Poll :: Wat vinden jullie hier van? |
Uitmuntend |
|
68% |
[ 39 ] |
Boven verwachting |
|
14% |
[ 8 ] |
Acceptabel |
|
8% |
[ 5 ] |
Slecht |
|
1% |
[ 1 ] |
Dieptreurig |
|
0% |
[ 0 ] |
Zwakzinnig |
|
7% |
[ 4 ] |
|
Totaal aantal stemmen : 57 |
|
Auteur |
Bericht |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Wo Aug 08, 2007 14:45 |
 |
Opgewonden stormde Hermelien de leerlingenkamer binnen. Harry en Ron keken meteen op.
‘Waar bleef jij nou?’ vroeg Ron.
‘Bibliotheek, dat zei ik toch,’ zei Hermelien die haar vrienden liever niet aankeek.
Ron en Harry keken haar even schattend aan, maar gingen toen tot haar opluchting over tot een ander onderwerp.
‘Ron,’ zei Harry ernstig. ‘Aan het eind van deze kerstvakantie moeten we tegen Zwadderich spelen,’
‘Oh – nee,’ zei Ron die teneergeslagen onderuit zakte in zijn stoel.
‘Kom op!’ zei Hermelien vrolijk. ‘Het gaat vast wel goed!’
‘Straks gaan ze dat liedje weer zingen,’ zei Ron treurig. ‘Dan komt er helemaal niks meer van…’
‘Dat deden ze toch alleen maar het vijfde jaar?’ vroeg Harry schaapachtig. ‘Hoe dan ook, als ze dat liedje weer zingen sla ik Malfidus in elkaar,’
‘Harry,’ zei Hermelien streng. ‘Dat soort dingen moet je niet zeggen en –‘ maar ze werd onderbroken door Ron.
‘Neem het toch niet altijd voor hem op!’ zei hij geërgerd. ‘Wat heb jij!’
Hermelien hield abrupt haar mond. Het kwam natuurlijk verdacht over dat ze altijd zo reageerde als Ron en Harry gewelddadige bedoelingen hadden tegenover Draco. Ze kon maar beter blijven acteren alsof ze hem haatte, en dus helemaal niet vertellen over het zoen-incident.
‘Hoe dan ook, we gaan hard trainen,’ zei Harry koppig. ‘We moeten Zwadderich verslaan, anders word ik gek,’
‘Malfidus schijnt voortdurend ruzie te hebben met een van zijn jagers,’ zei Ron vol leedvermaak. ‘Dus dat ligt in ons voordeel,’
‘Allius toch?’ zei Harry verstrooid.
‘Oh, dat is echt een vervelend ventje,’ zei Hermelien plots. Ron en Harry staarden haar verbouwereerd aan. Hermelien wist wel waarom; dit soort dingen zei ze haast nooit.
‘Heb je hem ontmoet dan?’ zei Ron verbaasd.
‘De eerste schooldag van dit jaar,’ zei Hermelien grimmig. ‘Hij houdt maar niet op over hoeveel geweldige bezittingen hij wel niet zou hebben en hij bemoeit zich overal mee,’
‘Ja, ik weet het,’ bromde Harry. ‘Maar ik had vorig jaar ook voortdurend ruzie met Magnus Stoker.’
‘Ja,’ zei Ron die plotseling ontzettend zelfvoldaan keek. ‘Door die idioot hadden we de wedstrijd verloren. Jammer dat ik op de ziekenzaal lag hè!’
‘Heel jammer,’ zei Harry grimmig.
‘Ach, dat is al verleden tijd. Het helpt niet om daar eeuwig over te blijven piekeren,’ zei Hermelien terwijl ze verstrooid in een boek bladerde.
‘Jij had hem nog uitgevraagd,’ snoof Ron.
‘Ja, daar ben ik niet trots op!’ zei Hermelien kordaat.
‘Waarom vraag je zo’n idioot dan ook uit?’ zei Ron geamuseerd. Hermelien zei niks terug en haar gedachten dwaalden langzaam weer af naar Draco.
‘We gaan trainen,’ zei Harry plotseling kordaat.
‘Wat? Heb je iets aan je litteken ofzo? Harry, de halve ploeg is op vakantie! En het is tien uur ’s avonds! Je bent gestoord!’ dreunde Ron verontwaardigd op.
‘Kan me niks schelen!’ beet Harry hem toe. ‘Ga Ginny halen!’
Ron gromde nijdig en schudde een nogal boze Ginny uit haar slaap.
‘Moest je me nou weer wakker maken! Kan een mens nou nooit eens rustig slapen?’
‘Ja maar Harry wilt dat we gaan trainen,’ zei Ron die haast net zo boos klonk. Ze stampten met zijn drietjes de leerlingenkamer uit.
‘Succes!’ riep Hermelien hen na.
De vakantie ging opzienbarend snel voorbij. Harry, Ron en Ginny waren voortdurend op het Zwerkbalveld aan het trainen, om daarna elke keer verkleumd en chagerijnig terug te komen. En Ron bleef steeds maar weer doorzagen over de grote hoeveelheid bezoekjes die Hermelien wel niet aan de bibliotheek bracht.
‘Het is zeven uur,’ mompelde Hermelien. ‘Ik heb afgesproken – ik bedoel – ik moet naar de bibliotheek! Doei!’
‘Alweer?’ vroeg Ron ongelovig. ‘Wat doe je daar toch steeds!’
‘Nou, wat doe je zoal in een bibliotheek Ron?’ vroeg Hermelien sarcastisch. ‘Boeken lezen misschien? Of huiswerk maken.’
‘Het is vakantie!’
‘Maar ik heb wel veel werk te doen,’ loog Hermelien. Eigenlijk was ze absoluut niet van plan om te gaan werken in de bibliotheek. Ze giechelde binnensmonds toen ze dacht aan Rons uitdrukking als hij geweten had wat zij allemaal uitspookt in de bibliotheek. Gauw sloop ze de schemerig verlichte in en voordat ze het wist werd ze alweer beetgegrepen door een grote jongen die in al zijn haast ruw een paar boeken omstootte. Hermelien gilde, maar toen ze zag dat het Draco was hield ze al gauw op en giechelde ze nerveus. Het was jammer dat madame Rommela ging kijken waar al dat lawaai vandaan kwam, anders waren ze niet gedwongen geweest de bibliotheek meteen weer te verlaten.
‘ERUIT!’ gilde madame Rommela. ‘DIT IS EEN BIBLIOTHEEK! NIET EEN OF ANDERE BEZEMKAST! ERUIT!
Ze betoverde een stapel boeken die vervolgens vervaarlijk achter Draco en Hermelien aanzoefden. Draco had kennelijk de raad van madame Rommela opgevolgd, want nog geen minuut later trok hij Hermelien de eerste de beste bezemkast in.
‘Zo, hier kan dat wijf ons tenminste niet – hé verdomme.’
Argus Vilder had de kast opengetrokken en keek hen met trillende kaken aan.
‘Opduvelen! NU!’
Uiteindelijk hadden ze een heel geschikt plekje gevonden voor hun onderonsjes; de kleedkamer van Zwadderich. Als er geen trainingen werden gehouden was de kans miniem dat er iemand binnen zou komen, dus dat zat wel goed.
Toen ze na haar zoveelste geheime afspraakje de leerlingenkamer weer binnenkwam zag ze Ron en Harry al zitten.
‘Waar ben je toch steeds?’ vroeg Harry nieuwsgierig terwijl hij zijn blik liet glijden over haar stralende gezicht. Hermelien luisterde niet naar hem. Ron zat behoorlijk verslagen in een van de rode fateuils en ze ging bezorgd naast hem zitten.
‘Is alles goed met je Ron?’ vroeg ze onrustig.
‘Ik ben een ramp,’ zei Ron met een holle stem. ‘We gaan overmorgen verliezen van Zwadderich, dat weet ik gewoon zeker,’
‘Dat is geen goede instelling Ron!’ zei Harry bestraffend. ‘Je bent goed als je in vorm bent!’
‘Ik ben een nul,’ zei Ron, nog steeds met zo’n ongebruikelijke ondertoon in zijn stem. ‘Als ze morgen dat liedje weer gaan zingen hebben ze groot gelijk,’
‘Ron –‘ begon Hermelien voorzichtig. ‘Als je het deze training niet zo goed deed dan betekend dat toch niet meteen –‘
‘Hou je mond!’ blafte Ron en hij stormde naar de slaapzaal.
‘Hoe komt hij opeens zo onzeker?’ vroeg Hermelien die zich tot Harry wendde.
‘Geen idee,’ mompelde Harry. ‘Hij heeft dit altijd wel gehad als er een wedstrijd aankwam, maar ik had gedacht dat hij er nu wel aan gewend was,’
‘Hij heeft gewoon veels te veel last van zenuwen,’ zei Hermelien met een naargeestige ondertoon in haar stem. ‘Hij moet zichzelf gewoon niet zo onderschatten.’
‘Dat zeg ik ook vaak genoeg tegen hem,’ snauwde Harry die gelijk rechtop ging zitten in zijn stoel. ‘Maar dat helpt gewoon niks Hermelien!’
‘Je hoeft me niet zo af te snauwen!’ zei Hermelien verontwaardigd.
‘Sorry,’ zei hij zachtjes terwijl hij zich weer in zijn stoel liet zakken.
‘Het is maar Zwerkbal,’ zei Hermelien minachtend. ‘Ik vind dat mensen er veel te moeilijk over doen, als je het mij vraagt.’
‘Hermelien,’ zei Harry. ‘Je snapt heel veel, maar van Zwerkbal snap je niks,’
‘Ja oke,’ zei Hermelien. ‘Maar het belemmert alsnog de eenheid van de afdelingen. Er word veel te veel heisa gemaakt over die wedstrijden,’
‘Er zal nooit eenheid zijn tussen Griffoendor en Zwadderich,’ zei Harry troosteloos. ‘En het kan me niks schelen ook, ik heb de laatste zeven jaar genoeg van dat verdrietige zooitje gezien,’
Hermelien wilde haar mond open doen om te protesteren, maar besloot uiteindelijk maar het tegenovergestelde te doen. Ze stak haar neus in een boek en zei de rest van de avond niet veel meer.
Iedereen kon merken dat de wedstrijd tussen de twee rivaliserende afdelingen eraan kwam. Net zoals in het vijfde jaar vonden er zich veel onfortuinlijke incidenten plaats. Twee meisjes waren elkaar in de haren gevlogen en moesten allebei naar de ziekenzaal omdat hun tongen groen waren gekleurd. De klassenoudsten en leraren moesten steeds van her en der rennen om vechtende Zwadderaars en Griffoendors uit elkaar te halen. Draco zelf had daar maar weinig zin in, net zoals zijn aartsrivaal Harry Potter. Ze hadden het veel te druk met elkaar het leven zuur te maken
‘Meneer Malfidus! Waar denkt u dat u mee bezig bent!’
Professor Anderling was al de hele les nijdig op Zwadderaars. Met een enigszins rood hoofd kwam hij achter de tafels vandaan waar de Griffoendors vandaan.
‘Slakken in Potters tas doen, professor Anderling,’ zei hij met een uitgestreken gezicht. Harry draaide zich gelijk om en keek walgend naar de inhoud van zijn tas.
‘U bent hoofdmonitor!’ zei professor Anderling kwaad terwijl er plukken haar uit haar knotje piekte. ‘Toon alstublieft eens wat verantwoordelijkheid voordat u met acties begint dat de gemiddelde eerstejaars uithaalt!’
Bijna alle Griffoendors lachten, behalve Hermelien, die een beetje opgelaten aan haar ganzenveer friemelde.
De volgende dag was het eindelijk zover. De wedstrijd zou beginnen om elf uur. Een beetje bleek zat Draco aan de afdelingstafel van Zwadderich. Hij probeerde wat van zijn English Breakfast op te eten, maar kreeg geen hap door zijn mond. Korzel en Kwast hadden daar duidelijk geen last van; ze bunkerden net zoveel als normaal.
‘Houden jullie ooit eens op met eten?’ zei Draco terwijl hij agressief met zijn vork in een worstje prikte. Korzel en Kwast haalden een beetje dom hun schouders op toen Patty Park plotseling naast Draco neerplofte.
‘Drakie –‘ Draco begon meteen te knarsetanden bij die bijnaam. ‘– ik heb besloten om maar weer tegen je te praten nu we elkaar toch twee weken niet gezien hebben.’
‘Ik vond het juist zo lekker rustig,’ zei Draco, maar Patty hoorde het duidelijk niet.
‘Weet je wat mijn moeder vertelde? Ooh, je gaat het niet geloven! Ze zei –‘
Draco had niet heel veel zin meer om naar Patty Park te luisteren en riep Zabini meteen toen hij aan kwam sjokken.
‘Zabini! Hier!’
‘Hoi,’ zei Zabini droog, terwijl hij aan de andere kant van Draco ging zitten. ‘Hoe was het bij je ouders?’
‘Wel leuk hoor,’ loog Draco. Hij kreeg meteen weer een wee gevoel in zijn buik als hij aan zijn ouders dacht. ‘En hoe was jou vakantie?’
‘Ging wel,’ gromde Zabini. ‘Mijn moeder nodigte voortdurend haar kakelende vriendinnen uit.’
‘Dat is balen,’ zei Draco afwezig. Hij probeerde nog een hap te nemen van zijn eten, maar hij had spijt dat hij dat gedaan had want hij voelde de grote verleiding om het meteen weer uit te spugen. Nadat hij het er voor over had om een halfuur te wachten op Korzel en Kwast zei hij uiteindelijk: ‘Genoeg gegeten! Mee naar het Zwerkbalveld!’
Hij pakte Korzel en Kwast bij hun kraag en leidde ze dwangmatig de grote zaal uit.
‘Maar – mijn eten!’ protesteerde Kwast.
‘Dan eet je een andere keer maar verder,’ zei Draco resoluut.
Voor de mensen die niet kunnen wachten heb ik alvast weer gepost . De volgende keer natuurlijk de Zwerkbalwedstrijd . |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Wo Aug 08, 2007 20:51 |
 |
Hij sjokte samen met Korzel en Kwast het veld op dat langzaam maar zeker vol begon te stromen. Zijn andere vier ploeggenoten zaten al in de kleedkamer.
‘Waar bleef je!’ riep Adriaan Punnik boos. ‘We wachten hier al een kwartier!’
‘En ik moest een halfuur wachten totdat Korzel en Kwast klaar waren met eten,’ zei Draco kalm. Hij verruilde zijn schoolgewaad voor zijn zwerkbalgewaad en keek zijn team opgelaten aan.
‘We hebben nog nooit van Griffoendor gewonnen,’ begon hij. Zijn teamgenoten keken hem beschuldigend aan. ‘Maar we moeten gewoon een keer winnen! Ik sta erop!’
Zijn teamgenoten schrokken duidelijk van die plotselinge vastberadenheid en enthousiasme.
‘Kom mee,’ zei hij kordaat, en hij marcheerde voor zijn ploeggenoten uit het veld op. Toen ze het veld opkwamen klonk er een orkaan van geluid. Het publiek juichte en joelde en driekwart van de mensen hadden rode rozetten aan, het andere deel was gehuld in groen en zilver. Plotseling klonk er een vage, dromerige stem over het veld.
‘Zo te zien is een van de teams het veld opgekomen. Mooi weer is het trouwens. Toen ik met mijn papa op expeditie ging van de Kreukelhoornige Snottifant was het ook zulk mooi weer, maar toen was het zomer, dus dat is best wel logisch weet je. Oh ja, ik moet de namen opnoemen. Volgens mij is die hele dikke daar Korzool, en die andere dikke Kwist. En dan heb je nog Allianus, Prutskop, Warboel, Pukkel en die aanvoerder met dat platinablonde haar heet Dracus Malfido,’
Woedend keek Draco om naar de persoon die de megafoon vasthield en hem zojuist ‘Dracus Malfido’ had genoemd. Hij zag Loena Leeflang, een vreemd meisje van Ravenklauw met uitpuilende ogen en vuilblond haar. De Griffoendors floten en lachten vanwege het feit dat Loena alle namen van de Zwadderaars verkeerd had genoemd.
Aan de andere kant van het veld zag Draco het team van Griffoendor opkomen.
‘En daar komt het team van Griffoendor. Wat is rood toch een mooie kleur. Dat meisje met dat rode haar is Ginny Wemel. Ik mag haar wel, ze is altijd aardig tegen me, ik blijf het zeggen. En de aanvoerder is natuurlijk Harry Potter, de meeste van jullie zullen hem wel kennen denk ik. En de wachter is Ron Wemel, Ginny’s zusje - eh - broertje, sorry. En die andere zijn Demelza Rovers, Rick Cools, Jimmy Postelijn en Daan Tomas.’
Blijkbaar had Loena de namen van de Griffoendors wel gewoon goed uit haar hoofd geleerd.
Plotseling zagen ze professor Anderling met grote en kordate stappen het veld opkomen.
‘Waar is madame Hooch?’ vroeg Draco verbijsterd.
‘Madame Hooch heeft griep,’ zei professor Anderling snibbig. ‘Meneer Malfidus! Gaat u alstublieft weer bij uw teamgenoten staan!
Chagerijnig beende hij terug naar zijn ploeg.
‘Wat doet zij daar?’ vroeg Kwast dom.
‘Waarschijnlijk gaat professor Anderling dit keer fluiten,’ zei Draco nijdig. Zijn ploeggenoten keken hem verbaasd aan totdat ze de pinnige stem van Anderling weer hoorden.
‘Meneer Malfidus en meneer Potter, geef elkaar een hand!’
