Poll :: Met wie moet Hermelien samenkomen? |
Draco |
|
77% |
[ 37 ] |
Ron |
|
10% |
[ 5 ] |
Harry |
|
6% |
[ 3 ] |
Mark (?) |
|
6% |
[ 3 ] |
|
Totaal aantal stemmen : 48 |
|
Auteur |
Bericht |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Zo Sep 30, 2007 9:08 |
 |
Edit: Ik heb een banner gemaakt. Na dagen geprutst te hebben ziet het er eindelijk een beetje acceptabel uit. Ik hoop dat jullie hem een beetje leuk vinden. PoA, echt de beste Harry Potter film *zucht*.
Ben ik weer . Snel hé? Ja... ik heb het al helemaal uitgedacht. Ik zal even vermelden dat dit een vervolg is op "Hermelien Griffel: Grootste vijand of Grootste liefde?" Maar het valt ook goed te lezen als je mijn vorige verhaal niet hebt gelezen. Reacties zijn altijd welkom.
Louise.
Proloog
[i]Wat zou jij doen als je voor eeuwig was verbannen van de toverwereld? Protesteren of eraan toegeven? Ik heb het laatste gedaan. Eigenlijk is dat heel erg ongebruikelijk voor mij, hé? Ik kom namelijk uit een familie van zuiver bloed, en wat voor een. Mijn ouders, en dan vooral mijn vader, waren geobsedeerd door bloedzuiverheid. Ik mocht me niet inlaten met modderbloedjes, bloedverraders, snullen en ander soort ‘tuig’. Ik heb ze al die jaren dat ik op Zweinstein zat geloofd, en hoe meer ik daar over nadenk, hoe groter mijn spijt wordt. Want ik heb dat soort mensen niet vermeden, integendeel: ik heb ze hun hele schooltijd gepest. Waarom? Misschien omdat ik dan het gevoel had dat ik mijn ego opkrikte, en dat ik dan in de smaak zou vallen bij de andere Zwadderaars. Wat een mens allemaal niet kan doen om een beetje populair te worden. Maar alles veranderde in mijn zevende jaar. Mijn ouders legden me voor dat ik een Dooddoener moest worden, en toen begon ik te beseffen dat ik al die jaren fout had gezeten. Toen ik terugkeerde naar Zweinstein werd ik, tot mijn eigen frustratie, verliefd op een meisje die Dreuzelouders had. Maar het bleek wederzijds te zijn, en ik kreeg wat met haar. Dat meisje heeft me al helemaal doen beseffen hoe belachelijk het idee van zuiver bloed eigenlijk was. Maar ik werd wel in de gaten gehouden. Door onze leraar Verweer tegen de Zwarte Kunsten, professor Sneep. Hij was bevriend met mijn vader en speelde dingen aan hem door die mijn vader eigenlijk helemaal niet mocht weten. Toen mijn ouders een datum prikte waarop ik het Duistere Teken zou krijgen heb ik dat dan ook afgezworen. Maar daar lieten ze het niet bij zitten. In de paasvakantie werd ik opgehaald door mijn vader, en ik kreeg onder dwang het Duistere Teken op mijn arm gebrand. Ik weigerde echter de opdracht die de Heer van het Duister voor me had opgelegd te doen, namelijk mijn vriendin vermoorden. En dat was tegen het zere been geweest. De Dooddoeners waren boos, en om mij te wreken gingen ze naar Zweinstein. Het heeft alleen niet veel uitgehaald. De enige die overleed was professor Slakhoorn, en laat dat dan niet mijn favoriete leraar zijn. Professor Sneep was ontsnapt en ook een van de Dooddoeners was gesneuveld. Mijn vader, om precies te zijn. Soms heb ik zelfs het gevoel dat het mijn schuld is… Maar toch, het is maar beter zo. Mijn moeder en ik zijn nu vrij om te doen wat we willen. Want mijn moeder had me eigenlijk helemaal niet in gevaar willen brengen. Ze houdt van me.
Ondanks het feit dat ik die nacht was ontkomen, was het natuurlijk niet slim om onbeschermd over straat te lopen. De Dooddoeners bleven namelijk actief, en zouden alles doen om mij te pakken te krijgen. Eerst moest ik in een huis onderduiken, van de zogenoemde Harry Potter: het Grimboudplein. Dat was in opdracht van Perkamentus. De jongen in kwestie, Harry, protesteerde daar tegen, maar uiteindelijk had hij me toch toegelaten in zijn huis. Harry had namelijk al zijn hele schooltijd een hekel aan me, en ik ook aan hem. Maar inplaats van daar te blijven droeg Perkamentus me op om alle contacten met de toverwereld te verbreken, en een Dreuzelbestaan te gaan leiden.
En nu zijn we aangekomen bij het heden: ik ben nu vier jaar ouder, tweeëntwintig jaar dus. Ik woon nog steeds in London, maar nu dus in een Dreuzelkrot. Helaas heb ik te weinig scholing gehad om een Dreuzelstudie te volgen, en dat heeft er dus ook voor gezorgd dat ik een baan heb met een heel laag aanzien. Ik verkoop namelijk sigaretten en drank, meer kan ik niet voor de maatschappij betekenen. En ook al heb ik een baan, met alleen dat winkeltje kan ik niet rondkomen. Dat is ook de reden waarom ik een kamer verhuur aan een huisgenoot, en ik kon geen gekkere huisgenoot hebben. Mark is namelijk een complete imbiciel, en nog homoseksueel ook. Niks mis mee natuurlijk, maar toch voel ik me er niet altijd gemakkelijk bij. Hij maakt er een hobby van om naar de edele delen te staren van andere mannen (inclusief de mijne), hij hijst zichzelf voortdurend in hoerige pakjes en hij gooit zijn kleding nooit eens in de was. Een wandelende vuilstort dus.
Ondertussen ben ik zelf helemaal ingeburgerd in de Dreuzelwereld. In het begin was ik mijn hoofd aan het breken over het reizen met de bus en de metro, maar nu denk ik daar nauwelijks nog bij na. Ik ga elke zaterdagochtend naar de markt, en ik loop doordeweeks elke dag de gebruikelijke 1000 meter naar mijn werk. De enige met wie ik nog contact heb uit de toverwereld is mijn moeder, die (eindelijk) heeft uitgevonden hoe een telefoon werkt. Ze komt regelmatig op bezoek, en gelukkig praat ze nooit meer over dingen die met toverkunst te maken hebben: elke keer als ik aan magie denk krijg ik namelijk weer heimwee. |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel
Laatst aangepast door miss louise op Zo Nov 25, 2007 20:15; in totaal 4 keer bewerkt |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Zo Sep 30, 2007 14:25 |
 |
Hallo, ik vind het leuk dat er al zoveel leuke reacties waren op mijn proloog! Het zet me echt aan om snel door te schrijven, iedereen bedankt! Hier het eerste hoofdstuk.
Akon - Girl, I'm so lonely. Lonely, I'm mister lonely.
Hoofdstuk 1
Vermoeid wankelde Draco zijn huis binnen. Het was alweer een verschrikkelijke dag geweest. De labiele regering had kennelijk besloten om de prijzen van drank en sigaretten weer te verhogen. Alles leuk en aardig, maar omdat Draco ze verkocht kreeg hij de schuld. Konden die mensen in het kabinet nou nooit even nadenken? De prijs van sigaretten verhogen zou nooit helpen, omdat mensen die verslaafd waren ze toch wel bleven kopen.
‘Ik kan er niks aan doen!’ had Draco geroepen tegen een paar verontwaardigde klanten die zijn winkel waren uitgestampt. ‘Ga klagen bij de regering! Begin een rechtszaak! Wat mij betreft ga je de hele nacht protesteren voor het Parlementshuis! Maar kom niet klagen bij mij, ik ben alleen maar een verkoper!’
En dat was ook zo. Hij was maar een saaie, nietige verkoper, die niks kon betekenen voor de maatschappij… Draco snoof. Hij leefde nu al vier jaar als een Dreuzel, en al die jaren waren eigenlijk vergooid geweest. Hij had een enorm goede opleiding gehad op Zweinstein, maar Perkamentus wou persee dat hij zich tussen de Dreuzels mengde. Omdat hij dan zogezegd ‘veiliger’ zou zijn.
Uitgeput plofte hij op de bank neer, maar toen voelde hij dat hij op iets zachts was gaan zitten en hij sprong verafschuwd weer overeind. Eventjes was hij bang dat hij zijn eigen kat had geplet, maar toen zag hij dat er twee harige pantoffels op de bank lagen. En die pantoffels waren van…
‘MARK!’ riep Draco geïriteerd.
Hij smeet de pantoffels door de kamer, en stampte naar boven. Net toen hij wilde kloppen op de slaapkamerdeur van zijn huisgenoot vloog die open.
‘Tisser, Richard?’ vroeg Mark.
Dat was waar ook: Draco had in de Dreuzelwereld een andere naam. Perkamentus had hem namelijk opgedragen om een schuilnaam te gebruiken. Daarom had Draco zichzelf een ordinaire Dreuzelnaam gegeven: Richard Smith.
‘Wil jij nooit meer je troep in de huiskamer laten slingeren?’ brieste Draco. ‘Ik ging net op je pantoffels zitten! Ik dacht verdomme dat ik Felix had geplet!’
‘Rustig man,’ zei Mark loom. ‘Neem een jointje… dan praten we wel verder.’
Mark was een lange, uitgemergelde jongen met donkerblond, vuilig haar. Ook had hij nogal bolle ogen, waardoor hij een permanent domme uitdrukking had. Plotseling viel het Draco op dat Mark een lange roze jurk aan had, waarbij aan de onderkant lelijke strikjes hingen.
‘Waarom heb je een jurk aan?’ vroeg Draco walgend.
‘Wat? Dit gevalletje?’ vroeg Mark duf, terwijl hij naar zijn eigen jurk keek. ‘Jah… Ik sag dit dingetje in de etalage hangen, en ik dacht: cool.’
‘Wat je cool noemt,’ mompelde Draco.
‘Ohw, ja,’ zei Mark vrolijk. ‘Dit was ik helemaal vergeten, hier is je portemonnee, maat!’
Mark reikte Draco’s portemonnee aan, en hij knipoogde. Verblufte pakte Draco zijn portemonnee.
‘Daarom was ik hem kwijt! Hé, wacht eens even…’ zei Draco, toen hij zijn portemonnee open had gedaan. Met achterdochtig samengeknepen ogen keek hij Mark aan. ‘Mark! Ik mis twintig pond!’
‘Ach, kan wel,’ zei Mark kalm, terwijl hij een sigaret en een aansteker van zijn bureau pakte.
‘Je gaat me niet vertellen dat je die achterlijke jurk van mijn geld hebt gekocht!’ zei Draco kwaad.
‘Waarom nie?’ zei Mark afwezig, terwijl hij een kringetje van rook blies.
‘Omdat jij je eigen geld hebt! Je verdient zelfs meer dan ik, idioot!’ blafte Draco.
Wat Draco zei was nog waar ook. Draco kon het niet uitstaan dat Mark in vergelijking met hem zo een goede baan had, maar hij had er niet om gelogen. Mark was namelijk een tekenleraar op een middelbare school. En geloof het of niet: de leerlingen daar vonden Mark helemaal geweldig.
Met vuurspuwende ogen keek Draco zijn huisgenoot aan. Zoals gebruikelijk trok Mark meteen een zielig, onschuldig gezicht.
‘En trek niet zo’n smoel, Mark! Je weet dat ik dat walgelijk vind!’ zei Draco minachtend.
‘Maar… je doet toch nooit wat met dat geld?’ vroeg Mark nonchalant.
‘Morgen wil ik mijn geld terug! Hoor je dat?’ zei Draco gepikeerd, die niet op Marks vraag inging.
Ziedend liep Draco de trap weer af. ‘Met zo’n idioot woon ik dus samen,’ dacht Draco verhit.
‘Weet je, Richard?’ zei Mark plotseling van boven.
Bedachtzaam liep Draco weer een paar treden omhoog, en keek Mark aan.
‘Wat?’
‘Wat ik wilde seggen was,’ zei Mark, terwijl hij aan zijn jurk pulkte. ‘Is dat je misschien eens wat ander gezelschap moet zoeken.’
‘Hoe bedoel je?’ zei Draco, die zijn wenkbrauwen optrok.
‘Gast,’ zei Mark serieus. ‘Zoek een wijf.’ |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Wo Okt 03, 2007 20:19 |
 |
Zo, daar ben ik weer met een stukje! Ik heb een HELE tijd niet geschreven, ik weet het! Sorry sorry sorry! Maar ik had het heel druk met school! Echt verschrikkelijk… Maar hier een nieuw stukje! Reacties en tips zijn natuurlijk altijd welkom!
Hoofdstuk 2
De dagen daarna bleef die opmerking maar door Draco’s hoofd spoken.
‘Zoek een wijf.’
Elke keer als hij een meisje in zijn winkel zag rondlopen hoorde hij het weer.
‘Zoek een wijf.’
Elke keer als hij een vrouwelijk persoon op de straat tegenkwam galmde het weer door zijn hoofd.
‘Zoek een wijf!’
‘HOU OP!’
Gefrustreerd sloeg Draco tegen zijn hoofd, terwijl een meisje dat hem zojuist passeerde hem verontwaardigd aankeek.
‘Ik heb niks gedaan hoor!’ zei ze gepikeerd.
Draco bromde wat terug, en liep chagerijnig verder door de miezerregen. Het wandelingetje naar huis leek wel twee keer langer als normaal te duren, en hij was dan ook blij toen hij eindelijk zijn eigen voordeur bereikt had. Draco kwam met een hoop gestommel binnen: in het voorbijgaan stootte hij de kapstok om, en een paar vergeten verhuisdozen die daar al jaren stonden.
‘Verdomme!’ zei Draco geagiteerd, terwijl hij de rommel opruimde.
Mopperend liep Draco naar de huiskamer. In het voorbijgaan schopte hij, om zijn agressie op af te reageren, de prullenbak om. Dat maakte hem echter nog chagerijniger, omdat hij nu nog meer troep moest opruimen.
‘Jo! Richard!’ zei de stem van Mark.
Boos keek Draco op. Een lachende Mark (met een sigaret tussen zijn vingers geklemd) keek hem aan. Dat maakte Draco’s humeur er echter niet beter op: het laatste waar hij behoefte aan had was een gesprek met Mark.
‘Seg,’ zei Mark, terwijl hij met zijn sigaret wees op de omgeschopte prullenbak. ‘Wats dat nou voor pleurispuinhoop?’
‘Een omgevallen prullenbak,’ mompelde Draco, terwijl hij knielde om de rommel op te ruimen.
Mark haalde zijn hand door zijn vuilblonde, ongewassen haar.
‘Hoe ken dat nou?’
‘Weet ik niet, en stel geen domme vragen!’ snauwde Draco.
Hij stopte het resterende afval terug in de prullenbak, en keerde Mark de rug toe door naar de huiskamer te lopen. Tot Draco’s ergernis liep Mark achter hem aan.
‘Mark, ga alsjeblieft weg!’ zei Draco.
‘Waarom?’ zei Mark, terwijl hij Draco met onschuldige puppy-ogen aankeek.
‘Ik heb een rotdag gehad,’ zei Draco kortaf.
‘Watte?’ zei Mark.
‘Ik heb een rotdag gehad!’ zei Draco ongeduldig.
‘Waarom?’ zei Mark weer.
‘Door jou!’ blafte Draco.
‘Wat! Je ken mij niet beschuldigen voor dat!’ zei Mark verbaasd.
‘Waarom moest je gister die opmerking maken!’
‘Welke opmerking?’
‘Dat van – eh – gewoon! Ik wil er niet over praten!’ zei Draco snel.
‘Waarom begin je er dan over?’
‘Rot op!’
‘Oke!’ zei Mark vrolijk, alsof Draco hem zojuist een ijsje had aangeboden.
Langzaam liep Mark naar de deur, en liet nog even met een ondeugende grijns zijn blik afzakken naar het gedeelte tussen Draco’s benen.
‘Waag het niet, idioot!’ zei Draco.
‘Goed, goed. Ik ga al weg, maat,’ zei Mark loom, terwijl hij een trekje van zijn sigaret nam.
En met nog één laatste knipoog ging Mark naar boven. Vertwijfeld bleef Draco staan en staarde ondertussen somber voor zich uit. Uiteindelijk plofte hij met een zucht neer op de bank en keek om zich heen. Zijn huis was niet groot, maar wel erg comfortabel. Ondanks de nijpende geur van sigaretten was de huiskamer heel gezellig en knus ingericht. Draco slaakte nog een zucht en dacht na. Wat moest hij nou met zijn leven? Wel, hij had zijn moeder, hij woonde mooi, een homoseksuele huisgenoot… En verder? Verder had hij niks. Tenzij je ze zijn saaie baantje meetelde.
Draco had daarna niet veel tijd meer om verder te peinzen, want precies op dat moment werd hij getergerd door een krampachtig gevoel in zijn linkerarm. Verschrikt greep hij zijn onderarm vast. Zijn Duistere Teken had wel eens vaker pijn gedaan, maar dit was anders. Hij rolde zijn mouw op en zag dat zijn huid op de plek van het teken helemaal samentrok. Gebiologeerd keek Draco hoe zijn tattoo steeds kleiner en kleiner krimpte. En toen…
Was het er niet meer. Zijn Duistere Teken was verdwenen. Draco slaakte een hoog kreetje van verbazing, en gleed met zijn vinger over zijn huid. Verwilderd keek hij om zich heen, alsof hij verwachtte dat het Duistere Teken ergens in een hoekje verstopt zou zijn. Toen keek hij weer naar zijn arm. Zijn tatoeage was weg, verdwenen…
Hoe was dat nou mogelijk? |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Za Okt 06, 2007 14:13 |
 |
Hallo! Meestal stuur ik stukjes op vrijdag, maar ik was gister zoooo van de wereld dat het me niet lukte * zucht *. Want ik schreef wel over verliefdheid, maar ik ben kennelijk vergeten hoe het is om zelf verliefd te zijn . Maar goed, tijd dat Draco weer komt opduiken. Nieuw stukje!
Hoofdstuk 3
Al met al was Draco blij dat het weekend was. Vermoeid sloot hij zijn winkel af en wandelde richting zijn huis. Eerst was hij nog in gedachten verzonken geweest, maar daarna scherpzinnig en alert. Als verstijfd keek hij naar een groep mensen die midden in de drukke winkelstraat opgewonden met elkaar stonden te fluisteren. Allemaal droegen ze merkwaardig lange mantels, en sommige hadden een ongebruikelijke puntmuts op. Het waren niet zomaar mensen: het waren tovenaars en heksen. Draco’s hart begon sneller te bonken. Wat deden die hier midden op straat? Langzaam en geïnteresseerd liep hij langs het groepje excentrieke mensen en ving verschillende flarden van een gesprek op.
