Poll :: Wat vind je ervan??? |
Uitmuntend |
|
75% |
[ 9 ] |
Boven Verwachting |
|
8% |
[ 1 ] |
Acceptabel |
|
16% |
[ 2 ] |
Slecht |
|
0% |
[ 0 ] |
Dieptreurig |
|
0% |
[ 0 ] |
|
Totaal aantal stemmen : 12 |
|
Auteur |
Bericht |
Linda Slytherin
5e jaars
Verdiend:
15 Sikkels
Woonplaats: With the Malfoys
|
Geplaatst:
Zo Mrt 23, 2008 16:14 |
|
Hoofdstuk 16
Nerveus prikte Hermelien met haar vork in haar aardappels. Had Malfidus haar doorgehad? Moest ze tegen Harry zeggen dat ze niet verder durfde? Toen ze haar aardappels uiteindelijk tot puree geprikt had, besloot Ginny er iets van te zeggen.
“Wat is er aan de hand, zit je soms iets dwars?” zei ze, terwijl ze Hermeliens vork afpakte en hem op tafel neerlegde. Hermelien schrok wakker.
“Dwars? Er zit me niets dwars hoor.” loog ze. Ze had snel besloten maar niets tegen de anderen te vertellen, omdat ze niet wilde dat ze zouden denken dat ze zwak of bang was. Ze probeerde haar vork terug te pakken, maar Ginny graaide hem weg.
“Het gaat verkeerd met het plan hè? Ik zei toch dat het een dom idee was!” zei Ginny, en Hermelien vond dat ze ineens erg veel weg had van mevrouw Wemel.
“Welnee, het gaat juist prima!” zei Hermelien. Eindelijk wist ze haar vork uit Ginny’s handen te grissen en tot haar grote opluchting besloot Ginny om er maar over op te houden.
De week daarna had Hermelien helemaal niet meer met Malfidus gesproken. Eigenlijk vond ze dat helemaal niet zo erg, zeker omdat hij misschien wat begon te vermoeden. Bij gebrek aan beter gezelschap (Harry had een afspraak met Perkamentus en Ron was ziek) ging ze tijdens Toverdranken bij Belinda en Parvati zitten. De tijd die ze kregen om een Hiksapje te brouwen benutten zij grotendeels om de nieuwste roddels te bespreken.
“Ja, maar volgens Hannah had ze het uitgemaakt omdat Ernst Suzanne Bonkel, haar beste vriendin beledigd had.” zei Belinda.
“Over jouw ex gesproken Hermelien, het schijnt niet zo goed met hem te gaan.” zei Parvati, en ze keek richting Malfidus.
“Hoezo dat nou weer?” zei Hermelien die intussen genoeg had van al die kletspraat. Ze roerde verwoed in haar ketel terwijl Parvati haar verhaal vervolgde.
“Nou, hij loopt ze laatste tijd vaak alleen en ze zeggen dat hij veel drinkt.”
“Hij rookt ook aan een stuk door trouwens.” zei Belinda. Hermelien stopte abrupt met roeren.
“Wat is dat nou weer voor onzin? Hij rookt en drinkt helemaal niet!” snauwde ze. Belinda haalde haar schouders op.
“Kijk zelf maar.” zei ze, en ze wees naar Draco’s tas, die naast zijn tafel open op de grond lag, en Hermelien zag dat er twee pakjes sigaretten uitstaken.
“Die heeft hij vast voor Korzel of Kwast meegenomen ofzo.” zei ze snel. Parvati rolde met haar ogen.
“Ja hoor, en ik ben Merlijns oma. Je moet trouwens even opletten: je Hiksap begint te koken, en je moest het alleen licht verwarmen.” Snel keek Hermelien om en ze zag dat haar Hiksap inderdaad begon te borrelen. Geweldig, nu was haar toverdrank ook al verpest. Snel haalde ze de drank van het vuur en las de instructies in haar boek nog eens goed door. Ze had geluk: de schade viel mee. Haar Hiksap was weliswaar iets donkerder van kleur dan eigenlijk zou moeten, maar er stegen wel zilverwitte dampen uit haar ketel op, zoals beschreven werd. Ze keek even naar Malfidus. Die was niet zoals gewoonlijk de Griffoendors aan het beledigen, omringd door een grote groep Zwadderaars, maar zat alleen en staarde naar de dikke donkergrijze dampen boven zijn ketel.
Hermelien liep naar hem toe en zei: “Als je er nog wat wolfsmelk bij doet, zullen de dampen lichter worden.” Malfidus keek op.
“Moet je weer de betweter uithangen?”
“Sorry hoor, ik wou alleen maar helpen!” zei Hermelien geschokt. Waarom deed hij nu wel weer zo gemeen?
“Ik heb geen hulp nodig van modderbloedjes!” snauwde hij.
“Ik ben liever een modderbloedje dan zo’n drankorgel zoals jij.” zei Hermelien kil. Malfidus stond woedend op, wat best intimiderend was omdat hij ruim een kop groter was dan Hermelien.
“Nou moet jij eens goed luisteren, jij smerig-”
“Laat haar met rust, zuiplap!” riep Parvati, die snel op hen af kwam lopen. Malfidus wierp nog een arrogante blik op Parvati en Hermelien, en ging toen weer zitten en begon in zijn boek te bladeren.
“Bedankt, maar ik heb je hulp niet nodig.” siste Hermelien toen ze weer terug liepen naar hun eigen tafel.
“Ik zou maar voorzichtig zijn als ik jou was, Hermelien. Weet je wat hij gedaan heeft met een tweedejaars die een opmerking maakte over dat hij die Beuker tegen zijn hoofd had gekregen?” zei Parvati. Hermelien keek haar vragend aan, hoewel ze niet wist of ze het antwoord wel wilde weten...
“Hij heeft twee Beukers behekst zodat ze die arme jongen maar niet met rust zouden laten. Gebroken arm, twee gebroken ribben, kaakbreuk en een hoop kneuzingen heb ik gehoord.” zei Parvati medelevend. Hermelien huiverde. Had hij dat echt allemaal op zijn geweten? Meestal klopten die roddels van Parvati helemaal niet, maar dat gedoe met dat roken van Malfidus was waarschijnlijk wel waar.
“Ik heb ook gehoord dat hij pasgeleden nog baby-tarantula’s heeft losgelaten in het bed van een jongen waar hij die dag ruzie mee had gehad.” zei Parvati.
Hermelien roerde stevig in haar ketel. Of hij nou gevaarlijk was of niet, dit moest stoppen! En ik ga daar voor zorgen, dacht ze.
Na de les volgde Hermelien Malfidus naar de binnenplaats waar hij zoals Belinda verteld had, meteen een sigaret opstak. Hij leunde tegen een van de pilaren en ademde de rook uit. Hermelien stapte zelfverzekerd op hem af.
“Kijk eens wie we daar hebben. Ga je me volgen ofzo? Ik heb eigenlijk geen zin om zo’n aanhangsel achter me aan te hebben.” sneerde hij.
Hermelien negeerde die opmerking en zei woedend: “Je bent echt een gigantische arrogante zak, weet je dat?”
“Ja, dat weet ik. Wat is je argument van vandaag?” schamperde hij.
“Je moet nu echt kappen met dat idiote gedrag van je! Je ruïneert er andere mensen mee!” zei ze verhit. Malfidus leek niet onder de indruk.
“Wat boeit mij dat?” zei hij achteloos, en hij bracht de sigaret weer naar zijn mond.
“En met roken ruïneer je jezelf.” voegde Hermelien eraan toe.
“Mijn leven is toch al verkloot. Het interesseert me geen bal of roken dat nou verergert of niet, dus houd die gezonde praatjes maar voor je, schat.” zei hij, en hij blies rook in Hermeliens gezicht. Ze hoorde hem lachen toen ze moest hoesten van de rook. Ze griste de peuk uit zijn hand, smeet hem weg en keek hem woedend aan.
“Je hebt me trouwens nog steeds niet verteld wat je voor me achterhoudt, Griffel.” zei hij terwijl hij met een hand tegen de pilaar leunde.
“Ik houd niets voor je achter, en als dat wel zo is, zijn dat jouw zaken gewoon niet!” Malfidus keek haar aan en wekte de indruk dat hij gedachten kon lezen...
“Eens zien of je Occlumentie beheerst...” zei hij, en hij keek haar minachtend aan. gedoe! Hier had ze wel veel over gelezen, maar ze had nooit les gehad in Occlumentie. Als Malfidus echt Legilimentie beheerste, zat ze diep in de problemen... Denk niet aan het plan, denk er gewoon niet aan... Maar het leek wel alsof Malfidus haar gedachten stuurde. Meteen zag ze het gesprek in de leerlingenkamer voor zich, hoe het plan uiteindelijk ter sprake kwam...
“Aha...” mompelde hij, terwijl hij een hatelijke grijns op zijn gezicht had. Hermelien keek koortsachtig om zich heen terwijl ze langzaam achteruit liep. Er was niemand te bekennen. Geen Harry, Ron of Ginny die haar had geschaduwd. Malfidus liep heel langzaam met een gemene grijns op haar af, wat iets engs had.
“Dacht je nou echt dat ik zo makkelijk voor de gek te houden was? Dacht je nou echt dat ik die doorzichtige smoezen van jou niet door zou hebben?” Terwijl Hermelien achteruit bleef lopen botste ze ineens tegen de muur op. Malfidus had haar in een hoek gedreven en Hermelien zag dat hij zijn toverstok langzaam te voorschijn haalde.