Vol tegenzin liep Draco naar Harry Potter toe en schudde zijn hand. Ze lieten verassend snel weer los en Draco had het liefst zijn hand meteen weer schoon willen maken. Het publiek lachtte om hun walgende uitdrukkingen.
‘Bestijg uw bezems als ik fluit!’ blafte Anderling. ‘Drie, twee, een –‘
Professor Anderling had gefloten en Draco zwaaide zijn been soepel over zijn bezem en zette zich af tegen de vochtige grond. Het was behoorlijk koud, maar opzich was het geen slecht weer: aan de hemel scheen een waterig zonnetje. De ballen werden losgelaten en zijn Jagers gingen meteen aan de haal met de Slurk.
‘Volgens mij zijn die mensen van Zwadderich nu met die rode bal aan het overgooien. Hoe heet die bal ook alweer – oh ja – de Slurk. Had ik al gezegd hoe een mooi weer het was? Zwerkbal lijkt me eigenlijk best gevaarlijk, het kan namelijk best zijn dat er vleesetende libelles in de lucht rondvliegen. Die zou ik persoonlijk niet willen tegenkomen, maar die spelers kiezen er natuurlijk zelf voor,’
Draco kon het niet laten om honend te proesten bij Loena’s commentaar. Met een gezicht vol leedvermaak observeerde hij het veld, op zoek naar een goude schittering. Een paar meter onder hem deed Harry hetzelfde. Plotseling werd zijn aandacht door iets anders getrokken. Hij zag Warrel en Punnik en de Jagers van Griffoendor verwoed achter Allius aanvliegen, die zo te zien nu al een minuut lang de Slurk in zijn bezit had.
‘Allius,’ hoorde Draco Adriaan Punnik hijgen. ‘Gooi ook eens over naar ons!’
Allius schudde koppig zijn hoofd en zoefde op de doelpalen van Griffoendor af, waar een onzekere Ronald Wemel voor de ringen zweefde.
‘– je moet natuurlijk ook oppassen met sommige planten die je kan tegenkomen, er kunnen heel veel Nurgels inzitten. Ik heb een speciaal amulet, dat me tegen de Nurgels beschermt. Je kan het kopen op de Wegisweg, maar ik weet niet meer welke winkel. Ik weet het trouwens niet zeker, maar Allioon lijkt te gaan scoren.’
Gejuich klonk echter op uit de tribunes van Griffoendor. Ron Wemel had een spectaculaire redding verricht en Draco beet op zijn lip. Hij zag dat Ron de Slurk naar Ginny wilde gooien maar Allius griste hem voor Ginny’s neus weg en probeerde weer een tevergeefse poging om te scoren. Dit keer faalde hij al helemaal, want de Slurk vloog zeven meter naast de linkerring.
‘ALLIUS!’ brulde Draco woedend. ‘ALS JE NIET IN STAAT BENT OM TE SCOREN, GOOI DAN DE SLURK EENS NAAR ANDERE MENSEN!’
Allius wierp hem een verachtende blik toe en Ginny Wemel greep haar kans: ze veroverde de Slurk en vloog in een noodtempo naar de doelpalen van Zwadderich.
Stiekem zat Draco te duimen op zijn bezem, maar er klonk een luid gekreun op vanuit de tribunes van Zwadderich. Draco keek Ginny in het voorbijgaan eventjes vernietigend aan en ging verder met de zoektocht naar de snaai.
‘– veel mensen zijn bang voor Terzielers, vreemd hè? Ik vind ze wel grappig. Ik ben de enige in mijn klas die ze kan zien. Harry Potter kan ze trouwens ook zien, dus ik ben niet de enige op school. Hè, word er weer gescoord?’
Er werd inderdaad gescoord, maar het was alweer niet Zwadderich. Dit keer had Daan Tomas gescoord en Prutsers, zijn wachter, keek behoorlijk teneergeslagen. Kon hij de snaai nou maar snel te pakken krijgen…
Plotseling moest hij razendsnel een beuker ontwijken. Hij keek achter zich en zag Jimmy Postelijn boosaardig grijnzen.
‘Kwast!’ riep hij. ‘Smijt eens een beuker naar die Postelijn!’
Kwast deed wat hij zei en maakte een flinke uithaal met zijn drijversknuppel. De beuker raakte Postelijn vol in de maag en Anderling kwam meteen op Kwast afgevlogen.
‘WAT ZIJN DIT NOU WEER VOOR MANIEREN!’ gilde ze terwijl haar brilletje bijna van haar neus afgleed. ‘STRAFPUNT VOOR GRIFFOENDOR!’
Demelza Rovers zoefde woedend op Prutsers af, maar hij hield de Slurk behendig tegen en Draco klapte. Punnik kreeg de bal toegespeeld van Prutsers en vloog weer naar de helft van Griffoendor. Hij maakte een salto – waarschijnlijk om Ron Wemel een beetje af te leiden en – hij scoorde. De Zwadderaars juichten luidkeels en Draco kreeg weer een beetje de moed terug. 20 – 10 was niks, zeker niet als hij de Snaai wist te bemachtigen. En toen zag hij hem – de Gouden Snaai. Hij cirkelde boven een van de tribunes van Griffoendor. Maar als hij er nu heel hard op af zou spurten zou Harry Potter hem vast in de gaten krijgen, en zijn bezem was veel sneller… Draco besloot een beetje doelloos richting de tribunes van Griffoendor te zweven. De Griffoendors keken een beetje verbaasd op en Draco voelde de ogen van Harry Potter in zijn rug prikken. Hij keek om en zag dat Harry minstens twintig meter van hem vandaan was. Hij besloot een duikvlucht in te zetten en meters achter hem deed Harry hetzelfde. Hij hapte naar adem terwijl de wind om zijn oren sloeg, langzaam maar zeker hoorde hij Harry’s bezem achter hem aan zoeven…
Meisjes gilden toen de twee Zoekers allebei op de supporters van Griffoendor afkwamen. Een paar mensen gingen haastig opzij. Hij en Harry vlogen nek aan nek in de poging om de snaai te veroveren… En toen – had hij hem. Hij had de Snaai net boven het hoofd van een angstige eerstejaars van Griffoendor gevangen. Hij hoorde Harry vloeken en het gouden balletje stribbelde ontzettend tegen terwijl hij zijn hand eromheen klemde. Hij steeg drie meter op en hield de snaai hoog in de lucht. Uit de vakken van Zwadderich klonk oorverdovend gejuich op. Hij had gewonnen… Voor het eerst hadden ze van Griffoendor gewonnen! Met een opgetogen en hooghartig gezicht landde hij neer op het zachte veld. Een hele stroom van groen en zilver kwam op hem afrennen. Iedereen wist het, ze hadden Griffoendor voor het eerst verslagen. Meisjes giechelden en jongens juichten terwijl hij van alle kanten op zijn schouders werd gebeukt door dolblije supporters.
‘GEWELDIGE VANGST MAN!’ brulde Zabini over de koppen van een paar eerstejaars heen. Zijn teamgenoten keken hem allemaal grijnzend aan, behalve Allius. Ook de ploeg van Griffoendor was op de grond gekomen, maar die keken bijzonder teleurgesteld. Dat kon Draco zich ook wel voorstellen. Dit was de eerste keer voor hen geweest dat ze van Zwadderich verloren hadden, dat ze van hem verloren hadden. Een beetje afgezonderd van de Griffoendors zag hij Hermelien staan. Ze had een nogal merkwaardige uitdrukking op haar gezicht, alsof ze niet wist of ze nou blij moest kijken of juist teleurgesteld. Hij deed de grootste moeite om zichzelf te beheersen en te voorkomen dat hij juichend en dolblij op haar af zou rennen, want als hij dat deed zou hij veel uit te leggen hebben in het bijzijn van de hele school. Hij werd door een paar dolenthousiaste supporters meegevoerd naar zijn eigen leerlingenkamer. Het drong steeds meer tot hem door: Hij had gewonnen. |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Do Aug 09, 2007 14:30 |
 |
‘We hebben verloren,’ murmelde Harry. ‘Verloren, van Zwadderich, Malfidus…’
‘En ik dacht dat we goed in vorm waren,’ kraste Ron.
Hermelien moest nu al drie uur geleuter aanhoren over hoe erg Harry en Ron het vonden dat ze verloren hadden van Zwadderich.
‘Harry, Ron, kom op!’ zei ze geërgerd. ‘Dit is pas de eerste keer dat jullie verloren hebben van Malfidus! En het zal hoogstwaarschijnlijk ook de laatste keer zijn tenzij jullie alledrie blijven zitten en volgend jaar nog tegen elkaar moeten spelen!’
‘Waarom toon je niet gewoon eens wat medeleven,’ zei Ron sikkeneurig.
‘Omdat de wereld niet vergaat vanwege het feit dat jullie een nietige wedstrijd hebben verloren!’ zei Hermelien die met haar tong klakte.
‘Je snapt helemaal niks van Zwerkbal!’ zei Harry boos. ‘Ik stond erop dat ik die wedstrijd won Hermelien!’
‘Hou je eens met belangrijkere dingen bezig!’ beet Hermelien hem toe. ‘Misschien die stapel huiswerk die op je wacht!’
‘Dat is nog waar ook,’ mompelde Harry.
‘Dan zou ik daar maar eens aan beginnen,’ zei Hermelien rustig.
Harry ging verwoed in zijn tas graaien op zoek naar zijn huiswerk, maar Ron keek Hermelien vol afgrijzen aan.
‘Waarom zou je onder deze omstandigheden nog beginnen aan huiswerk?’
‘Omdat dat ook gedaan moet worden,’ zei Hermelien resoluut. Zelf sloeg ze haar boek dicht en propte het in haar tas.
‘Wat ga je doen?’ vroeg Ron.
‘Luchtje scheppen,’ zei Hermelien ontwijkend. Waarom bemoeide Ron zich toch overal mee? Ze pakte een mantel die naast Harry’s stoel lag en klom zo snel als ze kon door het portretgat. Ron keek haar eventjes na.
‘Heb jij ook het gevoel dat Hermelien iets voor ons achter houdt?’ zei hij tegen Harry.
‘Tuurlijk,’ gromde Harry. ‘Ze doet al weken zo geheimzinnig,’
‘Weet je – ik heb het gevoel dat,’ Ron legde prompt zijn ganzenveer op tafel en stootte een inktpotje om. ‘Oeps – ik heb dus het gevoel dat het iets met Malfidus te maken heeft,’
‘Hoe bedoel je?’ vroeg Harry nieuwsgierig.
‘Nou…,’ Ron krabde aan zijn rode haar. ‘Ze neemt het voortdurend voor hem op – ik bedoel – het is wel iets voor Hermelien om er wat van te zeggen als iets onrechtvaardig is, maar toch… Vroeger noemde ze hem wel gerust een kwal.’
‘Ja, maar dat kan ook gewoon komen omdat Hermelien nu volwassen is Ron,’ zei Harry, die niet erg overtuigd leek.
‘Ja maar – nee – luister! Ze gaat ook voortdurend weg, en ze zegt dan nooit waar ze eigenlijk heen gaat!’
‘Dus jij wilt zeggen dat –‘ begon Harry ongelovig.
‘Ze maakt afspraakjes met hem! De aap komt uit de mouw!’ zei Ron, die nu helemaal overtuigd was van zijn eigen gelijk.
‘Hoe wil je dat bewijzen?’ zei Harry, die verstrooid een bladzijde opzij sloeg van zijn boek.
‘We zouden haar kunnen volgen…,’ zei Ron een beetje onzeker. Harry keek op.
‘Met de onzichtbaarheidsmantel bedoel je?’
‘Ja! Dat is een goed plan! Waar is hij eigenlijk?’ vroeg Ron.
Harry tastte naast zijn stoel en keek om zich heen.
‘Vreemd, net lag hij nog naast mijn stoel!’ zei hij gefrustreerd.
‘Wacht eens,’ zei Ron langzaam, bij wie nu duidelijk een lichtje ging branden. ‘Ze is wel heel erg slim Harry, ik zag haar net die mantel naast je stoel vandaan grissen!’
‘Wat?’ zei Harry verontwaardigd. ‘Kon ze dat niet even vragen?’
‘Tuurlijk niet,’ zei Ron wijs. ‘Als ze zei dat ze het gebruikte om ongemerkt bij Malfidus te komen zou jij het vast niet toelaten.’
‘Nee,’ mompelde Harry. ‘Dat is waar. Maar Hermelien zou dat soort dingen haast nooit doen. Ik vraag me af of –‘
‘Slechte invloeden van Malfidus,’ zei Ron. ‘Het komt gewoon door hem, let maar op.’
‘Maar we weten geen eens zeker of het met Malfidus te maken heeft,’ zei Harry.
‘Kom op! Dat is toch zo klaar als een klontje dat hij ermee te maken heeft?’ zei Ron die met zijn vuist op de tafel beukte.
‘Maar Malfidus haat mensen met Dreuzelouders,’ zei Harry, die het nog steeds betwijfelde. ‘Hij zou nooit –‘
‘Hij speelt gewoon een spelletje,’ zei Ron duister. ‘Hij bedriegt haar,’
‘Hmmm,’ Harry besloot er kennelijk maar niet op in te gaan. Hij vond het allemaal nogal vergezocht.
De volgende dag was iedereen behoorlijk stil aan de tafel van Griffoendor. Het feit dat ze voor het eerst in zoveel jaar van Zwadderich verloren hadden was behoorlijk pijnlijk. Draco Malfidus leek juist behoorlijk in zijn sas. Hij kreeg van alle Zwadderaars schouderklopjes en duimen opgestoken en de glimlach op zijn gezicht leek geen een moment te vervagen.
‘Ongewassen kwal,’ mompelde Ron nijdig, terwijl hij een beetje wezenloos lepelde in zijn cornflakes.
‘Eet nou eens wat,’ zei Hermelien een beetje bezorgd.
‘Ik ben mijn tong verloren,’
‘Doe niet zo mal!’ ze wierp een geërgerde blik op Ron, en Harry kwam haast net zo wezenloos naast haar zitten.
‘Heb je Malfidus al gezien, Harry?’ zei Ron meteen.
‘W – wat?’ zei Harry die languit geeuwde.
‘Malfidus,’
‘Nee,’ zei Harry kortaf. ‘Ik bedoel – nee, ik heb hem niet gezien en hij boeit me ook niet om eerlijk te zijn. Welke vakken hebben we vandaag?’
‘Verweer tegen de Zwarte Kunsten,’ zei Hermelien, die haar rooster uit haar tas viste. ‘Een blokuur,’ voegde ze er onheilspellend aan toe.
‘Hé bah,’ zei Ron. ‘Moet ik al die tijd naar dat triomfantelijke gezicht van Sneep en die andere idioot kijken,’
Hermelien giechelde opgelaten en Harry en Ron waren aan het beramen hoe ze de les het beste in duigen konden laten lopen.
‘We kunnen ook een kikker in het gewaad van Patty Park schuiven,’ opperde Ron.
‘Hoezo een kikker?’ vroeg Harry schaapachtig.
‘Ze haat kikkers,’ zei Ron vergenoegd.
Ze liepen gedrieën de trap op. Hermelien luisterde echter niet naar wat Harry en Ron bespraken. Haar gedachten dreven weer eens weg…
‘Hermelien! Ik praat tegen je hoor,’ Ron zwaaide verwoed voor haar ogen.
‘Huh? Wat?’ vroeg Hermelien.
‘Jij weet meer van Patty dan wij,’ zei Ron.
‘Oh, wat wil je weten,’ zei Hermelien verveeld.
‘Of ze echt bang voor kikkers is,’ zei Harry droog.
‘Nee, in feite is ze juist doodsbang voor muizen, en laat me nu eens met rust!’ zei ze geïriteerd. Harry en Ron keken haar schattend aan.
‘Je denkt aan Malfidus, toch?’ zei Ron smalend.
‘Wat – Draco bedoel je? Ik - waar hebben jullie het over!
Harry en Ron gaven verder geen antwoord maar keken elkaar wel vol genoegen aan, alsof dit een soort bevestiging was voor hun vermoedens. Plotseling zei Harry weer wat.
‘Waarom had je gister mijn onzichtbaarheidsmantel meegenomen Hermelien?’
‘Wat? Je onzichtbaarheidsmantel? Oh, sorry Harry. Ik dacht dat het mijn mantel was, maar het bleek dus de jouwe te zijn. Ik heb hem gisteravond wel teruggelegd hoor,’ zei Hermelien.
Ze meende het, ze was er niet van bewust geweest dat ze Harry’s onzichtbaarheidsmantel had meegenomen inplaats van haar eigen. Maar toch was die mantel wel van pas gekomen, als Sneep haar had gezien terwijl ze na negenen nog terug moest lopen naar de toren van Griffoendor had ze gehangen… Harry staarde haar vol ongeloof aan.
‘Echt! Ik meen het!’
‘Zal wel,’ zei hij.
Ze waren bij het Verweer tegen de Zwarte Kunsten lokaal aangekomen. De andere leerlingen waren er al, waaronder Draco, die ontspannen tegen de muur aanleunde. Toen hij Harry en Ron zag trok hij een gekke bek en Harry balde woedend zijn vuisten.
‘Trek het je nou maar niet aan,’ zei Hermelien ongerust. ‘Het was niks…’
‘Waarom moet hij mij nou altijd hebben, stomme sukkel,’ mopperde Harry.
Harry wendde zich tot Ernst Marsman en knoopte een gesprek met hem aan, ondertussen keek Malfidus onderzoekend om zich heen, om te kijken of er geen Zwadderaars hem in de gaten hielden. Toen dat duidelijk het geval was gaf hij Hermelien een knipoog. Hermelien glimlachte naar hem maar zag toen vanuit haar ooghoek een verbijsterde Ron haar aanstaren.