‘Dus jeweetwel is definitief – ?’ vroeg een aarzelende stem.
‘Ja, dat weten we wel zeker. En je weet toch van die jongen? Harry Potter bedoel ik natuurlijk… nou die is –‘
Geërgerd keek Draco om naar een stelletje baldadige jongeren, die zo hard praatten dat Draco het gefluister deels niet kon verstaan. Hij scheurde zijn blik af van de mensen in de vreemde kledij en liep verder. Vragen spookten door zijn hoofd. Was Voldemort verdwenen, dood? Dat kon wel verklaren waarom zijn Duistere Teken opeens verdween…
DOINK!
Draco keek niet uit waar hij liep en knalde pardoes tegen een lantaarnpaal op. Een paar zwerverachtige types die stonden te roken bij een container lachtten honend, maar Draco besteedde geen aandacht aan hen en liep ongestoord verder.
Die mensen hadden het ook gehad over die achterlijke Potter. Wat had hij er nou mee te maken? Draco wist dondersgoed dat Harry dat litteken had gekregen omdat de vloek van Voldemort terugkaatste, maar had nooit begrepen wat er verder zo interessant was geweest aan die jongen. Maar wat nou als Voldemort echt weg was? Was de wereld dan echt definitief van hem af?
Ongemerkt was hij al bij zijn eigen huis aangekomen, en hij deed de deur open. Daar werd hij meteen begroet door Mark, die zichzelf in een SM-pakje had gehesen.
‘Hé, Richard!’ zei Mark, terwijl hij een trekje van zijn sigaret nam. ‘Waarom so laat?’
‘Waarom zo laat voor wat?’ zei Draco, terwijl hij walgend naar het SM-pakje keek. ‘En hoe kom je aan die zweep!’
‘Dit ding?’ zei Mark achteloos, terwijl hij een blik wierp op de zweep die hij in zijn hand hield. ‘Ik sag ‘m in je kamer liggen en ik vond ‘m wel cool.’
‘Die is van mijn vader geweest!’ zei Draco, die voelde dat hij rood werd. Waarom had hij dat ding in godsnaam nog?
‘Ohw… deed hij dan aan SM?’ vroeg Mark schaapachtig.
‘Het was niet voor SM!’ snauwde Draco, terwijl hij de zweep van Mark afpakte. ‘Deze vliegt nu regelrecht de vuilnisbak in!’
‘En ik vond het juist zo leuk!’ zei Mark teneergeslagen, maar Draco lette niet op hem.
Draco liep naar buiten en gooide de zweep in de container.
‘Gek… totaal gestoord…’ mompelde Draco tegen zichzelf.
Hij liep terug naar zijn huis en plotseling schoot het hem te binnen dat hij nog iets aan Mark moest vragen.
‘Is – is er nog voor mij gebeld?’ vroeg Draco aarzelend aan Mark.
‘Kweenie,’ zei Mark. ‘Laat me even denken hoor…’
‘Allemachtig! Je kunt toch wel onthouden wie er gebeld heeft?’ zei Draco ongeduldig
‘Eh – o ja! Je moeder heeft nog gebeld, ze heeft namelijk weer last van haar been.’
‘Ja, ja, die bel ik later wel terug!’ zei Draco geagiteerd.
‘En… nog iemand. Kweenie zeker… Begon met een ‘H’ volgens mij…’
Verwilderd keek hij Mark aan.
‘Met een ‘H’?’ vroeg hij verbouwereerd. ‘Maar ik ken helemaal niemand met een ‘H’! Diegene moet verkeerd geweest zijn!’
‘Nee, ’t was echt voor jou!’ zei Mark met een knipoog.
Plotseling begon Draco wat te dagen…
‘Was het een jongen of een meisje?’ vroeg Draco, met een stem die haast oversloeg van opwinding.
‘Ja weet ik veel!’ zei Mark. ‘Die eerste letter onthouden is al moeilijk genoeg!’
Draco gromde: ‘Je gaat me toch niet zeggen dat je niet hebt kunnen horen of het een man of een vrouw was?’
‘Nou, dat is anders heel moeilijk!’ zei Mark verontwaardigd.
‘Je hebt het telefoonnummer zeker ook niet opgeschreven?’
‘Nee.’
‘Dacht ik al.’
Draco stond op.
‘Ik bel de telefooncentrale wel,’ zei Draco bars. ‘Misschien weten zij wel wie mij gebeld heeft.’
‘Zo belangrijk is ’t toch ook weer niet?’ vroeg Mark.
Draco ging er niet op in, en tikte het nummer in.
‘Hallo, spreek ik met de centrale?’ vroeg hij een beetje onzeker.
Een verveelde, bazige meisjesstem praatte terug.
‘Ja daar spreekt u inderdaad mee. Kan ik wat voor u doen?’ zei het meisje chagerijnig.
‘Eh – ja,’ zei Draco. ‘Hoe kan ik het uitleggen… Ik ben vanmiddag gebeld door iemand. Eh – door iemand wiens naam begint met een ‘H’… maar het probleem is – mijn huisgenoot – goed, ik geef wel een beschrijving van hem. Kan je je iemand voorstellen die zo dom is als het achtereind van een nijlpaard? Jeweetwel, zo’n persoon die overal een domme opmerking over weet te verzinnen en niet eens onthoud of een jongen of een meisje hem heeft gebeld –‘
‘Ja meneer, ik zie hem al helemaal voor me,’ zei de stem sarcastisch.
‘Ja, maar dan dubbel zo dom!’ zei Draco gepikeerd. ‘Ik heb het niet over mezelf ofzo, hoor!’
‘Dat zal best,’ zei het meisje, die zo te horen een gaap moest onderdrukken.
‘Kunt u – of kunt u me niet vertellen wie mij vanmiddag gebeld heeft?’ zei Draco, die geduldig probeerde te blijven klinken.
‘Ik zal het nummer wel even voor u traceren,’ zei het meisje, en het werd eventjes stil aan de lijn.
Opgelaten tikte Draco met zijn vingers op de tafel. Hij zou er alles voor hebben gegeven als het Hermelien zou zijn…
‘Goed, ik heb het nummer achterhaald,’ zei het meisje, die weer terug was gekomen.
‘En? Wie is het?’ vroeg Draco gretig.
‘Het is – ene Harry Potter?’ zei het meisje, die enigszins verbaasd klonk, maar Draco merkte dat niet.
‘WAT? Achterlijke Potter? Wat moet die debiel nou weer van me! Allemachtig… Nou… mag ik zijn nummer dan hebben?’
Plotseling was het doodstil geworden aan de andere kant van de lijn.
‘Hallo?’ vroeg Draco wantrouwig.
Weer was het stil. Toen Draco op het punt stond om op te hangen praatte het meisje echter weer.
‘Draco?’ vroeg ze.
‘Wat?’ zei Draco verwilderd.
’Wat krijgen we nou?’ dacht Draco. Hij besloot glashard te ontkennen.
‘Dat kan niet,’ zei hij resoluut. ‘Mijn naam is – Richard Smith.’
‘Sorry,’ zei het meisje opgelaten. ‘Ik – ik dacht dat je iemand anders was. Goed, het nummer – ja – het is…’
Draco schreef het nummer op, bedankte het meisje en legde de telefoon op de haak. Daarna plofte hij neer op de bank en staarde wezenloos voor zich uit.
‘Richard? Gaat alles wel flex?’ vroeg Mark, die over zijn krant naar Draco keek.
‘Ja, helemaal geweldig Mark,’ zei Draco toonloos.
‘Kijk dan nie zo dom!’ zei Mark, die zich weer verdiepte in zijn krant.
Nog steeds wezenloos voor zich uitstarend stond Draco op, liep naar de keukentafel, en legde daar zijn hoofd in zijn armen. Vragen spookten door zijn hoofd. Wat was er nou zojuist gebeurd? Harry Potter had contact met hem gezocht, het telefoonmeisje kende zijn naam… Onwillekeurig had Draco het gevoel dat sinds zijn Duistere Teken was verdwenen, de Dreuzelwereld en de Tovernaarswereld steeds meer met elkaar vermengd waren geraakt. Hij keek nog geen eens zo op van het feit dat Harry hem had gebeld… Dat zou vast met Jeweetwel te maken hebben. Maar, hoe wist een doodgewoon meisje van de telefooncentrale zijn naam die hij had gebruikt in de Tovenaarswereld? |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Wo Okt 17, 2007 17:06 |
 |
sorrie knorrie dat het zo lang duurde. *Zucht* gedonder in mijn prive leven. Maar voor dit gezeik hebben jullie geen tijd. Het nieuwe stukje! Hoe zit het met Hermelien? Nou, daar komen jullie nu achter !
Hoofdstuk 4
‘Ronald Wemel! Kan je nou voor een keer iets nuttigs doen in dit huishouden?’
Nijdig stond Hermelien met haar linkerhand in haar zij, en met haar rechterhand wees ze met een pollepel vervaarlijk Rons richting op. Ron, die net op de playstation had zitten spelen keek haar verwilderd aan.
‘Met wat nu weer?’ vroeg hij schaapachtig.
‘Met wat nu weer? MET WAT NU WEER?’ herhaalde Hermelien boos. ‘Ik zal je vertellen met wat nu weer! De afwas, die jij laatst zou doen, staat nu al eeuwen aangekoekt op het aanrecht!’
‘Nou – eh – dan was jij toch af?’ vroeg Ron, die zijn hoofd weer naar het beeldscherm wilde draaien.
‘Oh, natuurlijk!’ zei Hermelien sarcastisch. ‘Ik ben je huisknecht niet ofzo! Sta met je luie kont op en ga afwassen!’
‘Waarom!’ zei Ron opstandig. ‘Ik moet zo naar mijn werk en –‘
‘Ik moet zo ook naar mijn werk! Maakt dat wat uit? Jij zit nu wel lekker een spelletje te spelen achter de televisie, maar ik moet altijd alles doen in het huishouden! Alles!’
‘Ik moet ook veel doen…’ mompelde Ron zachtjes, maar verstaanbaar.
‘Ja natuurlijk! Achter de computer zitten, uitgaan met je vrienden! Pak aan!’
Hermelien gaf Ron met de pollepel een ferme tik op zijn achterhoofd. Woedend stond Ron op.
‘WAAR WAS DAT NOU WEER VOOR NODIG!’
‘OM JOU TE DOEN BESEFFEN DAT JE NIET OP JE LUIE GAT MOET ZITTEN EN JE HANDEN EENS MOET UITSTEKEN!’ snauwde Hermelien terug.
Ron liep ziedend naar de televisie, drukte op de uit-knop, en mompelde furieus dingen zoals: ‘Doe al genoeg in het huishouden…’ ‘Stelt zich aan, ben niet lui…’
‘Oh nee?’ schamperde Hermelien. ‘Wil jij zeggen dat je niet lui bent? Nou, laat dat maar eens zien! Hier heb je een theedoek, en in de keuken staat het afwasmiddel. Veel plezier!’
Hermelien gaf Ron de theedoek aan en liep met grote passen naar de kapstok.
‘Wat ga je doen?’ vroeg Ron achterdochtig, terwijl hij toekeek hoe Hermelien haar jas aantrok.
‘Wat dacht je van naar mijn werk gaan?’ zei Hermelien ongeduldig. ‘En als ik thuiskom wil ik een leeg aanrecht zien!’
‘Ja mevrouw,’ zei Ron minachtend.
Hermelien besteedde geen aandacht meer aan hem en liet de deur met een harde klap achter zich dichtklappen. Versuft liep ze de trappen van het krappe flatje af en dacht na. Het eerste jaar na Zweinstein hadden zij en Ron als goede vrienden samengewoond. In de Dreuzelwereld uiteraard. Ze had toen nooit gedacht dat ze nog eens verliefd op hem zou worden. De twee jaar die daarna volgden waren dan ook bijzonder gelukkig, maar nu heeft ze al bijna een jaar constant ruzie met Ron. Tranen prikten in haar ogen. Deed ze te streng? Was ze een trut? Maar hij deed ook maar niks… Zij moest overal voor opdraaien… Een relatie betekend niet alleen maar van elkaar houden, je moet ook wat voor elkaar over hebben. En dat had Ron duidelijk niet. Ze woonden samen in één huis, maar zij moest altijd alles doen. Het was niet leuk, het was niet normaal… In het begin werd ze geen eens boos, ze had het idee in haar achterhoofd geknoopt dat ze waarschijnlijk nog een tijdje aan de relatie moesten werken voordat het beter ging. Hermelien stelde zich daar voor open, maar Ron niet. Soms had ze zelfs het gevoel dat Ron meer gaf om zijn videospelletjes dan om haar.
Hermelien stak een drukke winkelstraat over en was al bijna bij haar werk: een telefooncentrale. Ze liep door de schuifdeuren en nam de lift naar boven. Eenmaal aangekomen op haar afdeling werd ze tot haar schrik meteen aangeschoten door haar baas, ene Chris Harris.
‘Ha – hallo meneer,’ zei Hermelien, terwijl ze zenuwachtig aan haar haren frunnikte. ‘Eh – wat is er?’
‘Kom kom, jongedame. Niet zo nerveus!’ zei haar baas, met een vette knipoog.
Chris Harris, een grote, gezette zakenman met een rond en vrolijk gezicht wierp even snel een blik op zijn horloge.
‘Hermelien, ik heb niet veel tijd maar ik wilde even zeggen dat de nieuwe dossiers voor je klaarliggen.’
‘En wat houden die in –‘
‘Barbara zal alles uitleggen, want spijtig genoeg moet ik zo echt weg. Jammer, ik vind het altijd leuk om een babbeltje met je te maken… Waarom kijk je zo sip?’
‘Problemen met mijn vriend,’ zei Hermelien somber, en ze schrok van zichzelf dat ze het zo terloops liet vallen.
‘Ach, al die jonge mensen hé,’ zei haar baas somber. ‘Maar maak je geen zorgen. Ik ben misschien wat oud, maar als je nog wat zoekt…’
Chris knipoogde weer en Hermelien glimlachte een beetje ongemakkelijk.
‘Ja, natuurlijk. Nou – eh – tot ziens dan maar,’ zei Hermelien snel, en ze liep naar haar bureau toe.
Snel bekeek ze de nieuwe dossiers. Haar collega Barbara kwam al aangelopen maar Hermelien zei dat ze het wel zelf kon regelen. Ze had even niet veel behoefte aan contact, en zeker niet met háár. Ze starte haar computer op en vrijwel meteen ging de telefoon over.
‘Met de telefooncentrale, kan ik u helpen?’ vroeg Hermelien luchtig.
‘Ja, hallo met Richard –‘ Hermeliens hart sprong op. ‘Met Richard Buitenbeentje, ik heb een vraag.’
‘Zegt u het maar,’ zei Hermelien, die de teleurstelling uit haar stem probeerde te bannen.
‘Ik belde zojuist naar mijn broer, maar ik kreeg heel iemand anders aan de lijn!’
‘Waar woont uw broer?’
‘In Birmingham.’
‘Heeft u het hele nummer gedraaid?’ vroeg Hermelien achterdochtig.
‘Ik heb gewoon gedraaid wat hier stond, het nummer is –‘
Richard Buitenbeentje noemde het nummer. Geagiteerd sloeg Hermelien zichzelf voor haar hoofd.
‘De buitenlijn, gek! Je moet de buitenlijn draaien!’ snauwde Hermelien.
‘De buitenlijn?’ vroeg de man schaapachtig.
‘De cijfers die je moet draaien als je naar Birmingham wilt bellen! God!’
‘Eh – kunt u die mij geven?’
‘Ja, natuurlijk,’ zei Hermelien.
Het liefst had ze ‘stik maar’ gezegd, maar dat kon haar wel meer kosten dan alleen haar baan.
Ze hielp de man, en nadat die haar bedankt had gooide Hermelien de telefoon agressief neer op de haak.
‘Het zonnetje in huis, zie ik vandaag!’ zei Barbara afkeurend, die aan een bureau naast haar zat.
‘Hou je mond!’ zei Hermelien pinnig. ‘Sorry Barbara, ik heb echt even geen zin in contact met wie dan ook en –‘
‘Goed, ik hou al op hoor. Onze sloddervos kan ook echt nergens tegen.’ zei Barbara, met haar lippen zurig getuit.
Hermelien wierp haar een minachtende blik toe. Zij en Barbara hadden nooit op één lijn gezeten. Hermelien was klein, droeg alledaagse kleding en had onstuimig wild haar. Barbara was daarintegen het type dat een lange lende was, een mantelpakje droeg en haar haren zo strak achterover had zitten in een knot dat Hermelien zich wel eens afvroeg of er toverkracht bij te pas was gekomen. Ja, misschien was zij in Barbara’s ogen een sloddervos, maar Barbara was in haar ogen een domme barbie met platinablond haar (in een knot). Gespannen beet Hermelien op haar nagels. Waarom was ze net zo opgetogen van het feit dat die man Richard heette? Dat antwoord wist ze wel… Laatst had ze iemand aan de telefoon gehad die Richard Smith heette. Opzich niet vreemd, ze kwam zoveel namen tegen hier. Maar wat wél vreemd was, was dat de man precies dezelfde stem had gehad als haar exvriendje Draco. Maar dan ook precies hetzelfde… In het begin had ze het geen eens beseft, maar toen bleek het ook nog eens dat die Richard Smith opgebeld was door Harry Potter. Het was wel héél toevallig dat Richard Smith helemaal uit zijn slof schoot. Zijn manier van praten, zijn stem… Hermelien had kunnen zweren dat het Draco was. Maar dat kon niet, want Draco heette Draco, en die Richard heette Richard. Of niet? Waarom maakte ze zich eigenlijk druk? Het was verdomme al vier jaar geleden dat ze Draco had gezien! Dan moest hij nu toch wel eens uit haar hoofd zijn? Maar dat was hij niet… elke keer als Hermelien weer ruzie had met Ron, dacht ze ’s avonds als ze in haar bed lag aan Draco. Ze kon het niet helpen, het beeld van zijn gezicht doemde maar steeds voor haar op. Stiekem verlangde ze wel eens hartstochtelijk om bij hem te zijn, inplaats van Ron. Maar die gevoelens probeerde ze uit te bannen. ‘Ron is een hartstikke lieve vriend, niemand zou beter voor me zijn dan hem’ probeerde ze zichzelf wijs te maken. En toch geloofde ze het zelf niet… |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Wo Okt 17, 2007 19:34 |
 |
Hoofdstuk 5
‘Hermelien! Schatje!’