“Het is nog niet te laat!” zei Hermelien wanhopig. Normaal gesproken was ze niet bang voor hem, maar nu had hij die enge blik in zijn ogen waardoor ze toch enige angst voelde opkomen.
“Ga naar Perkamentus! Hij kan je beschermen! Denk aan je toekomst!” Malfidus stootte een buitengewoon humorloze lach uit.
“Snap dat dan muts! Ik heb helemaal geen toekomst en er dus ook geen om over na te denken. Ik leef van moment tot moment, en op dit moment heb ik zin je te straffen voor je verraad.” Hermelien zag nog een boosaardige twinkeling in zijn ogen voordat hij een zwiepende beweging met zijn toverstok maakte, dezelfde als een Dooddoener vorig jaar op het Departement van Mystificatie had gedaan. Een streep paars vuur raakte haar vol in haar borst en daarna werd alles zwart... |
Laatst aangepast door Linda Slytherin op Ma Mrt 24, 2008 10:04; in totaal 1 keer bewerkt |
|
|
|
Linda Slytherin
5e jaars
Verdiend:
15 Sikkels
Woonplaats: With the Malfoys
|
Geplaatst:
Zo Mrt 23, 2008 16:18 |
|
Hoofdstuk 17
"-en toen zag ik Hermelien op de grond liggen. Ik besefte meteen dat er iets verkeerd was en bracht haar naar de Ziekenzaal." hoorde Hermelien de pompeuze stem van Ernst Marsman zeggen. Zijn stem klonk alsof die van heel ver weg kwam en toen hoorde ineens de stem van Ginny:
"Heb je ook gezien wie het gedaan had? Of misschien getuigen?"
"Nee," zei Ernst spijtig. "De binnenplaats was uitgestorven." Hermelien hoorde iemand zuchten.
"Ik weet haast wel zeker dat het Malfidus is geweest." hoorde ze een stem zeggen die verdacht veel op die van Harry leek. Langzaam opende ze haar ogen.
"Hermelien! Hoe is het met je?" vroeg Ron meteen, die op een stoel naast haar bed zat.
"Oh, geweldig." mompelde Hermelien, en ze keek om zich heen. Ze lag op de Ziekenzaal en Harry, Ron, Ginny en Ernst zaten rond haar bed.
"Heb je gezien wie het gedaan heeft, Hermelien?" vroeg Harry zonder enige belangstelling voor haar toestand te tonen.
"Nee, ik herinner me alleen nog dat ik over de binnenplaats liep en op zoek was naar iemand." zei Hermelien met een veelbetekenende blik op Ernst, die daar niets van doorhad.
"Ah... Nou dat is jammer." zei Harry, die het duidelijk wel begreep.
"Ron, zei jij toen straks niet dat professor Stronk Ernst nog ergens over wilde spreken?" Eerst keek Ron Harry verbaasd aan, maar toen begon hij het ook door te krijgen.
"Ja, dat is waar ook! Ze wilde het hebben over euh... je goede cijfers." Ernst keek hem blij aan.
"Dat zou best kunnen, ik heb namelijk laatst twee keer een 'Boven Verwachting' gehaald voor Toverdranken." zei hij trots. "Dan ga ik maar eens. Tot ziens!" zei hij pompeus en hij liep snel de Ziekenzaal uit.
"Hij kan best aardig zijn hoor, daar niet van, maar hij is ook zo'n goedgelovige sul." grinnikte Ron.
"Wie was het nou werkelijk? Malfidus?" vroeg Harry. Hermelien knikte en voelde toen tranen opwellen in haar ogen.
"Hij gebruikte Legilimentie tegen me! Hij kwam erachter en vervloekte me! Hoe had ik dat kunnen weten toen ik naar hem toe ging?" Harry's ogen werden groot van verbazing.
"Naar hem toeging? Ik dacht dat het juist andersom was! Waarom heb je niet eerst met ons overlegd?" vroeg hij boos.
Hermelien kromp ineen en Ginny schoot uit haar slof: "Doe niet zo zielig Harry!" snauwde ze. "Hermelien is net vervloekt door Malfidus en nu doe jij alsof het haar eigen schuld is! Je hebt zelf dit stomme idiote plan bedacht!" Hermelien was haar plotseling heel erg dankbaar, maar Harry was nog steeds overtuigd van zijn eigen gelijk.
"Er was niets mis met het plan! Als ze gewoon met ons overlegd haar zoals we hadden afgesproken, dan was er niets aan de hand geweest!" zei hij verhit, maar toen hij Ginny's moorddadige blik zag, hield hij gauw zijn mond.
De volgende dag mocht Hermelien gelukkig weer van de Ziekenzaal af, weliswaar met de waarschuwing het nog wel rustig aan te doen. Haar zelfbeheersing werd meteen op de proef gesteld tijdens de eerste les, Verweer Tegen de Zwarte Kunsten.
"Juffrouw Griffel, terug van de Ziekenzaal? Het was gistermiddag net zo lekker rustig tijdens mijn les." zei Sneep ijzig toen ze het lokaal binnen liep. Hermelien was echter niet van plan om over zich heen te laten lopen.
"Professor Sneep, weer even vriendelijk als altijd." zei ze koeltjes. Sneep had die opmerking totaal niet verwacht, en zeker niet van Hermelien. Verbijsterd trok hij tien punten af van Griffoendor, maar achter hem grijnsde Ron en stak Harry zijn duim op. Het werd een gruwelijk saaie les waarin Sneep het grootste gedeelte van de tijd praatte over de Zwarte Kunsten alsof het zijn dierbaarste bezit was. Na de gebruikelijke gigantische hoeveelheid huiswerk op te hebben gekregen stopte Ron zijn boek in zijn tas en zuchtte: "Nouja, in ieder geval hebben we zo wel een tussenuur."
"Ik niet, ik heb zo Voorspellend Rekenen." zei Hermelien somber.
"Waarom klink je zo somber? Het is toch je lievelingsvak?" vroeg Harry.
"Laat maar. Ik zie jullie straks wel." zei ze.
Snel liep ze door de gangen. Malfidus had namelijk ook Voorspellend Rekenen, maar ze wilde Harry en Ron niet onnodig ongerust maken. Malfidus zou haar toch niets aandoen in een volle klas, en zeker niet in aanwezigheid van een leraar.
Ze ging aan haar tafeltje zitten en begon haar spullen uit te pakken. Ze keek om zich heen, maar zag Malfidus gelukkig nergens. Misschien is hij wel ziek, dacht ze blij. Haar goede humeur werd echter snel weer verpest: vijf minuten na het begin van de les kwam Malfidus luidruchtig het lokaal binnen.
"Meneer Malfidus, u bent al te laat en dan komt u ook nog met zulke pokkenherrie de klas in! Tien punten aftrek voor Zwadderich, en laat dat een les vor u zijn!" zei professor Vector terwijl ze Malfidus streng aankeek over de rand van haar brilletje. Malfidus haalde zijn schouders op en liep richting Hermelien. Ga niet hier zitten, dacht ze. Ga alsjeblieft niet hier zitten. Maar Malfidus gooide zijn tas al op de tafel naast haar, schoof de stoel achteruit en ging zitten. Boos schoof Hermelien een stuk bij hem vandaan en probeerde haar aandacht weer bij de uitleg van professor Vector te houden.
"Wel wel, wie hebben we hier? Hier smerigste modderbloedje van de school." fluisterde Malfidus. "Adem alsjeblieft niet te veel Griffel, anders vergiftig je de lucht en overleeft niemand het hier in dit lokaal. Misschien is het zelfs beter als je helemaal niet meer ademt, als je begrijpt wat ik bedoel..." Tranen sprongen in Hermeliens ogen, maar ze was niet van plan Malfidus ook maar iets te laten merken van haar verdriet. Ze beet op haar lip en nam de aantekeningen over die professor Vector op het bord schreef. Ze was echter zo boos dat ze te hard drukte tijdens het schrijven en maakte gaten in haar perkament.
"Beetje boos, Griffeltje?" zei Malfidus met een hatelijke grijns op zijn bleke gezicht. Hij gooide haar boek van tafel en keek haar uitdagend aan. Zonder ook maar iets te laten blijken van haar woede pakte Hermelien haar boek van de grond en legde die weer op tafel.
"Ga je je soms inhouden? Durf je niets terug te doen? Toe dan!" spotte Malfidus.
"Nou, vooruit. Omdat je zo aandringt." zei Hermelien en zonder verdere waarschuwing gaf ze hem onder tafel een keiharde schop tegen zijn schenen.
"AUW MAN! VERDOMME GRIFFEL!" schreeuwde hij door de klas. Iedereen keek verbaasd op en professor Vector kwam boos op Hermelien en Malfidus toe lopen.
"En nu is het afgelopen! Ik sta hier toch zeker geen les te geven aan een stelletje onrustige eerstejaars?"
"Eerstejaars hebben nog helemaal geen Voorspellend Rekenen, domme trol." mompelde Malfidus, zo zacht dat alleen Hermelien het kon verstaan. Hermelien wist niet of ze nou moest lachen en uiteindelijk kwam er een raar soort kuchje uit haar mond. Vector keek haar verbaasd aan.