‘Wat?’
‘Je flirt met hem!’ zei Ron schor. ‘Ik zag het wel! Hij knipoogte naar je, en jij flirtte –‘
‘Met wie flirt juffrouw Griffel?’ een kille stem klonk achter hen. Severus Sneep was verschenen en staarde hen doordringend aan met zijn koude zwarte ogen.
‘Eh – met mij,’ zei Ron, wiens oren vuurrood werden. ‘Hermelien flirtte met mij, hahaha…’
‘Het is niet waar,’ zei Sneep sarcastisch. ‘Heel ontroerend. Naar binnen nu,’
Zoals altijd kon Sneep moeiteloos orde houden en niemand gaf ook maar een krimp toen hij dat bevel gaf. Opgelaten stapte iedereen het lokaal in. Sneep gaf een zwaai met zijn toverstok en voor de ramen verschenen zware donkerpaarse gordijnen, zodat ieder sprankje licht tegengehouden werd. Sneep stak de kaarsen aan.
‘Zitten,’ zei hij ijzig.
Hij liep met schichtige, spinachtige stappen naar zijn bureau en haalde de laatste proefwerken tevoorschijn.
‘De cijfers –,’ begon hij. ‘– zijn beter dan eerst. Ik heb slechtst twee proefwerken niet nagekeken omdat er namen opstonden die niet in deze klas voorkomen,’
Hij keek met fonkelende ogen richting Harry en Ron.
‘Want, ik kan me niet herinneren dat er mensen zijn die de naam Henry Pooter of Ronnie Wiebel dragen.’
Iedereen barstte in lachen uit, maar dat werd snel afgekapt.
‘Stilte,’ siste Sneep.
‘Maar – maar dat komt door die Superspellende veren van ons! Dat ging per ongeluk!’ zei Ron opstandig.
‘Ik geloof er helemaal niks van,’ zei Sneep gladjes. ‘Dus bij deze, jullie krijgen een ‘Z’. Laat dat een waarschuwing zijn.’
Draco Malfidus grinnikte en Harry deed zijn mond open om Sneep van repliek te dienen.
‘Niet op ingaan!’ zei Hermelien ongerust. ‘Dan geef je hem alleen maar aanleiding om je strafwerk te geven! En je bent hoofdmonitor, je moet niet –‘
‘Juffrouw Griffel, houdt uw mond!’ beet Sneep haar toe.
Het beloofde weer eens een verschrikkelijke les te worden. Sneep wilde het hebben over duelleren en de kunst om vijandige spreuken te blokken. Dat hadden ze al zovaak gedaan, maar het werd voortdurend herhaald. Hij verdeelde hen in groepjes en tot Hermeliens ergernis moest zij met Patty Park, die er alles voor over had om gemene opmerkingen naar Hermeliens kant toe te roepen.
‘Heb je nou nooit eens de behoefte om iets te doen aan je haar?’ zei ze boosaardig terwijl haar vriendinnen van Zwadderich krijsten van het lachen. ‘Waar zijn je bevertanden gebleven Griffel?’
Hermelien gaf geen krimp en raakte Patty Park met een spreuk waardoor er prei uit haar oren groeiden.
‘Juffrouw Griffel, had ik daar toestemming voor gegeven?’ zei Sneep die nog geen twee seconden later naast Hermelien stond, terwijl Patty Park hysterisch snikte vanwege haar prei-stengels.
‘Nou, u zei niet dat het niet mocht,’ zei Hermelien poeslief.
‘Tien punten aftrek van Griffoendor,’ zei Sneep gedecideerd. Plotseling klonk er een schreeuw door het lokaal en Sneep draaide zich razendsnel om.
‘Meneer Wemel, wat heeft dat in vredesnaam te betekenen?’
Hermelien keek ook om. Ze zag Ron een beetje betrapt naar Sneep kijken. Hij hield zijn toverstok in zijn hand en naast hem stond Malfidus die zijn hand voor zijn neus hield.
‘Meneer Wemel, een toverstok is om spreuken mee te prevelen, niet om in andermans neus te steken, of in andere lichamelijke openingen,’ zei Sneep die even ijzig als normaal klonk.
‘Hij beledigte mijn moeder!’ snauwde Ron.
‘Kan me niks schelen,’ zei Sneep. ‘U biedt uw excuses aan, of ik stuur u weg en geef u vanavond strafwerk,’
Walgend wendde Ron zich tot Malfidus.
‘Het spijt me, Malfidus,’ zei hij met een blik vol afgrijzen.
‘Was dat nou zo moeilijk?’ zei Sneep droog. Aan Rons gezicht te zien vond hij dat inderdaad heel moeilijk. Toen de bel gingen dan ook alle Griffoendors zo snel als ze konden naar buiten. Hermelien hoorde Sneep nog zeggen: ‘Meneer Malfidus, wilt u nog even hier komen?’
Hermelien werd plotseling ongelofelijk nieuwsgierig. Wat had Sneep te zeggen tegen Draco? De deur van het lokaal stond nog op een kier en ze besloot naar binnen te gluren. Draco liep een beetje schuw naar het bureau van professor Sneep, hij leek zelfs een beetje bang… |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Vr Aug 10, 2007 9:52 |
 |
Zo, hier weer een stukje
Opgelaten bleef Draco voor het bureau van professor Sneep staan. Hij wilde Sneep niet aankijken, hij wilde niet kijken in die kille zwarte ogen…
Er waren twee dingen mogelijk waar Sneep met hem over zou willen spreken. Misschien had het te maken met Hermelien Griffel, maar dat betwijfelde Draco. Sneep wilde vast graag een woordje spreken over…
‘Ik heb een uil van je vader gehad,’ zei Sneep kil.
Draco zei niks en staarde ingespannen naar een pot met ganzenveren op Sneep zijn bureau. Hij zag vanuit zijn ooghoek dat Sneep zijn blik probeerde te vangen.
‘Meneer Malfidus, kijk me aan.’
Met tegenzin richtte hij zijn ogen tot Sneep.
‘Je bent gevlucht, is het niet?’ siste Sneep.
‘Gevlucht?’ zei Draco, het koste hem de grootste moeite om nog enigszins schamper te klinken. ‘Waarvoor? Ik wilde gewoon terug naar Zweinstein,’
‘Lieg niet! Je zou het Duistere Teken krijgen in de vakantie. Waarom ben je gevlucht?’ Sneeps gezicht was ondoorgrondelijk.
Draco beet op zijn lip, hij kon het niet zeggen… Hij kon niet zeggen dat hij bang was, hij weigerde dat toe te geven. Hij weigerde Sneep die lol te gunnen. Maar op een of andere manier leek Sneep gedachten te kunnen lezen.
‘Je was bang, is het niet?’ zei Sneep ijzig.
‘Bang? Ik? Ha!’ zei Draco. Hij hoopte Sneep op het verkeerde been te zetten, maar hij had het gevoel dat hij net niet helemaal overtuigd had geklonken. Sneep keek hem dreigend aan en stond op.
‘Ik zal het je nu vertellen,’ fluisterde hij op een manier dat Draco’s nekharen overeind gingen staan. ‘De Heer van het Duister is boos, heel boos… Maar gelukkig voor jouw nietige persoontje krijg je nog een tweede kans.’
‘Gaat – gaat hij me niet vermoorden?’ sputterde hij.
‘Bent u doof? Nee, hij gaat u niet vermoorden. Nog niet,’ zei Sneep. ‘Ga nu. Je hoort er nog van,’
Dat liet Draco zich geen twee keer zeggen. Met bonzend hart liep hij het lokaal uit. Toen hij eenmaal buiten was leek zijn hart juist opeens stil te staan. Hij keek een meisje met een enorme bos bruin haar wezenloos in de ogen. Vervolgens sprintte ze de hoek om.
‘Hermelien?’ kraste hij. Had ze het gehoord? Nee, dat mocht niet. Dat had gewoon niet mogen gebeuren. Dat kon niet…
‘Hermelien, wacht!’ riep hij en rende ook de hoek om. Hij zag haar nergens.
‘HERMELIEN WAAR BEN JE!’ brulde hij. Geen antwoord. Wanhopig begon hij alle gangen af te lopen. Hij duwde een stel vierdejaars ruw opzij. Ze riepen hem verontwaardigd na, maar dat kon hem niks schelen. Hij moest het haar uitleggen. Hij moest zeggen hoe vreselijk hij het juist vond dat hij het Duistere Teken op zijn arm gebrand zou krijgen en dat hij een Dooddoener zou worden.
Nadat hij zowat het hele kasteel afgelopen was gaf hij het op. Hermelien had het gehoord, kon het nog erger? Juist nu ze elkaar aardig begonnen te vinden. Stel dat ze nu nooit meer met hem wou praten, zou hij dat wel overleven? En stel (Draco’s maag draaide zoals vertrouwd weer om) dat ze het tegen Harry Potter en Ron Wemel zou vertellen. Zouden die dan naar Perkamentus stappen? Zou hij van school gestuurd worden? Dat zou hij verschrikkelijk vinden. Zweinstein is de enige plek waar hij zich nog veilig voelde. Tenminste, nu ook niet meer echt. Sneep hield hem overal in de gaten…
Hij was bij de Grote Zaal aangekomen en hij keek als automatisch naar de tafel van Griffoendor. Hij slikte. Hermelien was nergens te bekennen. Wel zag hij Potter en Wemel zitten, niet belangrijk. Teneergeslagen plofte hij neer aan de tafel van Zwadderich.
‘Zit jou iets dwars?’ vroeg Zabini, toen hij Draco’s gezicht zag.
‘Nee,’ zei Draco kortaf. ‘Laat me gewoon met rust,’
Met een verdrietig gezicht keek hij door de Grote Zaal. Hermelien was er nog steeds niet. Waarschijnlijk had ze door de grote schok van daarnet de lunch overgeslagen. Draco keek op zijn rooster. Het volgende uur had hij Voorspellend Rekenen. Zou Hermelien weer net zoals in de eerste schoolweek al haar lessen overslaan? Was ze bang voor hem geworden?
Plotseling werd hij ruw uit zijn gedachten verstoord door Korzel.
‘Waar is Patty?’ vroeg hij met een onnozole blik in zijn ogen.
‘Naar de ziekenzaal,’ zei Zabini. ‘Madame Plijster heeft nog steeds geen manier gevonden om die preistengels uit haar oren te halen. Die verdraaide Hermelien Griffel ook.’
Als Draco zich niet zo verschrikkelijk had gevoeld had hij vol leedvermaak zitten lachen om het feit dat er prei uit Patty’s oren groeide.
‘Zeg, Draco,’ zei Zabini plotseling met een schattende blik op zijn vriend. ‘Gaat het echt wel oké met je? Je ziet zo bleek,’
‘Malfidus ziet altijd bleek, met zijn lelijke rotkop,’ zei een zalvende stem achter hen. Draco draaide zich om en zijn gezicht vertrok van woede. Dit was wel de laatste persoon die hij nu onder ogen wou zien. Hij haatte echt alles aan Devon Allius, van zijn schoenen tot aan zijn elegante bruine haar.
‘Opzouten Allius!’
‘Wanneer gaan we weer eens trainen?’ vroeg Allius haatdragend. ‘Je hebt nou niet echt een geweldig Zwerkbalschema opgesteld hè?’
‘We hebben net een wedstrijd gehad, Allius,’ beet Draco hem toe. ‘En ik zou je kop maar eens houden. Ik heb het volste recht om je eruit te schoppen.’
‘Als je dat doet,’ begon Allius, die een vervaarlijke schittering in zijn ogen kreeg. ‘Dan stap ik regelrecht naar Perkamentus. En dan zal ik ook wel het onderwerp aankaarten over jouw aanvoerderskwaliteiten, Malfidus,’
‘Jeetje, wat ben ik bang,’ zei Draco sarcastisch. ‘Moet jij niet hoognodig nieuwe schoenen kopen, Allius? Ik heb gehoord dat je behoorlijk opschept over het feit dat je schoenen draagt van Magical Desires. Helaas voor jou zijn de meeste mensen niet erg onder de indruk van jouw verhalen,’
Allius trok een gezicht naar Draco en liep toen met triomfantelijke passen weg.
‘Klein ongewassen rotventje,’ zei Zabini minachtend.
‘Je hebt helemaal gelijk Benno,’ zei Draco. ‘Ik ga hem nog eens betaald zetten voor zijn gedrag…’ |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Vr Aug 10, 2007 14:42 |
 |
Ben ik weer . Niet mijn allerbeste stukje, maar ik wilde toch nog even voor jullie posten .
‘Hermelien, waar ga jij nou heen?’
Een stem riep over de drukke binnenplaats. Ron kwam uit de menigte gelopen met een nogal verbaasde uitdrukking op zijn gezicht.
‘Ik – ik wilde naar Hagrid gaan,’ zei Hermelien schuchter.
‘Wat? De lessen beginnen zo!’ zei Ron. ‘Sinds wanneer sla jij die over om naar Hagrid te gaan?’
‘Gewoon,’ zei Hermelien. ‘Ik moet gewoon even met iemand praten,’
‘Waarom praat je dan eerst gewoon niet met mij? Of met Harry?’
Hermelien keek Ron aan. Als ze zou vertellen wat er de laatste tijd tussen haar en Draco Malfidus had gespeeld zou hij zachtjes uitgedrukt niet erg blij zijn. En als ze er dan ook nog bij vertelde wat ze net in het lokaal van professor Sneep had gehoord zouden de poppen al helemaal aan het dansen zijn. Ze wilde het eigenlijk liever eerst aan Hagrid vertellen, die zou namelijk niet ontploffen en haar ook raad geven hoe ze het onderwerp kon benaderen bij Ron en Harry. Aan de andere kant waren ze vrienden, en voorzover zij wist had Ron haar ook alles verteld. Maar toch, misschien kon ze het beter even stil houden…
‘Laat maar,’ zuchtte ze. ‘Ik ga naar Voorspellend Rekenen,’
‘Maar wat is er dan?’ vroeg Ron doordringend.
‘Niks Ron!’ snauwde ze.
Eigenlijk had ze zojuist gelogen. Ze was absoluut niet van plan om naar Voorspellend Rekenen te gaan. Het was te pijnlijk om Draco weer te zien. Haar hoofd zat nog helemaal vol van wat ze zojuist allemaal gehoord had.
Samen met Ron liep ze door de Bezweringengang.
‘Ik heb hier les,’ mompelde Ron. ‘Ik zie je later Hermelien!’
‘Doei Ron!’ zei ze met een geforceerde vrolijkheid.
Ze deed net alsof ze richting Voorspellend Rekenen liep, totdat ze zeker wist dat ze uit het zicht van Ron was. Daarna maakte ze weer rechtsomkeer naar de binnenplaats, die nu helemaal verlaten was. Verslagen ging ze op een bankje zitten.
Draco was dus terug naar Zweinstein gegaan deze vakantie. Maar zei Sneep niet dat hij in die vakantie het Duistere Teken had moeten krijgen? En Voldemort was kwaad… maar Draco zou een tweede kans krijgen. Wanneer kreeg hij het teken dan?
Plotseling werd ze overspoelt door een snijdend gevoel. Ze haatte zichzelf. Ze had nooit iets met Draco moeten beginnen. Ze had altijd al geweten dat zijn vader een dooddoener was, of niet soms? Dan had ze toch wel kunnen bedenken dat Draco zelf ook een dooddoener zou worden. Er zat niks anders op, ze moest tegen hem zeggen dat ze niet meer met elkaar om konden gaan. De gedachte eraan deed al pijn, maar ze zou als ze met hem bleef omgaan haarzelf nog meer pijn veroorzaken. Plotseling sprak een lijzige stem haar toe.
‘Ik wist wel dat je niet naar je les zou gaan,’
Hermelien draaide zich om en keek tot haar afschuw in de grijze ogen van Malfidus.
‘Mag ik naast je komen zitten?’ vroeg hij bruut. Ze zei niks terug, maar tot haar ongemak kwam hij toch zitten.
‘Malfidus!’ zei ze waarschuwend.
‘Ben ik nu weer Malfidus? Ik dacht dat je me Draco noemde?’ zei hij vermanend. Hermelien beet op haar lip en keek hem boos aan. Op dit moment haatte ze alles aan hem en ze kon helemaal geen positieve gevoelens oproepen.
‘We kunnen niet met elkaar optrekken!’ zei ze resoluut.
‘En waarom dan niet?’ vroeg hij op een toon alsof hij wilde weten hoe laat het was.
‘Jij – ik. Jij zit in Zwadderich, en ik in Griffoendor! We zijn precies het tegenovergestelde, snap dat dan!’ riep Hermelein uit.
‘En sinds wanneer laat jij je daar door tegenhouden? Volgens mij was jij altijd degene die leuterde over magische samenwerking,’ zei Draco verhit.
‘Oh, dan stel ik jou ook eventjes een vraag!’ zei Hermelien hysterisch. ‘Waarom ga je met mij om? Je had toch een hekel aan mensen met dreuzelouders?’
‘Mensen veranderen,’ zei Draco kortaf.
‘Dat zal wel,’ zei ze ongelovig. ‘Waarom vind je me sowieso leuk? Ga toch bij Patty Park slijmen Malfidus,’
Ze stond op en ze staarde Draco met vuurspuwende ogen aan. Hij stond echter ook op, en toen besefte ze weer hoeveel groter hij eigenlijk wel niet was dan haar.
‘Je bent bevooroordeeld geworden door wat je net gehoord hebt Hermelien,’ zei hij, terwijl hij Hermelien dreigend aankeek. Hermelien keek hem even vol verbazing aan. Hoe wist hij dat zij het gesprek gehoord had? Ze verviel echter al gauw weer in haar woede terug.