Ron kwam meteen op haar afgelopen toen Hermelien de voordeur achter zich dichtsloeg.
‘Kijk eens? Ik heb de afwas gedaan!’
‘Koop een taart en vier het,’ zei Hermelien nijdig.
‘Kom op Hermelien!’ zei Ron smekend. ‘Je gaat toch niet zeggen dat je nog steeds boos op me bent?’
‘Nou toevallig wel ja!’ blafte Hermelien.
Rons gezicht vertrok even, maar toen toverde hij zijn glimlach terug.
‘Ik heb nieuws.’
‘Oh, je hebt nieuws!’ zei Hermelien sarcastisch. ‘Wat is het dan? Heb je een nieuwe playstation gekocht? Of een Wii?’
‘Nee!’ zei Ron geërgerd. ‘Luister! Ik ben serieus! Harry heeft me gebeld en –‘
‘Harry?’
Hermelien was meteen opgehouden met haar spottende opmerkingen en keek Ron met grote ogen aan.
‘Na al die jaren belt hij ons? Ron? Zeg dan wat! Of bedoel je een andere Harry?’
‘Nee het is dé Harry.’
‘Wat had hij te melden?’ vroeg Hermelien. Ze brandde van nieuwsgierigheid…
‘Eh – het zit zo…’ zei Ron, die door al zijn nerveusiteit niet wist waar hij zijn handen moest laten. ‘Ga zitten, oké? Ik pak even een borrel…’
‘Ron, ik wil geen borrel!’ snauwde Hermelien. ‘Vertel me wat Harry te vertellen had, of hoepel op!’
Verslagen liep Ron terug naar Hermelien. Hij schraapte zijn keel, en zei met een formele stem: ‘Voldemort is dood, Hermelien. Hij is er niet meer.’
‘WAT?’
Hermelien gooide een dure bloemenvaas om.
‘Maak je een grapje?’
‘Nee!’ zei Ron. ‘Hij is echt dood!’
‘Maar… hoe?’
Luister, Harry heeft het me allemaal uitgelegd…
Ron ging naast Hermelien zitten en vertelde over dingen genaamd Gruzielementen.
‘Dus hij had stukjes ziel – Harry heeft ze allemaal weten te vinden en vernietigd? Wauw – ik – ik…’
Hermelien was sprakeloos, en Ron knikte.
‘Jup. Zo is het gegaan.’
‘Zei hij nog meer?’
‘Eh, ja – nou, Harry wil zelf binnenkort op bezoek komen en mijn ouders willen ons graag zien… Harry zei dat ze dachten dat we dood waren en…’
‘Je ouders willen ons zien? Maar – dan moeten we ons weer vermengen met de toverwereld Ron. Ik weet niet – Harry belt ons, Harry wil afspreken en dan ook nog je ouders… Hebben we daar wel zin in?’
‘Ik weet niet,’ zei Ron, en hij krabte aan zijn rode haar. ‘Aan de andere kant ben ik zo blij door dit nieuws dat ik gewoon weer zin heb om mijn familie te zien, en Harry…’
‘Ja, oke,’ zei Hermelien met tegenzin. ‘Maar we zijn al zo lang afgezonderd van de toverwereld dat ik –‘
‘We waren afgezonderd van de toverwereld vanwege Voldemort! En nu is hij dood, waar wachten we op?’ zei Ron.
‘Helemaal niet!’ zei Hermelien resoluut. ‘We zijn afgezonderd van de toverwereld omdat ik er niet meer wilde blijven!’
‘Ja, vanwege Voldemort!’
‘Nee, vanwege Draco!’
Er viel een gespannen stilte. Ron staarde haar met open mond aan.
‘Sorry,’ zei Hermelien snel. ‘Nee, dat was de reden niet, dat zei ik fout, ik –‘
‘Laten – laten we het niet over die persoon hebben,’ zei Ron een beetje versuft.
‘Nee, ja – die persoon kunnen we beter terzijde laten,’ zei Hermelien net zo suf terug.
Tegenwoordig was het normaal om Draco in hun huishouden ‘die persoon’ te noemen, daarom was Ron ook geschokt geweest toen Hermelien zijn naam liet vallen. Plotseling klapte Ron enthousiast in zijn handen, en Hermelien schrok ervan.
‘Laten we aan leuke dingen denken! Jeweetwel is dood, en ik heb Mark uitgenodigt voor een bonte avond!’
Hermelien rolde met haar ogen.
‘Alweer?’
‘Ja natuurlijk! Het moet toch gevierd worden? Ook al is hij een Dreuzel en weet hij er eigenlijk geen snars van…’
‘Ja, maar dan kan je dat toch vieren met mij?’ vroeg Hermelien opstandig.
Plotseling voelde ze tranen in haar ogen prikken. Nee, niet weer… geen tijd voor tranen vergieten deze avond.
‘Eh – morgen?’ vroeg Ron ontwijkend.
‘Laat maar Ron…’ zei Hermelien zacht, en ze liep naar de slaapkamer.
‘Wat – wat ga je doen?’
‘Ik ga op bed een boek lezen…’
‘Oh, oke!’ zei Ron, opgelucht dat Hermelien dit keer niet tegen hem uitvaarde. ‘Veel plezier!’
Hermelien gooide de slaapkamerdeur achter zich dicht, en hoorde op dat moment de bel gaan. Ze plofte neer op het grote tweepersoonsbed en luisterde naar de geluidsflarden die uit de woonkamer kwamen. Ze hoorde Marks bulderende stem zeggen: ‘Ha, die Ronnie! Alles kits?’
Hermelien schudde haar hoofd. Ze hoefte niet te horen hoe Ron lol had met Mark. Ze besloot zich aan haar woord te houden en tastte haar nachtkastje af op zoek naar het boek dat ze op dat moment aan het lezen was.
‘Verdorie,’ zei Hermelien tegen zichzelf toen ze het boek niet kon vinden.
Ze had het vast ergens in de huiskamer laten liggen. Hermelien zuchtte en stond op. In het voorbijgaan liep ze langs Mark en Ron die achter de playstation zaten. Hermelien voelde de grote verleiding om er wat van te zeggen, dat ze een keer minder lui moesten zijn, of wat dan ook… maar ze probeerde haar ergernis uit te bannen en pakte gauw haar boek die ze op de salontafel had laten liggen.
‘Hé babe!’ zei Mark, toen hij Hermelien opmerkte.
‘Noem me geen babe, want ik ben je babe niet!’ zei Hermelien snibbig. ‘En je bent homo!’
‘Zeg Hermelien,’ zei Ron ernstig, hoewel hij zijn ogen nog steeds op het beeldscherm had gericht. ‘Doe eens wat aardiger tegen Mark wil je… gedoe! PLET HEM! PLET HEM! STOM DING!’
Hermelien keek naar het beeldscherm, en zag dat het behaarde mannetje dat door Ron bespeeld werd in gevecht was met een agressieve schaar.
‘Juist, ja…’ zei Hermelien, en met haar neus in de lucht gestoken liep ze terug naar de slaapkamer.
Een tijd lang was ze verdiept geweest in haar boek, dat bloedstollend spannend was, maar toen ze haar maag hoorde rommelen besloot ze toch maar even naar de keuken te sluipen om wat te eten. Ze liep de huiskamer in en zag tot haar verbazing dat die leeg was. Hermelien glimlachte en hoopte vurig dat Mark en Ron weg waren gegaan… Maar nee hoor.
Hermelien liep de keuken in en zag dat Ron en Mark daar aan de eettafel een potje poker aan het spelen waren.
‘Ha! Ik heb gewonnen!’ zei Ron, terwijl hij zijn laatste kaart op de tafel neersmeet.
‘Hé, maar dit is saai, gast…’ zei Mark verveeld. ‘Waarom doen we nie iets anders. Strippoker ofzo…’
Bij die laatste opmerking liet Mark zijn blik erg hunkerend over Rons lichaam glijden.
‘Mark, we zijn vrienden, maar – eh – geen homoseksueel gedoe tegenover mij oke?’ zei Ron lachend.
‘Oke, oke. Ik weet dat je een vriendin hebbie…’
Ron knikte een beetje somber.
‘Ja, inderdaad. Maar de laatste tijd is het nogal –‘
Ron hield resoluut op met praten, want hij had Hermelien opgemerkt.
‘Hoi, Hermelien,’ zei Ron nogal koeltjes.
‘Hoi Ron,’ zei Hermelien even koel terug. Vervolgens wierp ze een blik op Mark.
‘Als je zo van mannen houdt, waarom ga je je eigen huisgenoot dan niet vervelen? Ik neem aan dat die ook homo is?’
‘Hermelien!’ zei Ron geschokt, maar Mark keek haar alleen maar dom aan.
‘Eh, nee… hij is – eh – hoe heet dat ook alweer. Oooh, kweenie… Oh ja! Aseksueel!’
‘Aseksueel?’ vroeg Ron niet-begrijpend.
‘Ja – hij kannie verliefd worden ofzo,’ zei Mark schouderophalend, terwijl hij een sigaret opstak. ‘Hijs altijd maar bezig met zijn werk, en hij heeft het nooit over vrouwen...'
‘Hallo!’ zei Hermelien geagiteerd. ‘Ik sta niet toe dat er gerookt wordt in mijn huis!’
‘Het is ook mijn huis!’ zei Ron boos. ‘En ik vind het best als hij rookt!’
‘Geef nie, geef nie,’ zei Mark sussend, en hij drukte zijn sigaret weer uit. ‘Als tuthola ’t nie wil, dan doe ik het nie.’
Hermelien voelde de bekende woede weer oplaaien. Tuthola?
‘Waarom,’ zei Hermelien met trillende stem. ‘Gaan jullie nou nooit eens, maar dan ook nooit, bij Mark thuis zitten!’
‘Tuthola!’ riep Mark uit (Hermelien balde haar vuisten). ‘Mijn huisgenoot is kierewiet! Hij wordt al gek als ik de playstation aan heb staan!’
‘Ron! Zeg er eens wat van!’ zei Hermelien, die zich wanhopig tot Ron richtte.
‘Nou, eh,’ zei Ron, met een blik op Mark. ‘Als Mark zegt dat zijn huisgenoot dat echt niet wil… dan geloof ik Mark wel. Serieus, ik heb Marks huisgenoot zelfs nog nooit ontmoet! Toch Mark?’
‘Jup,’ zei Mark, en hij stak weer een sigaret op.
Even viel er een gespannen stilte, en Hermelien sloeg haar ogen ten hemel.
‘Maar ik wil jullie hier ook niet hebben!’
‘Jeetje! We maken toch geen eens lawaai!’ zei Ron opstandig.
‘Ja, maar ik word er gek van dat Mark hier elke avond over de vloer komt!’
‘Elke avond?’ zei Ron ongelovig. ‘Welnee… deze week is hij hier alleen geweest op –‘
‘– op zaterdag, zondag, maandag, woensdag, donderdag en vandaag!’ onderbrak Hermelien hem hysterisch. ‘Mark is alleen op dinsdag niet geweest!’
‘Dinsdag avond had ik ruzie met men huisgenoot!’ zei Mark resoluut.
‘Oh, natuurlijk!’ zei Hermelien. ‘Zelfs je huisgenoot wordt gek van je! Jeetje, wat een wonder!’
‘Hermelien!’ zei Ron weer boos. ‘Je moet mijn vrienden eens weten te waarderen! Hou op met dit gedrag of –‘
‘Vrienden? Zwervers zul je bedoelen!’ zei Hermelien, terwijl ze een walgende blik wierp op Marks vuilblonde haar. ‘Ga maar met Mark naar de kroeg! Maar blijf niet hier!’
‘Sjeez, babe… je lijkt op men huisgenoot. Hij wil ook altijd dat ik wegga…’
‘Nou, dan is je huisgenoot een man naar mijn hart!’ zei Hermelien kattig. ‘En nu OPHOEPELEN!’
Mark en Ron wisten niet hoe snel ze weg moesten komen: al struikelend verlieten ze keuken, en nog geen twee seconden later werd de voordeur dicht geslagen.
Hermelien bleef eventjes vertwijfeld in de keuken staan, maar liet zich daarna in de huiskamer op de bank neerploffen. Treurig keek ze naar het plafond.
‘Hermelien, kijk eens naar je leven… het is een rommel…’ zei ze verdrietig tegen zichzelf.
En dat was het ook, een complete rommel… |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Za Okt 20, 2007 14:07 |
 |
Nieuw stukje .
Hoofdstuk 6
‘Draco, denk jij dat ik dik ben?’
Draco rolde met zijn ogen. De typische gespreksonderwerpen als zijn moeder weer eens langs kwam. Wanneer hield het eens op?
‘Nee mam, je ziet er hartstikke goed uit voor je leeftijd! Hoe vaak moet ik dat nog zeggen!’ zei Draco gepikeerd. ‘En noem me geen Draco!’
‘Maar sinds je vader dood is heeft geen enkele man meer naar me omgekeken!’ zei Narcissa onzeker, en ze trok haar buik in. ‘Ik ben een vet scharminkel…’
‘Mam, je bent niet dik! En je bent ook niet oud of verlept ofzo! Je ziet er minstens zo goed uit als Michelle Pfeiffer!’
Zijn moeder keek hem verbaasd aan.
‘Wie is Michelle Pfeiffer?’
‘Eh – Amerikaanse actrice. Erg beroemd in de Dreuzelwereld, als je begrijpt wat ik bedoel.’
‘Tuurlijk begrijp ik dat, Draco. Maar vind je niet dat mijn wangen uitgezakt zijn?’ ratelde zijn moeder door. Ze streek haar wangen glad. ‘Zal ik botox proberen? Het is natuurlijk wel Dreuzelspul, maar er is tot nu toe geen drankje hiervoor en –‘
‘Hou op hierover, oké?’ riep Draco uit. ‘Je hebt die troep niet nodig! En ik heet Richard!’
Zijn moeder zwol op van verontwaardiging.
‘Je heet helemaal geen Richard! Dat is je ordinaire schuilnaam! Voor mij blijf je altijd mijn kleine Draco, of je het nou wilt of niet!’
‘Maar Mark vroeg laatst ook al waarom je me Draco noemde! Straks gaat hij nog wat vermoeden!’
‘Lieve schat,’ zei Narcissa, terwijl ze moederlijk door zijn haar woelde. ‘Je zei zelf laatst nog dat Mark toch te stom is om dat te begrijpen. En als alleen ik je zo noem is het toch niet verdacht? Gewoon een leuke koosnaam!’
‘Wat je leuk noemt,’ mompelde Draco. ‘Wil je nog wat koffie?’
‘Ja graag, lieverd.’
Moeizaam stond Draco op van de bank, en struikelde op weg naar de keuken over een pantoffel van Mark.
‘MARK! IDIOOT!’ schreeuwde Draco, en hij smeet de pantoffel met een enorme klap tegen het raam aan.
‘Schat, denk aan je bloeddruk,’ zei Narcissa koeltjes. ‘Wat is dat toch steeds met jou? Sinds je zevende jaar op Zweinstein ben je voortdurend mopperig en schopperig en –‘
‘Dank je, mam,’ zei Draco zuur. ‘Ik wil het niet daar over hebben, oké?’
‘Dat zeg je altijd. Wordt het niet eens tijd om erover te praten?’
‘Nee!’ snauwde Draco. ‘Hier is je koffie!’
‘Dank je, schat.’
Draco plofte met een grom weer op de bank, en sloeg ontevreden zijn armen over elkaar.
‘Wat is er nou?’ zei zijn moeder een beetje geërgerd. ‘Ik ga wel weg als je zo chagerijnig bent, hoor!’
‘Nee! Ik kan er niet tegen dat je gelijk hebt!’ zei Draco boos.
‘Waarover?’
‘Dat wat je net zei! Dat ik sinds het zevende jaar zo bozig en raar ben!
‘Ach… maar het is ook niet niks, lieverd. Je vader is overleden, je moest naar de Dreuzelwereld toe, je hebt een slechte baan en –‘
‘Ik ben heel blij met mijn baan!’ loog Draco.
‘Goed dan. Maar waarom kom je niet terug naar waar je thuis hoort? Onze wereld?’
‘Mag niet, kan niet,’ mopperde Draco.
Zijn moeder verbleekte en staarde hem ongelovig aan.
‘Wat?’ zei Draco met opgetrokken wenkbrauwen.
‘Is – is het je niet verteld?’ sputterde zijn moeder.
‘Wat verteld? Mam, waar heb je het over!’
Zijn moeder zakte in elkaar, en hield haar hand krampachtig voor haar ogen.
‘Merlijn – hoe kan dat? Je weet het niet… je weet het echt niet…’ weende zijn moeder.
‘WAT NIET!’ Draco stond op en verhefte zijn stem.
Zijn moeder keek hem weer aan; ze had tranen in haar ogen.
‘Draco, lieverd – Jeweetwel. Hij – hij is er niet meer! Hij is dood!’
‘W-wat?’ stotterde Draco. ‘Hoe kan dat? Hoe?’
‘Harry Potter,’ zei zijn moeder kortaf.
‘Natuurlijk!’ zei Draco, en hij gaf de tafel een schop. ‘Schijnheilige Potter! Ik wed dat hij duizend – hé!’
Plotseling viel het Draco op dat het briefje met Harry’s telefoonnummer nog steeds naast de telefoon lag.
‘Die heb ik helemaal niet meer gebeld! Maar dat was dus waarom hij mij belde. Ha! Dus hij wilde zelf vertellen dat Voldemort dood was! Een beetje de held uithangen! Joh! En daarom ging mijn Duistere Teken die avond weg! Ja, het is helemaal duidelijk! En – natuurlijk… daarom waren al die tovenaars op de straat! En ze waren aan het lullen over Potter!’
Draco had een triomfantelijke uitdrukking op zijn gezicht en zijn moeder keek hem nogal onderzoekend aan.
‘Draco, gaat – gaat alles wel goed met je?’ vroeg ze een beetje bezorgd.
‘Geweldig mam! Ik kan zelfs Mark wel zoenen!’
‘Echt waar?’
Er viel een deur dicht en Mark keek met bolle, verbaasde ogen naar Draco.
‘NEE! GADVER! Sorry Mark, dat bedoelde ik niet zo. Ga – ga alsjeblieft weg.’
‘Hmmm, nee – koekjes!’ zei Mark, terwijl hij naast Draco’s moeder neerplofte en bruutweg een handval koekjes uit de koektrommel haalde.