"En wat is er met u aan de hand, juffrouw Griffel?" vroeg ze kil.
"Niets." mompelde Hermelien. Vector schudde haar hoofd, mompelde iets over 'vreemde flubberwurmen' en liep toen weer terug naar haar bureau.
"Hoe durf je me te schoppen, miezerig modderbloedje!" siste Malfidus toen professor Vector buiten gehoorsafstand was.
"Je zult boeten voor wat je hebt gedaan, Malfidus!" Er verscheen een onaangename grijns op zijn gezicht en dat beviel Hermelien helemaal niet.
"Wie zegt dat ik het gedaan heb? Bewijs het maar." zei hij.
"Bewijzen genoeg." zei Hermelien kortaf.
"Oh ja joh? Zoals?"
Het werd een tijdje stil Hermelien dacht diep na. Niemand had gisteren iets gezien, maar er was ook nog een andere mogelijkheid: "Ze kunnen je toverstok controleren en uitzoeken welke spreuken je de laatste tijd hebt gebruikt." zei Hermelien zelfvoldaan, maar Malfidus leek niet onder de indruk.
"Dat mogen ze alleen doen als er een aanwijzing is die naar mij leidt. Anders kunnen ze net zo goed de hele school controleren."
"Maar ik weet nog wat er gebeurd is!" sputterde Hermelien. Malfidus lachte.
"Mensen die net getroffen zijn door een ernstige vloek zijn niet echt betrouwbare getuigen hè? Wie weet heeft de spreuk hun geheugen wel aangetast..."
"KAN HET DAAR ACHTERIN EINDELIJK EENS STIL ZIJN?!" |
Laatst aangepast door Linda Slytherin op Ma Mrt 24, 2008 10:07; in totaal 1 keer bewerkt |
|
|
|
Linda Slytherin
5e jaars
Verdiend:
15 Sikkels
Woonplaats: With the Malfoys
|
Geplaatst:
Zo Mrt 23, 2008 16:24 |
|
Hoofdstuk 18
Aan het einde van de les pakte Hermelien haar spullen in en liep zo snel mogelijk het lokaal uit, want ze wilde geen minuut langer met Malfidus in hetzelfde lokaal zitten. Ze zag dat Harry en Ron buiten op haar stonden te wachten.
“Wat doen jullie hier?” vroeg ze verbaasd.
“We kwamen er net achter dat Malfidus samen met jou Voorspellend Rekenen had, dus hebben we je voor de zekerheid maar opgewacht.” zei Harry, terwijl hij argwanend naar Malfidus zocht.
“Hij zal wel niets uitgevreten hebben hè?” vroeg Ron bezorgd.
“Alleen de gebruikelijke beledigingen, maar ik heb hem een flinke schop tegen zijn schenen gegeven.” zei Hermelien zelfvoldaan. Ron knikte goedkeurend, maar Hermeliens aandacht werd afgeleid door iets anders: “Flikker toch op littekentje! Je bent gewoon niet opgewassen tegen mij!” zei Malfidus terwijl hij moeiteloos een spreuk van Harry blokkeerde. Hermelien wurmde zich tussen de vele leerlingen door om beter te kunnen zien wat er gebeurde. Harry vuurde opnieuw een spreuk af op Malfidus, maar die blokkeerde hem opnieuw.
“Geef het op Potter! Pugnatis!” schreeuwde Malfidus, en Harry werd vol in zijn buik geraakt. Hij vloog vijf meter door de lucht, smakte tegen de muur, viel op de grond en bleef roerloos liggen. Een hoop mensen gilden en Hermelien sloeg van afschuw haar handen voor haar mond. Ze rende naar Harry toe en knielde bij hem neer.
“Harry, Harry! Kun je me horen? HARRY!” Ze voelde wel een hartslag, maar toen Harry zich nog steeds niet verroerde stond ze woedend op en trok haar toverstok.
“Wat heb je met hem gedaan?” gilde ze. Malfidus begon te lachen.
“Je bent zo leuk als je boos bent.”
“RICTUSEMPRA!” schreeuwde Hermelien, maar Malfidus blokkeerde de spreuk met gemak, zoals hij ook bij Harry had gedaan. Hermelien keek om zich heen. Waarom deed niemand wat? Ron ontfermde zich weliswaar over Harry, maar die andere mensen zouden haar tenminste kunnen helpen in plaats van maar een beetje toe te staan kijken.
“Dormira” zei Malfidus terwijl hij zijn toverstok op Ron richtte, en die viel onmiddellijk in slaap. Meteen probeerde Hermelien de Vloek van Beentjeplak, maar wonderbaarlijk genoeg blokkeerde Malfidus ook die spreuk.
“Ik blijf je gewoon blokkeren Griffel. Geef het op, of wil je net zo eindigen als Potter?” zei hij, en hij gebaarde naar Harry, die in een slappe hoop op de grond lag.
“Opgeven? Dat nooit!” siste Hermelien boos, en ze vuurde nog een spreuk af op Malfidus, die hem gemakkelijk ontweek. Hij haalde zijn schouders op.
“Oke, zoals je wilt. Everte Statum!” De spreuk raakte Hermelien in haar gezicht en ze viel achterover. Malfidus liep naar haar toe en bleef vlak voor haar stilstaan.
“Ik zou nu de Cruciatusvloek kunnen gebruiken weet je...” Hij speelde met zijn toverstok en Hermelien keek angstig omhoog in zijn kille grijze ogen.
“Petrificus Totalus!” Plotseling werd Malfidus zo stijf als een plank en viel hij om. Achter hem stond Marcel Lubbermans, die zijn toverstok nog in zijn trillende hand had.
Hermelien vloog Marcel om de hals, die zelf duidelijk verbaasd was door zijn eigen spreukwerk. Toen een van de toeschouwers floot, liet ze hem echter snel weer los. Ze wilde mensen nou eenmaal niet op verkeerde gedachten brengen, en snel liep Hermelien naar Ron en Harry. Ze richtte haar toverstok op Ron en zei: “Enervatio” Meteen kwam hij weer bij.
“Wie-wat... Waar is Malfidus?” vroeg hij paniekerig.
“Uitgeschakeld, dankzij Marcel!” zei Hermelien blij, en Marcel keek trotser dan hij ooit gedaan had.
“Wel wel... Wat is hier gebeurd?” zei een ijzige stem. Hermelien draaide zich verschikt om en keek recht in de ogen van Severus Sneep.
“Wie had gedacht dat u de regels zou overtreden? Juffrouw Griffel, onze voorbeeldleerlinge... Vechten op de gangen... Meekomen.” beval hij op bazige toon. Meteen begonnen Ron en Marcel luidkeels te protesteren en op Sneeps gezicht vormde zich een valse glimlach.
“Dus de twee heren willen juffrouw Griffel graag vergezellen tijdens haar straf? Zoals jullie willen... En nu, meekomen!”
Sneep wilde zich omdraaien, maar toen verscheen Perkamentus plotseling. Die keek even naar de lichamen van Harry en Malfidus en zei toen ongerust: “Kan een van jullie vertellen wat hier gebeurd is?” Sneep deed gretig zijn mond open, maar Perkamentus snoerde hem de mond: “Ik doelde niet op jou, Severus. Ik doelde op een van de betrokkenen.” met nadruk op dat laatste woord.
Sneep deed woedend zijn mond weer dicht en keek Marcel, Ron en Hermelien een voor een vuil aan. Hermelien nam het woord en nadat ze was uitgepraat keek Perkamentus hen diep teleurgesteld aan. Hij maakte de Verstijvingspreuk die over Malfidus was uitgesproken ongedaan en bracht Harry weer bij.
“Meneer Malfidus, meneer Lubbermans, meneer Potter en juffrouw Griffel. Ik zal niet ontkennen dat ik uiterst teleurgesteld in jullie ben. Jullie krijgen alle vier straf, en jullie krijgen nog te horen wat die in zal houden.” Perkamentus wilde zich omdraaien, maar hij werd tegengehouden door Sneep.
“Professor, wat gebeurt er met deze regelovertreder?” vroeg Sneep wanhopig, terwijl hij naar Ron wees. Perkamentus keek hem verbaasd aan.
“Regelovertreder? Ik kan me niet herinneren dat hij de regels overtreden heeft. Meneer Wemel controleerde alleen de toestand van meneer Potter. Volgens mijn -vergeef me- uitstekende geheugen staat nergens in de schoolregels dat dat verboden is, in tegenstelling tot toveren op de gangen.” zei Perkamentus streng. Hij liep weg en verdween uit het zicht.
“De volgende keer heb je niet zo veel geluk, Wemel!” siste Sneep en ook hij beende nijdig weg.
De volgende dag kreeg Hermelien inderdaad een brief waarin stond wat de consequenties waren van het gevecht met Malfidus. Het was een lila perkament met een roze lint er omheen, en Hermelien kreeg al een vaag vermoeden bij wie haar straf plaatsvond:
Geachte juffrouw Griffel,
Ik ben net door professor Perkamentus op de hoogte gebracht van uw vergrijp en tot mijn genoegen kan ik u mededelen dat uw straf plaats zal vinden bij mij. Jullie zullen mijn voorraadkast moeten opruimen en daarom wil ik jullie verzoeken om dinsdagavond om acht uur aanwezig te zijn in het Toverdrankenlokaal.