‘Noem me geen Hermelien,’ zei ze snibbig. ‘Je bent een Dooddoener!’
‘Dat ben ik niet!’ zei Draco woedend. Hij trok zijn mouw op. ‘Zie je hier het teken van Jeweetwel? Nou? ZIE JE HET?’
‘Nee maar –‘
‘Griffel, ik ben geen Dooddoener!’ zei hij vastberaden.
Hermelien wist natuurlijk dat hij op dit moment inderdaad geen Dooddoener was, maar ze had net toch echt gehoord dat hij het Duistere Teken op zijn arm zou krijgen. Ze was woedend op Draco. Hoe kon hij haar nou zo voorgelogen hebben? Hij was gewoon nog steeds een rotzak, besefte ze, en dat zou hij altijd blijven.
‘Sneep zei anders dat je een tweede kans zou krijgen,’ zei Hermelien.
‘En zie ik eruit alsof mij dat ook maar iets kan schelen?’ vroeg Draco kil. ‘Ik ben in de kerstvakantie weg van huis gegaan omdat ik het Teken niet wou krijgen,’
‘Je klonk net tegen Sneep anders erg vastberaden over het feit dat je een Dooddoener wordt,’ zei Hermelien boos. ‘De groeten Malfidus, ik ga,’
‘Nee, je blijft hier,’ zei Draco. Hij klemde een ijzersterke hand om haar pols.
‘Laat me los Malfidus!’ zei Hermelien dwingend. ‘Anders vervloek ik je, en desnoods ga ik heel hard gillen,’
‘Dat boeit me helemaal niks,’ gromde Draco. Hij klemde zijn hand nu zo hard om Hermeliens pols dat het echt pijn deed.
Alsof ze een commando had gekregen ketste ze hem met haar andere hand keihard in zijn gezicht. Draco had echter geen tijd om daarop te reageren; er klonk opeens een flitsend geluid van een camera en Hermelien draaide zich vliegensvlug om toen er een heks in een knalrood gewaad naar hen toeliep.
‘Dat was een schot in de roos! Letterlijk,’ zei ze vrolijk.
Hermelien herkende haar gelijk. Het was Rita Pulpers. Zo te zien had ze weer werk, want haar nagels waren als vanouds lang en rood gelakt en haar haren waren gepermanent in nogal merkwaardig, stijve blonde krullen. Ook had ze nog steeds die afschuwelijke bril met ingezette diamantjes. Een fotograaf met een bierbuik hobbelde achter haar aan.
‘Wat doet u hier?’ zei Draco stomverbaasd, die het zo druk had met Rita Pulpers bekijken dat hij Hermelien spontaan losliet.
‘Wel, vanwege bepaalde omstandigheden ben ik weer aangenomen om wat leven te blazen in het roddelcircuit,’ zei Rita Pulpers met een triomfantelijke blik.
‘Wat?’ zei Hermelien woedend. Ze was Draco opeens spontaan vergeten. ‘Verschrikkelijk mens! Je zou nooit meer één woord schrijven in de Profeet of in Heks en Haard. Anders – ik weet van je geheim!’
‘Nou, eerlijk gezegd weten ze er op het Ministerie ook al van. Maar omdat de artikelen die in alle kranten worden geschreven tegenwoordig zo belachelijk saai zijn –‘
‘Nee!’ riep Hermelien kwaad.
‘– heb ik toestemming gekregen van Minister Schobbejak om Zweinstein wat leuke weetjes te bezorgen,’
‘Wat was u dan van plan?’ vroeg Draco.
‘Zoals ik al zei, de roddels zijn heel erg saai. Oftewel, er zijn geen roddels. Ik heb toestemming gekregen om een exclusief roddelblad te publiceren voor leerlingen van Zweinstein. Dus, hebben jullie tijd voor wat woordjes?’ vroeg ze poeslief. Ondertussen klikte ze haar tas van krokodillenleer open en haalde er haar Fantaciteer-veer uit. Ze zette haar veer op een stuk perkament, en de veer schreef meteen een heel verhaal op.
‘Nee, we waren gewoon –‘
‘Waar hadden jullie ruzie om?’ vroeg Rita Pulpers, terwijl ze Draco onderbrak. ‘Vertel me alles. Hoe voelden jullie je. Boos, bedrogen? Waren jullie vol van venijn of haat?’
‘Dat gaat je niks aan en –‘
‘Hebben jullie een relatie? Of zijn jullie vijanden?’ kakelde Rita Pulpers verder, terwijl ze Hermeliens reactie net zo onbeleefd wegwuifde. Haar Fantaciteer-veer flitste nog steeds over het stuk perkament.
‘We geven geen commentaar!’ zei Hermelien die nu pure woede in zich voelde opborellen. ‘Wegwezen!’
‘Goed, tante tutje geeft dus geen commentaar. Maar we hebben tenminste de foto al. Een foto zegt meer dan duizend woorden,’ zei Rita met pure voldoening terwijl ze over de binnenplaats richting Zweinstein liep. Hermelien wilde net tegen Draco een tirade beginnen over Rita Pulpers, totdat ze zich weer herinnerde dat ze kwaad op hem was. Ze keek hem eventjes minachtend aan en liep toen zelf ook weg. |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel
Laatst aangepast door miss louise op Za Aug 11, 2007 8:05; in totaal 1 keer bewerkt |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Vr Aug 10, 2007 20:25 |
 |
Er waren alweer twee dagen voorbij sinds dat gesprek met Draco. Hermelien voelde zich een klein beetje schuldig dat ze hem niet liet uitpraten. Maar wat zou ze te weten gekomen zijn als ze dat wel had gedaan? Er was gewoon geen excuus voor het worden van een Dooddoener, dus ze was waarschijnlijk niet veel wijzer geworden. Zijn vader was notabene ook een Dooddoener, en hij was zelf waarschijnlijk geen haar beter. Nee, het was maar goed dat ze besloten had niet meer met Draco om te gaan. Na een tijdje zouden Ron en Harry er toch wel achtergekomen zijn, en nu kon ze het tenminste voor eeuwig in de doofpot stoppen. Draco zou het waarschijnlijk ook aan niemand vertellen… Ze nam dit geheim mee tot in het graf.
Ze zat samen met Ron en Harry in de Grote Zaal en Ron verveelde haar kostelijk terwijl hij door bleef zagen over de grote hoeveelheid huiswerk die Anderling hen op had gegeven.
‘Ik bedoel, het is gewoon niet normaal meer! Zoveel huiswerk! Alsof we al niet genoeg te doen hebben!’ zei Ron, die een enorme hoeveelheid stampot op zijn bord schepte.
‘Ik weet het Ron. Maar het is nou eenmaal zo. We doen het voor onze P.U.I.S.T examens, dus we moeten er wat voor over hebben.’
‘Er wat voor over hebben?’ snoof Ron. ‘Als ze ons zoveel huiswerk geven dat we moeten leren totdat we dood neervallen hebben we er toch niks meer aan, want dan zijn we dood.’
‘Ron, stel je niet zo aan joh,’ zei Hermelien die hem een geërgerde blik toewierp. ‘Het valt allemaal best wel mee,’
‘Het valt helemaal niet mee – hé, wat is dit?’ vroeg Ron plotseling aan een meisje die hem een folder toereikte dat veel weg had van een krant.
‘De Zweinsklets,’ zei het meisje gedecideerd. ‘De nieuwe schoolkrant,’
‘Schoolkrant? Sinds wanneer hebben wij een schoolkrant?’ vroeg Ron, die sceptisch naar de krant keek.
‘Geen idee, maar ik kreeg opdracht om het uit te delen,’ zei het meisje die knikte naar een enorme stapel kranten die ze achter haar in een kruiwagen had staan. ‘Wil je het of niet?’
‘Ja, geef maar,’ zei Ron chagerijnig.
‘Laat eens zien Ron,’ zei Harry nieuwsgierig. Hermelien wist al wat het was. Ze was Rita Pulpers laatst niet voor niks tegengekomen.
‘Nee, eerst ik,’ zei Ron die de krant buiten Harry’s bereik hield. Plotseling begon Hermelien wat te dagen. In de krant stond natuurlijk een foto van haar en Malfidus. Ze kreeg plotseling het enorme verlangen om de tafel onder te kotsen.
‘Geef hier dat ding! NU!’ zei ze terwijl ze verwoede pogingen deed om de krant uit Rons handen te grissen.
‘Wat? Waarom wil je dit lezen?’ vroeg Ron die vol afgrijzen naar het krantje keek. ‘Het ziet er net zo dom uit als een of ander dorpskrantje!’
‘Geef gewoon hier!’ siste Hermelien hem toe.
‘Wat jij wilt, wat jij wilt,’ zei Ron verveeld en hij reikte Hermelien de krant toe. Voordat ze het ook maar kon beetpakken had Harry het echter al afgepakt.
‘Wat heb je te verbergen Hermelien?’ vroeg hij doordringend.
‘Ik – niks! Geef die krant gewoon!’ begon ze wanhopig. Maar Harry begon het al door te bladeren. Hij keek even wezenloos naar een pagina, maar plotseling werden zijn groene ogen groot van verbazing.
‘Moest je dat nou zonodig verbergen? Hermelien – dit is fantastisch!’
‘Wat is fantastisch?’ vroeg Ron achterdochtig. ‘Laat zien!’
Harry liet het hem zien en ook Rons ogen werden groot van verbijstering.
‘Hermelien!’ kraste hij, maar hij leek verder niet meer uit zijn woorden te komen. Hij staarde naar de pagina en er verdween een maniakale glimlach op zijn gezicht.
‘Ja, het is zo te zien goed raak,’ grapte Harry.
‘Een enorme pets! Nee, dit is in één woord geweldig!’
‘Ik wil er honderd galjoenen om verwedden dat het die belachelijke foto is die Rita Pulpers heeft gemaakt,’ zei Hermelien met een zuur gezicht.
‘Belachelijk? Waar heb jij het over!’ zei Ron die streng met een kippenpootje in zijn hand naar Hermelien wees. ‘Dit is meesterlijk!’
‘Laat eens zien,’ zei Hermelien. Nu wilde ze ook wel eens zien hoe die foto eruit zag. Harry schoof de krant onder haar neus. Hermelien liet in alle roekeloosheid haar beker omvallen. Een hele stroom pompoensap ging over de tafel.
‘Merlijn,’ fluisterde ze. Plotseling voelde ze een ongelofelijk triomfantelijk gevoel in haarzelf opkomen. Daar stond een enorme foto van haar en Malfidus. Ze zag hoe ze ruzie aan het maken waren en hoe ze hem daarna een keiharde pets in zijn gezicht gaf. Toen Malfidus verbijsterd met zijn ogen knipperde werden ze opgeschrikt door de flits van de camera. Plotseling begon ze keihard te lachen.
‘Hermelien, waarom heb je dat niet verteld! Dit is echt… keigaaf!’ zei Ron blij.
‘Ik wilde gewoon dat jullie er op deze manier achter zouden komen,’ proeste Hermelien. Alweer loog ze net; het ging natuurlijk helemaal niet om het incident dat ze hem sloeg. In het begin wilde ze juist niet dat het in de krant kwam. Maar nu vond ze het geweldig, Ron en Harry zouden haar helemaal niet verdenken van een relatie met Malfidus. Dat was gewoon geweldig! Ze gluurde even naar de tafel van Zwadderich en ze zag dat Allius Draco aan het pesten was met de foto. Draco keek ondoorgrondelijk en pakte de krant ruw van Allius af.
‘Malfidus zingt weer eens een toontje lager,’ zei Harry, wiens stem haast barstte van leedvermaak. ‘Dat was écht een goede klap Hermelien,’
‘Je word nog eens goed in Malfidus slaan,’ zei Ron, die haar bewonderend aankeek.
‘Genoeg geslijmd,’ zei Hermelien gedecideerd. ‘Ik ga nu dat artikel lezen dat erbij staat. Daar kan altijd nog iets verschrikkelijks instaan, het is namelijk wel Rita Pulpers die het heeft geschreven, dus je weet maar nooit.’
‘Pulpers?’ vroeg Harry ongelovig. Tevergeefs probeerde hij de krant uit Hermeliens hand te rukken. Hermelien las het artikel door en bij elke zin die ze las werd de frons op haar gezicht nijdiger.
‘De TRUT! Hoe durft ze!’ riep ze uit.
‘Hermelien?’ vroeg Ron. ‘Heeft ze gezegd dat je last hebt van steenpuisten ofzo?
‘Nee, ze – ze,’ Hermelien voelde het bloed weer eens naar haar hoofd stijgen maar negeerde dat. Fel keek ze Harry en Ron aan. ‘Ze zegt dat ik een relatie heb met Malfidus!’
‘Wat?’ zei Ron ongelovig. ‘Geef!’
‘Maar dat is niet zo!’ zei Hermelien snel.
Ron las het door en gaf het toen weer door aan Harry, die zijn keel schraapte en het begon voor te lezen.
Verslaggeefster: Rita Pulpers.
Hermelien Griffel, dé Femme Fatale van Zweinstein heeft zo te zien weer een nieuw persoon aan de haak geslagen. Een tijdje geleden kwam dit promiscue meisje in het nieuws vanwege een driehoeksverhouding die ze zou hebben gehad met de bekende Harry Potter en de zwerkbalspeler Viktor Kruml. Dit keer is haar oog echter op iemand anders gevallen. Juffrouw Griffel lijkt nu voorkeur te geven voor wat minder bekende, maar ambitieuse leerlingen. Ze heeft een knappe jongeman (‘Knap? Hij lijkt op een kruising tussen een gorilla en een brulkikker!’ zei Ron ontzet) genaamd Draco Malfidus weten te verleiden. Ogenschijnlijk heeft ze op dit moment ruzie met haar droomprins. Op deze foto valt te bespeuren dat ze op dit moment niet hele vriendschappelijk gevoelens voor haar grote liefde heeft. Zal het nog goedkomen tussen hen twee? Laten we dat maar niet hopen voor haar wezenloze slachtoffer. Dit meisje is namelijk gevaarlijk voor iedere jongeman die zich geen gebroken hart wilt veroorloven.
Harry keek Hermelien aan. Hermelien had een enorme kleur gekregen. Alle mensen die rondom hem zaten hadden hun eten gelaten voor wat het was en meegeluisterd. Terwijl ze het bulderende gelach probeerde te negeren wendde ze zich weer tot haar vrienden.
‘Ik heb helemaal niks met Malfidus,’ zei ze wanhopig. Eerst was ze nog blij geweest dat niemand haar nu zou verdenken om iets met Malfidus te hebben, nu voelde ze zich juist vreselijk betrapt.
‘Ze schildert je alweer af als een Femme Fatale,’ zei Ron, die met een duistere blik op de schoolkrant keek.
‘Ik dacht dat Rita Pulpers niet meer mocht publiceren van jou,’ zei Harry, die krampachtig aan zijn hoofd krabde.
‘Dat is ook zo! Maar het Ministerie weet dat ze een Faunaat is en ze keuren het gewoon goed! En ze heeft toestemming gevraagd aan Schobbejak of ze een schoolkrant mocht uitbrengen op Zweinstein,’
‘Logisch dat er zoveel troep instaat,’ zei Ron, die walgend naar de krant keek. ‘Er staat hier dat Sneep in zijn vrije tijd het liefst Dreuzelstripboeken leest! Als daar ook maar één woord van waar is eet ik mijn schoolgewaad op,’
Hermelien slikte echter. Het verhaal in de krant was deels aangedikt geweest, maar toch was het de waarheid. Ze had ook iets met Malfidus, en ze hadden nu inderdaad ruzie, of tenminste, iets wat daar op leek.
‘Ik zou je er maar niks van aantrekken Hermelien,’ zei Harry sussend. ‘De menigte is het zo weer vergeten…’
‘Denk je dat?’ zei Hermelien schamper. Plotseling klonk er gejoel vanaf de tafel van Ravenklauw.
‘Hé Griffel!’ riep een meisje met donkerblond haar en vlechtjes. ‘Ik zie dat je een nieuwe scharrel hebt! Malfidus nog wel! Tut, je hebt duidelijk geen smaak hé?’
Hermelien trok haar wenkbrauw op en deed alsof het haar niks kon schelen dat ze nu door de hele school geconfronteerd zou worden met Malfidus. Met een uitgestreken gezicht at ze haar sandwiches op. Ze wilde Rita Pulpers dit betaald zetten. De school zal zien. |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Za Aug 11, 2007 11:19 |
 |
Het is maar een kort stukje, maar ik moest vandaag gewoon nog even posten. Het is voorlopig eventjes de laatste keer, want ik ben van 12 augustus t/m 17 augustus weg. Ik moet naar zomerkamp, en ik ben ook wel een keer aan een vakantie toe. Maar, nog veel leesplezier alsnog .
‘Zo, zo Griffel. Heb je al een bijnaam voor je nieuwe liefje? Noem je hem Drakie of Draakje?’
‘Ga me toch niet vertellen dat jullie het geheim hielden? Nou, ik kan het me best voorstellen. Je vriendje is een rotzak, Griffel,’
Trillend legde Hermelien haar ganzenveer neer. Ze kon al die pesterijen nu nog onmogelijk negeren. Ze hadden op dit moment gedaanteverwisselingen, en elke keer als Anderling eventjes niet keek kreeg ze hatelijke opmerkingen naar haar hoofd geslingerd. Ze werd er zachtjes uitgedrukt gestoord gek van. Harry en Ron keken haar een beetje bezorgd aan.