Narcissa trok een gezicht en Draco sloeg zijn ogen ten hemel.
‘Nou, hoe was het bij je vriend?’ vroeg Draco ongeïnteresseerd.
‘Gezellie! We hebben gepokerd, enso. Maar gast, waarom was je net zo vrolijk?’ vroeg Mark.
‘Ik heb – eh – de lotto gewonnen,’ zei Draco.
Hij kon zichzelf wel voor zijn kop slaan. Wat was dat nou weer voor een leugen? Snel een uitweg verzinnen.
‘Serieus?’ zei Mark schaapachtig. ‘Kan je mij ook wel wat lenen… hoeveel, maat?’
‘Oh, het is maar tien pond. Schijntje,’ zei Draco snel.
‘En dat noemen se een lotto!’ zei Mark verontwaardigd waarop Draco zijn schouders ophaalde.
Vanuit zijn ooghoek zag hij dat zijn moeder maar moeilijk haar lachen in kon houden.
‘Ja, ongelofelijk balen,’ zei Draco kortaf. ‘Mark, kan je nu alsjeblieft –‘
‘Nee, ik vinnut wel gezellie hier!’ zei Mark vrolijk, terwijl hij een arm om Narcissa heen sloeg.
‘Mark! Blijf van haar af!’ zei Draco geïriteerd.
‘Oke, oke. Maarre, ik heb een vriend uitgenodigd.’
‘WAT?’
‘Draco? Lieverd? Ik ga maar eens,’ zei zijn moeder een beetje nerveus.
‘Dag mam,’ zei Draco. ‘En – ik – heet – Richard!’
‘Ach, je bent zo’n driftkikker!’ zei zijn moeder liefkozend, en ze kneep in zijn holle wang.
‘Dank je, mam,’ mompelde Draco.
Narcissa vertrok, en Draco wendde zich tot Mark.
‘Je gaat GEEN vriend uitnodigen! Daar komt mooi niks van in!’
‘Waarom nie!’ zei Mark boos. ‘Dat jij nou geen vrienden hebbie!’
Draco schudde zijn hoofd. Die woorden deden teveel pijn.
‘Ik wil het niet hebben,’ zei hij zachtjes.
‘Kom op, gast. Voor één keer. Ik sal geen herrie maken, beloofd.’
Mark trok een zielig, onschuldig gezicht. Draco staarde hem verbeten aan. Zou hij het voor één keer toelaten? Maar dan moet het wel echt bij een keer blijven…
‘Oke, oke, OKE!’ zei Draco, die verslagen zijn handen in de lucht gooide. ‘Nodig maar een vriend uit! Mij kan het niks schelen!’
‘Ik hou van je gast!’ zei Mark verrukt.
‘Mark!’
‘Goed, goed.’
Mark gaf hem een dikke knipoog en haalde een aansteker uit zijn broekzak.
‘Jointje?’
‘Nee, dank je.’
‘Waar ga je heen?’
Draco had zijn hand op de knop van de deur neergelegd.
‘Naar boven, jij wil toch alleen zijn met je vriend?’ zei hij boosaardig.
‘Hé! Hij is echt nie meer dan een vriend hoor!’ zei Mark geschokt. ‘Hij heeft al een vriendin!’
‘Nee, maar!’ zei Draco spottend. ‘Een vriendin! Dat moest dan even slikken voor jou zijn!’
‘Ja, nou,’ zei Mark droevig, en hij trok een pruillip. Plotseling klaarde zijn gezicht echter weer op. ‘Maar het gaat tegenwoordig niet goed tussen hem en die vriendin!’
Mark keek hem breed grijnzend aan. Draco begon nu, tot zijn eigen ergernis, lichtelijk nieuwsgierig te worden.
‘Waarom gaat het niet goed dan?’
‘Se – se hebben voortdurend ruzie.’
‘Over wat?’
‘Nou – zij vindt dat hij teveel spelletjes speelt, en dat ie nooit wat doet ofso…’
‘Logisch dat ze boos is! Die vriend is net zo’n luilak als jij bent!’
‘Ik ben nie lui hoor!’
‘Oh nee?’
‘Nee!’
‘Zal wel,’ zei Draco, en hij gniffelde. ‘Ik zie je later.’
En Draco liep naar boven.
Volgende keer: ontmoeting tussen Draco en Hermelien? |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Za Okt 20, 2007 19:06 |
 |
Een nieuw, maar vooral LANG stukje!
Hoofdstuk 7
Met open ogen lag Draco in bed. Voor zijn gevoel bestudeerde hij nu al uren het plafond en hij scheurde zijn blik af. Hij was deze avond geen een keer naar beneden geweest en hij vroeg zich af of Mark al naar bed was. Zo plotseling als die gedachte gekomen was stond Draco op en sloop zachtjes naar de slaapkamer van Mark. Nee dus, de kamer was leeg en verlaten. Vertwijfeld bleef Draco bovenaan de trap staan. Het klonk in de huiskamer akelig stil. Maar Mark en zijn vriend zijn wel hier geweest, hij had namelijk stemmen gehoord beneden, en die waren niet bepaald zachtjes geweest. Draco sloeg zich voor zijn hoofd: de stemmen van Mark en zijn vriend leken er wel doorheen te galmen, en hadden ongelooflijke hoofdpijn veroorzaakt. Draco strompelde naar beneden en kneep gauw zijn neus dicht. Er hing een doordringende sigarettenlucht en overal lagen chips en koekjes op de grond. Daarnaast waren Mark en zijn vriend nergens te bekennen.
‘Mark, je mag nooit meer iemand uitnodigen! Kijk nou eens wat voor een rotzooi je gemaakt hebt!’ zei Draco tegen een denkbeeldige Mark.
Plotseling viel zijn oog op een asbak, waar nog steeds twee sigaretten in zaten te smeulen. Vandaar al die rook. Verbitterd drukte Draco de sigaretten uit, en pakte gauw een stoffer en blik om alle rommel op te ruimen.
Verdrietig schonk Hermelien haar glas weer vol met wijn. Waar hing Ron uit? En ze had nog wel zo uitgebreid staan koken om het goed te maken. Hermelien verdronk in zelfmedelijden. Ze had Rons lievelingseten gemaakt, de duurste wijn gekocht die ze kon vinden, en de tafel met een chique tafelkleed gedekt, zodat het op een restaurant leek. Maar Ron was niet komen opdagen. Hij had de hele dag al niet met haar gepraat, en om zeven uur ’s avonds ging hij zonder wat te zeggen de deur uit. In het begin van de avond zat Hermelien vol ongerustheid, en even later nam die ongerustheid plaats voor verdriet en eenzaamheid. Hermelien verslikte zich in haar wijn. Hoe kon het toch zo fout lopen tussen haar en Ron? Die antwoorden wist ze wel: ze was veel te veeleisend. Ron wilde gewoon niks, hij wilde lekker kunnen luieren, lol maken in het leven. Maar zij ziet het juist heel anders. Het leven is serieus, en er moeten dingen gedaan worden. Al met al paste ze eigenlijk helemaal niet bij hem. Hermelien snikte. Aan de andere kant wilde ze hem ook niet kwijt. Waar zou ze heen moeten?
Plotseling kreeg Hermelien een idee. Ron was vast bij Mark. Ja, dat kon haast niet anders. Ze waren dan wel nooit bij Mark, maar waar moest Ron anders zijn? Hermelien sprong op en trok haar jas aan. Dat was wat ze ging doen: ze ging Ron halen. Snel bladerde Hermelien in hun adressenboekje, en ze zag tot haar opluchting dat Mark hier niet ver vandaan woonde. Ze kon het binnen vijf minuten lopen! Rijden was geen optie geweest, want ze had waarschijnlijk net iets teveel wijn gedronken. Snel daalde Hermelien de trap van haar flat af en stapte naar buiten. Dankbaar haalde ze adem, er hing een frisse buitenlucht en het verkeer was rustig geworden. Hermelien vond London ’s avonds op zijn mooist. Het was dan altijd rustig, en alle lichtjes die aanstonden zorgden voor een vrolijke sfeer. Ze liep een paar straten door en vond het verbazend hoe snel ze bij Marks huis was. Vertwijfeld keek ze naar boven. Het huis stak nogal donker af in vergelijking met de andere huizen die fel verlicht waren. Plotseling besefte ze dat de zenuwen door haar keel gierden. Hoe zou Ron reageren als ze opeens voor de deur stond? Hij zou zich vast diep schamen, en dan kreeg hij vast weer rode oren… Hermelien giechelde. Dat ze op een moment als dat aan Rons rode oren dacht! Het zou vast door de wijn komen…
Ze bedacht zich dat het misschien onbeleefd zou zijn om zo laat nog aan te bellen, dus ze besloot te kloppen. Maar hoe hard ze ook op de deur bonkte, het bleef stil in Marks huis. Verslagen bleef ze op het voetpad staan. Zou ze naar huis gaan? Nee, nog een keer proberen. Ze bonkte nog een keer agressief op de deur, maar ze deed alleen maar haar hand pijn.
‘AU!’ gilde Hermelien.
Dat moest ze dus niet weer doen. Mark en Ron waren dus niet thuis, of toch wel? Precies op dat moment was er namelijk boven een licht aangedaan. Hermelien tuurde naar het raam waar het licht uitkwam. Het was heel schemerachtig zo te zien. Plotseling schoot er een misselijkmakende gedachte door haar hoofd. Waren Ron en Mark daar bezig? Even had die gedachte haar helemaal perplex en bleef ze verstijfd staan, maar nog geen twee seconden later barstte ze in lachen uit. Hermelien kreeg een rood hoofd. Wat bezielde haar nou allemaal? In gedachten verzonken staarde ze naar de deurknop. Waar kon Ron zijn? Was hij weg met Mark? Of was hij daarboven? Hermelien balde haar handen tot vuisten en voelde plotseling onverklaarbare haat door haar lichaam stromen tegenover Ron. Wat een eikel was het toch! Wat was het toch een onbetrouwbare zak! Wat was hij toch…
KLIK!
De deurknop maakte een geluid en de deur vloog open. Verbaasd keek Hermelien op. Had ze nou zojuist toverkracht gebruikt? Maar hoe kon dat nou? Ze had haar toverstok geen eens bij zich, die had ze al jaren opgeborgen in de keukenla zitten… Nee, het was vast geen toverkracht. Daar was ze zich anders wel bewust van geweest. Behoedzaam staarde Hermelien de verlaten hal in. Haar hart leek haast in haar keel te kloppen. Zou het wel slim zijn om zomaar naar binnen te stappen? Aan de ene kant zou ze het liefst de benen nemen, maar aan de andere kant zou ze ook heel graag naar binnen stappen. Ze voelde een soort van brandend verlangen, en het rare was dat dat verlangen niks met het vinden van Ron te maken had… Ze twijfelde geen seconde meer. Ze liep naar binnen en liet in alle haast de voordeur met een klap achter haar dicht vallen. Hermelien slikte. Dit wou ze helemaal niet! Koortsachtig rukte ze aan de deurknop, maar die gaf niet mee. Stik, ze zat opgesloten. Ze had opeens helemaal niet meer de behoefte om rond te kijken, ze wou gewoon zo snel mogelijk wegkomen. Hermelien dacht in razend tempo na. Het kon haar niks schelen als Mark en Ron boven zouden zitten… meteen kreeg ze een eng beeld in haar hoofd. Mark en Ron die elkaar verliefd aankeken, Mark en Ron die elkaar zoenden… ‘Niet aan denken, Hermelien!’ sprak ze zichzelf toe. Het was niet het moment daarvoor…
Snel liep ze naar de woonkamer, en ondanks het feit dat ze in paniek was slaakte ze een kreetje van verbazing. Het was ongelofelijk netjes ingericht en er lag nergens een vuiltje op de grond. Misschien had Mark dan toch wel een acceptabele huisgenoot…
Hermelien bleef daar echter niet lang bij stil staan, want ze zag dat het keukenraampje openstond. Snel liep ze de keuken in. Hmmm, het was wel erg smal… Zou ze daar doorheen passen? Ze kon het altijd proberen. Ze moest en zou hieruit komen! Voorzichtig stak ze haar hoofd door het keukenraampje.
‘Oke, dat ging goed…’ zei ze hijgend tegen zichzelf. ‘Nu nog mijn armen…’
Langzaam maar zeker wist Hermelien zich door het raampje heen te wringen. ‘Als er nu maar niemand naar buiten kijkt…’ dacht ze benauwd. Maar aan de andere kant vond ze die gedachte bijzonder lachwekkend. Een vrouw die zich door een keukenraampje uit een huis weet te bevrijden. Hermelien giechelde. Die verdomde wijn ook!
Plotseling verging het lachen haar echter: ze zat vast met haar kont!
‘Oh, nee!’ zei Hermelien.
Hoe hard ze zichzelf er ook uit probeerde te duwen, het lukte voor geen meter. Langzamerhand begon Hermelien echt wanhopig te worden. Wat nou als Ron en Mark naar beneden kwamen en zagen dat ze vastzat met haar kont in het keukenraampje? Ze had niet veel tijd om haar hoofd daarover te breken, want plotseling werden haar benen vastgepakt door twee grote, mannelijke handen en ze werd met een enorme kracht uit het keukenraampje getrokken. Hermelien kwam met een nogal pijnlijke dreun op de grond terecht, maar erg pijnlijk vond ze het eigenlijk geen eens, ze vond het eerder grappig. Zwakjes glimlachend keek ze op naar de grote gedaante die op haar neerkeek. Zijn gezicht kon ze niet onderscheiden, want het was pikkedonker in de keuken.
‘Dus jij denkt hier zomaar even te kunnen inbreken?’ zei een stem die niet van Mark was noch Ron, maar haar wel heel bekend voorkwam.
‘Nee – nee, ik zocht naar mijn vriend, m-meneer,’ zei Hermelien giechelend, en nog steeds in diezelfde houding liggend.
Zelfs in het donker kon Hermelien zich het verbaasde gezicht van de man voorstellen.
‘Je bent een vrouw!’ zei de man verbluft. ‘Sinds wanneer breken vrouwen in?’
‘Ik – ik breek niet in!’ zei Hermelien, die weer lachte.
‘Oh nee?’ zei de stem schamper. ‘Probeer dat de politie maar wijs te maken! Hebben zij ook wat te lachen!’
De man stak zijn hand uit, en Hermelien pakte die proestend aan. Ze werd met een enorme kracht overeind getrokken en de man drukte haar toen totaal onverwacht in een houtgreep tegen zich aan. Hermelien hapte naar adem. Ze begon alweer iets helderer te denken. Dit moest natuurlijk de huisgenoot van Mark zijn!
‘Wat doe je!’ zei Hermelien paniekerig.
‘Dacht je nou echt dat ik je rustig liet vertrekken? Ik ga de politie bellen, dom schaap!’
Dat was voor Hermelien tegen het zere been.
‘Ik ben niet dom!’ zei ze gepikeerd.
‘Zal wel,’ zei de man verveeld.
Ze werd ruw meegetrokken naar de woonkamer en Hermelien werd helemaal hysterisch.
‘Dit kan je niet maken! Ik kwam hier voor mijn vriend! Ik ging heus niet inbreken ofzo! Ik – ik weet dat je huisgenoot Mark heet! Mijn vriendje is een goede vriend van hem! LAAT ME LOS, IDIOOT!’
Hermelien maaide met haar benen in het rond, en haar belager schrok zo erg dat ze wonder boven wonder los wist te komen. Hermelien rende naar de bank toe en ze hoorde dat de man de tegenovergestelde richting in rende. Angstig verschool Hermelien zich achter de bank en wachtte af. Ze hoorde dat de man ergens naar zocht.
‘Waar is het – waar is die verdomde knop – ik – hier!’
De man drukte ergens op en opeens baadde de hele kamer in het licht. Hermelien had het gevoel alsof er grote schijnwerpers op haar gericht werden. Ze zat in de val.
‘Kom maar tevoorschijn!’ zei de mannenstem lijzig. ‘Ik weet toch wel dat je hier ergens zit! Kom dan!’
Hermelien voelde haar hart bonken in haar keel. Ze was nog niet van plan zich over te geven… Maar wat kon ze anders? Deze vent was veel groter dan haar, en sterker.
‘Gut, ze wilt het spelletje zo spelen. Nou, jij je zin. Ik kom je nu halen!’
Zenuwachtig friemelde Hermelien aan haar blouse. Hij kwam haar halen! Als hij ook maar even achter de bank zou kijken zou hij haar zien zitten en dan… Nee, dan hield ze liever zelf wat waardigheid over. Ze zou niet ontdekt worden op haar hurken, als een kind. Hermelien verzamelde al haar moed en stond op. Krampachtig hield ze haar ogen dichtgeknepen. Op een of andere manier kon ze het niet opbrengen om te kijken naar de man die haar zo zou aangeven…
‘Aha! Dus daar –‘
De man hield abrupt op met praten. Wacht… waarom hield hij op met praten? Hermelien was zo verbaasd dat ze haar ogen wijd open sperde.
Ze stond oog in oog met een lange jongen met blond haar, héél blond haar. Hij had een spits gezicht en grijze ogen. Ze stond oog in oog met Draco Malfidus.
‘Hallo, Hermelien,’ zei Draco koeltjes, terwijl hij haar geschokt maar geforceerd kalm aankeek.
‘Malfidus!’ piepte Hermelien. ‘Ik bedoel – Draco! Ik –‘
‘Wat doe je in mijn huis?’
‘Ik – ik kwam Ron ophalen! Ik deed het niet express, de deur vloog opeens open en –‘
‘De deur vloog opeens open,’ herhaalde Draco schamper. Hermelien keek hem met grote ogen aan.
‘Ja, ja! De deur vloog opeens open en ik –‘
‘Hoe kan de deur zomaar opeens open vliegen, Hermelien?’ zei Draco, alsof hij een vraag stelde aan een dolenthousiaste leerlinge.
‘Weet ik niet! Doet dat er toe? Wat ik dus wilde zeggen was –‘
‘Misschien door… toverkracht?’
Hermelien keek hem doodsbang aan. Waar wilde Malfidus heen?
‘Nee, nee! Toverkracht, wat is dat?’ zei Hermelien nerveus.
‘Dus je kwam Wezel ophalen?’
‘Ja!’
‘Dan snap ik nog steeds niet wat je in mijn huis doet. Wezel is hier namelijk nooit.’
‘Jawel! Hij is de beste vriend van Mark!’
Draco verbleekte.
‘Ken je Mark?’ zei hij, met een geschokte uitdrukking op zijn bloedeloze gezicht.