Met vriendelijke groet,
Professor H.E.F. Slakhoorn
“Wat is dat?” vroeg Ginny nieuwsgierig, terwijl ze over Hermeliens schouder meelas.
“Straf bij Slakhoorn. Voorraadkast opruimen.” zei Hermelien kortaf. Ginny haalde haar schouders op.
“Het had erger kunnen zijn.” zei ze. “Stel je voor dat je je straf bij Vilder of Sneep zou moeten uitzitten...” Daar beurde Hermelien weer een beetje van op. Slakhoorn was zo slecht nog niet. Waarschijnlijk zal hij het grootste gedeelte van de tijd toch aan een stuk door leuteren over een paar beroemdheden die hij zou kennen, zodat ze met een beetje geluk niet eens aan opruimen toekwamen.
De eerstvolgende les was Geschiedenis van de Toverkunst, waarin er veel aandacht werd besteed aan de Eerste Wereldoorlog. Het was erg interessant, vond Hermelien, maar aangezien iedereen er doorheen zat te praten en het dus steeds moeilijker werd om haar aandacht erbij te houden gaf ze het maar op en ging ze poppetjes tekenen op een los stukje perkament. Toen dat uiteindelijk ook begon te vervelen keek ze maar een beetje doelloos om zich heen, kijken wat iedereen aan het doen was. Harry en Ron deden zoals gewoonlijk galgje, Belinda en Parvati zaten te bladeren in een tijdschrift, Simon bestudeerde een lege kauwgomverpakking en toen Hermelien richting Malfidus keek kreeg ze een propje perkament in haar gezicht geschoten.
“Haha, mooie, Draco!” grinnikte Zabini, en hij hielp Malfidus perkament te scheuren en nog meer propjes te maken. Hermelien negeerde ze maar en keek toe hoe Harry uiteindelijk het woord (droptoverstok) raadde. Op dat moment voelde ze dat er iets tegen haar hoofd geschoten werd. Boos draaide ze zich om, en keek naar Malfidus, die aanstalten maakte om opnieuw een propje tegen haar hoofd te schieten.
“Kappen nou! Hoe oud ben je in vredesnaam?” siste ze boos.
“Om antwoord te geven op je vragen: nee, en zeventien.” zei hij, en zijn grijze ogen keken naar haar. Zijn mooie grijze ogen...
“Zou je niet zeggen.” zei Hermelien chagrijnig, en ze draaide zich weer om. Wat was dat nou? Ze zou hem toch niet weer leuk gaan vinden hè, of wel soms? Malfidus hield in ieder geval op met schieten en Hermelien deed weer een vergeefse poging naar professor Kist te luisteren. |
Laatst aangepast door Linda Slytherin op Ma Mrt 24, 2008 10:10; in totaal 1 keer bewerkt |
|
|
|
Linda Slytherin
5e jaars
Verdiend:
15 Sikkels
Woonplaats: With the Malfoys
|
Geplaatst:
Zo Mrt 23, 2008 16:32 |
|
Hoofdstuk 19
De rest van de les verliep net zo spectaculair als het eerste deel. Hermelien was blij toen de les eindelijk afgelopen was en pakte snel haar spullen in.
“Psst, Griffel!” Hermelien draaide zich om. Het was Malfidus. “Ik moet zo even met je praten.”
Hermelien probeerde niet in zijn ogen te kijken en zei toen: “Echt niet. Waarom zou ik met jou willen praten?”
Ze hees haar tas over haar schouder en vertrok. Waarom moest Malfidus haar nou zonodig spreken? Toch betrapte ze zichzelf erop dat ze het helemaal niet erg gevonden hebben om met hem te praten…
“Niet waar!” zei ze plotseling hardop, waardoor twee vierdejaars uit Griffoendor haar vreemd aankeken. Met een enigszins rood hoofd liep ze snel verder naar het Gedaanteverwisselingenlokaal, waar haar volgende les begon.
Tijdens die les kon Hermelien zich totaal niet concentreren, mede dankzij de tweestrijd die zich in haar hoofd afspeelde: Hij is een Dooddoener! Hij is zo knap! Hij heeft je vervloekt! Hij was eerst zo aardig en lief! Maar bij die laatste gedachte bleef een woord steken: was. Hij is niet aardig, hij was aardig…
“Juffrouw Griffel, ik vroeg u iets!” zei professor Anderling op strenge toon. Hermelien schrok wakker.
“Oh, eh, het spijt me professor. Ik heb de vraag niet verstaan…”
“Dat zijn we niet van u gewend juffrouw Griffel. Ik vraag het wel aan iemand die wel de moeite heeft genomen te luisteren. Meneer Marsman?”
Hermelien zat op haar hemelbed en had de zilveren haarspeld in haar handen. Ze bekeek de roos en besefte nu pas dat het ding ongelofelijk duur moest zijn geweest. Waarom had Malfidus haar verteld wat hij werkelijk was? Hij had toch kunnen weten dat ze zo zou reageren? Ze was de huilende Malfidus echter nog niet vergeten en hield de speld extra stevig vast. Waarom moest alles perse zo lopen? Kon ze niet gewoon gelukkig zijn met iemand? Ze voelde tranen opwellen in haar ogen. Was ze opnieuw verliefd op hem? Na alles wat hij de afgelopen dagen had gedaan? Ze kneep haar ogen dicht en tranen vielen op de zilveren roos.
“Hermelien, waarom eet je niets?” vroeg Harry bezorgd.
“Oh, eh, ik heb gewoon geen honger.” zei ze somber. Ze was de hele tijd al met haar gedachten bij Malfidus geweest en had nog geen hap door haar keel gekregen. Hermelien stond op.
“Ik ga even naar de bibliotheek denk ik. Nog even werken aan Geschiedenis van de Toverkunst.”
Ron keek haar met een opgetrokken wenkbrauw aan en snel liep Hermelien de Grote Zaal uit.
In de bibliotheek was het erg rustig: behalve Hermelien waren er alleen nog een eerstejaars uit Zwadderich en een vijfdejaars uit Huffelpuf. Tenminste, dat dacht ze… Ze had haar tas nog niet neergezet of ze hoorde de stem van Malfidus al: “Griffel! Ik moet echt met je praten, en waag het niet om weer weg te lopen!”
“Oja joh? Moet jij eens opletten!” zei ze, en ze maakte aanstalten om weer te vertrekken.
“Griffel!” zei Malfidus waarschuwend, maar Hermelien viel hem in de rede.
“Hoor eens, ik heb helemaal geen zin om met je te praten, Malfidus! Ik wil dat je me gewoon met rust laat.” zei ze, niet helemaal waarheidsgetrouw.
Voordat Malfidus iets terug kon zeggen liep ze weg, de bibliotheek uit. Waarom moest ze hem nou steeds tegenkomen? Alsof ze het nog niet moeilijk genoeg had met haar twijfels over hem.
Hermelien besloot Ron maar op te halen: de klassenoudsten moesten zo door de gangen patrouilleren, om te kijken of er geen jongere leerlingen in het kasteel aan het rondsluipen waren. Ze liep naar de leerlingenkamer, waar Ron zich inmiddels waarschijnlijk zou bevinden.
“Ron,” zei Hermelien toen ze de leerlingenkamer binnenstapte. “We moeten zo weg.”
“Ja ja, is goed. Even wachten, even dit potje Knalpoker afmaken…”
“Nee, ik heb geen zin om iedere keer te wachten op jou! Bekijk het maar! Ik controleer in ieder geval de Astronomietoren en de tweede verdieping.” zei Hermelien bits. Ze had absoluut geen zin om nog op Ron te gaan wachten, en hem kennende zou dat inderdaad nog wel eens een hele tijd kunnen gaan duren.
Ze liep de leerlingenkamer uit en ging op weg naar de Astronomietoren, waar ze Foppe aantrof die plannetjes smeedde om de telescopen te vernielen.
“Wegwezen Foppe!” zei Hermelien, maar ze had kunnen verwachten dat de klopgeest zich niet zo gemakkelijk liet verjagen.
“Kijk eens aan, daar hebben we Griffel. Moet jij niet omkomen in de boeken ofzo? Of ga je zo laat nog huiswerk zitten maken. Iedereen weet dat je gek bent, maar zo doorgedraaid…”
“Foppe, ga weg. Moet ik de Bloederige Baron soms halen?” Dat zinnetje had altijd een merkwaardig effect op Foppe: hij deed meteen een stuk beleefder, boog diep voor Hermelien en zweefde snel weg. Hermelien lachte even en liep toen maar naar de tweede verdieping: hier was toch niemand.
Ze voelde zich niet erg op haar gemak, zo ’s avonds alleen door de donkere gangen lopend, en zeker niet toen ze iets achter haar hoorde. Koorstachtig keek ze om zich heen. Niemand te zien. Toch was ze er zeker van dat ze iets gehoord had, en op haar hoede liep ze verder. KLANG!
“Wie is daar? Kom tevoorschijn, ik ben klassenoudste.” zei ze terwijl ze haar angst zoveel mogelijk verborgen probeerde te houden.
Ze liep naar de plek toe waar het geluid vandaan kwam: een leeg lokaal dat niet op slot was. Ze deed de deur met een krakend geluid open…
“Petrificus Totalus!” zei een stem die Hermelien maar al te goed herkende en meteen kon ze geen vinger meer verroeren.
Malfidus kwam uit een donkere hoek van het lokaal tevoorschijn.