‘Ik snap niet,’ zei ze beverig. ‘Dat iedereen dat artikel geloofd,’
‘Het is nou eenmaal Rita Pulpers,’ zei Harry grimmig. ‘Die schrijft van alles om andere mensen neer te halen,’
Hermelien beet op haar lip. Misschien was het maar beter om nu toch uit de kast te komen tegenover Harry en Ron, ze had het al maanden verzwegen en normaal vertelde ze hen alles. Nou ja, bijna alles. Sommige dingen waren meidendingen… die zouden hen toch niet interesseren.
‘Het erge is,’ zei Hermelien voorzichtig. Harry en Ron keken op. ‘Dat het ook nog – nou ja – een soort van waar is wat ze schrijft,’
‘Waar heb je het over?’ begon Ron. ‘Rita Pulpers schrijft pure onzin! Dat weten we allemaal!’
‘Natuurlijk heeft ze het verhaal ontzettend aangedikt!’ zei ze snibbig. ‘Maar het is waar wat in dat artikel staat!’
Er viel een gespannen stilte. Ron staarde haar met open mond aan en Harry krabde verbaasd aan zijn haar.
‘Heb je – heb je met hem – ik bedoel,’ sputterde Ron.
‘Ja, ik heb wat met hem,’ zei ze dapper.
‘Hoe kan dat nou?’ vroeg Harry. ‘Hij haatte je, waarom zou hij –‘
‘Ha! Ik had dus toch gelijk!’ zei Ron, die met een beschuldigende wijsvinger op haar wees. ‘Je had dus steeds stiekem afspraakjes met hem gemaakt hé!’
‘Eigenlijk wel,’ mompelde ze. Ze probeerde de ontzette blikken van Harry en Ron te ontwijken.
‘Wat ik me nog het meest afvraag,’ zei Harry. ‘Is hoe je Merlijns naam op zo’n gemene jongen kunt vallen Hermelien,’
‘Zo gemeen is hij eigenlijk helemaal niet,’ zei ze gesmoord. ‘Maar ik heb nu ruzie met hem, Harry,’
‘Waarover dan?’
‘Ik – dat vertel ik wel een andere keer,’ zei ze ontwijkend. Ze zouden haar nog meer terecht wijzen als ze vertelde dat Draco een dooddoener zou worden…
‘Heb je met hem gezoend?’ vroeg Ron nieuwsgierig.
‘Wat? Ja – nee. Dat is prive!’
‘Je hebt dus met hem gezoend,’ zei Ron spottend. ‘Ik moet er niet aan denken om met Malfidus te zoenen. Heeft hij met zijn tong in jouw bek geroerd?’
‘Allemachtig Ron! Wat leg je het op weer op een smakelijke manier uit!’ zei Hermelien geërgerd.
‘Het is dus wel zo,’ zei Ron, die gnuivend lachte.
Hermelien keek hem vernietigend aan, maar toch was ze blij dat haar vrienden niet zo verontwaardigd hadden gereageerd als ze verwacht had. Meestal was Ron juist uit zijn vel gesprongen en had haar dan uitgemaakt voor van alles en nog wat, ze had dan ook absoluut niet verwacht dat hij er juist heel hard om zou moeten lachen. Ze had van Harry vooral verwacht dat hij teleurgesteld zou zijn, maar zelfs dat viel mee. Maar wat als ze vertelde dat ze ruzie had met Draco omdat hij een dooddoener zou worden, zouden ze dan nog wel zo luchtig doen? Ron onderbrak haar gedachtes.
‘Nou, vertel het ons eens. Hoe zoent Malfidus. Slijmerig? Ruw? Of zoent hij als een of andere doorgedraaide slang?,’
‘Begin jij nu ook al,’ siste Hermelien.
‘Ik vind het niet erg grappig Ron,’ zei Harry, die verstrooid aantekeningen maakte.
‘Ik vraag gewoon om een beetje achtergrond informatie! Daar is toch niks mis mee, of wel Hermelien?’
‘Hou jij maar eens heel gauw je mond,’ zei Hermelien zuur. Ron schaterde van het lachen.
‘Best als je het niet wilt vertellen hoor, ik vraag het wel aan onze geliefde Draco,’
‘Ron!’ zei Hermelien waarschuwend.
‘Oke, oke,’ zei Ron, die nog steeds bijzonder geamuseerd leek.
De rest van de dag bleef Ron haar pesten, totdat ze zo gek van hem werd dat ze op weg naar hun volgende les zijn haar blond transformeerde.
‘Verander mijn haar terug!’ zei Ron woedend. ‘Wat heb je er mee gedaan! Je hebt het toch niet...'
Een paar meisjes uit het derde jaar liepen langs en wezen giechelend op Ron. Hij liep naar een spiegel aan de wand en slaakte een hoge gil.
‘Dit is té erg! Verander het! Nu lijk ik op een replica van Malfidus!’ zei hij paniekerig. Harry en Hermelien schaterden van het lachen en Rons oren werden vuurrood.
‘Alsjeblieft!’ zei hij smekend. ‘Ik zal je niet meer pesten met Malfidus! Dat beloof ik! Toe nou!’
‘Ben je heel zeker?’ vroeg Hermelien streng.
‘Ja!’ zei hij boos. Hermelien zwaaide één keer achteloos met haar toverstok, en Rons haar was weer normaal.
‘Doe – dat – nooit – meer,’ zei hij verhit. Vervolgens liepen ze gezamenlijk naar de toren van Griffoendor. |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Zo Aug 19, 2007 19:02 |
 |
Zo, hier ben ik weer . Ik wilde eigenlijk gister weer schrijven, maar kamp heeft me helemaal uitgeput, dus ik had gister zowat de hele dag geslapen. Maar ik ben net weer eventjes een uurtje bezig geweest met dit stukje .
Draco,
We hebben veel worden om te zeggen. Misschien is het onnodig om erover te beginnen, maar je weet vast hoe laaiend wij wel niet waren toen jij zo nodig ervandoor moest gaan. We gaan al helemaal niet beginnen over de woede van de Heer van het Duister. Je hebt ons diep teleurgesteld en we hadden beter van onze zoon verwacht. In de paasvakantie kom je naar huis, en dit keer is er geen uitweg. We zullen extra hulp krijgen om je te bewaken. Als ik jou was, zou ik maar eens gaan nadenken over je prioriteiten. Je weet natuurlijk wat je te wachten staat in die vakantie, dat hoeven we hopelijk niet meer uit te leggen.
Je vader en moeder
Trillend klemde Draco het stukje perkament in zijn hand. Dit was totaal niet wat hij verwacht had. Hij had ontzettend gretig opgekeken toen Boudrich aan was komen vliegen met de brief: hij had vurig gehoopt dat het van Hermelien was geweest, maar het tegendeel had gebleken. Dit had hem geen verlichting gebracht, maar juist ongelofelijke paniek. In de paasvakantie zou hij een dooddoener worden… Gedachten spookten door zijn hoofd. Hoe heeft hij dit allemaal kunnen laten gebeuren? Had hij niet meteen moeten zeggen dat hij geen dooddoener wou zijn? Hoe konden zijn ouders hem dit aandoen? Zijn hoofd bonkte door al die vragen. ‘En dan om te bedenken, dat jij je hiervoor alleen maar druk maakte om een stom krantenstukje van Rita Pulpers,’ zei een eerlijk stemmetje in zijn hoofd. Dat was ook zo. Hij had ongelofelijk veel te verduren gekregen van zijn medescholieren toen dat artikel gepubliceerd was.
‘Kun je geen eens een meisje aan Malfidus? Je bent wel een softy hè,’
‘Dat jij ooit nog eens overspel zou hebben met een modderbloedje. Ik vraag me af wat je vriendinnetje Patty Park daar van vindt,’
Pas toen hij alle afdelingen, inclusief zijn eigen, een enorme lading puntenaftrek had aangeboden waren ze ermee opgehouden. Hij had in ieder geval geen gezeik meer aan zijn hoofd, maar het geroddel ging in enorme oplagen door. Elke keer als hij langs een groepje scholieren liep begonnen die hard te lachen en ongegeneerd in zijn richting te wijzen. Elke avond lag hij met kromme tenen in zijn bed, nadenkend over alle vernederingen van die laatste dagen. Maar dit, dit maakte zijn problemen alleen maar erger. Hij had slapeloze nachten gehad, en hij zag er met de dag vermoeider uit.
‘Wat is er Draco? Je lijkt nogal van slag,’ Zabini keek hem onderzoekend aan over zijn Ochtendprofeet. Ze zaten aan de tafel van Zwadderich en Draco leek de enige te zijn die zich niet bekommerde om dingen zoals huiswerk of Zwerkbal.
Draco’s gezicht transformeerde weer in een hard masker en hij zei op een arrogante en hooghartige toon: ‘Niks aan de hand, ik was gewoon een beetje in gedachten verzonken.’
Zabini trok ongelovig een wenkbrauw op, maar ging er verder niet op in.
Patty Park kwam aangelopen met een stoet vriendinnen, en plofte vlakbij Draco’s plaats neer. Ze keek hem niet aan en deed alsof Draco niet bestond: hij vond dat helemaal niet erg. Hij vond het heerlijk dat hij nu eens van haar gezeik af was.
‘Maak je je zorgen om Patty ofzo,’ vroeg Zabini gemeen grijnzend toen hij Draco naar Patty zag kijken. ‘Ik dacht dat je zei dat het je vriendinnetje niet was?’
‘Ze is ook niet mijn vriendin!’ siste Draco. Kortaf voegde hij eraan toe: ‘Ik ga nu. Ik zie je tijdens Verweer tegen de Zwarte Kunsten.’
Met grote passen beende hij de Grote Zaal uit. Veel mensen fluisterden toen hij langsliep. Hij had nu wel enig idee hoe het voor Harry Potter moest zijn, maar daar gaf hij niet aan toe. Hij snelde een marmeren trap op en liep doelloos verder. In feite had hij geen idee waar hij heen ging, hij wist alleen maar dat hij geen zin had om daar te blijven. Verkrampt hield hij de brief nog steeds in zijn hand vast. De inhoud van het bericht galmde steeds maar weer door zijn hoofd. ‘Je hebt ons diep teleurgesteld…’
Hij was zo in gedachten verzonken terwijl hij door het kasteel sjokte dat hij plotseling besefte dat hij niet meer wist waar hij was. Verwilderd keek hij om zich heen, en toen schoot het hem weer te binnen: hij was in de gang waar de spiegel van Neregeb zich achter een van de deuren bevond. Opeens werd hij geteisterd door een vreselijk afgrijzen. Wat de spiegel van Neregeb hem liet zien was nu veel te pijnlijk om aan te denken. Waarom had Hermelien hem het niet gewoon laten uitleggen? Waarom hebben ze ruzie gekregen? Juist nu hij haar gezelschap zo hard nodig had…
Eigenlijk had hij geen eens zoveel gepraat met Hermelien. Ze hadden wel stiekem afspraakjes gemaakt, maar het was nooit écht intiem geworden. Maar wat kon hij anders? Als hij meteen een tirade over zijn ouders was begonnen tegen Hermelien was ze waarschijnlijk gelijk weer teruggekrabbeld.
Terwijl hij weer aanstalten maakte om de gang uit te sjokken had hij totaal geen oog voor wat er om hem heen gebeurde. Plotseling botste iets hards en massiefs tegen hem aan. Draco smakte tegen de grond en keek tegen wie hij aangebotst was. Eventjes verstijfde hij: een ongelofelijk geïriteerde Harry Potter keek hem aan. Meteen dacht Draco aan het feit dat dit al de tweede keer was dat hij Harry in de buurt van de spiegel van Neregeb tegenkwam. Vloekend krabbelde Draco overeind en wierp Harry een dodelijke blik toe.
‘Kijk uit je doppen Potter!’ riep hij uit. ‘Moet je bril soms bijgesteld worden?’
Harry zei niks terug, maar bleef Draco achterdochtig aanstaren. Hij ergerde zich kapot aan het feit dat Harry niet op hem inging: hij vond het altijd geweldig als hij Harry kon sarren.
‘Wat is er Potje? Heb je last van je litteken ofzo? Helaas, ik kan je niet helpen. Maar ik kan wel een plaatsje voor je regelen op de ziekenzaal, als je dat goed vindt tenminste.’ zei Draco minachtend.
‘Wat doe jij hier,’ zei Harry resoluut. Hij negeerde Draco’s kleinerende opmerkingen straal.
‘Niks wat jou aangaat,’ zei Draco gladjes. ‘Opzouten nu.’
Maar Harry was duidelijk niet van plan om weg te gaan. Hij keek Draco nog steeds aan, maar plotseling gleed zijn blik naar het briefje dat Draco nog steeds krampachtig in zijn hand had geklemd.
‘Wat is dat voor een brief?’
‘Niks wat jou aangaat!’ herhaalde Draco weer ongeduldig. ‘In tegenstelling tot jou worden mijn privé aangelegenheden niet elke dag gepubliceerd in de kranten, Potter.’
‘Oh nee?’ zei Harry schamper. ‘Die foto van jou en Hermelien sierde anders wel de roddelkrant,’
‘Val dood Potter,’ fluisterde Draco. Onwillekeurig stook hij zijn vrije hand in de zak van zijn schoolgewaad en hield zijn toverstok stevig vast.
‘Of wat?’ vroeg Harry uitdagend. ‘Ga je me vervloeken?’
Draco werd eventjes geplaagd door een tweestrijd. Aan de ene kant wilde hij Harry ontzettend graag vervloeken, maar een eerlijk stemmetje in zijn hoofd zei dat hij het beter maar kon laten. Hij wierp nog één vernietigende blik op Harry en liep toen met een wapperend gewaad de gang uit. |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Ma Aug 20, 2007 13:01 |
 |
Ben ik weer met een stukje .
Er was alweer een maand verstreken sinds het artikel van Rita Pulpers, en eindelijk had Hermelien geen last meer van alle pesterijen of hatelijke opmerkingen. Nadat de Zweinsklets meerdere keren verschenen was begon het bij veel mensen te dagen: het was grotendeels pure rotzooi wat er in de schoolkrant stond. Bijna iedere scholier die ergens in uitblinkt of bekend is onder vele anderen is al eens in het nieuws gekomen. Er werd geregeld geschreven over Harry, die Rita’s favoriete onderwerp was geworden. Er had al ontzettend veel onzin over hem in de krant gestaan, zoals dat Harry een relatie zou hebben met Loena Leeflang. De haatverhoudingen tussen Allius en Malfidus waren ook populair in het krantje, en de leraren en klassenoudsten waren stuk voor stuk voor paal gezet. Niemand nam de krant nog serieus. Hermelien moest voortdurend aanzien hoe Rita Pulpers door de gangen sloop, en bij ieder vergrijp haar Fantaticeer-veer uit haar krokodillenleren tas griste om weer eens een verschrikkelijk verhaal te verzinnen over de personen in kwestie.
‘Ze moet nu echt gaan stoppen met die onzin!’ zei Hermelien boos, terwijl ze samen met Harry en Ron ontbijtte aan de tafel van Griffoendor.
‘Maak je niet druk, joh,’ zei Ron geruststellend. ‘Iedereen weet nu wel dat die krant puur leedvermaak is.’
Het was de eerste keer dat Ron iets zei: daarvoor had zijn mond vol gezeten met alles wat hij naar binnen kon proppen.
‘Oh kijk, we krijgen er weer een,’ zei Harry, die een schampere blik wierp op de bezorgster die met haar gebruikelijke kruiwagen aan kwam lopen.
‘Zweinsklets!’ zei het meisje vrolijk.
Het meisje hield in haar armen een enorme stapel kranten vast en deelde ze aan iedereen uit.
‘Eens kijken,’ mompelde Hermelien, die minachtend een krant aanpakte. ‘Wat voor troep staat er nu weer in.’
‘Geweldig!’ riep Ron uit. Hij keek bijzonder geamuseerd. ‘We kunnen onze ochtend meteen weer beginnen met Malfidus!’
Hij tikte op een kleine zwartwitfoto onderaan de voorpagina. Hermelien keek instinctief in haar eigen krant. Daar, onder die kleine foto van Draco stond een kort artikeltje.
Draco Malfidus zwaar depressief?
Verslaggeefster: Rita Pulpers.
Draco Malfidus, hoofdmonitor en aanvoerder van het Zwerkbalteam van Zwadderich, blijkt tegenwoordig zwaar pessimistisch. Malfidus kwam al eerder in het nieuws wegens een mogelijke ruzie met zijn onstuimige vriendin, Hermelien Griffel. Hij lijkt net zo normaal te zijn als anders, maar op sommige momenten betrapt een goede vriendin van Malfidus hem op verdrietig voor zich uitstaren, zenuwachtig fluisteren in zichzelf, en andere symptonen die kunnen wijzen op een depressie. ‘Hij is echt voortdurend verdrietig,’ aldus Patty Park, een knap meisje uit het zevende jaar. ‘Hij wordt met de dag vermoeider en hij eet nauwelijks wat.’ Patty Park acht de kans mogelijk dat Hermelien Griffel hierachter zit. ‘Ze is een echte mannenverslinder, ik wou dat ik Draco kon helpen.’ Andere mensen waren er echter een stuk minder zeker van. ‘Hij heeft helemaal niks met Griffel,’ zei Benno Zabini geërgerd toen wij hem ondervroegen. ‘Als hij zich ongelukkig voelt mag hij dat voor zichzelf houden!’
Wel, misschien komen wij lezers er nooit achter, maar aan deze foto is te zien dat het die arme Malfidus niet echt meezit.