‘Ja, jammer genoeg wel en –‘
‘Maar waarom heb je niet gewoon aangebeld?’
‘Ik heb geklopt!’ zei Hermelien opstandig.
Er viel een gespannen stilte, en Hermelien merkte dat het koude zweet haar op haar voorhoofd stond. Draco liep naar haar toe en Hermelien begon te trillen op haar benen. Draco ging één meter van haar af staan, en Hermelien was het liefst keihard weggerend. Maar dat zou nogal onbeleefd zijn geweest, zeker omdat Malfidus haar had betrapt toen ze met haar billen vast zat in het keukenraampje. Hermelien moest alweer een giechel onderdrukken. Wat had ze toch! Op een of andere manier vond ze de woordencombinatie van ‘Malfidus’ ‘billen’ en ‘keukenraampje’ erg grappig klinken…
‘Zo, wij hebben elkaar lang niet gezien,’ zei Draco rustig.
Hermelien kon niks anders doen dan zenuwachtig knikken. Hoe kon ze hier ooit uitkomen?
‘Is er niet iets wat je tegen me wilt zeggen?’ zei Draco, die haar verwachtingsvol aankeek.
‘Euh – ja – ik – je bent – u bent echt de man van mijn leven,’ hakkelde Hermelien, en ze voelde dat ze rood werd. Jeetje, wat zei ze nou weer? Hermelien voelde weer een giechelbui opkomen en ze sprak meteen met zichzelf af dat ze nooit meer teveel wijn zou drinken.
‘Ik vat dat maar op als een groot compliment,’ zei Draco koeltjes, en Hermelien trilde weer op haar benen. ‘Nu je er toch bent, kunnen we best even wat bijpraten. Wil je wat drinken?’
‘Ja, graag,’ zei Hermelien, die zichzelf probeerde te kalmeren.
Draco liep naar de keuken, en Hermelien werd geteisterd door een overschot aan gedachten. Eerst had ze Draco nog aangezien voor een rebelse vent die haar wilde aangeven bij de politie, en nu is het opeens een man waar ze een enorme zwak voor blijkt te hebben! Nee, geen zwak, dat mocht ze niet denken. Ze had voor Ron een zwak, niet voor Draco.
‘Wijntje?’ riep Draco vanuit de keuken.
‘Nee – nee, dank je,’ zei Hermelien, en ze kreeg de slappe lach.
‘Wat is er zo grappig?’ vroeg de stem van Draco.
‘Niks – ik bedoel. Ik had vanavond al een beetje teveel wijn op, hahaha…’
‘Vandaar dat je het zo grappig vond dat je door mij uit het keukenraam werd getrokken.’
Hermelien werd op slag weer rood, maar Draco kwam grijnzend met twee glazen fruitsap aangelopen.
‘Alsjeblieft,’ zei hij.
Dankbaar pakte Hermelien het glas aan, maar ze dronk er niet uit. Ontspannen ging Draco tegenover haar zitten. Toen hij begon te merken dat ze naar hem staarde vroeg hij: ‘Wat, wil je liever water?’
‘Nee hoor! Je bent heerlijk – ik bedoel – dit drankje is heerlijk! Hmmm!’ zei Hermelien nerveus. Ze kon zichzelf wel voor haar hoofd slaan.
Draco glimlachte zelfvoldaan naar haar en Hermelien wendde verlegen haar blik af. Ze wist geen eens meer waarom ze hier naartoe was gekomen… O ja, om Ron te halen. Ach, wat maakte het nog uit…
Zwijgend dronk Hermelien haar sap op en stond precies op hetzelfde moment op dat Draco dat ook deed. Ze stond toen zo dicht op hem dat het haar verbaasde dat hij de hitte die ze uitstraalde niet kon voelen. Haastig deed ze een stap achteruit, maar ze struikelde en kwam met een plof weer op de bank terecht. Draco trok haar overeind en alweer stond ze heel dicht op hem.
‘Ik – mooie Dreuzelkleren heb je daar aan – eh –‘
Draco wierp een achteloze blik op zijn kleding en keek Hermelien toen doordringend aan. Hermelien wou dat hij dat niet deed, ze werd er helemaal zenuwachtig van.
‘Ze staan jou ook niet mis,’ zei hij.
Hermelien frunnikte zenuwachtig aan haar haar.
‘Eh – oke – leuk huis heb je trouwens, ik – eh – het is erg netjes en ik had dat niet echt verwacht van een persoon zoals –‘
‘Mark?’ vulde Draco haar zin aan.
‘Ja, die ene – ik bedoel – die persoon.’
Hermelien was helemaal van de kaart. Waarom gebeurde dit haar nou? Draco keek haar onderzoekend aan. Ze moest zich hier uitpraten…
‘Sorry, ik – ik klets uit mijn nek,’ zei ze snel. ‘Dit soort dingen gebeuren meestal alleen in dromen, maar in een droom heb ik dingen meestal onder controle en – en – hier laat ik het totaal bij afweten en ik kwam hier eigenlijk alleen maar voor –‘
Hermelien verstijfde. Er klonk dronken gelach buiten, en iemand deed duidelijk moeite om de sleutel in het sleutelgat te krijgen. De voordeur ging open, en twee paar voetstappen kwamen binnen.
‘Hik! Was – totaal – te gek – vind je ook niet? Hik! Donald?’
‘Ja – geweldig – hik! – ik heb het er helemaal warm van!’ zei de stem van Ron, en daarna giechelde hij.
‘Oh jee,’ fluisterde Hermelien. ‘Die zijn helemaal dronken…’
Mark en Ron kwamen de huiskamer binnen gestruikeld, en hadden last van een hysterische lachbui.
‘En nu is het genoeg!’ zei Hermelien bits.
Ze liep weg van Draco, die walgend toekeek hoe Mark het tapijt onderkotste. Hermelien pakte Ron vast bij zijn arm.
‘Her – Ermelien!’ kraaide Ron.
‘Hoi, Ron!’ zei Hermelien boos. ‘Waar was je? Ik was doodongerust!’
‘Ik – hik! – zuipen!’ zei Ron, en hij hield zich aan Hermelien vast om te voorkomen dat hij niet door zijn benen zou zakken. Plotseling viel Rons blik op Draco.
‘Hihi – hik! – weet je! Die jongen daar – die lijkt op Harco! Hahahaha!’
‘Je – je bedoelt Draco Malfidus?’ vroeg Hermelien, met een nerveuze blik op Draco.
‘Nee – nee!’ zei Ron boos, met een dubbele tong. ‘Op Harco! Snap je? Op h-Harco!’
‘Goed, jij gaat met mij mee naar huis,’ zei Hermelien, die Ron een enorme zet gaf.
Ron kweelde op het laatst nog: ‘DOOOOOEEEEEEI HARCO! Hik!’
Hermelien gooide de voordeur achter haar dicht, met een straalbezopen Ron in haar kielzog. Dat was gênant, ongelofelijk gênant… Ze schaamde zich kapot voor Ron. Maar ze was waarschijnlijk niet de enige… Draco had zich waarschijnlijk rot geschaamd voor Mark. Of niet? Terwijl Ron zigzaggend achter haar aan wankelde liep Hermelien terug naar hun flat. Ze had geen eens afscheid genomen van Draco… Wat? Afscheid nemen? Wat bezielt haar? Ze heeft nu een relatie met Ron, niet met Draco! ‘Nee, je hebt een relatie met een dronkaard’ zei een gemeen stemmetje in haar hoofd.
‘Niet waar!’ riep Hermelien uit.
Ron keek haar beduusd aan, maar dat kon haar niks schelen. Hij was toch dronken. En Hermelien maar denken dat zij een belachelijke indruk had gemaakt… Ze was eigenlijk alleen maar een beetje aangeschoten geweest, niet dronken. Toen ze eenmaal haar flat had bereikt viel ze nog geen vijf minuten later als een blok in slaap, en ze droomde over enorme flessen wijn die haar aanvielen… |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Zo Okt 21, 2007 13:50 |
 |
Hoofdstuk 8
‘Hey, Sjonnie! Ik heb niet eeuwig de tijd!’
Moeizaam tilde Draco zijn hoofd op. Hij was bovenop de toonbank van zijn winkel in slaap gevallen. Loom keek hij de dikke man die hem zojuist toegeschreeuwd had aan. Een ader bij de slaap van de man klopte krampachtig, en hij was van top tot teen bedekt met tatoeages.
‘Wat kijk je nou dom! Reken deze dingen af, sukkel! Ik moet de dokter nog halen!’
Vermoeid pakte Draco het krat bier aan en haalde het over de scanner. Met deze man kon hij beter geen ruzie zoeken. Om de situatie iets behagelijker te maken besloot hij interesse te tonen.
‘Waarom moet u dan naar de dokter? Meneer?’ vroeg Draco quasi-geïnteresseerd.
‘Omdat ik een drankprobleem heb.’
Ongelovig staarde Draco de man aan.
‘Wat doet u dan hier!’ zei Draco gepikeerd.
‘Zeg, Sjonnie!’ zei de man boos, en hij pakte Draco bij zijn kraag. ‘Ik zou je maar niet bemoeien met mij als ik jou was! Ik ram je met één beuk in elkaar! Onthou dat maar!’
‘Eh – wilt u de bon?’ vroeg Draco zwakjes.
De dikke man trok ruw de bon uit Draco’s hand en verliet met een enorm lawaai de winkel. Vertwijfeld wreef Draco over zijn zere keel. Dit soort types kwam hij dagelijks tegen, dit was al niks nieuws meer. Vroeger was hij altijd ‘die-Malfidus-waar-je-uit-de-buurt-moest-blijven’ en nu werd hij dagelijk ‘Sjonnie’ genoemd. De winkelbel klingelde.
‘Jo, Richard!’ riep de stem van Mark.
Draco draaide zich om. Hij had wel verwacht dat Mark weer langs zou komen.
‘Hoi, Mark,’ zei Draco verveeld.
‘Hoe is ’t maat?’ vroeg Mark, die naar de toonbank toeliep en Draco een vriendschappelijke klop op zijn rug gaf.
‘Goed hoor. Ik had net een hele vriendelijke klant,’ zei Draco sarcastisch.
‘Fijn! Volgens mij heb jij hele beschaafde klantjes!’ zei Mark vrolijk.
Draco rolde met zijn ogen en kon daarna een grijns niet meer onderdrukken. Wat kon Mark toch dom zijn.
‘En, wat kom je hier doen?’ vroeg Draco aan Mark.
‘Gewoon, je weet toch! Effe buurten, ik heb twee tussenuren,’ zei Mark met een vette knipoog.
‘Oke. Zeg Mark, ik loop even naar het magazijn. Ik ben zo terug,’ zei Draco snel, en hij liep naar een kamer naast het winkelvertrek.
Precies op dat moment klingelde winkelbel weer en er liep iemand naar binnen.
‘Hé, babe!’ hoorde hij Mark zeggen. ‘Jij ook hier?’
‘Ik ben je babe niet!’ zei een snibbige meisjesstem. ‘Laat me met rust, Mark!’
Draco krabte aan zijn hoofd. Die stem leek verdacht veel op die van Hermelien! Maar hij wist dat hij zich maar wat in zijn hoofd haalde. Gister was hij Hermelien op een wel heel aparte manier tegengekomen. Hij had geluiden gehoord in zijn huiskamer en toen had hij haar betrapt toen ze klem zat in zijn keukenraampje! Maar hij begon steeds meer te twijfelen of het wel echt was geweest… Vast niet, dat was haast onmogelijk. Het was waarschijnlijk een uiterst realistische droom geweest.
Draco pakte een paar dozen met sigaretten uit, en reed die met een karretje het winkelvertrek weer in. In gedachten verzonken legde hij de sigaretten in de schappen, totdat hij een meisjesstem hoorde schreeuwen.
‘Mark! Laat me met rust!’
Draco draaide zich om en zag dat Mark een onschuldig gezicht trok naar iemand die Draco niet kon zien, omdat die persoon achter een van de schappen stond. Uiteindelijk gooide Mark verslagen zijn armen in de lucht en liep met gebogen hoofd naar Draco toe.
‘Mark, ik sta niet toe dat je mijn klanten lastig valt,’ zei Draco streng.
‘Maar ’t was een kennis van me!’ zei Mark verontwaardigd.
‘Zij stelde het kennelijk niet op prijs,’ zei Draco. ‘Kan je weggaan? Ik spreek je vanavond wel.’
‘Oke,’ zei Mark, die zijn hoofd weer droevig liet hangen en de winkel uitliep.
Draco slaakte een zucht van verlichting, en ging verder met de schappen vullen. Toen hij klaar was zag hij dat de vrouw die net binnen was gekomen ongeduldig voor de toonbank wachtte. Eerst liep Draco achteloos haar richting op, maar toen verstijfde hij zijn pas. Het was Hermelien. Plotseling voelde hij het bloed naar zijn hoofd stijgen. Hij had gisteravond kennelijk toch niet gedroomd!
‘Hallo? Is daar iemand?’ vroeg Hermelien ongeduldig, terwijl ze speurend om zich heen keek.
Draco besloot Hermelien eens goed te laten schrikken. Geluidloos sloop hij naar haar toe, en toen hij vlak achter haar stond zei hij: ‘Droevig dat ik u hier nu tref, juffrouw Griffel. Tien punten aftrek van Griffoendor.’
Draco had een griezelig goede imitatie van Sneep gedaan en Hermelien maakte een sprongetje van schrik. Razendsnel draaide ze zich om en keek Draco verwilderd aan.
‘MALFIDUS!’ krijste ze. ‘DOE DAT NOOIT MEER!’
Draco brulde van het lachen, en Hermelien keek hem zuur aan.
‘Slechte herinneringen aan Sneep, Hermelien?’ vroeg Draco geamuseerd.
‘Nou, ik lig helemaal stuk!’ snauwde Hermelien.
‘Wat doe je hier eigenlijk?’ vroeg Draco, die met een uitgestreken gezicht probeerde te praten.
‘Wijn kopen voor Wezel – eh – Ron, ik bedoel Ron!’ zei Hermelien, die zichzelf voor haar hoofd sloeg en een kleur kreeg.
Draco gniffelde.
‘Je begint mijn taalgebruik al over te nemen zie ik!’
‘Ja, nou…’
Hermelien staarde verlegen naar haar schoenen en Draco benutte die gelegenheid om iets te vragen wat hij al heel lang wilde vragen.
‘Werk jij toevallig bij een telefooncentrale?’ vroeg Draco grijnzend.
Hermeliens ogen werden groot van verbazing.
‘Hoe weet jij dat!’
‘Nou, ik weet niet of het je is opgevallen. Maar mijn schuilnaam is Richard – heb je vast wel eens van gehoord.’
Hermeliens roze wangen kleurden nu dieprood.
‘Vandaar dat ik dacht dat jij – hij – ik wist het!’ zei Hermelien opgetogen.
Er viel even een stilte en Draco wist dat ze allebei nadachten.
‘Het is eigenlijk een wonder dat we elkaar weer tegengekomen zijn,’ zei Draco.
Hermelien knikte toegevend.
‘Ik – ik ben nu samen met Ron, maar ik –‘ sputterde Hermelien.
‘Voor hoelang al?’
‘Vier jaar,’ zei Hermelien, die plotseling nogal verbitterd keek. ‘Maar het gaat niet zo goed…’
‘Logisch, je bent niet meer bij mij,’ zei Draco laatdunkend.
‘Nee – dat is helemaal niet de reden dat het niet goed gaat! Ik bedoel, je bent wel leuk hoor, maar ik –‘
Hermelien beet op haar lip, en het viel Draco op dat ze behoorlijk gepikeerd keek. Uiteindelijk zei Hermelien met een zacht, zwak stemmetje: ‘Je hebt gelijk, ik mis je…’
Draco’s maag maakte een salto. Meende Hermelien dit nou? Hij had eigenlijk alleen maar een grapje gemaakt… Miste ze hem daadwerkelijk? Hermelien sloeg haar handen voor haar mond.
‘Oh nee! Stom, stom…’ zei Hermelien geluidloos.
‘Maakt niet uit. Ik weet dat ik onweerstaanbaar ben,’ zei Draco zelfvoldaan.
‘Je hebt wel ego hoor!’
‘Hé, laat mij ook eens ego hebben! Ik woon al vier jaar samen met die idioot!’ zei Draco argwanend.
‘Ja, oké…’
Ze keken elkaar zwijgend aan en Draco zag dat hij niet de enige was die te kampen had met zenuwen: Hermelien was ook niet helemaal ontspannen. Er kwam echter plotseling iets anders waardoor Draco last kreeg van de zenuwen. De dikke man die net in de winkel was geweest, stak de straat over met een stel kleerkasten die zo mogelijk nog groter waren dan de man zelf. Aan hun gezichten te zien waren ze niet bepaald vrolijk. Draco rende naar de deur toe, en draaide het bordje om, zodat er ‘gesloten’ stond. Maar dat weerhield de mannen er niet van om naar zijn winkel toe te lopen. Gauw pakte Draco de sleutel, en hij sloot zijn winkel af. De mannen bonkten boos op de ramen.
‘NOEM JE DIT BIER, IDIOOT?’ schreeuwde een van hen. ‘DE URINE VAN MIJN HOND SMAAKT ZELFS LEKKERDER!’
‘Ach, hou je kop toch,’ mompelde Draco.
Paniekerig draaide hij de lamellen van de winkel dicht, en hij wachtte gespannen af totdat hij de boze stemmen en het gebonk niet meer hoorde. Draco wendde zich tot Hermelien, die nogal nerveus was.
‘Je – je vriendelijkste klanten, zo te zien,’ zei Hermelien bibberig.
‘Deze waren nog aardig,’ zei Draco met een zwakke glimlach.
‘Wat een griezels waren dat zeg!’ zei ze met een trillende stem.
‘Maak je maar geen zorgen, jou doen ze niks,’ zei Draco, terwijl hij een arm om Hermelien heen sloeg.
‘Dat hoop ik dan maar,’ zei Hermelien onzeker. Ze keek nogal beklemd naar Draco, die gauw zijn arm weghaalde.
‘Ik laat je er zo uit, oké? Als we zeker weten dat ze weg zijn…’
Zenuwachtig tuurde Draco tussen de lamellen door.
‘Ik denk niet dat ze nog terugkomen,’ zei hij, en hij liep terug naar Hermelien.
‘Oke, anders vraagt Ron zich af waar ik bl – Draco! Het licht is uitgevallen!’
