik iets kon zeggen waren ze verdwenen voor een privé gesprek. Ik wilde doolgraag bij hem zijn om hem te steunen maar pa en ma wisten nog niets over ons en dit leek mij niet het geschikte moment om ze dat te vertellen. (Hou je goed Harry, ik zal op je wachten, ik ga nergens heen.)
Hoofdstuk 16 stomme nobelheid.
De dagen die daarop volgde waren dagen van chaos. Harry had de afdelinghoofden overgehaald om de school open te houden tot de begrafenis en zo de studenten de kans te geven om afscheid te nemen van Professor Perkamentus. Dat weerhield de ouders van de studenten niet hun kinderen in een noodtreinvaart naar huis te halen. Zweinstein was aan het leeglopen met een ongelofelijk tempo. De hallen waren verlaten en de Grote Zaal leek nog groter dan hij al was nu er zo weinig studenten aanwezig waren.
Het Trio en ik waren iedere minuut van de dag bij elkaar. Harry hield zich goed maar ik wist dat hij veel verdriet had. Soms doet het me zo’n zeer als hij gesloten is over wat hij voelt maar ik wist ook dat ik hen niet kon dwingen. Ik realiseerde dat hij uit zichzelf moest komen met zijn gevoel. ‘Ik ben er voor je Harry. Ik weet in mijn hart dat jij dat ook weet.’ Ik wist dat er iets was dat hij tegen me wilde zeggen maar hij leek bang om dat te doen. ‘Heb je nou nog niet door dat je alles tegen me kunt zeggen.’
Op dag van de begrafenis had iedereen gepakt en was klaar om te vetrekken. Zweinstein zo sluiten zo snel als de begrafenis ten einde was. We zaten met zijn vieren in de Grote Zaal met de rest van de overgebleven studenten. Harry zag naast me maar ik wist dat hij is zijn gedachte mijlen ver bij me vandaan was. Ik voelde het schuldgevoel van hem afstralen zoals ik zijn woede voelde op de avond van de sorteerceremonie. Niets wat ik of wie dan ook zou zeggen kon hem daar vanaf houden. Ik moest hem een por in zijn ribben geven om contact met hem te krijgen en hem in beweging te zetten. Harry zag er uit alsof hij een beslissing aan het vormen was. Ik dacht dat als hij dat als hij het niet met mij wilde delen het over mij moest gaan of over ons als stel. Mijn hart deed pijn en hoopte vurig dat ik het fout had.
De ceremonie was heel verdrietig. De meermensen en centauren brachten een laatste groet aan Perkamentus. Je kon het vergelijken met het lied van de feniks dat klonk op de avond ven overlijden van Perkamentus. De feniks verdween die avond en ik weet zeker dat we hem nooit terug zullen zien. De harde werkelijkheid dat we Perkamentus nooit meer zullen zien raakte me op het moment dat Hagrid zijn levenloze lichaam naar het altaar droeg. Ik kon mijn verdriet niet langer de baas. Hij betekende zoveel voor de school, voor zijn studenten, voor Harry en zelfs voor mij.
Terwijl een kleine man in het zwart zijn toespraak hield, ik kon geen woord horen van wat de beste man allemaal zei omdat ik zo hard huilde, was Harry weer mijlen ver weg in zijn gedachte. Wat ging er in hem om? Wist hij dan niet dat ik er voor hem zal zijn? Dat Ron en Hermelien er ook voor hem zullen zijn, dat we naast hem zullen staan, wat er ook zou gebeuren, wat de toekomst ook zou brengen? Dat we niet zouden toestaan dat er iets met hem zou gebeuren……zelfs Voldemort, zelfs als we ons leven zouden moeten geven om hem te beschermen? Op dat moment begreep ik het en stopten meteen met huilen. En ijs koude realiteit maakte zich van mij meester. Harry dacht aan alle mensen in zijn leven die precies hadden gezecht wat ik zonet gedacht had. Dat zij hem zouden beschermen al moesten ze voor hem sterven.
Lily Potter James Potter, Sirius Zwarts en nu Albus Perkamentus, zij hadden één ding gemeen. Zij hielden van hem, zij steunde hem en zij hebben hun leven gegeven om hem in bescherming te nemen. Harry had een beslissing genomen en ik weet dat hoewel ik de uitkomst niet leuk zou vinden, ik het zou begrijpen. Ik hield zijn ogen gevangen in de mijne en bereide mezelf voor op wat er zou komen.
“Ginny, luister……” fluisterde hij toen de mensen opstonden en het geroezemoes aanzwol.” Ik kan niet meer met je omgaan. We mogen elkaar niet meer zien. We mogen niet meer samen zijn.” (O nee, zeg dat niet.)