Hermelien liet haar blik glijden over de foto van Malfidus. De foto was duidelijk genomen op de binnenplaats van Zweinstein, waar hij wezenloos voor zich uit starend op een bankje zat. Hij zag er verschrikkelijk uit. Hij had holle, uitgemergelde wangen. Zijn ogen stonden zo treurig dat hij op een droevige Golden Retriever leek en zijn blonde haar viel vettig en sluik langs zijn gezicht. Zijn bloedeloze gezicht was nog nooit zo bleek geweest: hij was van nature al bleek, maar nu vertoonde hij een sprekende vergelijking met een Necroot.
‘Draco zoals we hem nog nooit gezien hebben,’ grapte Ron. ‘Moet je hem nou zien, hij lijkt wel op een ondervoede huiself.’
Hermelien wierp Ron een woedende blik toe: ze vond het nooit leuk als er bovenmaatse grappen werden gemaakt over huiselfen. Volgens haar werden huiselfen juist zwaar onderdrukt door die eeuwige slavernij.
‘Dit moet echt een wonder zijn,’ zei Harry verbouwereerd. ‘Dit is haast de eerste keer dat hij niet arrogant kijkt. Is dit Malfidus wel?’
‘Tuurlijk is het hem,’ zei Ron met een walgende blik op de foto. ‘Aan die rattenkop zie je toch meteen dat hij het is?’
‘Eigenlijk lijkt hij op deze foto behoorlijk menselijk,’ zei Harry wijs. ‘Het bewijst dat Malfidus zich ook wel eens rot kan voelen.’
‘Menselijk?’ zei Ron, met een stem waar het ongeloof vanaf droop. ‘Hij lijkt compleet breindood!’
Hermelien luisterde niet echt naar de conversatie tussen haar twee vrienden. Ze werd geplaagd door een nogal stekend gevoel in haar buik. Ze had al eerder gezien dat Draco er met de dag ongezonder uitzag, maar dit artikel spande de kroon. Zou hij zich rot voelen om haar? En ook om het feit dat hij een dooddoener werd? Wilde hij juist vertellen aan haar dat hij geen dooddoener wilde worden? ‘Het is mijn schuld,’ dacht ze. Zij had hem als een baksteen laten vallen. Maar als ze nu naar hem toe zou gaan, wat zou er dan gebeuren? Zou hij weer net zo sadistisch als vroeger zijn? Er geen een rilling over haar heen. Ze voelde zich ontzettend schuldig. Waarschijnlijk had Draco op dit moment helemaal niemand om mee te praten, en het feit dat zij hem had afgewezen had het alleen maar erger gemaakt. Misschien dan, want soms vroeg Hermelien zich toch weer af of hij wel echt om haar gegeven had. Want het is en bleef Draco, hij had toch nooit laten zien wat hij echt van haar vond?
‘Hermelien! We praten tegen je!’ Ron zwaaide verwoed met zijn hand voor haar ogen.
‘We moeten naar Kruidekunde,’ zei Harry, die Hermelien overeind trok. ‘Kom, anders komen we te laat.’
Vervolgens liep ze in haar gedachten verzonken mee met Ron en Harry, op weg naar Kruidekunde. |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Ma Aug 20, 2007 21:44 |
 |
Nicole1991, nogmaals, ik vind al je berichten echt superleuk om te lezen! Blijf vooral sturen, hahah! Oh ja, normaal zou ik mijn stukje even laten beta-readen door _hp-gek_, maar je was nu niet online, en ik voelde hele grote drang om het te posten! Dus ik hoop dat je het niet erg vind! Ik heb het wel even zelf doorgelezen, maar als je online bent stuur ik het gewoon weer naar jou . Want beta-readers lezen het altijd grondiger door dan de schrijver zelf. Reacties en tips in het algemeen zijn ook welkom! Genoeg gekletst, hier is het stukje:
Daar zat hij dan. In zijn fraaie lichtgroene kamer, te wachten tot het middernacht werd. Zijn kamer werd schemerig verlicht door de volle maan, en zijn gezicht lichtte griezelig op in het maanlicht. Een gehuil dat richting het Verboden Bos kwam verbrak tijdelijk de doodse stilte die heerste in het kasteel. Trillerig hield Draco zijn glas water vast. Met zijn pyjama aan, en een deken om zich heen gewikkeld zat hij in zijn vensterbank uit het raam te kijken. Eigenlijk kon hij beter gaan slapen. Maar hij wist zeker dat, hoe moe hij ook was, als hij eenmaal in zijn bed zou liggen toch geen oog dicht zou doen. Hij wierp een blik op zijn spiegel. Hij zag er met de dag slechter uit. Grote wallen, een uitgemergeld gezicht en vettig sluik haar. En nu had hij ook nog eens bloeddoorlopende ogen door het slaapgebrek. Huiverend wendde hij zijn blik af. Zelfs Rita Pulpers had geschreven over het feit dat hij er zo slecht uitzag. Hij besteedde er verder maar geen aandacht aan. Want het was gewoon waar: hij was ongelofelijk depressief. Hij liet in het bijzijn van zijn vrienden niet merken. Die zouden hem toch maar voor een slappeling uitmaken, dus hij kon beter zijn arrogante zelf blijven spelen. Dit was ook allemaal zo nieuw voor hem. Vroeger had hij een luizenleventje gehad, echt druk hoefde hij zich nergens om te maken. En nu, nu kreeg hij alles over zich heen. Hij wist geen eens dat hij zich zo had kunnen voelen.
Naar zijn mening was de tijd veel te snel gegaan. De laatste weken had hij zich ontzettend rot gevoeld, maar dat zorgde er niet voor dat de tijd langzamer ging. Want het moment waar hij zo voor vreesde was met rasse schreden dichterbij gekomen. Morgen zou het Pasen zijn…
Zijn ouders hadden hem in een tweede brief geschreven dat ze hem zouden komen ophalen. Normaal mochten leerlingen niet weg tijdens de Paasvakantie. Maar zijn vader had persoonlijk gelogen tegen Perkamentus. Hij moest net alsof doen dat hij naar huis ging omdat zijn opa op sterven zou liggen en hij zijn opa een laatste keer nog moest zien. Maar hij had geen eens een opa. Al zijn grootouders waren al dood toen hij acht jaar oud was geworden. Op die verjaardag was zijn laatste opa overleden. Hij weet nog hoe ontevreden hij toen was geweest. Hij had geweigerd om zijn kaarsjes uit te blazen, omdat hij dacht dat het een flauwe grap van zijn ouders was geweest dat zijn opa overleden zou zijn. Zijn opa was van al zijn familie nog het minst geobsedeerd geweest door zuiver bloed. Wat hij van zijn opa kon herinneren was dat het een zachtaardige man was. Met een vage glimlach op zijn gezicht liet hij zijn hoofd rusten op zijn knieën en, zonder dat hij het kon tegenhouden, viel hij in slaap.
Hermelien had de volgende ochtend een stuk minder aan haar hoofd, tenminste, aan het begin van die ochtend. Opgetogen liep ze met Harry en Ron de Grote Zaal in. Zoals gewoonlijk zag die er weer schitterend uit: het plafon was vandaag ongelofelijk helderblauw, met geen wolkje aan de lucht.
‘Lekker Zwerkbalweertje!’ zei Harry vrolijk toen hij het plafon zag. ‘Laten we vandaag maar weer eens gaan trainen.’
‘Goed idee,’ zei Ron, die neerplofte aan de tafel van Griffoendor. ‘We hebben door al dat huiswerk eeuwig niet meer kunnen trainen.’
‘Ja, en het is eindelijk paasvakantie,’ zei Harry met een tevreden blik. ‘Ze hebben trouwens een dagje naar Zweinsveld gepland dit paasweekend.’
‘Is dat zo?’ vroeg Hermelien. ‘Goed zo, ik moet nodig een nieuw galagewaad hebben!’
‘Ga dan naar Madame Mallekin,’ raadde Ron haar aan.
‘Madame Mallekin? Maar Ron – die zit op de Wegisweg,’ zei Hermelien verbaasd.
‘Niet waar! Het stond laatst in de Ochtendprofeet, ze hebben nu ook een ander pand geopend in Zweinsveld!’
‘Echt? Mooi zo,’ zei Hermelien goedkeurend. Plotseling bedacht ze zich dat ze een fout had gemaakt in haar huiswerk voor Sneep. Gedecideerd haalde ze het uit haar tas.
‘Hermelien,’ zei Ron met een stem waar het ongeloof vanaf droop. ‘Je gaat toch niet nu huiswerk maken? De paasvakantie is net begonnen!’
‘Ik moet alleen iets corrigeren!’ zei Hermelien pinnig. ‘Laat me nou!’
‘Je bent echt veel te ijverig. Als je nou eens –‘
‘Ron!’
‘Oke, oke. Maar waarom ben je altijd er zo mee bezig –‘
‘Stil!’ siste Harry geërgerd. ‘Kijk eens naar de Oppertafel!’
Hermelien draaide haar hoofd en zag dat er een onbekende gast aan de rechterkant van Perkamentus zat. De man had sluik blond haar en praatte geanimeerd met Perkamentus. Toen de man zijn gezicht op de Grote Zaal richtte herkende Hermelien de man meteen als Lucius Malfidus. Ze versliktte zich gelijk in haar pompoensap. Lucius, een man met een spits gezicht en kille grijze ogen leek daarmee sprekend op zijn zoon. Het enige verschil was dat Draco’s ogen in haar bijzijn niet altijd kil waren geweest. Plotseling stond Malfidus op en Perkamentus volgde. Er verscheen een maniakale blik in Harry’s ogen
‘Kom mee!’ zei Harry.
‘Harry wat –‘
‘Ik heb de onzichtbaarheidsmantel bij me,’ zei Harry, die overweldigd leek te zijn door een plotselinge roekeloosheid. ‘Er zijn nog niet veel mensen in de Zaal, dus kom eronder.’
‘Maar dat is –‘ begon Hermelien geschokt. ‘We kunnen niet – nou goed.’
Ze kroop samen met een verbouwereerde Ron onder de mantel.
‘Ik moet gewoon weten wat Lucius Malfidus hier doet,’ zei Harry met een soort van grimmig genoegen.
Hermelien zuchtte afkeurend, maar als Harry eenmaal een idee had kon je die niet gauw uit zijn hoofd verbannen. Gedwongen liep ze met Harry en Ron mee langs de afdelingstafels. De onzichtbaarheidsmantel was eigenlijk veel te klein geworden voor ze: het gewaad wapperde rond hun enkels en één misselijk moment dacht Hermelien dat ze Allius zag kijken toen opeens een groot deel van haar laarzen zichtbaar werd. Hij keek even achterdochtig naar de plek waar hij haar voeten had gezien, maar lepelde toen weer in zijn cornflakes. Draco was ook al aan de tafel van Zwadderich verschenen, maar die leek moeite te hebben om zijn hoofd niet in zijn boterham te begraven. Hij leek ongelofelijk vermoeid en zo te zien had hij zijn vader geen eens opgemerkt, of kon het hem gewoon niks schelen.
Toen ze op twee meter afstand waren vingen ze gespreksflarden op.
‘– dus neem me niet kwalijk, Perkamentus. Hierom willen we hem gewoon thuis hebben. Maar alleen dit weekend, hij zal geen lessen missen.’
‘Begrijpenswaardig, Lucius,’ zei Perkamentus beleefd, en hij keek met zijn twinkelende blauwe ogen naar Malfidus. ‘Maar er is een klein probleempje.’
‘Probleempje? Ik zie helemaal geen probleem, Perkamentus!’ snauwde Malfidus.
‘Het hoeft natuurlijk geen probleem te zijn,’ zei Perkamentus, die toegeeflijk glimlachte naar een duidelijk uit het veld geslagen Lucius Malfidus. ‘Maar ik heb laatst blijkbaar doorgekregen dat professor Sneep dit weekend met zijn P.U.I.S.T leerlingen wil praten over – de latere loopbaan.’
‘Kan dat niet geregeld worden?’ zei Malfidus snel. ‘Ik ken Severus goed. Kan het niet –‘
‘Ja, dat kan waarschijnlijk wel,’ zei Perkamentus luchtig. ‘Maar het leek deze oude man verstandig om het toch even door te geven.’
‘Natuurlijk,’ zei Malfidus, met een enigszins spottende buiging naar Perkamentus. ‘Zou ik Draco nu kunnen spreken?’
‘Aangezien u de voogd bent denk ik dat u het volste recht heeft,’ zei Perkamentus. Hermelien zweerde dat hij eventjes geamuseerd keek naar de plek waar zij onder de onzichtbaarheidsmantel stonden.
‘Ja – tuurlijk,’ zei Malfidus een tikkeltje schaapachtig. ‘Excuseer me. Ik haal hem even.’
Ze keken toe hoe Malfidus met de flair van een gladde welvarende man naar de tafel van Zwadderich begaf. Hermelien zag hoe er een gesloten uitdrukking op Draco’s gezicht verscheen toen zijn vader hem toesprak, en opstond met een gezicht alsof hem gedwongen werd een fles Skelletine op te drinken.
‘Mijn zoon,’ zei Lucius met een achteloze blik op Draco, toen ze weer bij de tafel geariveerd waren.
Perkamentus knikte goedkeurend en zei: ‘Hallo Draco.’
Draco mompelde iets dat op ‘hallo’ leek en keek zijn vader een beetje bang en minachtend tegelijkertijd aan.
‘Het spijt me, Perkamentus,’ zei Malfidus, alhoewel het niet erg overtuigend klonk. ‘Maar hij is natuurlijk erg van slag vanwege – eh – zijn opa.’
‘Dat is zeer waarschijnlijk,’ zei Perkamentus, die weer een twinkeling had in zijn blauwe ogen. ‘Ik weet niet hoe u weg wilt. Maar er valt een koets te regelen. Onze leraar Verzorging van Fabeldieren, Hagrid, hij kan wel Terzielers –‘
‘Een koets gaat te langzaam,’ onderbrak Malfidus hem. ‘Sorry, we hebben echt haast. Kom Draco!’ voegde hij er gebiedend aan toe.
Draco besloot zijn afscheid met een laatste verlangende blik die hij door de Grote Zaal liet glijden. Zijn blik bleef enkele seconden op de tafel van Griffoendor rusten, maar daarna sjokte hij achter zijn vader aan. Perkamentus neuriëde een vrolijk deuntje, en ging verder aan zijn ontbijt.
Een beetje onthutst liep het drietal de verlaten hal in en gooide de onzichtbaarheidsmantel af. Hermelien keek naar Rons verbouwereerde gezicht en Harry zei: ‘Wat had dat allemaal te betekenen? Zou er écht iets met zijn opa zijn?’
‘Nee,’ zei Hermelien vastberaden. Ron en Harry keken haar aan. ‘Want – hij heeft geen opa.’ |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Di Aug 21, 2007 12:45 |
 |
Hier weer een stukje .
Samen met zijn vader liep hij het stenen bordes van het kasteel af. Hij was zo stil dat hij net de zwijgende schaduw van Lucius leek. Toen ze bij de grote poorten van Zweinstein aangekomen waren begon Lucius te spreken.
‘Ongelofelijk dat je ons ooit zo hebt kunnen teleurstellen,’ zei hij zacht.
Draco zei niks terug en klemde zijn lippen stijf op elkaar.
‘Je bent een ondankbaar klein ventje,’ vervolgde zijn vader, nog steeds op een zachte dreigende toon. ‘We hebben je in je jeugd alles gegeven. En nu krijgen we dit ervoor terug. We hadden verwacht dat je wat meer lef zou tonen, dat je ons trots kon laten zijn.’
Nog steeds zweeg Draco en hij schopte nijdig een paar steentjes weg. Lucius duwde de poort met krakend geluid open.
‘Zorg,’ zei hij. ‘Dat ik na dit weekend wél trots op je kan zijn.’
Draco keek hem aan. Hij kon de kilte die zijn vader uitstraalde haast voelen.
‘Ja, vader,’ zei Draco met veel tegenzin. Hij werd overspoelt door ongelofelijke haatgevoelens. Het liefst zou hij zijn vader aanvliegen… tot een duel uitdagen. Maar zijn vader was veel gevorderder in toverkunsten dan dat hij was. Het was wel het laatste wat Draco zou doen.
‘Hier kunnen we verschijnselen,’ zei zijn vader, die nog steeds zijn kille ogen op Draco gericht had. ‘Kom.’
‘Waar gaan we alseerst naartoe?’ vroeg Draco een beetje angstig.
‘Naar ons huis natuurlijk,’ zei Lucius ijzig. ‘Ik denk dat je moeder ook nog een hartig woordje met je wilt spreken.’
‘Wat? Hebben jullie me nu niet al genoeg uitgefoeterd!’ riep Draco boos.
‘Oh, dit gaat over iets anders,’ zei Lucius duister.
Draco’s maag draaide om. Waar wilde zijn ouders hem nog meer voor straffen? Wat had hij nog meer misdaan?
‘We gaan nu,’ zei zijn vader.
Draco maakte aanstalten om te Verdwijnselen en voelde nog geen seconde later het vertrouwde gevoel dat hij door een rubberen buis geperst werd. Hij voelde hoe zijn trommelvliezen ingedeukt werden, hoe al het lucht uit zijn longen verdween, en toen…
Stond hij voor het erf van hun huis. Dankbaar haalde hij adem in de frisse ochtendlucht. Met een ‘PLOP!’ verscheen zijn vader naast hem.
‘Naar binnen,’ beval hij.