Dat was hem ook al opgevallen. Plotseling was het pikkedonker in de winkel. Stik, waarom had hij ook alweer de lamellen naar beneden gedaan? Verwoed zocht Draco naar het ding waarmee hij de lamellen weer open kon krijgen, maar dat was tevergeefs. Dit was al de tweede keer in twee dagen dat hij samen met Hermelien opgesloten zat.
‘Daar zitten we dan,’ zei Draco gespannen, in de poging iets grappigs te zeggen.
Hij hoorde Hermelien nerveus giechelen en Draco liep (voorzover hij het kon beoordelen) naar haar toe. Hij stootte verscheidende dingen van de schappen af.
‘Draco, wat doe je?’ piepte Hermelien.
Draco luisterde niet naar haar en liep met gestrekte armen voor zich uit. Plotseling raakte hij iets zacht en warms aan.
‘Hebbes,’ zei Draco, terwijl hij Hermelien kneep op een plek die hij niet kon onderscheiden.
‘Draco!’
‘Wat is er?’
‘Dat was mijn kont!’
‘Sorry.’
Draco hoorde dat Hermelien snel en jachtig ademhaalde.
‘Wat gaan we nu doen?’ vroeg ze angstig.
‘Wachten totdat de elektriciteit het weer doet?’
‘Oh, haha… Daar heb ik helemaal geen tijd voor! Straks gaat Ron nog dingen denken ofzo…’
‘Wezel ligt hoogstwaarschijnlijk met een kater thuis. Hij is zich vast nergens bewust van. Ik ben heus niet achterlijk hoor. Mark en Ron waren straalbezopen!’
‘Ron heeft inderdaad hoofdpijn… maar Mark leek net anders niet ziek!’
‘Nee, maar Mark is gewoon raar.’
‘Dat is waar…’
Ook al was de situatie in feite rampzalig, alsnog voelde Draco zich behoorlijk ontspannen terwijl hij Hermeliens warme adem tegen zich aanvoelde. Meteen stelde hij haar weer een serieuze vraag.
‘Zeg, Hermelien. Mis je mij echt?’
Het was dat het donker was, maar als Draco Hermelien nu had kunnen zien wist hij zeker dat ze een kop als een boei had gehad.
‘Eh – ja… met vlagen. Soms ben ik gewoon helemaal wanhopig. Bijvoorbeeld als Ron weer heeft gedronken ofzo.’
‘Drinkt hij veel?’
‘Ja, best wel. Nu moest ik ook alweer wijn voor hem halen, terwijl hij met een kater thuis ligt! Dat snap ik echt niet.’
‘Nee…’
Draco kreeg het behoorlijk benauwd. Wat moest hij nou zeggen? Koortsachtig wreef Draco zijn voorhoofd af. Hij zweette de peentjes, dit was behoorlijk gênant…
En toen gebeurde er iets waardoor zijn temperatuur al helemaal omhoog schoot. Hermelien was tegen hem aan gaan staan en, besefte hij, kuste hem. Een hand woelde door zijn haar, en twee warme lippen werden op de zijne gedrukt. Draco kon geen eens meer bijhouden hoe lang het duurde. Een minuut? Een kwartier? Een halfuur? Uiteindelijk liet Hermelien hem los en Draco opende zijn ogen weer. Het licht was weer aangesprongen en Hermelien zag er verward uit.
’Dat had ik niet moeten doen!’ zei Hermelien snel. ‘Vergeet het!’
‘Huh, wat?’ vroeg Draco schaapachtig.
Zijn hoofd voelde onnatuurlijk licht aan… was dit zojuist écht gebeurd?
‘Het – het betekende niks toch? Gewoon een stomme kus,’ zei Hermelien vertwijfeld. ‘Ik moet gaan – Ronald wacht op me, en – oh ja, ik moet die wijn betalen!’
‘Je mag de wijn hebben hoor,’ zei Draco zwakjes. ‘Ik hoef er geen geld voor.’
‘Nee, nee!’ zei Hermelien, die flauwtjes glimlachte. ‘Hier heb je het geld. Tot ziens!’
Haastig drukte ze een briefje van vijftig pond in Draco’s handen. Hermelien snelde naar de deur, en stak gauw de sleutel erin die Draco had laten liggen.
‘Hermelien, je –‘
De winkelbel klingelde.
‘ – wisselgeld,’ zei Draco teneergeslagen.
Hermelien was er al niet meer, ze was weg. Draco zuchtte. Wat een gedoe allemaal… Hij liep naar de ruit toe en draaide lamellen weer open. |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Zo Okt 21, 2007 18:14 |
 |
Niet veel reacties, wel veel stemmen op mijn poll. Jullie zijn (bijna) allemaal voor Draco, haha! Nou, dat is mooi, want Draco en Hermelien is mijn favoriete ship. Daar ging het verhaal uiteindelijk ook om. Maar tips en reacties zijn altijd welkom hoor! Hier is het nieuwe stukje! Ik hoop dat jullie er wat van vinden. De terugkeer van Harry, yeah .
xxx, Louise.
Hoofdstuk 9
Versuft liep Hermelien haar huis in. Hoe kon ze nou zo stom zijn! Even met haar exvriendje opgesloten in een winkel en hopla! Ze zoent hem schaamteloos! Ze had een relatie met Ron, niet met Draco. Maar dat feit wilde op een of andere manier niet tot haar doordringen… Hermelien ging teneergeslagen op de bank zitten. Het voelde niet goed, het vrat aan haar… Vooral het feit dat ze meer gevoelens voor Draco leek te hebben dan voor Ron was absoluut niet goed. En ze had Draco gister pas weer voor het eerst gezien! Hermelien zuchtte. Ze voelde zich vies, alsof ze een besmettelijk virus met zich meedroeg. Waarom was haar leven toch zo een puinhoop? Hermelien stond op.
‘Ron?’ riep ze door het appartement. ‘Ron? Waar ben je?’
Ook dat nog, Ron heeft de benen genomen. Ongerust liep Hermelien door haar huis.
‘RON!’ gilde ze.
Geen antwoord.
‘Ron! Laat wat van je horen!’ riep Hermelien, maar dat was tevergeefs.
Ron was weg. Hij was vast al naar zijn werk gegaan, of hij was weer gaan zuipen met Mark… Nee, dat kon niet. Mark had ook zijn werk en ze zouden heus niet het werk skippen om samen te gaan drinken.
De deurbel ging af en Hermelien schrok zich een hoedje. Wie belt er op een vroege maandagochtend zomaar aan? Hermelien liep naar de hal en hield te telefoon bij haar oor.
‘Hallo? Wie had aangebeld?’
‘Hermelien, wat goed je te spreken! Ik ben het!’
‘WAT!’
Hermelien liet de telefoon uit haar handen glijden en rende naar beneden. Ze gooide de deur van de flat open en omhelsde degene die zojuist aangebeld had.
‘Hermelien! Jeetje, jij bent enthousiast!’ zei Harry lachend.
Hermelien gaf Harry nog een extra stevige knuffel en stortte zich met haar volle gewicht op hem. Harry viel achterover en kwam met een nogal harde klap op de stoep terecht.
‘Oh – sorry! Gaat het?’ zei Hermelien opgelaten, maar Harry lachtte alleen maar.
‘Is Ron niet thuis?’ vroeg Harry.
‘Nee, nee! Ron is naar zijn werk – denk ik,’ zei Hermelien, wiens glimlach meteen weer als stinksap van haar gezicht afdroop. Ze had absoluut geen zin om het over Ron te hebben.
‘Goed, mag ik jullie flat zien? Jullie hebben vast een mooi uitzicht hier!’ zei Harry enthousiast.
‘Tuurlijk, kom binnen!’
Hermelien en Harry liepen gezamenlijk de flat in, en ze keek Harry stralend aan.
‘Wat is het fijn om je weer te zien, Harry!’ zei ze, terwijl ze een blos van plezier had.
Harry gaf Hermelien een vriendschappelijk schouderklopje.
‘Vind ik ook, Hermelien.’
Hermelien glimlachte en ging hem voor naar boven.
‘Dit is het,’ zei Hermelien, terwijl ze Harry haar appartement inliet.
‘Niet slecht!’ zei Harry, terwijl hij zijn blik bewonderend door het appartement liet glijden. ‘Heeft je zeker een flinke duit gekost!’
‘Nou en of,’ zei Hermelien toegevend.
Ze keek Harry aan. Hij zag er nog steeds hetzelfde uit. Het gebruikelijke ronde brilletje, die helgroene ogen en dat warrige zwarte haar.
‘Harry, je bent nog geen steek veranderd.’
‘Dank je!’
Hermelien lachte.
‘Ga zitten!’ zei ze geamuseerd.
Harry nam gehoorzaam plaats en keek Hermelien geïnteresseerd aan.
‘Herm, er is echt zoveel dat ik nu aan je moet vragen!’ zei Harry opgewonden.
‘Ga je gang! Ik heb alle tijd!’ zei Hermelien vrolijk.
‘Heb je nu wat met Ron?’ vroeg Harry.
Hermelien slikte even. Door die vraag dacht ze meteen weer aan Draco…
‘Eh – ja,’ zei ze benauwd. ‘Al zo’n vier jaar.’
‘Dat is lang,’ zei Harry bewonderend.
‘Ja, inderdaad.’
‘En waarom hebben jullie nooit meer wat laten horen? Waarom zijn jullie uberhaupt naar de Dreuzelwereld gegaan?’ vroeg Harry ernstig.
‘Ik – ik wilde gewoon niet meer leven – in de tovenaarswereld. Ik vond het verschrikkelijk dat –‘ Hermelien slikte even ‘– dat ik Draco nooit meer mocht zien. Ik dacht dat wegrennen de beste oplossing zou zijn.’
Hermeliens schouders begonnen te schokken. Harry legde demonstratief een hand op haar rug.
‘Jemig, Hermelien. Wat is er nou?’
‘Ik – ik heb zo fout gezeten!’ zei Hermelien dramatisch. ‘Nu heb ik geen eens een geweldige baan, Ron zuipt teveel en hij nodigt voortdurend een vriend uit die zo mogelijk nog meer een zuiplap is dan Ron zelf!’
‘Serieus? Is Ron aan de drank?’ vroeg Harry geschokt. ‘Dit had ik nou nooit achter jullie gezocht… Maar waarom hebben jullie nooit meer contact met Rons familie?’
‘Omdat ik dat niet wilde! Maar ik was zo fout, zo fout! Het is mijn schuld dat Ron nu een alcoholist is – en dat we een slechte baan hebben. Ik zie geen eens meer het nut van het leven in. Alles is weg!’
‘Maar het is toch niet zo moeilijk om weer contact op te nemen met de tovenaarswereld?’
‘Tuurlijk wel! Wie zit daar nu nog op ons te wachten? Het is te laat!’
‘Het is nooit te laat, Hermelien. En ik wed dat mevrouw Wemel jullie met open armen zou ontvangen.’
‘Denk je dat nou echt?’ zei Hermelien ongelovig.
‘Tuurlijk, familie vergeeft je altijd. Kijk maar naar Percy,’ zei Harry resoluut.
‘Percy?’
‘Percy is bijgedraaid, hij heeft geen ruzie meer met zijn familie.’
‘Echt, serieus? Maar hoe –‘
‘Dat vertel ik je allemaal later wel, Hermelien. Drink even wat, je trilt helemaal.’
Harry liep gauw naar de keuken, en kwam terug met een glas water.
‘Dankjewel,’ zei Hermelien beverig, en ze nam een grote slok.
‘Na alles wat ik nu al gehoord hebt lijkt je leven een groot drama,’ zei Harry, die bedenkelijk keek.
‘Drama, drama? En of het een drama is!’ zei Hermelien hysterisch, en ze verslikte zich in haar glas water.
‘Rustig aan, Hermelien!’ zei Harry bezorgd.
‘En – en weet je?’ zei Hermelien, terwijl de tranen over haar wangen liepen. ‘Ik heb er nog een probleem bij! Wist je nog dat Draco zich moest afzonderen van de Tovenaarswereld? Hij woont hier in de buurt! En daar kwam ik gister pas achter!’
‘Maar – als je iets met Ron hebt, wat heeft Draco dan –‘
‘Harry! Luister! Ik ben niet verliefd op Ron! In het begin wel, maar toen hij zoveel begon te drinken was het in één klap over!’
Hermelien keek Harry met een betraand gezicht aan. Harry leek niet te weten wat hij met die stortvloed van informatie moest doen.
‘Hermelien! Kalmeer nou even! Ik krijg het nu allemaal tegelijk over me heen!’ zei hij geagiteerd.
‘Sorry,’ zei Hermelien zwakjes, en ze hikte. ‘Ik – het moest er gewoon even uit. Ik heb de laatste tijd niemand meer om mee te praten…’
Hermelien besefte hoe pijnlijk die uitspraak was, en haar schouders begonnen weer te schokken. Harry pakte haar beet en zorgde ervoor dat Hermelien stil was.
‘Hermelien, ik denk dat dit het verkeerde moment is om over jouw bezigheden te praten. Begrijp me niet verkeerd, ik wil je heel graag helpen, maar je bent nu te overstuur om ook maar één zinnig woord te zeggen.’
Hermelien knikte opgelaten.
‘Je hebt gelijk, Harry,’ zei Hermelien, en ze snikte. ‘Ik – ik moet me niet zo aanstellen.’
‘Dat is het helemaal niet!’ zei Harry verontwaardigd. ‘Als ik je verhalen mag geloven is je leven op moment behoorlijk heftig!’
‘Nee, nee – ik stel me aan. Kom op, vertel jij maar alles wat jou de laatste tijd omging. Ik zal luisteren,’ zei Hermelien met een definitieve ondertoon.
Harry probeerde er nog wat in te brengen, maar goen toen uiteindelijk zitten en vertelde haar alles over hoe hij Voldemort had gedwarsboomd. Na zijn verhaal zei Hermelien: ‘Het zal wel vreemd voor je zijn, dat Voldemort er niet meer is…’
‘Ja, in het begin wist ik eigenlijk echt niet wat ik moest doen,’ zei Harry toegevend. ‘Mijn hele leven stond eigenlijk voor een taak: Voldemort verslaan. En nu heb ik die missie volbracht.’
Hermelien knikte.
‘Kijken mensen nu anders tegen je aan?’
‘Nee, ze zien me nog steeds als de grote held,’ Harry lachte verbitterd. ‘Er zijn voortdurend allemaal bladen me vragen of ik een interview wil geven. Ik moet er niks van hebben.’
‘Ja, het is officieel. Je bent echt niks veranderd,’ zei Hermelien, en ze lachte.
‘Ik vind het niet leuk dat je je zo rot voelt Hermelien,’ zei Harry serieus.
Hermelien haalde verbeten haar schouders op.
‘Het is kennelijk mijn lot,’ zei ze, met een tevergeefse poging tot een glimlach. De grimas op haar gezicht was onmiskenbaar.
‘Maar – waarom ga je dan niet gewoon weg bij Ron?’ vroeg Harry voorzichtig.
‘Dat kan ik niet doen, Harry! Dat is een hele klap voor hem! En waar moet ik heen?’ zei Hermelien. Tranen prikten in haar ogen.
‘Nou, er zijn heel veel plekken waar je heen kan! Je kan terug naar de toverwereld, je mag ook bij mij blijven als je wilt, of je gaat – nou ja, waar je maar wilt.’
Hermelien schudde echter meteen haar hoofd.
‘Ik kan niet weg,’ zei Hermelien. ‘Ik wil niet ontrouw zijn…’
‘Hermelien,’ zei Harry streng. ‘Je moet voor je eigen geluk zorgen. Ron brengt je duidelijk geen geluk, dus je moet zelf het heft in handen nemen.’
Hermelien sloot haar ogen. Dit klonk allemaal heel logisch. Maar aan de andere kant klampte ze zich liever vast aan dingen die vertrouwd waren. Nog meer veranderingen zou ze niet kunnen verdragen. Dat wist ze zeker…
‘Luister, Hermelien. Als jij gelukkiger bent bij Draco, dan houdt niemand je tegen. Ik in ieder geval niet.’
Verbijsterd staarde Hermelien hem aan.
‘Hoe weet jij dat – dat ik Draco –‘ sputterde Hermelien.
‘Kom op, hoe je net zijn naam noemde. Het is toch duidelijk dat je nog steeds gevoelens voor hem hebt?’ zei Harry, alsof dat net zo logisch was als één plus één was twee.
‘Je hebt vast gelijk,’ mompelde Hermelien. ‘Maar ik snap mezelf gewoon niet meer, Harry. Met Ron ben ik nu al vier jaar samen, en Draco ben ik gister pas weer tegengekomen… op een hele gênante manier trouwens.’
‘Op wat voor manier dan?’ vroeg Harry nieuwsgierig.
Hermelien vertelde hem het hele verhaal, over hoe ze met haar billen vast zat in het keukenraampje en hoe ze door Draco betrapt werd. Na dat verhaal barstte Harry in lachen uit.
‘Haha, wat grappig,’ zei Hermelien zuur.
‘Sorry,’ zei Harry proestend. ‘Maar dat overkomt jou weer hé! Met je kont vast in het keukenraampje van Malfidus…’
Hermelien grijnsde zwakjes, en Harry vroeg: ‘En, hoe is het verder gegaan met Malfidus?’
‘Ik – ik liep vanochtend toevallig een winkel in, om wijn te halen voor Ron.’
‘Oh ja, natuurlijk. Ron is alcoholist. En hoe ging het verder?’
‘Nou, toen bleek dus dat Draco daar werkte…’
‘Dat ook nog! Dus Malfidus werkte in die winkel?’
‘Ja.’
‘Interessant.’
‘Hij ging me meteen versieren, ik wilde eigenlijk weg, maar toen kwamen er een paar boze dronkelappen, dus Draco sloot de winkel af. En toen viel het licht ook nog eens uit.’
‘Dus je stond met Draco alleen in een donkere winkel,’ zei Harry gniffelend.
‘Ja.’
‘Spannend.’
‘Harry!’
‘Oke, oke. En toen?’ vroeg Harry.
‘Toen kon ik me niet meer inhouden,’ zei Hermelien in één adem, en meteen voelde ze het schaamte gevoel weer opborrelen.
‘Wat deed je dan?’
‘Ik – ik heb hem – ik deed het niet express! Eigenlijk mocht het niet gebeuren, maar –‘
‘Hermelien, wat gebeurde er toen?’ vroeg Harry dwingend.
‘Ik heb – ik heb hem gezoend, Harry! Ja, gezoend!’ zei Hermelien in een opwelling. Weer voelde ze de tranen in haar ogen prikken.
‘Hoe reageerde hij?’