“Het spijt me Hermelien, maar iedere keer dat ik met je wilde praten liep je weg, dus ik vrees dat dit de enige manier is…” Het viel Hemelien op dat ze met haar voornaam werd aangesproken en dat Malfidus een nogal angstige indruk maakte.
“Ik moet je iets belangrijks vertellen.” zei hij, en hij keek haar echt in haar ogen aan. Hermeliens maag maakte een salto en ze was blij dat er een Verstijvingsspreuk over haar was uitgesproken, want anders zou ze echt niet weten wat ze op dat moment had moeten doen. Draco leek de juiste woorden maar niet gevonden te krijgen.
“Ik-nee… Nadat ik…” Hij staarde naar de grond en keek toen weer naar Hermelien.
“Ik wil verdomme helemaal geen Dooddoener zijn!” riep hij uit, en toen barstte hij los. “Ik had geen keus, Hij zou mijn hele familie uitgeroeid hebben! Ik heb nog geprobeerd eronderuit te komen, maar ze snapten me en ik durfde het niet nog een keer te proberen. Ik was doodsbang toen Hij het Teken op mijn arm zette… Hermelien! Anders hadden ze mij en mijn hele familie vermoord! Wat had ik anders moeten doen? Geloof me, ik wil dit helemaal niet!”
Terwijl hij haar echt in haar ogen aankeek wist Hermelien gewoon dat hij de waarheid sprak. Daar had ze geen Legilimentie of wat dan ook voor nodig. Ze zag een traan in Draco’s oog glinsteren.
“Het kan me eigenlijk allemaal geen flikker meer schelen. Wie weet gebruikt hij nu wel Legilimentie… Mijn leven is toch al een hel sinds, sinds…” Hij bewoog zijn linkerarm even alsof er een lastige vlieg op zat die hij wilde verjagen. Toen hij weer gekalmeerd was slikte hij even.
“En… Er is nog iets dat je misschien moet weten.” zei hij, en hij staarde naar zijn voeten.
“Ik… Ik kan gewoon niet meer lelijk tegen je doen Hermelien. Ik probeerde wel steeds te doen alsof ik je verafschuwde en je haatte, maar het lukte gewoon niet…” Daar dacht Hermelien heel anders over, met haar gedachten bij het voorval op de binnenplaats, en de vlinders in haar buik leken even weg te gaan, maar kwamen vrijwel meteen weer terug toen Draco weer begon te praten.
“Ik heb geprobeerd te vergeten wat er tussen ons was. Ik heb geprobeerd mezelf wijs te maken dat ik je haatte. Ik heb geprobeerd niet meer aan jou te denken…” Hermelien kreeg een raar gevoel in haar maag, hetzelfde gevoel als ze had gehad tijdens het Kerstbal… Draco scheurde zijn blik weer los van de grond en keek met zijn mooie grijze ogen recht in die van Hermelien.
“Ik kon het gewoon niet.” zei hij. “Ik ben altijd van je blijven houden.” Het bleef een tijdje stil, maar uiteindelijk zei hij: “Je mag denken over me wat je wilt. Je moet zelf maar bepalen of je het me vergeeft of niet, maar… Ik vond dat je dit moest weten…” Hij liep naar haar toe en bleef vlak voor haar stilstaan. Hermelien kreeg het ontzettend warm vanbinnen toen hij zo dicht op haar stond.
Toen boog Draco zijn hoofd langzaam naar haar toe en gaf haar zachtjes een kus op haar mond. Hermelien zag een traan over zijn wang lopen voor hij de Verstijvingspreuk ongedaan maakte. Uiteindelijk draaide hij zich om en verdween in de nacht. |
Laatst aangepast door Linda Slytherin op Ma Mrt 24, 2008 19:08; in totaal 1 keer bewerkt |
|
|
|
Linda Slytherin
5e jaars
Verdiend:
15 Sikkels
Woonplaats: With the Malfoys
|
Geplaatst:
Zo Mrt 23, 2008 16:38 |
|
Hoofdstuk 20
Het leek wel alsof de Verstijvingspreuk nog werkte op Hermelien. Ze was compleet Versteend terwijl de gebeurtenis van toen net tot haar door begonnen te dringen. Hij werd gedwongen. Hij was geen Dooddoener geworden omdat hij het zelf zo graag wilde, in tegendeel, hij wilde het zelfs helemaal niet! Het was zijn schuld niet! Maar Hermelien besefte maar al te goed dat Draco nu ook in gevaar was gekomen door het aan haar te vertellen. Erg groot gevaar zelfs. Het was niet de vraag of Voldemort erachter zou komen, maar wanneer... Dan was het de vraag of zelfs de bescherming van Perkamentus wel genoeg zou zijn om Draco te behoeden voor de woede van Voldemort.
Toen pas drong het tot Hermelien door hoe zwaar Draco het de afgelopen tijd moest hebben gehad. Geen wonder dat hij eerst zo depressief was geweest. Wat zou zij gedaan hebben als ze in zijn schoenen stond: kiezen voor het Kwade en je hachje voorlopig even veiligstellen, of kiezen voor het Goede en je leven riskeren? Op dat moment zweefde Foppe langs.
“Yo yo Griffel, wat doe jij hier nog zo laat? Ik ga nog even het Gedaanteverwisselingenlokaal kort en klein slaan.” Hij keek uitdagend naar Hermelien, wachtend op een waarschuwing of zoiets dergelijks. Hermelien had echter de puf niet om Foppe op zijn donder te geven en Foppe was bitter teleurgesteld.
“Hier is ook niets aan zeg.” Hij maakte nog een paar onsmakelijke geluiden en zweefde toen mopperend weg. Toen ze de klok hoorde luiden besefte Hermelien met een schok hoe laat het al was en liep vermoeid terug naar de leerlingenkamer.
Toen ze de leerlingenkamer binnenkwam zaten Harry en Ron een potje toverschaak te spelen. Ron keek verbaasd op toen Hermelien naar hen toeliep.
“Waar kom jij zo laat vandaan?” vroeg hij argwanend.
“Heb je met een jongen om de hoek gestaan?” ging Harry op zangerige toon verder. Toen Ron hem niet-begrijpend aankeek zei hij snel: “Dreuzelliedje.”
Hermelien vond het niet grappig, en zeker niet nu.
“Ik ben nu niet echt in the mood voor grapjes, Harry. Waarom moeten jullie altijd precies weten wat ik gedaan heb?” vroeg ze chagrijning.
“Zo, met het verkeerde been uit bed gestapt?” vroeg Ron luchtig. Die opmerking maakte Hermelien woedend.
“Allemachtig! Houd voor één keer in je leven je grote bek eens dicht, Ronald Wemel!” Ron schrok van die plotselinge uitbarsting en viel bijna achterover van zijn stoel.
“Ik ga naar bed. Welterusten.” zei Hermelien met geforceerde kalmte, en woedend maar uitgeput liep ze de trap op naar de meisjesslaapzaal.
De volgende ochtend werd Hermelien gelijk benaderd door Harry.
“Wat is er gisteravond nou gebeurd?” vroeg hij ernstig, en Hermelien zuchtte geërgerd.
“Begin jij nu ook al? Voor de zoveelste keer: er is niets-”
“Zeg niet dat er niets gebeurd is Hermelien, want gisteravond was je hartstikke overstuur. Zelfs een bergtrol kon dat zien.” Dat maakte Hermelien voor zover mogelijk nog chagrijniger.
“Laat me gewoon met rust, Harry. Ik heb even geen behoefte aan jouw gezelschap.” Harry trok zijn wenkbrauw op.
“Wiens gezelschap dan wel?” vroeg hij nieuwsgierig. “Heb je soms weer iets met iemand? Hopelijk is ‘ie wel wat beter dan Malfidus...”
Op dat moment werd het Hermelien even te veel.
“LAAT ME GEWOON MET RUST, WIL JE?” gilde ze. “Waarom zijn jullie allemaal zo gruwelijk traag van begrip? Hoe onduidelijk zijn voor jou de woorden: laat me met rust?”
Harry mompelde iets dat verdacht veel leek op ‘vrouwen’, schudde zijn hoofd en liep weg. Geweldig, dacht Hermelien, en ze zuchtte diep. Toen zag ze iets op het dichtstbijzijnde tafeltje liggen dat haar geweldig van pas kwam: de Sluipwegwijzer. Ze had de hele nacht nagedacht over haar gesprek met Draco en wilde hem nu zo snel mogelijk spreken.
“Ik zweer plechtig dat ik snode plannen heb.” zei ze, en meteen verschenen er overal dunne zwarte lijntjes op het o zo onschuldig lijkende stukje perkament. Draco was in de kerkers, vlak bij de plaats waar volgens Harry en Ron de leerlingenkamer van Zwadderich moest zijn. Hermelien legde de kaart weer terug op de tafel en ging vastberaden naar de kerkers. Als het niet zo belangrijk was geweest had ze zich niet tussen al die Zwadderaars gewaagd, maar ze moest Draco gewoon zo snel mogelijk spreken. Als andere Zwadderaars iets begonnen te vermoeden had ze nog wel een smoes achter de hand, namelijk dat Draco haar boek voor Gedaanteverwisselingen gestolen had.
Ze kwam in een grote open ruimte in de kerkers waar ze nog nooit geweest was. Hermelien keek om zich heen. Hier zou hij ergens moeten zijn. Ze zag een glimp witblond haar de hoek om komen. Toen Draco haar zag kon Hermelien een twinkeling van blijdschap in zijn ogen zien. Hij liep zo onopvallend mogelijk naar haar toe.