Draco deed braaf wat hij zei. Protesteren zou niet meer helpen, wist hij. Hij was overgeleverd aan zijn ouders, en er viel niks meer aan te doen. Hij was geen eens in paniek. Eigenlijk was dat wel vreemd: in het kasteel had hij steeds met angstscheuten in zijn buik, gedacht aan het feit dat zijn vader hem zou komen ophalen, en wat er dan met hem zou gebeuren…
Maar hij zou niet meer bang zijn. Hij was een man, en dit was zijn lot. Het maakte hem geen eens meer uit of het nou goed was of slecht. Zijn brein had zich gevuld met een kille leegte…
Voordat Draco zijn hand ook maar kon uitsteken naar de notenhouten voordeur, vloog die al open. Een lange, blonde vrouw verscheen en vloog hem om de hals.
‘DRACO!’ snikte ze. ‘Hoe kon je – ik was zo ongerust. Maar nu –’
‘Narcissa,’ zei Lucius streng. Ruw duwde hij zijn vrouw van Draco af. ‘Dat verdient hij niet. Je weet toch nog waar we gisteravond over gepraat hebben?’
‘Lucius, dat is –’
‘Ga naar de eetkamer Draco,’ siste Lucius.
Met een schattende blik op zijn ouders liep Draco richting de eetkamer. Waar hadden zijn ouders gisteravond over gepraat? Een beetje beverig ging hij aan de keukentafel zitten. Hij liet zijn blik langzaam over de dure keukenkastjes glijden. Het lege gevoel in zijn brein was als sneeuw voor de zon verdwenen. Hij wachtte gespannen af wat zijn ouders met hem zouden doen.
De deur vloog open en Draco keek op. Zijn vader kwam binnen gelopen, samen met zijn nogal verontrustte moeder. Kalm kwamen zijn ouders aan zijn weerzijden zitten. Zijn vader keek hem onderzoekend aan en even dacht Draco dat hij niet meer boos was. Het tegendeel bleek. Zijn vader haalde zijn hand uit naar Draco’s gezicht. Een brandende pijn trok door Draco’s wang. Na een paar seconden drong het tot hem door: zijn vader had hem zojuist geslagen.
‘Waarom sloeg je me!’ snauwde Draco. ‘Je hebt me nog nooit geslagen!’
‘Wel, dan weet je nu hoe het is,’ zei zijn vader, die dreigend opstond.
Narcissa maakte een geluid dat op een droge snik leek. Verwijtend keek Draco naar zijn moeder. Waarom deed ze niks?
‘Denk je,’ zei Lucius, en hij begon te fluisteren. ‘Dat wij er niet achter zouden komen?’
‘Waar achter?’ vroeg Draco, die zijn normale, nonchalante houding weer tevoorschijn wist te toveren. ‘Ik weet niet waar je het over hebt.’
‘Severus Sneep is heus niet achterlijk, Draco!’ schreeuwde Lucius.
‘Waar heb je het over?’ herhaalde Draco ijzig. Maar eigenlijk wist hij wel waar zijn vader heen wilde.
‘Je had een relatie met een modderbloedje, is het niet?’ zei hij zacht. Zijn grijze ogen priemden in die van Draco.
Draco acteerde nog steeds alsof hij van niets wist en slaakte een humorloze lach uit.
‘Een modderbloedje?’ zei hij spottend. ‘Dat moet de grap van het jaar zijn, ik ben nooit –’
‘Lieg niet!’ riep zijn vader uit. ‘Hermelien Griffel, heette ze toch?’
‘Ik ken geen Hermelien Griffel,’ zei Draco, met een gesloten uitdrukking op zijn gezicht. ‘Ik weet niet waarom Sneep je dat verteld heeft, maar dat zou ik –’
‘Genoeg!’ gromde zijn vader. ‘Naar boven! Ik wil je niet meer zien!’
Draco stond meteen op. Hij was overal liever dan bij zijn ouders. Hij had glashard gelogen, maar ze hadden geen bewijs, nog niet.
Loom strompelde hij de trap op. Zijn vader riep hem nog na: ‘En ontsnappen is niet mogelijk! Ik heb een bezwering uitgesproken over je kamerdeur, dus we merken het meteen!’
‘Kan me niets schelen, stomme idioot,’ mompelde Draco. En met een luide klap liet hij zijn slaapkamerdeur achter zich dichtvallen. |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Di Aug 21, 2007 21:10 |
 |
Die nacht werd Draco abrupt wakker. Hij dacht eerst dat hij wakker was geworden door het onophoudelijke gekras van Boudrich, die in een kooi zat naast zijn bed. Toen bleek echter dat zijn moeder in de deuropening tegen hem stond te praten.
‘– is al drie uur ’s nachts en je zou er vier uur zijn, dus kleed je maar alvast aan!’
Voordat Draco een beetje bij bewustzijn kwam had zijn moeder zich al omgedraaid en de deur achter zich dicht gedaan. Moest hij ergens naartoe? Waarheen ook alweer? Plotseling herinnerde hij het zich weer. Een merkwaardig gevoel trok door iedere zenuw van zijn lichaam heen.
Gauw trok hij een gewaad uit zijn kast. Een tijdje zocht hij verwoed naar de knopen, waarna hij plots ontdekte dat hij zijn gewaad verkeerd om had gedaan. Nijdig mompelend trok hij zijn gewaad op de goede manier aan en knoopte het dicht. Een beetje slaapdronken wankelde hij de trap af. Hij liep de grote eetkamer in en zag dat zijn vader ook al op was. Zijn moeder kwam ongerust naar hem toegelopen.
‘Schat, ik heb hier wat te eten voor je. Voel je je goed?’
Draco knikte alleen maar. Zijn brein had zich weer gevuld met die angstaanjagende leegte, die hij niet thuis kon brengen. Een beetje beduusd pakte hij een sandwich van de schaal die zijn moeder hem voorhield: het was een vreemd gevoel om drie uur ’s nachts al te ontbijten. Waarom wilde Voldemort dat hij er zo vroeg zou zijn? Terwijl hij een hap nam zei zijn vader: ‘Dit is je grote dag, Draco. Nu kunnen we allemaal trots op je zijn.’
Draco keek zijn vader aan en dacht toen met een soort van grimmig genoegen dat hij helemaal niet wilde dat zijn ouders trots op hem zouden zijn.
‘Dit ga je niet meer vergeten,’ vervolgde zijn vader. ‘Nu zal je eindelijk bij de organisatie horen.’
Draco versliktte zich in zijn sandwich. Nu zal hij eindelijk bij de organisatie horen? Hij wilde helemaal niet bij de Dooddoeners horen. Vroeger had hij het misschien een goede grap gevonden om met het Duistere Teken op zijn arm rond te lopen en mensen de stuipen op het lijf te jagen. Maar nu dacht hij daar wel anders over.
‘Maak je maar geen zorgen,’ zei zijn moeder geruststellend. ‘Je zal het goed doen.’
‘Dat mag je hopen van wel,’ snoof zijn vader. ‘En er is nog iets dat je moet weten.’
Draco keek op. Hij voelde zijn hart bonzen in zijn keel. Wat moest hij weten?
‘De Heer van het Duister wil je, om te beginnen, meteen een opdracht geven,’ zei Lucius ijzig.
‘Een – een opdracht?’ hakkelde Draco schor. Hij wist niet of hij nu bezorgd moest zijn of nieuwsgierig. ‘Wat dan?’
‘Waarschijnlijk is het nog niks bijzonders,’ zei zijn moeder rustig. ‘Dat kan ik me niet voorstellen.’
‘Nee, dat zal dan wel,’ mompelde Draco. Hij had het gevoel dat hij verstrikt was geraakt in een spinneweb, een web waar hij onmogelijk nog uit kon komen. Hij wilde helemaal geen opdracht krijgen, laat staan van Voldemort.
Het ontbijt ging naar Draco’s zin veel te snel. Na een tijdje stond zijn vader op.
‘Tijd om te gaan,’ zei hij kortaf. ‘Meekomen, Draco. Dit keer zal je aan je plicht voldoen.’
Teneergeslagen liep Draco achter zijn vader aan. Daar kwam het dan. Hij werd een Dooddoener.
Gezamenlijk liepen ze hun erf af, klaar om weer te verschijnselen. De ochtendlucht voelde aangenaam aan en de zon, die al deels opgekomen was, scheen een zacht oranje licht over het landschap.
‘Je zult met me moeten bijverschijnselen,’ zei zijn vader plotseling.
‘Waarom?’ vroeg Draco wantrouwig.
‘Omdat ik weet waar we moeten zijn.’
Gehoorzaam hield Draco de arm van zijn vader beet. Bijverschijnselen was absoluut niet leuk: zoals gewoonlijk had hij het gevoel alsof hij door een dwangbuis gepropt werd, maar nu was het ook nog eens tegen zijn zin. Hij kneep zijn ogen krampachtig dicht, zijn trommelvliezen werden als vanouds ingedrukt…
Hij deed zijn open pas weer open toen hij de aangename ochtendlucht in zijn neusgaten voelde. Verwoed keek hij om zich heen. Ze waren beland op een oud kerkhof. Langzaam liet hij zijn blik glijden over een grafsteen.
Marten Vilijn
De bijbehorende sterfdatum stond er ook bij. Draco rilde: op de grafsteen waren sporen van bloed te bespeuren die niet ouder waren dan drie jaar. Plotseling merkte hij ook een oud fraai huis op, die stond aan de voet van een grote heuvel. Kennelijk moesten ze daar heen, want zijn vader liep doelbewust naar het huis toe. Het feit dat het om hen heen aardedonker was maakte het tafereel alleen maar angstaanjagender.
Zachtjes tikte Lucius met zijn toverstok op de klink van de deur, die met een sinister geluid openvloog. Ze stapten een grote hal binnen. Het huis was duidelijk niet bewoond: een dikke laag stof bekleedde de vloer en de trap.
‘Naar boven,’ zei zijn vader zo plotseling dat Draco een sprongetje van schrik maakte. Met een naar voorgevoel liep hij de trap op. De treden kraakten bij iedere stap die hij maakte. Was dit de plaats waar Voldemort zich verschool? Dit moest wel duizenden kilometers van Zweinstein vandaan zijn…
Het leek wel eeuwen geduurd te hebben voordat hij bovenaan de trap stond. Zijn vader wrong zich achter hem langs en ging hem voor naar een deur aan het einde van de gang, dat op een kier stond. Behoedzaam klopte Lucius op de deur. Een afschuwelijk kille stem, die bovendien ontzettend hoog klonk, antwoordde.
‘Kom binnen, Lucius.’
Lucius zette een stap vooruit en wenkte Draco, die als verstijfd toe had staan kijken. Behoedzaam schuifelde Draco naar de deur, maar hij bleef bij de kier staan. Zijn vader liep naar binnen, maar liet zich na drie stappen al op zijn knieën vallen.
‘Heer,’ bracht hij moeizaam uit. ‘Ik heb mijn zoon voor u meegebracht.’
‘Dus alles loopt op schema?’ vroeg de kille stem.
‘Ja, heer. Hij is hier,’ zei Lucius gesmoord.
Draco tuurde door de kleine opening naar binnen, maar hij zag alleen zijn vader die knielde. De persoon met de kille stem was niet in zijn zicht.
‘Kom ook binnen, Draco,’ zei de stem, die Draco’s nekharen overeind lieten staan.
Bang voor wat er komen zou glipte Draco naar binnen. Hij ving een blik op van een gedaante gehuld in een zwarte mantel, maar die had zijn gezicht verborgen. Onder de mouwen van het gewaad staken dunne, witte vinger uit. Zijn handen hadden iets spinachtigs, vond Draco. Plotseling besefte hij dat hij te lang was blijven staren. Alsof iemand hem een geluidloos commando had gegeven liet hij zich op zijn knieën vallen, naast zijn vader. Hij besloot naar de grond te blijven kijken en hij wachtte op wat er komen zou.
‘Juist,’ fluisterde de persoon. ‘Zo vader, zo zoon. Hij lijkt op je, Lucius.’
‘Dank u, meester,’ zei zijn vader.
Draco bewoog onrustig heen en weer. Hij voelde zich vreselijk beklemd. Hij wou dat het zo snel mogelijk voorbij zou zijn, dat hij weg zou kunnen vluchten van de gedaante met die kille, hoge stem.
‘Sta op, Draco,’ zei de gedaante zacht.
Draco deed wat hem opgedragen werd, maar hield zijn blik naar beneden gericht. Hij wilde niet kijken naar de gedaante, hij wou dat het een droom was…
Plotseling stak de gedaante zijn lange witte vingers uit. Draco hapte naar adem toen de hand zijn linkermouw oprolde en zijn dunne wijsvinger over Draco’s onderarm liet glijden.
‘Zo, zo. Hier valt weinig aan te zien, is het niet?’
Draco wist niet wat hij moest zeggen. Natuurlijk was er niks aan zijn onderarm te zien. Hij wilde antwoord geven, maar had toen het gevoel alsof zijn stembanden waren verdwenen. Uiteindelijk besloot zwijgend een compromie door te knikken.
‘Dan kan ik meedelen, dat ik daar wat aan kan veranderen,’ zei de stem, nu zo zacht dat alleen Draco hem nog kon horen.
Zonder dat Draco ook maar kon protesteren haalde de gedaante zijn toverstok tevoorschijn en greep Draco’s linkerarm vast. De in kap gehulde persoon prikte met zijn toverstok diep in Draco’s vlees en siste een spreuk. Vol afgrijzen rukte Draco zich los, maar het was al te laat. Een verschrikkelijke pijnscheut schoot door hem heen en hij moest toezien hoe er plotseling dikke zwarte inktlijnen zich verspreidde over zijn onderarm. De inktlijnen verbonden elkaar op alle mogelijke manieren, en uiteindelijk vormde het zich tot een tattoo op zijn arm. De tattoo had de vorm van een doodshoofd, met daarom heen gekruld een slang.
Voorzichtig liet Draco zijn vinger over de tattoo glijden, maar hij trok gauw zijn hand terug toen er weer een onverdraaglijke pijnscheut door hem heen schoot. Hij keek weer op naar de gedaante en zag tot zijn afschuw dat die zijn kap had afgedaan.
Een lijkbleek gezicht, witter dan het witste masker en zo skeletachtig als maar mogelijk staarde hem aan. Voldemort had rode ogen, met een katachtige zwarte spleet. Zijn neus was merkwaardig plat, als een slang.
‘Ja, in het begin doet dat pijn,’ zei Voldemort, die duidelijk genoot van de aanblik van een verafschuwde Draco Malfidus. ‘Dat zal nog wel een tijdje zo zijn…’
Draco zei niks terug en schuifelde verontrust naar de deuropening. Hij wilde hier weg, hij wilde dat doodse gezicht niet zien.
‘Nou, nou. Draco, willen we nu al weg? Het werd juist zo gezellig.’
Draco draaide zich om. Er zat niets anders op. Met het gevoel dat hij nu al in zijn grafkist gelegd had kunnen worden schuifelde hij terug naar Voldemort.
‘Ik heb een opdracht voor je,’ zei Voldemort, die zijn verschrikkelijk rode ogen op Draco richtte. Draco wachtte tot Voldemort weer iets zou zeggen, maar zag toen geen enkele andere optie dan zelf te spreken.
‘En wat is die opdracht dan – heer,’ voegde hij er gauw aan toe.
Voldemort antwoorde niet meteen. Hij keek Draco langdurig aan met zijn rode katachtige ogen. Hoe graag Draco het ook gewild had, hij wist dat hij zijn ogen niet neer mocht slaan.
‘Als dooddoener, moet je bepaalde vermogens beschikken,’ zei Voldemort uiteindelijk ijzig. Draco hield zijn uitdrukking gesloten, maar had het liefst gillend van angst weg willen rennen.
‘Een van de belangrijkste vermogens is,’ vervolgde Voldemort zacht en dreigend. ‘Het vermogen om te doden.’
Onwillekeurig deed Draco een stap achteruit. Wat moest hij hier nou weer van denken?
‘Lucius vertelde me dat je verliefd was op een meisje,’ zei Voldemort toen. ‘Een meisje met dreuzelouders, is het niet?’
Voldemort lachte kil en humorloos.
‘En je hield van haar, ontken je dat?’ vroeg Voldemort met een enigszins spottende ondertoon.
‘Nee, dat ontken ik niet,’ zei Draco zacht. Het was verschrikkelijk om hierover te praten, en al helemaal met de meest verdorven tovenaar ooit, die waarschijnlijk afschuwelijke plannen had.
‘Dan zal ik je nu een wijze les leren,’ zei Voldemort, die een triomfantelijke schittering had in zijn rode ogen. ‘Liefhebben is voor dwazen, Draco. Voor dwazen zoals Perkamentus, en natuurlijk mijn achterlijke dreuzelvader.’
Weer stootte hij die humorloze lach uit en Draco huiverde.
‘Wat ik wil dat je doet,’ vervolgde Voldemort weer, op een zachte en uitdagende toon. ‘Is dat je dat modderbloedje een kop kleiner maakt.’
Draco’s binnenste draaide zich om. Plotseling besefte hij dat het koude zweet hem op zijn voorhoofd stond. Hij kon het niet geloven.
‘Wat – ik – Hermelien – vermoorden?’ sputterde Draco. Onwillekeurig keek hij achterom, naar zijn vader, maar Lucius zat nog steeds in die krampachtige knielende houding.
‘Kan je dat niet verdragen?’ siste Voldemort. ‘Ben je te zwak? De zwakte om lief te hebben?’
Plotseling kreeg Draco iets van zijn oude trots terug.
‘Ik ben niet zwak!’ riep hij uit. Voldemort knikte goedkeurend.
‘Ik verwacht,’ begon Voldemort ijzig. ‘Dat mijn dooddoeners goed werk verrichten. Ik wil niemand zien falen. Dat kan je nog eens bezuren. Dus, wil je nog terugkrabbelen?’
‘Ja,’ flapte Draco eruit. Voldemort keek hem eventjes verbijsterd aan, en stootte weer een kille lach uit.