‘Gewoon, zoals hij altijd rea –‘
Hermelien hield abrupt op met praten. Draco had haar helemaal niet raar aangekeken of walgend. Integendeel. Zij was degene die daarna in paniek was geraakt.
‘Ik snap niks meer van mezelf,’ zei Hermelien eerlijk met trillende stem.
Harry glimlachte geruststellend, en dat maakte dat Hermelien zich ietsje beter voelde.
‘Harry?’ vroeg ze aarzelend. ‘Zou je dit aan niemand willen vertellen?’
‘Tuurlijk niet Hermelien. Beloofd.’
‘Oke!’ zei Hermelien, die opeens ongelofelijk vrolijk was. ‘Blijf je vanavond eten? Ik – ik denk dat Ron het fijn zal vinden je te zien.’
‘Tuurlijk! Lijkt me leuk!’ zei Harry.
Hermelien kon wel een gat in de lucht springen van blijdschap. Harry begreep het. Ondanks dat ze elkaar al vier jaar niet hadden gezien was Harry nog steeds haar beste vriend. |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Di Okt 23, 2007 7:20 |
 |
Hoofdstuk 10
Teneergeslagen bekeek Draco het elektriciteitskastje dat buiten zijn winkelpand bevestigd zat. Zo te zien waren er een paar draden losgeknipt. Zuchtend pakte hij zijn gereedschapskist. Dat hadden die kleerkasten natuurlijk gedaan. Ze konden het winkelpand niet in, dus daarom hadden ze op deze manier wraak genomen. Draco schroefde een paar draden wat strakker aan, maar het wilde niet helpen. Stik, moest hij ook nog geld uitgeven aan nieuwe bedrading voor het elektriciteitskastje. Maar aan de andere kant waren de gevolgen van het uitvallen van de elektriciteit behoorlijk plezierig geweest. Als dat niet was gebeurd had Hermelien hem nooit gezoend… Draco grijnsde bij die gedachte. Hermelien had duidelijk laten merken dat ze nog niet over hem heen was. En Ronald Wemel was een onuitstaanbare zuiperd geworden. Draco wist dat hij eigenlijk niet blij mocht zijn. Hij deed dingen met zijn exvriendin die hij pas sinds gister voor het eerst weer gezien had en nota bene een vriend had! Maar Draco voelde zich aan de andere kant helemaal niet schuldig. Het was Hermeliens keuze om ontrouw te zijn tegenover Ron, en uit haar opmerkingen kon hij opmaken dat Hermelien totaal niet meer verliefd was op Ron. Draco kon het niet laten. Hij diepte nu steeds herinneringen op van hem en Hermelien in Zweinstein. De eerste herinneringen waren vooral ruzies, waarin veel werd gescholden en ‘modderbloedje!’ werd geroepen. De andere herinneringen waren al een stuk plezieriger. Hermelien die hem ondersteunde omdat hij een rib had gebroken, zijn eerste zoen met Hermelien in de bibliotheek, Hermelien die hem het klassenoudstebad introk…
‘AU!’
Draco was zo in gedachten verzonken geweest dat hij een elektriciteitsschok had gekregen. Hij was nog steeds niet goed in die Dreuzeldingen. Trillerig liep hij terug zijn winkelpand in, en drukte op de schakelaar. Aan, uit. Aan, uit. De lampen deden het weer perfect. Nou, dan kreeg hij in ieder geval geen zenuwslopende situaties meer.
‘Wat krijgen we –‘
Plotseling begonnen de lampen weer te flikkeren. Hoe kon dat nou? Draco rende naar het elektriciteitskastje. Er was niks te zien, alle draden waren goed aangesloten. Draco had een beklemmend voorgevoel, en rende zijn winkel in. Hij ging op een krukje staan en gaf een tik tegen een van de lampen, maar het wilde niet baten. Maar hij kon toch niet de hele avond in een hyperactieve winkel blijven staan? Draco zuchtte, er zat niks anders op. Hij pakte zijn toverstok, en richtte die op de lampen. Hij siste een spreuk en de lampen waren meteen continu aan het schijnen.
‘Goed gedaan, Malfidus,’ zei Draco, terwijl hij zichzelf een schouderklopje gaf.
Maar toen verstijfde hij. Had hij nou zojuist toverkracht gebruikt? Hij sloeg zijn ogen ten hemel. Sinds wanneer voelde hij de behoefte om toverkracht te gebruiken! Precies op dat moment viel zijn oog op een man die voor de etalageruit stond. De man glimlachte niet, de man keek niet nieuwsgierig, maar hij stond daar maar gewoon. Draco huiverde. De man zag er nogal mysterieus en sinister uit… iets wat Draco niet kon omschrijven. De man had een lange, zwarte mantel aan, en zijn gezicht werd afgescherm door een hoge, zwarte hoed. De wind suisde langs de straten en de mantel van de man wapperde. Waarom stond die vent daar maar? Zou hij hem naar binnen laten? Aarzelend deed Draco de winkeldeur open, en keek naar de man die nog steeds naar binnen staarde. Hij had eigenlijk wel iets weg van een pop.
‘Kan – kan ik u helpen?’ stotterde Draco.
De man draaide zich naar Draco toe. Hij stond nog steeds in dezelfde houding, en keek Draco zwijgend aan. Draco slikte.
‘Zeg dan wat!’ zei Draco, paniekerig en gepikeerd tegelijk.
De man zette zijn hoed ietsje hoger, en Draco kon zijn mond zien. Een haatdragende, minachtende grijns.
‘Goedenavond, meneer Malfidus,’ zei een ijzige stem, die uit de mond van de man kwam.
‘Kan ik u helpen?’ herhaalde Draco, maar hij wist zeker dat de man niet voor zijn winkel kwam.
‘Ja, en nee,’ zei de man.
Draco voelde dat zijn nekhaartjes overeind stonden.
‘Eh – komt u binnen. Het is hier buiten ijskoud, en nog pikkedonker ook.’
‘Ik hoef niet naar binnen te komen, dit duurt maar even,’ zei de man kil.
Zijn stem was laag, en dreigend.
‘Wat wilt u van me!’ zei Draco, die zich niet op zijn gemak voelde. Hij liet zijn hand in zijn broekzak glijden en pakte zijn toverstok stevig vast.
‘De Ochtendprofeet wilt dat u weer een abbonement neemt,’ zei de man luchtig, alsof hij een enthousiaste verkoper was.
‘Wat?’ vroeg Draco beduusd, hij had misschien een aanval verwacht, maar niet iemand die hem een abbonement wilde aanbieden!
‘Alstublieft,’ zei de man. ‘De eerste is gratis.’
Draco kreeg de Ochtendprofeet in zijn hand geduwd. Ongelovig staarde Draco naar de omslag.
‘Waarom komt u hier naartoe om mij een abbonement te geven!’
‘Er zullen dingen instaan die jij interessant vindt,’ zei de man, wiens stem nu van heel ver leek te komen.
‘Maar wat –‘
Draco keek om zich heen. Waar was die gozer nou? De kille wind deed pijn aan zijn gezicht, maar toch bleef Draco speuren naar de man. Hij was verdwenen!
Peinzend liep Draco de winkel weer binnen. Dat was een vreemde situatie. Hij had verwacht dat de man hem zou aanvallen ofzo, of iets wat daar op leek… Maar nee hoor, hij kreeg doodgewoon de Ochtendprofeet in zijn handen geduwd, en toen verdween die man opeens! Hier zat een luchtje aan… |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Vr Okt 26, 2007 20:40 |
 |
Oeh, aan mijn poll te zien is Draco toch het populairste . Nou, dat is mooi! Nieuw stukje! Reacties en tips altijd welkom!
Hoofdstuk 11
‘RONALD WEMEL! WAAROM HEB JE IN GODSNAAM HET FORNUIS AAN LATEN STAAN!’
Hermelien keek Ron furieus aan en haar ogen spuugden vuur. Ron krabde zenuwachtig aan zijn hoofd en in alle haast om een paar stappen achteruit te zetten struikelde hij over een wijnfles die over de grond rolde. Vervolgens kwam hij nogal pijnlijk met zijn hoofd tegen de keukenstoel aan.
‘AU!’ schreeuwde hij, terwijl hij tranen in zijn ogen had.
Hij krabbelde snel overeind en riep geagiteerd uit: ‘IK BEN NIET VERANTWOORDELIJK VOOR DAT STOMME FORNUIS, JA?!’
‘Oh nee?’ zei Hermelien zachtjes, terwijl ze vervaarlijk met een vork Rons richting in prikte. ‘Ik kom anders net thuis van mijn werk, en terwijl jij snurkend op de bank lag liep ik de keuken in. En wat zag ik daar denk je?’
Rons oren werden rood.
‘Eh – een fornuis?’ vroeg hij schaapachtig.
‘NEE! VLAM IN DE PAN! JIJ WAS EEN EI GAAN BAKKEN, WEGGELOPEN EN TOEN ZAT ER EEN VLAM IN! DOOR JOU HAD HET HELE HUIS AF KUNNEN FIKKEN!’
‘Ja… maar dat is toch niet gebeurd, dus ik snap niet waar je je druk om maakt en –‘
‘HET HAD NET ZO GOED WEL KUNNEN GEBEUREN!’ gilde Hermelien hysterisch, ze spuugde de woorden zowat uit. ‘JIJ HAD HET ALLEMAAL MOGEN BETALEN, MANNETJE!’
‘JEMIG, WAAR DOE JIJ MOEILIJK OVER MENS!’ zei Ron, die helemaal rood werd van woede. ‘LAAT ME EENS MET RUST!’
‘Hoe kan ik je met rust laten,’ zei Hermelien met trillende stem. ‘Als ik degene ben die met zo’n gestoorde gek moet samenwonen!’
‘DUS JE NOEMT MIJ EEN GEK?!’ schreeuwde Ron.
Hermelien wilde Ron net helemaal verrot schelden, toen op dat moment de deurbel ging. Ze wierp Ron een zure blik toe en deed open.
‘Oh!’ zei Hermelien verbaasd. ‘Hallo, buurman Boterdijk! Kom binnen!’
Buurman Boterdijk, een schrielde oude man die een bril droeg met een ouderwets montuur en op zijn hoofd één enkele pluk haar had staan snoof sarcastisch. Met een krakerige stem zei hij: ‘Ik hoef niet binnen te komen in dit lawaaierige krot!’
‘Lawaaierig?’ zei Hermelien, in een poging nonchalant te klinken. ‘Ik heb geen idee waar u het over heeft, Ron en ik hadden net een heel leuk gesprek!’
‘Een leuk gesprek, een leuk gesprek, mijn hoela!’ zei Boterdijk, die meteen helemaal uit zijn slof schoot. ‘Ik deed net mijn gehoorapparaat uit, door al die herrie die jullie maakten! En dan nog hoorde ik het! Het kan me niks schelen waar jullie ruzie over maken, maar ik wil in alle rust en stilte leven! En jullie rusten nooit!’
‘Meneer Boterdijk, ik wil niet zeggen dat wij niet lawaaierig zijn, maar zoveel lawaai maken we nou ook weer niet!’ zei Hermelien vastberaden, hoewel ze rood werd.
‘Aha!’ zei Boterdijk met een irritant opgeheven wijsvingertje. ‘Ik ruik… een slecht geweten!’
‘Nee, echt niet –‘
‘Zorg maar dat het stil wordt hier. Jullie zijn anders nog niet van me af!’ krijste Boterdijk.
‘Eh – oke. Ik vond het ook heel fijn om u weer gezien te hebben, buurman,’ zei Hermelien beduusd. ‘Tot ziens dan maar!’
‘JULLIE HOREN NOG VAN ME! IK GA EEN RECHTSZAAK AANSPANNEN WEGENS OVERLAST!’ riep Boterdijk, terwijl hij naar zijn eigen appartement liep.
‘Doet u dat vooral,’ mompelde Hermelien, en ze deed de deur dicht.
Beverig liep ze terug naar de keuken, waar Ron al op haar zat te wachten.
‘Wie was dat?’ vroeg hij geïnteresseerd.
‘Het was buurman Boterdijk,’ zei Hermelien, die haast fluisterde. ‘Hij – hij vond dat we te lawaaierig waren.’
‘Te lawaaierig?’ vroeg Ron verbaasd.
‘Ja Ron, te lawaaierig! Teveel herrie maken! Weet je nog?’ snauwde Hermelien.
‘Dat weet ik best!’ zei Ron geïriteerd. ‘Laten we nou niet weer gaan schreeuwen – ik bedoel – het is toch veel beter als we gewoon praten?’
‘Praten?’ schamperde Hermelien. ‘Sinds wanneer wil jij praten?’
‘Hermelien!’ zei Ron waarschuwend. ‘Ik meen het!’
Hermelien keek Ron schattend aan. Wilde Ron er echt over praten?
‘Ben je serieus?’ vroeg Hermelien.
‘Ja,’ zei Ron, die Hermelien vastberaden en haast uitdagend aankeek.
Hermelien zuchtte en plofte neer op de stoel naast Ron.
‘Het gaat de laatste tijd niet goed tussen ons, Ron,’ zei Hermelien verslagen.
‘Ja, en dat komt omdat jij je teveel met mij bemoeit,’ legde Ron er bovenop.
‘Helemaal niet! Jij doet gewoon geen reet! Als ik het me goed kan herinneren was het fornuis in brand gevlogen en –‘
‘Stop, stop. STOP!’ zei Ron geagiteerd. ‘Goed! Laten we nu niet ruzie maken! Laten we gewoon afspreken hoe het beter kan…’
Er viel even een stilte en Hermelien wist dat zij en Ron allebei nadachten.
‘Ja, dat lijkt me een goed idee,’ zei ze uiteindelijk teneergeslagen.
‘Oke. Ik ga minder drinken, en jij wordt minder snel boos. Is dat een goed begin?’
Hermelien tikte zenuwachtig met haar voet op de keukenvloer.
‘Ik denk het wel…’ zei ze binnensmonds.
‘Oke!’ zei Ron vrolijk. ‘Dan ga ik nu Mark ophalen!’
‘Wat!’ zei Hermelien verward. ‘Ron, we waren pas net aan het praten!’
‘Ja, maar we hebben het nu toch opgelost?’ vroeg Ron met grote ogen.
‘Ja – nee!’ zei Hermelien boos. ‘We moeten hier meer tijd voor nemen! Dit is niet zomaar even een afspraakje maken!’
Ron haalde zijn schouders op.
‘Wat valt hier nog meer over te zeggen?’
‘Nou, er valt nog genoeg uit te praten!’ zei Hermelien pinnig.
‘Eh – een andere keer misschien. Ik zie je later!’ zei Ron, die zwaaide en vervolgens in het niets verdween.
Hermelien greep krampachtig naar haar haren. Wat een sukkel! Alsof dit probleem met een kleine afspraak opgelost kon worden!
Hij praat later wel met je.
Nee, dat zou Ron nooit doen! Ron wilt iedere confrontatie het liefst vermijden!
Geloof hem nou maar op zijn woord, je maakt alleen maar jezelf gek.
Maar ze geloofde hem niet meer! Ron had al aan de lopende band smoesjes verzonnen!
Je bent al vier jaar samen met Ron. Zie nou maar gewoon in dat jullie de ware zijn voor elkaar.
De ware? Niemand maakt toch zoveel ruzie met zijn ware? Ron is niet haar ware!
Je bent gewoon in de war. Het is heel vaak zo dat het op sommige momenten wat minder gaat in een relatie.
Nee, dat is het helemaal niet! Ze is niet meer verliefd op Ron. Ze wilt Draco!
Wat is er zo leuk aan Draco?
Alles! Zijn lach, zijn stem, zijn humor, zijn uiterlijk...
‘HOU OP!’ zei Hermelien gefrustreerd, en ze trok een paar haren uit haar hoofd.
Haar hoofd bonkte. Misschien was het maar beter als ze nu gewoon naar bed ging. Een nacht slapen zou haar zeker goed doen. Ze sloot zichzelf op in de slaapkamer van haar en Ron en kroop lusteloos haar bed in. |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Za Okt 27, 2007 21:07 |
 |
Hoofdstuk 12
‘Hermelien, Ron beweert dat hij geen druppel drank meer zal aanraken.’
‘Werkelijk?’
Verbijsterd keek Hermelien haar beste vriend Harry aan.
‘Ja, hij heeft het beloofd,’ zei Harry vastberaden.
‘Dat is geweldig! Oh, Harry!’ zei Hermelien blij, en ze gaf hem een knuffel.
‘Eh – bedankt Hermelien,’ zei Harry opgelaten.
‘Nee, serieus! Dat je het uit hem hebt gekregen!’ zei Hermelien, met een grijns van oor tot oor.
‘Ik kan je verzekeren dat het veel tijd gekost heeft!’ zei Harry, terwijl hij zijn jas weer aanritste.
‘Ik ben je echt tienduizend maal dankbaar, Harry!’ zei Hermelien, die niet meer kon stoppen met glimlachen. Ze gaf Harry een vriendelijke kus op zijn wang.
‘Weet je,’ zei Harry bedenkelijk, terwijl hij sloom zijn sjaal om zijn nek sloeg. ‘Ik denk dat die Mark een slechte invloed op hem heeft…’
‘Ja, dat heb ik ook al zo vaak tegen hem gezegd,’ mompelde Hermelien. ‘Misschien kan je hem daar de volgende keer op wijzen.’
‘Ja, maar dan wel écht de volgende keer. Hij heeft net behoorlijk wat over zich heen gehad.’
‘Dat geloof ik graag!’ zei Hermelien goedkeurend. ‘Zeg Harry, reis veilig hé?’
‘Tuurlijk, ik ben toch altijd heel veilig!’ zei Harry grijnzend.
‘Ha ha,’ zei Hermelien met zurig getuite lippen. ‘Even serieus, geen ongelukken maken!’
‘Doe ik nooit, dat weet je toch.’
‘Dag, Harry!’
‘Tot morgen, Hermelien.’
Moe, maar vrolijk deed Hermelien de voordeur achter Harry dicht. Ze liep naar de huiskamer en sprak Ron toe.
‘Ron, is het waar wat Harry zegt?’
Ron murmelde iets onverstaanbaars en ging verder met zijn videogame.
‘Ron?’
‘Da!’
‘Da?’ vroeg Hermelien niet-begrijpend.
‘Euh – ik bedoel ja,’ zei Ron, die met een rood hoofd achter de bank vandaan kwam.
Hermelien lachte en keek Ron liefhebbend aan. Het was tijden geleden dat ze zo blij met hem was geweest.