“Dus je haat me toch niet?” zei hij, en de opluchting droop van zijn gezicht af. Ze liepen samen een verlaten gang in, waar ze gewoon konden praten zonder al die nieuwsgierige blikken.
“Natuurlijk niet.” zei Hermelien. “En ik vergeef het je. Maar eerst wil ik dat je me alles, maar dan ook echt alles wat er gebeurd is vertelt.” Draco slikte even.
“Zeker weten?” vroeg hij, alsof hij hoopte dat ze zich nog zou bedenken. Hermelien knikte vastberaden. Hij zuchtte.
“Goed dan, dan alleen niet te slecht over me als je het weet.” en hij begon te vertellen. Na tien minuten viel Hermelien iets op. Draco had het steeds over ‘het Plan’, maar weigerde daar verder op in te gaan en leek erg ongemakkelijk als hij het daar over had.
“Één ding,” zei Hermelien toen hij eindelijk klaar was. “Wat moet ‘het Plan’ voorstellen?” Draco keek naar zijn voeten.
“Je hebt gezegd dat je me alles zou vertellen.” zei Hermelien.
“Perkamentus.” mompelde hij.
“Perkamentus wat?” vroeg Hermelien.
“Ik moet van Hem Perkamentus vermoorden.” zei hij nu wat duidelijker, en hij begroef zijn gezicht in zijn handen. Van afschuw Hermelien sloeg haar handen voor haar mond.
“Je moet wat?”
“Laat het me alsjeblieft niet nog een keer zeggen. Ik heb het er al moeilijk genoeg mee...” Het bleef een beetje stil, en Hermelien slikte even. Ze pakte zijn handen vast.
“We komen hier samen wel uit. Ik laat je niet nog een keer in de steek.” zei ze resoluut.
“Wat wilde je doen dan? Ik kan me toch niet tegen Hem verzetten? He weet niet hoe Hij is! Het is onmogelijk om-”
“Daarom gaan we ook naar Perkamentus.” viel Hermelien hem in de rede. Draco keek naar haar alsof ze gek in haar hoofd was. “Perkamentus? Ben je gestoord ofzo?” Hij wilde weglopen, maar Hermelien hield hem tegen.
“Luister Draco. Ik weet dat het moeilijk is, maar Perkamentus is de persoon die jou juist het beste kan beschermen.” zei Hermelien.
“Ja, door me ‘veilig’ naar Azkaban te sturen.” schamperde hij, maar Hermelien schudde haar hoofd.
“Als je Perkamentus hetzelfde vertelt als dat je mij net ook hebt verteld zal hij je geloven, net als ik.” zei ze geruststellend. Draco leek nog steeds te twijfelen.
“Draco, dis is misschien je enige kans om er een eind aan te maken.” zei Hermelien, nu wat dwingender. Hij slikte even, maar kreeg toen een vastberaden blik in zijn ogen en zei: “Goed dan.”
Even later stonden ze samen voor de stenen waterspuwer waarachter zich de kamer van Perkamentus bevond. Hermelien keek naar Draco, die de hele tijd nog niets had gezegd. Hij staarde naar de waterspuwer en leek wel in een soort trance te zijn.
“Draco, gaat het wel?” vroeg Hermelien voorzichtig. Plotseling viel Draco op de grond en begon te spartelen alsof hij door de Cruciatusvloek getroffen werd. Hermelien liet zich geschrokken op haar knieën vallen en probeerde hem in bedwang te houden. Het leek wel op een van de toevallen die Harry soms kreeg.
“HELP! IEMAND, ALSJEBLIEFT! HELP!” gilde ze. Draco begon nog heviger te schokken en Hermelien vreesde voor zijn leven. Ze begon nog harder te schreeuwen en hoopte maar dat Perkamentus in zijn kamer was en haar kon horen. Tranen liepen over haar wangen: was dit het werk van Voldemort? Was hij erachter gekomen? Een enorm gevoel van opluchting overspoelde Hermelien toen ze Perkamentus zag verschijnen. Hij keek geschrokken naar Draco en knielde toen bij hem neer. Hermelien keek angstig toe terwijl Perkamentus allerlei toverformules uitsprak over Draco, die nog steeds erg veel pijn leek te lijden. Nadat Perkamentus alle formules nog een keer herhaald had, begon Draco weer een beetje bij te komen.
“Er-me-lien.” kraste hij, maar Hermelien legde haar vinger op zijn lippen als teken dat hij stil moest zijn.
“Het komt allemaal wel goed.” fluisterde ze geruststellend, en ze streek door zijn sluike blonde haar.
“Juffrouw Griffel, ik zou graag hebben dat u meneer Potter ging halen.” Hermelien keek verbaasd naar Perkamentus.
“Harry? Maar waarom-” maar Perkamentus keek haar doordringend aan over zijn halfronde brilletje en Hermelien sprintte naar de leerlingenkamer.
Daar zat Harry samen met Ron en Marcel aan zijn huiswerk.
“Harry, je moet nu meekomen! Noodgeval!” hijgde Hermelien, die helemaal buiten adem was. Harry begreep er duidelijk niets van, maar tot Hermeliens opluchting stond hij wel meteen op en volgde haar. Terwijl ze richting de kamer van Perkamentus renden vroeg hij: “Wat is er aan de hand? Wat voor noodgeval?”
“Draco kreeg toeval, Perkamentus...” zei Hermelien terwijl ze zo snel mogelijk verder rende. Harry bleef abrupt staan.
“Wacht eens even, dus nu is het wel weer Draco?”
“Harry, dit is absoluut niet het juiste moment ervoor! Doorlopen!” schreeuwde ze. Een boel vragen spookten door haar hoofd. Wat was Perkamentus in vredesnaam met Harry van plan? En wat had Draco’s toeval met Harry te maken? Eindelijk kwam de stenen waterspuwer in zicht, maar Perkamentus en Draco waren nergens te bekennen.
“Hier was het.” hijgde Hermelien, terwijl ze keek naar iets dat op de plek lag waar ze Draco en Perkamentus had achtergelaten. Het was een chocotoffee.
“Juist, en wat moet dat nou weer betekenen?” vroeg Harry geërgerd. “Er zou een noodgeval zijn met Malfidus en Perkamentus, maar zij zijn pleite en hebben een chocotoffee achtergelaten...”
“Hè Harry, denk toch eens na! Je denkt toch niet dat ze hier zouden blijven wachten terwijl er zo iemand voorbij kon komen lopen?” zuchtte Hermelien.
“Ja dus, en die chocotoffee dan? Of het is uit hun zak gevallen of het bevestigt nogmaals Malfidus’ bedroevend slechte gevoel voor humor.” Hermelien kreeg de drang op Harry een flinke klap te geven, maar haar zelfbeheersing won het van haar woede.
“Dat is het wachtwoord natuurlijk, slimbo!” zei ze woedend. “Chocotoffee.”
De stenen waterspuwer ging opzij en er verscheen een wenteltrap die leidde naar de kamer van Perkamentus.
“Schiet op!” snauwde Hermelien terwijl ze de trap op rende. Ze stormde zonder te kloppen de kamer in en zag Draco nog enigszins verdoofd in een stoel tegenover het bureau van Perkamentus zitten. “Ah, precies op tijd.” zei Perkamentus, die achter zijn bureau zat. “Ik heb Draco net uitgelegd hoe jouw moeders bescherming werkt, Harry. Die in je bloed en die Heer Voldemort op dit moment ook bezit.” Draco leek totaal ongeïnteresseerd en zei: “Nou, drie hoeraatjes voor Potters moeder. Wat heeft dat in vredesnaam met mij te maken?”
“We gaan jou dezelfde bescherming geven.” zei Perkamentus ernstig. “Door middel van Harry’s bloed.” |
Laatst aangepast door Linda Slytherin op Ma Mrt 24, 2008 19:12; in totaal 1 keer bewerkt |
|
|
|
Linda Slytherin
5e jaars
Verdiend:
15 Sikkels
Woonplaats: With the Malfoys
|
Geplaatst:
Zo Mrt 23, 2008 16:42 |
|
Hoofdstuk 21
“Het bloed van Potter?” zei Draco vol walging. “Nee, echt niet!”
Ook Harry keek Perkamentus aan alsof hij gek was. Blijkbaar was hij zo verbijsterd dat hij even niets uit kon brengen. Perkamentus ging echter op luchtige toon verder, alsof hij het over het weer had.
“Dat is de meest effectieve bescherming die ik bedenken kan. Die bescherming heeft Harry al verscheidene keren uit uitzichtloze situaties gered. Ik ben ervan overtuigd dat die ook voor jou zal werken Draco, zoals die op dit moment ook voor Heer Voldemort werkt.”
Hermelien keek naar de grond. Het leek allemaal zo gemakkelijk en voor de hand liggend, maar ze kon moeilijk van Harry verwachten dat hij dit voor Draco wilde doen. Het was tenslotte zijn aartsvijand, op Voldemort na dan.
“Is er absoluut geen andere manier dan?” vroeg ze aan Perkamentus.
“Manieren genoeg, maar ik vrees dat die bij lange na niet zo effectief zullen zijn als deze.” zei Perkamentus ernstig. “Maar voordat jullie overhaaste beslissingen gaan nemen wil ik de situatie eerst even uitleggen aan Harry, onder vier ogen. Daarna beslissen we wel verder.”