“Dat is natuurlijk om de een of andere stomme, nobele reden?” reageerde ik. (je wilt alleen maar dat ik veilig ben, mijn held, mijn kampioen, mijn hart).
De laatste paar weken met jou waren net…net niets uit een ander leven maar ik kan niet……we kunnen niet….er zijn nu dingen die ik alleen moet doen. Zei hij. ‘Je gaat achter Voldemort aan…….is er iets dat ik kan doen om je te stoppen? Nee, daarvoor ken ik je te goed. Niets houdt jou tegen als je een doel voor ogen hebt.’
Ik kon niet huilen, ik kon geen adem halen maar ik vertikte het om weg te kijken. Die verdrietige groene ogen waren speciaal voor mij en ik kon ze nog niet op geven. Niet zonder iets gezecht te hebben.
“Voldemort gebruikt de mensen van wie zijn vijanden houden. Hij heeft jou al een keer als lokaas gebruikt ‘maar toen heb je me ook beschermd waarom nu niet?’ en dat was alleen omdat je de zus van mijn beste vriend was. Stel je eens voor wat een gevaar je loopt als we samen verdergaan. Hij zal er achter komen, hij zal het horen en dan zal hij proberen mij te treffen via jou.”
Ik probeerde het argument dat Tops gebruikte tegen Lupos toen hij zei dat de reden was dat ze niet bij elkaar konden zijn was dat hij een Weerwolf was.”En als het me nou niets uitmaakt?”
Zijn antwoord was kort er simpel, “Mij maakt het wel uit. Hoe denk je dat ik me zou voelen als dit jouw begrafenis was……en het mijn schuld was…..?”.’Harry op een dag zul je beseffen dat je niet alles dat er in de tovenaarswereld gebeurd in de hand hebt. Ja, het is waar dat er mensen zijn overleden om jou te beschermen maar het was niet jou schuld. ‘
Ik kon hem niet meer aankijken; ik verbrak ons oogcontact en staarde over het meer. Ik moest wel mijn hart stond op het punt om te breken.
Ik moest iets zeggen en dus zei ik wat ik voelde in mijn hart.”Ik heb je nooit kunnen loslaten. Niet echt. Ik bleef altijd hopen….Hermelien zei dat ik verder moest gaan met mijn leven, dat ik misschien met andere mensen om moest gaan, wat meer ontspannen moest zijn als jij erbij was, want ik kreeg nooit een woord over mijn lippen als jij in de zelfde kamer was, weet je nog? Ze dacht dat misschien iets meer aandacht aan me zou besteden als ik wat meer…..mezelf was. ”
“Slimme meid die Hermelien. Het enige waar ik spijt van heb is dat ik je niet eerder heb gevraagd. We hadden maanden….misschien we jaren……” zei hij en ik zag dat hij probeerde te glimlachen. ‘stil maar geen excuses. Ik ben net zo schuldig voor die onbenutte tijd.’
Ik gaf hem een verwrongen glimlach en zei: ”….maar jij was steeds te druk bezig de tovenaarswereld te redden. Nou, ik kan niet zeggen dat ik verbaast ben. Ik wist dat dit zou gebeuren (niet dat ik het wil). Ik wist dat je alleen gelukkig zou kunnen zijn als je op jacht was naar Voldemort (niet gelukkig Harry, gelukkig ben je bij mij.) Misschien mag ik je daarom wel zo graag.” (Mogen????)
Harry’s ogen flakkerde. Hij stond simpelweg op en liep bij me weg zonder zich om te draaien. Alles dat ik kon doen was daar zitten en te zien hoe Harry en een groot deel van mijn hart wegliepen uit mij leven.
Epiloog: Mijn lege hart
Volgens mijn vader is Harry door leden van de Orde maar de Ligusterlaan gebracht. Ron en Hermelien gingen per haardvuur naar het Nest. Ik mocht met hen mee maar ik vroeg mijn ouders of ik per trein naar London mocht reizen. Ze wisten dat de mogelijkheid er in zat dat Zweinstein niet meer open zou gaan en ze moeten gedacht hebben dat ik een paar uur met mijn vrienden door wilde brengen. Ze beloofde me dat ze me zouden ophalen als de trein op perron 9 ¾ aan zou komen in London. Mijn echte reden was dat ik even een tijdje alleen wilde zijn.