‘Ik hou van je, Ron!’ zei Hermelien vrolijk, terwijl ze Ron een dikke knuffel gaf.
Goed, je houdt van hem. Nu kan je die Draco dumpen en je leven heropbouwen met Ron.
Mooi niet!
Jawel. Anders kom je nog diep in de problemen.
Nou en!
‘Echt waar?’ vroeg Ron, die zo mogelijk nog roder werd.
‘Echt waar,’ zei Hermelien definitief, die Ron op zijn mond kuste.
‘Wauw,’ zei Ron zacht.
Hermelien keek Ron verbaasd aan.
‘Wat?’
‘Het is lang geleden dat je me gekust hebt.’
Hermelien keek Ron met een ferme blos aan. Dat was inderdaad lang geleden, heel lang geleden…
‘Sorry,’ fluisterde ze, terwijl ze opgelaten naar haar schoenen staarde. ‘Ik ben denk ik erg streng geweest…’
‘Nou ja,’ zei Ron, die aan zijn hoofd krabde. ‘Ik dronk misschien ook wel iets teveel…’
‘Hou erover op!’ zei Hermelien, die Ron over zijn bol aaide. ‘Laten we het over vrolijke dingen hebben!’
Ja, en ga niet meer met die Draco om!
Ach, hou toch je kop.
Nee!
Jawel!
Pas als jij beloofd Draco te dumpen.
Ik heb het je al gezegd: mooi niet!
‘Ik – ik heb een filmpje gehuurd,’ stotterde Ron.
‘Echt waar?’ zei Hermelien, die Ron weer een kus gaf. ‘Wat voor een?’
‘Een romantische comedie. Is – vind je dat leuk?’ vroeg Ron onzeker.
‘Tuurlijk,’ zei Hermelien, en ze duwde Ron neer op de bank terwijl ze naast hem plaats nam. ‘Zet maar aan!’
‘Oke!’ zei Ron, blij dat Hermelien instemde.
Hermelien nestelde zich in Rons armen, en het opstandige stemmetje in haar gromde goedkeurend.
Kijk, zo hoort het!
Laat me met rust!
Ik blijf je achtervolgen totdat ik zeker weet dat jij je leven goed leidt.
Nee! Stik toch!
Gepikeerd sloeg Hermelien zichzelf voor haar hoofd. Verbaasd keek Ron opzij.
‘Is er iets?’ vroeg hij bezorgd.
‘Nee – nee hoor,’ mompelde Hermelien opgelaten, terwijl ze met glazige ogen toekeek hoe Bridget Jones allemaal gênante capriolen uithaalde. ‘Ik was even in gedachten verzonken…’
‘Dat moet je niet doen!’ zei Ron geschokt. ‘Je moet kijken naar de film!’
Hermelien dwong zichzelf naar de film te kijken, maar ze lette in feite niet echt op. Want iets in haar hoofd zei dat ze Draco moest laten vallen, en verder moest gaan met Ron. Anders zou ze misschien eeuwig achtervolgd worden door haar eigen geweten… |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Zo Okt 28, 2007 10:30 |
 |
Hoofdstuk 13
Waar je ook kwam in Draco’s kamer, overal slingerden kranten rond. Draco had het advies van de mysterieuse man opgevolgd, en weer een abbonement genomen. Nog steeds brak hij zijn hoofd over het feit dat een wildvreemde het hem had aangeboden, maar met piekeren kwam hij er waarschijnlijk niet achter wie het was geweest.
Veel Dooddoeners nog steeds voortvluchtig.
Sinds de val van Voldemort is iedereen aan het feesten, cadeau’s aan het kopen en aan de drank geslagen. Maar het kwaad is nog lang niet verdreven. Vele aanhangers van Jeweetwel, ook wel Dooddoeners genoemd, zijn nog steeds voortvluchtig. Men wordt aangeraden de veiligheidsmaatregelen aan te houden en ook Albus Perkamentus raadt iedereen aan om waakzaam te blijven. Op pagina 8 kunt u een lijst vinden met alle Dooddoeners die bekend staan bij het ministerie en hun status.
Draco bladerde naar pagina 8 en streek de bladzijde glad. Het was tot Draco’s schok een enorme lijst met namen die hij niet kende, maar er waren ook veel mensen waar hij wel van gehoord had.
Bellatrix van Detta. Status: actief.
Bellatrix van Detta. Zijn bloedeigen tante. Voorzover hij zich kon herinneren was zij degene geweest die de Lubbermansen had gemarteld. Draco bladerde verder en vond de naam die hij zocht.
Severus Sneep. Status: actief.
Draco’s handen trilden van woede toen hij die onderste naam zag staan. Severus Sneep… de verrader! Ondanks het feit dat Draco jaren niks meer van die vent gehoord had, was hij de streken van Sneep in zijn zevende jaar op Zweinstein nog steeds niet vergeten. Draco bladerde terug naar de vorige pagina, totdat hij tot zijn schrik zijn eigen naam zag staan, precies boven de naam van zijn vader.
Draco Malfidus. Status: vermist.
Lucius Malfidus. Status: overleden.
Draco’s handen trilden weer, maar dit keer niet van woede. Eerder van regelrechte afschuw.
‘NEE!’ schreeuwde hij, terwijl hij de krant verfrommelde tot een prop.
Hij gooide de prop tegen het raam aan en liet zichzelf trillend op zijn bed neervallen.
’Ik ben geen Dooddoener, ik ben geen Dooddoener…’ bonkte het door zijn hoofd. Hoe kwam de Ochtendprofeet daar bij? Was het ooit uitgelekt door iemand van de goede zijde? Potter, Perkamentus? Maar dat kon toch niet! Nee, het moest iemand van Voldemorts kant zijn geweest. Sneep! Bellatrix! Misschien wel zijn eigen vader…
Op dat moment vloog de deur open en kwam Mark resoluut naar binnen gelopen met een clownspak.
‘WAKKER WORDEN!’ riep Mark vrolijk, en hij blies op een fluitje.
‘Mark!’ zei Draco geërgerd, terwijl hij zijn ogen beschermde tegen het weerzinwekkende beeld van Marks flitsende pak.
‘Wat vind je van mijn nieuwe pak?’ vroeg Mark, met stralende puppy ogen terwijl hij zichzelf bewonderde in Draco’s spiegel.
‘Spuuglelijk!’ snauwde Draco, terwijl door zijn vingers naar het clownspak gluurde. ‘Ga mijn kamer uit, Mark!’
‘Hé! Ik vond ‘t net zo gezellig!’
‘Ik niet! Opzouten!’
‘Wats dit eigenlijk?’ vroeg Mark.
Draco verstijfde. Mark hield de prop van de verfrommelde Ochtendprofeet in zijn hand en keek er geïnteresseerd naar.
‘NEE!’ riep Draco, terwijl hij op Mark afsprong en het uit zijn handen gristte.
‘Rustig man!’ zei Mark geschrokken. ‘Doe gewoon cool. Wil je een jointje?’
‘Nee – Mark – ga – alsjeblieft – weg,’ zei Draco overspannen.
‘Okiedokie!’ zei Mark, terwijl hij wegwaggelde in zijn clowns outfit.
Agressief gooide Draco de deur achter Mark dicht en ging weer op zijn bed zitten. Waarom stond zijn naam in de lijst van de Dooddoeners? Waarom?
Louise: Trouwens, vinden jullie ook niet dat Mark wel wat weg heeft van Spike uit Notting Hill? Linkje: http://humorous.bloguje.cz/spike.jpg |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Zo Okt 28, 2007 21:39 |
 |
Maroon 5 - I won't go home without you.
I asked her to stay... but she wouldn't listen
And she left before I had the chance to say...
The words that would mend the things that were broken
But now it's far too late, she's gone away...
Every night you cry yourself to sleep
Thinking: "Why does this happen to me?
Why does every moment have to be so hard?"
Hard to believe that
It's not over tonight
Just give me one more chance to make it right
I may not make it through the night
I won't go home without you
Hoofdstuk 14
‘Dit is overheerlijk Hermelien!’ zei Harry goedkeurend, terwijl ze samen met Ron aan tafel zaten.
Hermelien nam bedachtzaam een hap van het eten.
‘Ja, het kan er mee door…’
‘Nee, het is echt lekker!’ voegde Ron eraantoe. ‘Lang geleden dat je je kookkunsten hebt laten zien!’
Hermelien blooste en schonk voor Harry en Ron een fruitsapje in.
‘Ik zie dat het nu al weer best goed gaat tussen jullie twee,’ zei Harry grijnzend.
Ron knikte vurig, en Hermelien zei: ‘Misschien komt dat wel omdat we weer contact hebben met jou, Harry.’
‘Denk je?’ vroeg Harry, die verbaasd zijn vork weer op tafel neerlegde.
‘Misschien…’ zei Hermelien bedenkelijk. ‘Je hebt ons wel erg geholpen. Vind je ook niet Ron?’
‘Indershelemawar,’ zei Ron met volle mond.
‘Sorry?’ vroeg Hermelien niet-begrijpend.
Vervolgens leek het wel alsof Ron ging stikken. Zijn hoofd werd eerst rood, daarna paars en tot Hermeliens paniek gingen zijn handen toen ook nog eens helemaal trillen.
‘Ron, gaat het wel goed met je!’ vroeg Hermelien, die Ron bij zijn schouders greep en hem hysterisch door elkaar rammelde.
Ron duwde Hermelien van zich af, slikte moeizaam zijn eten in en liet een harde boer.
‘Oeps – sorry. Wat zei ik nou?’ vroeg Ron, die weer een beetje op adem leek te komen. ‘O ja. Inderdaad, dat is helemaal waar.’
‘Ik dacht even dat je ging stikken!’ zei Hermelien, die nog steeds niet helemaal van de schrik was bekomen. ‘Dat is trouwens niet grappig, Harry!’
Harry, die had zitten schudden van het lachen, keek weer bijster ernstig toen Hermelien hem toesprak.
‘Sorry,’ zei hij serieus, terwijl hij met een uitgestreken gezicht een hap nam van zijn eten. ‘Trouwens, Hermelien… heb jij de Ochtendprofeet de laatste tijd nog gevolgd?’
‘Nee, hoezo?’ vroeg Hermelien nieuwsgierig. ‘Ik heb daar al jaren geen abbonement meer op…’
‘Dan is het maar goed dat ik hem heb meegenomen, want het gaat over Malfidus.’
Hermelien had niet veel tijd om geschokt te zijn, want Rons gezicht ging alweer van rood naar paars. Harry klopte Ron behulpzaam op zijn rug en Ron, die net een slok van zijn drinken had genomen, spuugde de hele tafel onder.
‘Allemachtig, Ron!’ zei Hermelien walgend.
‘Ik – die – ik kon mijn drinken niet meer inslikken!’ zei Ron moeizaam. Vervolgens keek hij Harry boos aan. ‘Harry, over die persoon wordt er in dit huishouden niet gesproken!’
‘Echt niet?’ vroeg Harry verbaasd. ‘Ik praatte anders laatst met Hermelien nog over hem.’
Door die opmerking kreeg Harry een nogal zure blik van Hermelien te verduren. Harry corrigeerde dan ook snel.
‘Ik – ik bedoel. Die ene keer dat Hermelien en ik over hem praatte zei ze inderdaad tegen mij dat ik niet over hem mocht praten hier. Dat was ik helemaal vergeten,’ zei Harry vlug.
Ron keek hem eventjes wantrouwig aan, maar stapte toen over op een ander onderwerp.
‘Zeg, Harry. Zou je Mark willen ontmoeten?’
Dit keer was het Hermeliens beurt geweest om haar drinken over de tafel heen te sproeien. Gelukkig voor Hermelien had ze op dit moment geen drinken.
‘WAT?’ vroeg Hermelien boos. ‘Nee, daar doen we niet aan Ron! Mark is jouw achterlijke vriend, en Harry heeft daar niks mee te maken!’
Ron wilde zijn mond opentrekken om er iets tegenin te brengen, maar Harry (die duidelijk geen zin had in een ruzie) zei snel: ‘Nee, Ron. Dat hoeft echt niet. Ik heb daar geen tijd voor.’
‘Oke…’ zei Ron teleurgesteld, die afwezig in zijn eten lepelde.
‘Hermelien, mag ik in de huiskamer met je praten?’ vroeg Harry.
Hermelien knikte, en liep achter Harry aan naar de huiskamer.
‘Ik vond dat je dit moest zien,’ mompelde Harry, en hij drukte de Ochtendprofeet in haar handen.
‘Maar wat –‘
‘Ga naar pagina acht.’
Hermelien deed wat Harry zei, en bladerde naar pagina acht. Eerst begreep ze niet wat Harry hier mee wilde, maar toen ze de lijst zorgvuldig door had gelezen sloeg ze haar handen voor haar mond. De lijst met Dooddoeners bevatte een naam die daar niet hoorde, een naam die daar absoluut niet hoorde.
Draco Malfidus. Status: vermist.
‘Hoe kunnen ze dat nou publiceren!’ fluisterde Hermelien.
‘Ik heb geen idee, maar je moet tegen Malfidus zeggen dat hij zich buiten de Tovenaarswereld moet houden,’ zei Harry bezorgd.
‘Ja, dat zal ik hem vertellen. Ik wilde sowieso deze avond nog naar hem toe gaan.’
‘Wat? Waarom! Je hebt het zojuist goedgemaakt met Ron!’ zei Harry opstandig.
Hermelien luisterde niet naar hem en trok haar jas aan.
‘Hermelien, reageer dan! Je wilt toch niet vreemd blijven gaan met Malfidus?’
‘Nee, Harry!’ zei Hermelien fel. ‘Ik ga hem juist dumpen!’
‘Wat? Jemig, jij verandert wel erg snel van gedachte.’
‘Jij wilt toch dat ik bij Ron blijf?’
‘Ja, maar –‘
‘Laat me, Harry! Ik weet wat ik doe!’ beet Hermelien hem toe. ‘Zeg tegen Ron dat ik naar de supermarkt ben!’
Vervolgens keerde ze Harry de rug toe en liet hem achter in het appartement. Hermelien voelde de snijdende wind tegen haar wangen aan en deed haar sjaal iets hoger. Haar hart bonkte in haar keel. Waar kwam deze bevlieging opeens vandaan? Net was ze nog zo vastberaden, maar met iedere stap die ze dichter bij Draco’s huis kwam borrelde er steeds meer angstgevoel in haar op. Ze kon het niet tegen Draco zeggen! Ze zou vast en zeker flauw vallen voordat ze uiteindelijk uit haar woorden zou komen!
Het was wonderbaarlijk hoe snel ze zijn huis bereikt had, het was té snel gegaan. Met bonkend hart bleef ze voor de deur staan. Zou ze het doen, of niet?
Doe het gewoon kort maar krachtig, dan ben je er het snelst van af.
Haar geweten fluisterde haar deze roekeloze daden in… Roekeloos, dat was het goede woord. Maar waarom deed ze het als het roekeloos was? Waarom? Omdat het haar het beste leek. Met trillende vingers drukte ze op de deurbel. Ze hield haar adem in. Op de gang klonk wat gestommel, en daarna schreeuwde een stem: ‘MARK! DE VOLGENDE KEER DAT IK OVER EEN VAN JE PANTOFFELS STRUIKEL BEN JE DOOD!’
Hermelien schrok zich wild. Het was dus Draco. Ze kneep haar handen samen. Ze kon het niet, ze kon het wel…
‘Hermelien!’
Draco had de voordeur geopend en keek haar verrast maar verrukt aan. Hermelien sloot haar ogen. Die euforie in zijn ogen… ze kon het niet!
‘Draco,’ zei Hermelien kortaf.
‘Wat is er?’ vroeg Draco, die Hermelien onderzoekend aankeek.
‘Ik wilde je vertellen over de Ochtendprofeet.’
Draco keek meteen nors.
‘Oh, dat,’ zei hij bars. ‘Dat weet ik al.’
‘Dus ik hoef je niet te vertellen dat je vooral uit de toverwereld moet blijven?’ vroeg Hermelien voorzichtig.
‘Nee, natuurlijk niet. Dat had ik zelf ook al bedacht,’ zei Draco, terwijl hij nonchalant zijn hand door zijn haar haalde. ‘Waarom kom je niet binnen?’
Hermelien keek hem met grote ogen aan. Daar had je het al! Het liefst zou ze bij hem naar binnen gaan, maar ze moest doen wat ze eigenlijk had willen doen… althans, wat ze een paar minuten geleden had willen doen.
‘Dat kan niet!’ zei Hermelien, die nerveus een stap achteruit zette.
‘Waarom niet? Oke, ik weet dat er geen excuus voor Mark is maar –‘
‘Dat is het niet!’ snauwde Hermelien. ‘Je begrijpt me niet!’
‘Nee, als je zo doet begrijp ik je inderdaad niet,’ zei Draco verveeld. ‘Kom gewoon naar binnen, Hermelien. Geen smoesjes.’
‘Ik wil niet bij jou naar binnen!’
Draco keek haar schaapachtig aan.
‘Waar slaat dat nou weer op?’ vroeg hij, terwijl zijn bleke ogen opengesperd waren.
Hermelien trilde. Ze moest nu flink zijn…
‘Omdat ik je haat!’ zei ze.
Er viel een verbijsterde stilte. De woorden die Hermelien zojuist gezegd had galmden door haar eigen hoofd. Draco knipperde met zijn ogen en herhaalde langzaam: ‘Omdat je me haat…’
‘Ja, precies!’ zei Hermelien.
Haar eigen woorden sneden als messen in haar lichaam.
‘Maar –‘
‘Malfidus! Draai er niet om heen! Ik weet wat ik zeg!’
‘Mag ik er dan een uitleg voor?’ vroeg Draco, die behoorlijk kalm klonk. Maar Hermelien wist dat hij dat in feite niet was. Draco’s handen trilden namelijk van afschuw.
‘Nee,’ zei Hermelien, die zich omdraaide.
Weg van alle pijn, weg van Draco… ze wilde weg. Maar daar kreeg ze de kans niet voor. Nog geen seconde later pakte Draco haar pols ruw vast.
‘We zijn nog niet klaar met dit gesprek!’ zei hij streng.
‘Malfidus! Al het praten is klaar! We zijn uitgepraat!’ zei Hermelien boos.
‘Jij gaat het me nu vertellen of –‘
PETS!
Hermelien had Draco een enorme knal in zijn gezicht gegeven. Een fractie van een seconde drong het beeld van een geschokte Draco tot haar hersenen door, en daarna zette Hermelien het op een lopen. Weg van de gekwetste Draco…
Maar niet weg van haar eigen pijn. |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
|
|