Voordat Hermelien samen met Draco de kamer van Perkamentus verliet, keek ze nog even naar Harry. Hij leek er nog steeds niets van te snappen en keek nog net zo verbijsterd als eerst, maar het zag er absoluut niet naar uit dat hij toestemming zou geven. Ze zuchtte en deed de deur achter zich dicht. Ze keek even naar Draco, die erg moeilijk keek. Hij vond het idee blijkbaar nog steeds belachelijk, belachelijk genoeg om de bescherming af te slaan en in levensgevaar te blijven.
“Potters bloed? Laat maar zitten, ik zoek het zelf wel uit!”
“Zet je trots nou eens voor één keer opzij, Draco. Het gaat hier wel om je leven, en dat kun je maar één keer verliezen!” zei Hermelien ernstig. Ze zwegen een tijdje en wachtten totdat Perkamentus of Harry hen weer binnenliet.
Na een paar minuten zei Hermelien: “Wat gebeurde er net eigenlijk? Het leek net alsof er de Cruciatusvloek over je was uitgesproken ofzo...”
“Geen idee.” zei Draco, en hij kreeg een angstige blik in zijn ogen. “Het was net alsof Hij in mijn hoofd zat. Ik hoorde Hem gewoon zeggen dat hij me zou straffen voor wat ik gedaan had en daarna, vraag me niet hoe, sprak hij volgens mij inderdaad de Cruciatusvloek over me uit. Hij was echt woedend. Nog woedender dan toen ik er vandoor ging toen het Teken op mijn arm gezet zou worden.”
Hermelien dacht na. Draco’s toeval of wat het dan ook was leek verdacht veel op wat er soms met Harry gebeurde als Voldemort in zijn hoofd zat. Alleen was Harry nooit via die weg aangevallen en kon Voldemort niet in Harry’s hoofd komen zonder zelf pijn te lijden.
“Draco, als jij die bescherming hebt zal het niet meer voor kunnen komen.” zei ze, als laatste poging hem over te halen.
“Denk je dat je Hem afschrikt met een beetje bloed ofzo?” schamperde hij.
Hermelien legde het verhaal in het kort uit. “Meen je dat serieus?” zei hij toen ze klaar was. Hermelien knikte.
“Als het goed is zal Voldemort dus niet zo dom zijn het nog eens te proberen.”
Op dat moment werd de deur opengedaan door Harry, en hij keek niet al te blij. Zwijgend liepen Hermelien en Draco de kamer weer in. Hermelien keek naar Perkamentus, die op zijn beurt weer naar Harry keek.
“Ik geef mijn toestemming, maar onder één voorwaarde.” gromde Harry. “Ik wil niet dat je nog met hem omgaat, Hermelien.”
Dat was een harde klap voor Hermelien. Zoiets had ze misschien verwacht van Ron, maar zeker niet van Harry.
“Wat is dat nou weer voor een onzin, Potter! Heeft dat litteken je hersens aangetast ofzo? Laat haar zelf beslissen met wie ze omgaat!” riep Draco furieus.
“Prima hoor, dan werk ik toch niet mee?” zei Harry, die zich er heel goed van bewust was dat het plan van hem afhankelijk was.
“Chantage...” mompelde Draco woedend, en hij keek vuil naar Harry. Hermelien wendde zich tot Perkamentus.
“Professor, kunt u niet-” “Ik kan Harry niet dwingen ergens aan mee te werken als hij dat niet wil. Als hij alleen op deze voorwaarde wil meewerken, hoe ongebruikelijk die ook is, kan ik daar weinig aan doen.” zei Perkamentus kalm.
“Ongebruikelijk, ONGEBRUIKELIJK?!” schoot Harry uit zijn slof. “Vind je het gek? Hij is een Dooddoener en nu heb ik eindelijk de kans om ervoor te zorgen dat hij niet met haar loopt te rotzooien!”
“We hebben helemaal niet lopen rotzooien!” riep Hermelien verhit uit terwijl ze Draco aan zijn gewaad vastgreep om te voorkomen dat hij Harry te lijf ging.
“Ziet u wel?” zei Harry tegen Perkamentus. “Compleet gestoord!”
“Genoeg!” schreeuwde Perkamentus. “Het enige dat ik wil weten is je antwoord, Draco.”
Voordat Draco antwoord kon geven zei Hermelien tegen hem: “Zeg gewoon ja.”
“Als wij daardoor niet meer met elkaar mogen omgaan loop ik liever het risico te grazen genomen te worden door Hem.” zei Draco woedend.
“Kan ik even met hem spreken, onder vier ogen?” vroeg Hermelien aan Perkamentus. Die knikte en ze sleurde Draco mee naar de andere kant van de kamer.
“Wat is er nou? Mijn besluit staat toch al vast!” fluisterde hij.
“Draco, als je echt om me geeft-”
“Dat doe ik ook, en daarom weiger ik-”
“zeg je ja.”
Hij zweeg even. “Oh, ik snap het al. Je wilt dus gewoon stiekem blijven afspreken. In dat geval...” zei hij, en hij wilde al teruglopen, maar Hermelien hield hem tegen.
“Harry heeft een kaart waarop je iedereen op elk moment kunt zien. Hij zal het dus meteen doorhebben.” zei Hermelien grimmig. “Wat ik eigenlijk bedoel: jouw veiligheid is voor mij nu het belangrijkste. We hebben er niets aan als Voldemort je volgende week nog een keer aanvalt en je dan vermoordt. Bovendien denk ik wel dat Harry bij zal draaien.”
Draco zweeg even. “Goed dan, maar ik hoop voor Potter dat hij snel bij zal draaien, want anders...” Ze liepen terug en Draco keek nijdiger dan ooit tevoren.
“En?” vroeg Perkamentus.
“Ja.” gromde Draco, en hij keek Harry vuil aan. Die keek even naar Hermelien, en ze kreeg de neiging hem een gigantische schop te geven.
“Oke dan.” zei Perkamentus. “Dan wil ik Harry en Draco verzoeken om morgenochtend om negen uur hier op mijn kamer te zijn.”
“Ik ga mee!” zei Hermelien vastberaden. Draco grijnsde en keek triomfantelijk naar Harry. Die deed wilde protesteren, maar Hermelien snoerde hem de mond. “Ik raad je aan niet tegen me in te gaan, want het zal niet helpen. Ik ga gewoon mee morgen. Je hebt al genoeg kapot gemaakt.” zei ze boos. Uiteindelijk gaf Harry een stijf knikje.
“Het zal toch geen nut hebben, Potter. Wat je ook probeert om ons uit elkaar te houden.” zei Draco, en Perkamentus gebaarde dat ze konden gaan.
Onderaan de wenteltrap omhelsde Draco Hermelien, maar hij werd vrijwel meteen ruw weggetrokken door Harry.
“Ik waarschuw je, Malfidus. Als je nog één keer bij Hermelien in de buurt komt gaat het hele gebeuren morgen niet door.”
“Vanaf morgenochtend, nu mogen we nog doen wat we zelf willen, Potter, en daar heb jij niets mee te maken.” zei Draco. Hij sloeg een arm om Hermelien heen en wilde weglopen, maar Hermelien wilde nog niet weg.
“Nog één ding, Harry.” Ze liep naar hem toe en gaf hem een keiharde stomp in zijn gezicht. Ze voelde zijn neus breken en Draco brulde van het lachen.
“Dat is mijn meisje! Zie je nou wel Potter! Het lukt niet, wat je ook probeert.”
“Kom op Draco, ik heb geen zin om nog langer in het gezelschap te zijn van zo’n loser.” zei Hermelien, en na nog een vuile blik op Harry te hebben geworpen liep ze weg. Draco grijnsde nog even hatelijk naar Harry en liep toen achter Hermelien aan en sloeg een arm om haar heen.
“Geweldig, echt super! Ga je hem nu ook ‘Potter’ en ‘littekentje’ noemen?” vroeg hij grijnzend.
“Wel een beetje heel erg extreem, vind je niet?” vroeg Hermelien glimlachend.
“En zijn neus breken is dat niet dan?” De klok sloeg half elf.
“Zo laat al? We moeten snel terug naar de leerlingenkamer! Straks ziet Vilder ons nog! Tot morgen!” zei Hermelien.
“Wat is dat nou weer voor een haastig afscheid? Krijg ik geen nachtzoen? Het kan de laatste zijn...” zei Draco.
“Je hebt gelijk.” zei Hermelien, en ze zoende Draco, voorlopig voor de laatste keer...[/b] |
Laatst aangepast door Linda Slytherin op Ma Mrt 24, 2008 19:17; in totaal 1 keer bewerkt |
|
|
|
Linda Slytherin
5e jaars
Verdiend:
15 Sikkels
Woonplaats: With the Malfoys
|
Geplaatst:
Zo Mrt 23, 2008 16:47 |
|
Hoofdstuk 22
“Waar sloeg dat in vredesnaam op?” schreeuwde Harry.
“Nou, op jouw neus lijkt me, hè?” schreeuwde Hermelien woedend terug.
Harry was net van de Ziekenzaal terug gekomen en gaf Hermelien nu de volle laag. Hermelien liet zich echter niet zomaar kennen: “Het is je eigen schuld. Had je je maar niet moeten bemoeien met ons door middel van die idiote voorwaarde van je!”