Het weer werd bar en boos op het moment dat de trein op weg ging richting huis. De regen was net zo erg als de dag dat de dementors te trein doorzochten in mijn tweede jaar maar ik letten niet op het weer terwijl ik door de trein liep op zoek naar een lege coupé. Het viel me op dat de trein er leeg uitzag, alsof Zweinstein geen respectabele school was en niemand zich aanmeldde.
Toen ik uiteindelijk een plekje had gevonden en uit het raam zat te staren werd mijn aandacht afgeleid door een geluid. Het was Daan; hij stond buiten mijn coupé. Hij maakte een beweging alsof hij de deur open wilde doen om bij me te komen zitten. Mijn oogopslag moet hem verteld hebben wat hij weten moest. Die zei: ’Je bent hier niet welkom, niemand is dat, laat me met rust met mijn gedachten.’
Mijn gedachten, ha, alsof ik aan iets anders kon denken. Ik dacht aan Harry en de tranen biggende over mijn wangen. Dit was een heel nieuw gevoel voor mijn. Weten dat je om iemand geeft, dat hij om jou geeft, maar dat je niet bij elkaar kunt zijn een nootzakelijk kwaad lijkt te zijn. Ons laatste gesprek bleef zich ik mijn hoofd afspelen, denkend dat ik het er op de een of andere manier beter vanaf zo kunnen brengen. In ieder geval beter dan nu.
Ik bonkte met mijn hoofd tegen het raam uit pure frustratie terwijl ik in mijn hoofd de laatste zin die ik tegen hem zij herhaalde. “Misschien mag ik je daarom wel zo graag.”
Waarom zei ik Misschien? Er is geen misschien aan. Ik had moeten zeggen: “Ik weet dat dat is waarom wel zo graag mag.”
Nee, dat is ook niet goed,
Ik ‘mag‘ Harry niet.
Ik heb Harry nooit ‘gemogen’.
Ik zal Harry nooit ‘mogen’.
Ik HOU van Harry. Ik heb van hem gehouden vanaf het moment dat ik hem geluk wenste voor hij de trien in stapte al die jaren geleden. Ik had moeten zeggen: “Ik weet dat ik daarom zoveel van je houdt.”
Het was een moment in de tijd dat ik niet meer terug kon draaien maar op dit moment realiseerde ik me waarom ik het gezecht heb zoals ik het zei. Als ik hem toen had verteld dat ik van hem houdt was hij gaan twijfelen aan zijn beslissing. Misschien had hij zijn voornemens dan niet waar kunnen maken en uiteindelijk zouden we geen van allen ooit nog veilig zijn.
Ik voelde me alsof er een deel van mij van me was weggerukt. Alsof ik tweeën gedeeld was. Voel jij je net zo Harry? Mijn hart voelt zo leeg als Zweinstein nu is. Mijn relatie met Harry was niet zomaar een verkering. Was mij betreft zal ik hem nooit opgeven en ik weet dat hij dat ook niet zal doen. Ik mijn hoofd en hart voel ik dat ik nooit meer dit geluk zal voelen bij een ander. Dus voor Harry en mijzelf zal ik sterk en hoopvol zijn.
Daar zit ik dan. Een deel van mij hoopt dat ik de kans krijg om Harry te zeggen hoe ik me echt voel. Bill en Fleurs trouwerij staat voor de deur en ik weet dat Harry daar bij zal zijn. Ik ben van plan om Ron en Hermelien te confronteren met wat ze voor mijn verzwijgen, ik heb ze gewaarschuwd. Daarna ben ik van plan om Harry in een hoek te drijven en hem eens haarfijn uit te leggen hoe stom het van hem was om het met me uit te maken. Dat ik niet in minder gevaar verkeer dan ik al deed toen ik zijn vriendin was. Ik heb met genoeg Dooddoeners gevochten om op in hun top tien lijst te staan en ik weet zeker dat Draco en Sneep alles over ons aan Voldemort hebben verteld. Daarbij, ik ben een Wemel en wij zullen altijd gevaar lopen. Ik heb me nooit veiliger of vollediger gevoeld als toen ik en Harry naast elkaar stonden, maar boven alles. Ik kan hem de toekomst niet laten ingaan zonder dat ik hem verteld heb wat hij diep in mijn hart voor me betekend.
Voor veel mensen is Harry “De-jongen-die-bleef-leven” voor mij zal hij altijd “De-jongen-aan-wie-ik-mijn-hart-heb-verpand” zijn.
einde.
Ik heb de komende tijd weinig tijd om nog te posten daarom voor mijn lezers de rest van het verhaal. bedankt voor het lezen en reageren. dit verhaal is bij dezen afgesloten. |
|
|
  |
 |
|
|