‘De jonge Malfidus is eerlijk! Helaas, er is geen weg terug. Je zult alles verliezen als je niet gehoorzaamt.’
Draco rilde. Hoe had hem dit ooit kunnen gebeuren? Zijn veilige wereld was helemaal uit elkaar gevallen.
‘Oke,’ zei hij uiteindelijk beverig. ‘Ik zal mijn werk goed verrichten. Ik zal het met een groot genoegen doen.’
‘Lieg niet!’ siste Voldemort. ‘Je walgt van me, ik kan het zien in je ogen! Je wilt hier het liefst weg zijn, en je zou dat meisje nooit durven te vermoorden!’
Draco gaf geen krimp: het was waar wat Voldemort zei. Er viel een gespannen stilte.
‘Als je het niet doet,’ zei Voldemort uiteindelijk. ‘Dan kunnen er nog wel eens ergere dingen gebeuren, mijn aalgladde vriend.’
Draco werd overspoeld door een vreemde emotie. Hij leek wel een soort van wanhoop te voelen. Voldemort had het op Hermelien gemunt. Als Draco haar niet zou vermoorden, zou Voldemort het persoonlijk doen, of nog ergere dingen. Misschien zou Voldemort zijn hele familie uitroeien, mét Hermelien. Maar hij zou het zichzelf nooit kunnen vergeven als hij Hermelien zou doden…
‘Dat snap ik,’ zei Draco na een tweede gespannen stilte. ‘Ik zal het proberen.’
‘Laat het niet bij proberen blijven,’ zei Voldemort alleen. Zijn skeletachtige gezicht zag er angstaanjagend uit. ‘Jullie kunnen nu gaan.’
Dankbaar verliet Draco de kamer, samen met zijn vader. Hij voelde zich verschrikkelijk. Zo was hij dus terechtgekomen: als een Dooddoener met de opdracht het enige meisje dat ooit iets voor hem had betekend te vermoorden. Voldemort had niet alleen het Duistere Teken bij hem achtergelaten, maar ook het gevoel dat hij beter dood kon zijn.
Nou, wat vinden jullie. Moet dit allemaal toch nog goedkomen? |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Wo Aug 22, 2007 12:45 |
 |
Nog hartstikke bedankt voor alle reacties. Het liefst zou ik de namen erbij zetten, maar het is een beetje teveel om op te noemen. Dus bij deze dan maar: Bedankt! Normaal stuur ik het naar mijn beta-reader, maar als ze niet on is dan lees ik het zelf even door, en dit is niet zo'n heel lang stukje.
De paasvakantie was voor Hermelien absoluut niet chaotisch verlopen. Ze had zich kostelijk vermaakt met Harry en Ron, die om de haverklap partijtjes toverschaak speelden. De schaakstukken vlogen in het rond en Hermelien had de slappe lach gekregen door een van Rons lopers.
‘Ik kan er ook niks aan doen dat dat ding niet luistert!’ zei Ron boos, terwijl hij met zijn vinger tegen het schaakstuk porde. ‘Kom op! Ga naar E5!’
De loper stak zijn tong naar Ron uit en liep de tegenovergestelde richting in.
‘Konining naar C3,’ zei Harry triomfantelijk. Ron vloekte hardgrondig toen zijn loper geslagen werd.
Behalve toverschaak hadden ze ook veel andere dingen gedaan. Ron had een nieuwe set Fluimstenen gekocht en Harry maakte voortdurend vluchtjes op zijn bezem om vervolgens weer bemodderd terug te komen.
‘Ben je weer bezig geweest?’ vroeg Hermelien met een geamuseerde ondertoon.
‘Tuurlijk,’ zei Harry, die opgelaten zijn Zwerkbalgewaad uittrok. ‘Ik ontweek op het nippertje een beuker die ik los had gelaten, maar het is de moeite waard.’
Hermelien had verder haar tijd besteed met het lezen van een goed boek, en na de Pasen had ze het al helemaal uit, tot het grote ongeloof van Ron.
‘Hoe doe je het toch! Ik zou daar geen eens doorheen komen!’
Hoe dan ook was Hermelien toch weer blij toen alle lessen weer begonnen en de gangen volstroomden met baldadige leerlingen.
‘Wat hebben we alseerst?’ vroeg Harry afwezig.
‘Gedaanteverwisselingen met de Ravenklauwen,’ antwoordde Hermelien. ‘En daarna hebben we toverdranken met de Zwadderaars.’
Harry maakte een geluidje dat een kruising had kunnen zijn tussen een grom en nijdig gemompel. Ron verveelde haar daarna kostelijk met een tirade over zijn Zwerkbaltactieken, totdat Draco opeens kwam opduiken.
Het gebeurde ontzettend abrupt: zonder dat Hermelien ook maar kon protesteren prikte Draco met zijn toverstok pijnlijk in haar keel en greep haar beet. Hermelien gilde oorverdovend en duwde hem weg. Door die actie scheen Draco te beseffen dat allemaal mensen naar hem keken: veel mensen op de gang waren nieuwsgierig blijven staan door Hermeliens snerpende kreet. Hij keek verwilderd om zich heen en liep toen gauw de gang uit. In het voorbijgaan zag Hermelien nog dat Draco krampachtig naar zijn linkerarm greep, alsof hij zich gebrand had. Rons stem, die van heel ver leek te komen zei: ‘Wat had dat in godsnaam nou te beteken! Alsof er een Waanzichtsspreuk om hem afgevuurd was!’
‘Sinds wanneer,’ zei Harry koel. ‘Prikken mensen die onder invloed zijn van een Waanzichtsspreuk in andermans keel?’
‘Nou, het kan toch,’ mompelde Ron, wiens oren rood werden – altijd een gevaarlijk teken.
‘Ik snap er helemaal niks van,’ zei Hermelien, die over haar pijnlijke keel wreef. ‘Dat was echt een hele vreemde actie.’
Haar hoofd bonkte en ze herhaalde in haar gedachten keer op keer: ‘Waarom deed hij dat?’
‘Malfidus ís vreemd,’ zei Ron streng. ‘Dat hoor je nu wel eens te weten!’
‘Ik betwijfel of hij dat zomaar deed,’ zei Harry. ‘Hermelien heeft gelijk, het is maar een bizarre actie. Zag je hoe hij naar zijn onderarm greep toen hij wegliep? Zelfs Malfidus –‘
Harry stopte abrupt met praten toen ze opgewacht werden door een furieuse Anderling aan het einde van de gang.
‘Vort! Naar binnen! Jullie zijn nu al vijf minuten te laat, en juist deze belangrijke les!’
‘Wat is er zo belangrijk dan?’ vroeg Ron schaapachtig.
‘Wat is er zo belangrijk?’ herhaalde Anderling woedend. ‘Wat is er zo – de P.U.I.S.T examens komen eraan meneer Wemel! Zeg me nu eens hoe je het in je hoofd haalt om te vragen wat er zo belangrijk is!’
Ron mompelde iets dat leek op ‘had het niet zo bedoelt hoor…’ en gezamenlijk liep het drietal naar binnen. |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Wo Aug 22, 2007 19:53 |
 |
Nadat Draco wegens een snijdend gevoel van schaamte zijn les Gedaanteverwisselingen had overgeslagen, had hij zichzelf overgehaald om toch weer naar Toverdranken te gaan. Zijn actie van daarnet was belachelijk geweest, dat wist hij zelf ook. Maar de wanhoop die hem had geteisterd sinds het Duistere Teken op zijn arm was gebrand dreef hem zachtjes uitgedrukt tot waanzin. Hij had een nietsbeseffende Hermelien aangevlogen. Nu ging zijn schaamte ook nog eens gepaard met schuldgevoel. Maar, hij had ondertussen ook een plan uit zitten broeden. Een plan dat hij heel stiekempjes in werking zou laten gaan. Hij kon er namelijk niet meer omheen, hij was genoodzaakt het te doen.
Teneergeslagen smeet hij zijn tas neer op zijn tafeltje. Blijkbaar iets té hard, want Slakhoorn keek hem verwijtend aan. Hij negeerde Slakhoorn en begon bruut zijn ingrediënten voor Toverdranken uit zijn tas te halen. Het nieuwtje dat hij Hermelien aangevallen had was zo te zien als een lopend vuurtje door de school heen gegaan. De overige leerlingen in de klas fluisterden doordringend en keken opvallend vaak zijn richting op.
‘Hermelien Griffel zei je?’
‘Ja die. Hij daar heeft haar aangevallen. Duidelijk gestoord. Stond er laatst niet in de Zweinsklets dat hij depressief was ofzo?’
‘Jeetje, nou… ik kom niet meer bij hem in de buurt!’
Draco was al met al blij toen hij gezelschap kreeg van een groep andere Zwadderaars.
‘Ha, die Malfidus,’ zei Noot, een klein ratachtig ventje. ‘Waar was je tijdens de paasvakantie?’
‘Thuis,’ zei Draco kortaf.
‘Gast, je had geen eens gezegd dat je weg zou gaan,’ zei Zabini verontwaardigd, die naast hem ging zitten. ‘Patty Park was in alle staten.’
Draco lachte kort en harteloos.
‘Patty Park? Nou, zij gaf me alleen maar meer reden om niet te zeggen waar ik heen ging.’
De Griffoendors waren ook binnengekomen en namen plaats aan de tafel rechts van de zijne. Hermelien keek een beetje angstig naar hem, maar hij deed zelf alsof er niks gebeurd was en zei: ‘Heb ik iets van je aan Griffel?’
Hermelien keek resoluut de andere richting op en deed alsof ze plots erg geïnteresseerd was in haar schoolboeken. Ron daarintegen, knakte met een onheilspellend geluid zijn vingers en keek hem dreigend aan. Draco liet zich daar niet door intimideren en richtte zijn aandacht op Slakhoorn, die opgestaan was om wat te zeggen.
‘Goedemiddag iedereen!’ zei professor Slakhoorn met zijn gebruikelijke enthousiasme. ‘Vandaag gaan we beginnen met een drank die jullie al eerder hebben gemaakt – de Flegmaflip, om eerlijk te zijn. Oké, sla je boeken open op pagina – eh, juffrouw Griffel?’
Zoals gewoonlijk was Hermeliens hand omhoog geschoten.
‘U zei net dat we de Flegmaflip al hadden gehad. Waarom moeten we hem dan weer maken, professor Slakhoorn?’
‘Omdat het aan bod komt tijdens jullie P.U.I.S.Texamen,’ zei Slakhoorn gedecideerd. ‘Goed, sla jullie boeken open op pagina 246. Jullie tijd gaat in, vanaf – nu.’
Schamper keek Draco in zijn boek. De Flegmaflip, ha! Die kon hij zelfs blind brouwen. Nee, deze les zou hij zich met belangrijkere dingen bezig houden. Hij had het plannetje net helemaal uitgewerkt en was het er met zichzelf over eens geworden: hij kon er het beste meteen een eind aan maken. Hoe sneller het gedaan was, hoe beter. Aarzelend stak hij zijn vinger op.
‘Professor Slakhoorn?’
‘Ja, meneer Malfidus?’
‘Ik moet – ik bedoel – mag ik naar de wc?’ sputterde hij moeizaam. Slakhoorn knikte en Draco stond opgetogen op. Zijn plan ging lukken!
Jachtig ademend stormde hij de klas uit. Hij moest het vinden… Doelbewust liep hij door de kerkers, en toen zag hij het: de voorraadkast van Slakhoorn. Daar kon hij vast vinden wat hij zocht. Met een krakend geluid deed hij de deur open. Onwillekeurig huiverde Draco: de voorraadkast stond vol met potten, waarin angstaanjagende dingen in opgeborgen waren. Hij zag onder anderen een siamese tweeling op sterk water, maar ook slijmerige substanties die hij niet kon thuisbrengen. Hij wist nu al: hij wilde geen leraar Toverdranken worden. Hij zocht de voorraadkast door, en zag al gauw wat hij zocht: een plank met een paar stoffige flessen, die allemaal het opschrift ‘zwaar vergif’ droegen. In feite had het geen zin om er zorgvuldig eentje uit te kiezen. Ze waren allemaal net zo giftig. Uiteindelijk griste Draco een flesje met het opschrift ‘Asbestoxide’ van de plank, en stopte het zorgvuldig onder zijn gewaad. Paniekerig maar zelfvoldaan verliet hij de voorraadkast en ging hij terug naar zijn les. Het had geen zin om nog te piekeren. Hij moest het gewoon doen.
Zo, wat zal hij dan precies met dat fles vergif doen? Volgende stukje misschien? . P.s. Reacties en tips zijn nog steeds welkom. Ik kreeg een tijdje geleden de tip iets meer romance er in te doen. Maar aangezien Draco en Hermelien nu niet zo, eh.. dik zijn met elkaar kan ik dat nog niet meteen in werking laten treden. |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Do Aug 23, 2007 9:09 |
 |
‘Kom op, ik wil hier weg,’ zei Hermelien nerveus toen de bel ging. ‘Schiet op Ronald! Pak je boeken in!’
‘Rustig, rustig!’ zei Ron gepikeerd. ‘Vanwaar zo’n haast?’
Hermelien keek over haar schouder veelbetekenend naar Draco, die zo te zien erg treuzelde met zijn boeken inpakken. Ze hadden Toverdranken gehad van Slakhoorn, die wilde dat ze een Flegmaflip brouwden en op een of andere manier was ze de hele les al zenuwachtig geweest. Ze was dan ook dolblij toen de bel was gegaan en ze weg kon.
‘Ik – ik heb gewoon een voorgevoel dat – Harry, kom mee!’
Maar Harry luisterde niet: hij staarde ingespannen naar Draco.
‘Kom op!’ zei Hermelien geërgerd. Dwingend trok ze aan zijn arm, maar Harry werkte absoluut niet mee. Hermelien werd een beetje wanhopig. Iets in haar zei dat ze heel gauw weg moest gaan.
‘Hermelien, ik zag daar iets op zijn arm,’ zei Harry serieus. Hermelien wilde het absoluut niet weten, en deed nog steeds pogingen om Harry mee te slepen.
‘Hou op Hermelien – doe niet zo – kijk dan!’
Hermelien keek om naar Draco en zag dat er inderdaad iets op zijn arm zat, een soort van zwarte vlek. Ze kon het alleen niet onderscheiden: het werd nog half bedekt door de mouw van Draco. Door die aanblik raakte ze alleen nog maar meer in paniek. Toen Draco haar zag kijken streek hij met een ondoorgrondelijke blik zijn mouw recht.
‘Ik ben erg interessant, is het niet Griffel?’ zei Draco zuur. Hermelien wendde gelijk weer haar hoofd af en gaf Harry en Ron een duw.
‘Opschieten,’ zei ze paniekerig.
‘Goed dan,’ zuchtte Ron, die eindelijk zijn spullen in had gepakt. ‘Ik snap echt niet waarom je zo moeilijk doet.’
Het drietal stond op en liep gauw het lokaal uit.
‘Zag je dat op zijn arm?’ vroeg Harry. ‘Zag je dat? Ik wed dat –‘
‘Dat was waarschijnlijk gewoon een beetje vuil, Harry!’ onderbrak Hermelien hem. Ze wilde absoluut niet dat Harry weer eens op onderzoek uit zou gaan, daardoor is hij al veel te vaak in de problemen gekomen. ‘Het is hartstikke normaal om soms een beetje vies te worden bij Toverdranken!’
Harry mompelde dat hij dat sterk betwijfelde.
‘Harry, wat zou het anders kunnen zijn? Persoonlijk denk ik dat Hermelien gelijk heeft,’ zei Ron verveeld.
‘Ik moet weten wat Malfidus uitvoert! Vanochtend viel hij Hermelien aan, weet je nog? En daarna greep hij naar zijn arm! En stomtoevallig, zag ik net op precies dezelfde arm iets zitten, en toen hij ons zag kijken toen –‘
‘Hou erover op!’ beet Ron hem toe. ‘Vast gewoon een brandplek. Wees niet altijd zo de redder in nood!’
Harry wilde woedend zijn mond opentrekken, maar Hermelien bracht hem met één venijnige blik tot stilte. In feite had Harry gelijk, zij had ook gezien dat Draco iets op zijn arm had…
‘Ik weet denk ik al wat het is,’ zei Harry, die ongestoord verder ging. ‘Het is het Duistere Teken!’
Resoluut liet Hermelien haar tas uit haar handen vallen, die met een onvoorstelbare kracht op haar tenen terecht kwam. Vloekend raapte ze haar tas weer op.
‘Het Duistere Teken?’ zei Ron schaapachtig. ‘Eh, Harry… gaat dat niet een beetje ver?’
‘Nou, daar komen we zo achter,’ zei Harry gedecideerd. Met een ondoorgrondelijk gezicht richtte hij zich tot Hermelien. ‘Hermelien, weet jij iets van Malfidus dat wij niet weten?’
Maar Hermelien had op dat moment helemaal geen aandacht voor Harry. Verwoed zocht ze haar tas door.
‘Verdomme!’ riep ze uit.
‘Hermelien?’ vroeg Ron voorzichtig. ‘Is er iets?’
‘Nee alleen – ja… dat kan niet anders,’ mompelde Hermelien, meer tegen zichzelf dan tegen Harry en Ron. ‘Mijn boek is daar blijven liggen! Ik moet terug!’
‘Ik ga niet met je mee, dank je!’ zei Ron met een gezicht vol walging. ‘Ik ben die walrus van een Slakhoorn liever kwijt dan rijk!’
‘Goed dan,’ zei Hermelien snibbig. ‘Ik zie jullie zo wel bij de lunch.’ |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
|
|