“Als het zo idioot is, waarom stemde hij er dan mee in?” riep Harry, en zijn bril zakte een beetje scheef van zijn net geheelde neus.
“Zak! Je weet best dat we geen keus hadden!” Hermelien maakte aanstalten om hem weer een klap te geven, maar op dat moment kwam Ginny aanrennen en kwam tussen beide.
“Wat is hier in vredesnaam aan de hand?” gilde ze.
“Vraag dat maar aan Potter.” zei Hermelien zuur.
“Noem je me nu bij mijn achternaam, net zoals Drakie doet?” schamperde Harry.
“Wil je je neus opnieuw gebroken hebben? Kleine moeite als je het mij vraagt...” mompelde Hermelien woedend terwijl ze moeite moest doen om zich in te houden.
Ze stampte de trap op naar de meisjesslaapzaal terwijl Ginny Harry nog aan het uithoren was. Hij zou het vast weer helemaal aan het verdraaien zijn, maar Hermelien was zo kwaad op hem dat ze hem even niet meer kon zien. Ze liet zich op haar bed vallen en staarde naar het plafond. Flink zijn Hermelien, dacht ze. Het belangrijkste was dat Draco veilig zou zijn...
De volgende ochtend stond Hermelien om kwart voor negen voor de kerkers. Ze wilde samen met Draco naar de kamer van Perkamentus gaan, voor de laatste keer. Na nog geen twee minuten wachten zag ze een witblond hoofd verschijnen.
“Hermelien, wat doe jij hier?” vroeg Draco.
“Jou ophalen. Ik had geen zin om alleen te gaan.” zei Hermelien, en samen liepen ze door de gangen.
“Nerveus?” vroeg ze.
“Beetje. ik heb geen flauw idee wat er gaat gebeuren, dus... Maar wat wilde Potter dan gaan doen als ik die bescherming heb en ik jou toch op kom zoeken? Hij kan die bescherming niet meer wegnemen, toch?” zei hij, en er verscheen een twinkeling in zijn ogen.
“Juich maar niet te vroeg.” zei Hermelien somber. “Die bescherming werkt alleen tegen Voldemort en niet tegen Potter zelf-”
“Potter! Je zei Potter! Ik ben trots op je! Heb ik je toch nog iets goeds bij kunnen brengen!” zei Draco vrolijk.
“Ach, houd toch je mond!” snauwde Hermelien, maar ze kon een glimlach niet onderdrukken. “Maar goed, om even terug te komen op wat ik net zei: ik denk dat je dan niet alleen Voldemort maar ook Potter achter je aan hebt.” Draco lachte even.
“Met dat onderkruipsel heb ik zo afgerekend in een duel. Net zoals die keer toen Sneep en Perkamentus erbij kwamen.” Hermelien bleef even stilstaan.
“Dat is waar ook!” zei ze. “We moeten vanavond naar Slakhoorn toe.” Er verscheen een frons op Draco’s gezicht.
“Met Potter en Lubbermans, of niet soms?” zei hij nors. Hermelien knikte. “Maar ik win zo van Potter in een duel. Waarom zou ik me dan aan zijn domme voorwaarde houden?”
“Omdat hij ook een Onzichtbaarheidsmantel heeft, en daarmee zou hij je het best wel eens lastig kunnen maken...” Draco zuchtte. Ze naderden de stenen waterspuwer van Perkamentus.
“Chocotoffee.” zei Hermelien, en zoals gewoonlijk verscheen er achter de waterspuwer een grote wenteltrap.
Toen ze de kamer binnenliepen zat Perkamentus achter zijn bureau, maar Harry was er nog niet.
“Waar is Potter?” vroeg Draco meteen terwijl hij met zijn ogen iedere vierkante centimeter van Perkamentus’ kantoor afspeurde. “Durft zeker niet te komen...” mompelde hij, maar op dat moment zwaaide de deur met een klap open en stapte Harry de kamer in. Hermelien ging naast Draco staan en samen wierpen ze vuile blikken op Harry. Er viel een ongemakkelijke stilte.
“Eh, nou...” Perkamentus leek nogal van zijn stuk gebracht. “Het zal gelukkig niet lang duren. Harry, als jij in deze stoel gaat zitten, dan Draco in die ernaast.” zei Perkamentus, en hij wees op twee gebloemde fauteuils die vlakbij zijn bureau stonden. Gehoorzaam gingen Harry en Draco zitten terwijl Perkamentus twee zilveren messen uit zijn bureaula haalde.
“Hiermee,” zei Perkamentus, en hij toonde het mes met het witte lemmet, “zal ik een snee maken in jouw onderarm, Draco.”
“Op de plaats waar het Teken zit zeker?” vroeg Draco, die er heel ontspannen bij zat vergeleken met Harry.
“Inderdaad ja.” zei Perkamentus, en Harry wierp een nerveuze blik op Draco’s linker onderarm.
“Bang Potter?” zei Draco met een hatelijke grijns op zijn gezicht. Harry schudde heftig zijn hoofd en Perkamentus toonde het andere mes, dat een zwart lemmet had.
“Hiermee zal ik vervolgens in jouw arm een snee moeten maken Harry, en het bloed laat ik dan in de wond van Draco vallen. Vervolgens spreek ik er nog een toverspreuk over uit en als het goed is, is het proces dan voltooid.”
Hermelien keek nog eens goed naar de messen, en plotseling begon er iets bij haar te dagen.
“Professor, zijn dat...de messen van Kavarante?” vroeg ze.
“Sorry, nog een keer?” zei Draco terwijl hij een wenkbrauw optrok.
“De messen van Kavarante.” zei Hermelien ongeduldig. “Ze zijn gemaakt door een beroemde Italiaanse tovenaar en bezitten grote hoeveelheden magische kracht. Ze zijn van onschatbare waarde.” Perkamentus knikte.
“Inderdaad. Ik heb deze uit de klauwen van Heer Voldemort weten te redden. Als hij deze had gehad, zou hij zijn lichaam al veel sneller terug hebben gekregen. Dankzij deze messen zal de bescherming extra veel kracht hebben. Draco, je arm alsjeblieft.”
Draco stak zijn arm uit en stroopte zijn mouw op, waardoor het Duistere Teken zichtbaar werd. Harry huiverde, maar nu Hermelien wist dat Draco niet bij het Kwade hoorde voelde ze geen enkele angst. Perkamentus maakte een lange snee dwars door de tatoeage heen, en hoewel het meteen flink begon te bloeden gaf Draco geen krimp. Hij moest erger gewend zijn, dacht Hermelien. Ze herinnerde zich hoe Harry had beschreven dat hij in zijn droom zag hoe Voldemort zijn dienaars martelde.
Toen pakte Perkamentus het mes met het zwarte lemmet en maakte een snee in Harry’s arm. Die kneep zijn ogen stijf dicht en Draco grinnikte even bij het zien van Harry’s gezicht. Daar hield hij echter snel mee op toen Perkamentus het mes boven zijn arm hield en het bloed in de wond drupte. Vervolgens sprak Perkamentus de toverspreuk nog over de wond uit, en het volgende moment was die verdwenen, alsof er niets mee gebeurd was. Het enige dat er nog te zien was was het Duistere Teken. Daarna sprak Perkamentus nog een heelspreuk over Harry’s arm uit en wendde zich tot Draco.
“Ik denk niet dat het voor zal komen, maar als er vreemde dingen voorkomen of als het niet werkt is het erg belangrijk dat ik daar zo snel mogelijk vanaf weet, begrijp je dat?” vroeg hij ernstig. Draco knikte en zijn vingers gleden over het Duistere Teken.
“Als mijn vader hier eens vanaf wist...” mompelde hij. Perkamentus gebaarde dat ze konden gaan en zwijgend liepen ze de wenteltrap af.
“Ik houd je in de gaten.” zei Harry waarschuwend tegen Draco.
“Bedankt voor je bezorgdheid Potter, maar ik denk dat ik nu wel genoeg beschermd word.”
“Heel grappig Malfidus. Als je ook maar iets te dicht bij Hermelien in de buurt komt...” Hermelien keek somber naar Draco. Dit was het dan, eindelijk weer bij elkaar en dan gedwarsboomd worden door een van je beste vrienden.
“Nou, eh, dan ga ik maar...” zei ze, en ze keek naar de grond.
“Het komt allemaal wel goed Hermelien, dat beloof ik.” zei Draco geruststellend. Harry schraapte zijn keel en Hermelien knikte.
“Doeg.” zei ze met een triest glimlachje. Ze voelde tranen opwellen in haar ogen toen ze zich omdraaide. Ze liep snel weg, Draco toch enigszins bedroefd achterlatend. |
Laatst aangepast door Linda Slytherin op Ma Mrt 24, 2008 19:27; in totaal 1 keer bewerkt |
|
|
|
Linda Slytherin
5e jaars
Verdiend:
15 Sikkels
Woonplaats: With the Malfoys
|
Geplaatst:
Zo Mrt 23, 2008 16:51 |
|
Hoofdstuk 23
“Hermelien, vergeet hem! Ongelofelijk dat je nu loopt te treuren om dat stuk verdriet.”
“Het enige stuk verdriet dat ik ken ben jij, Potter!” snauwde Hermelien nijdig. “En of je het nou wil of niet, ik zie hem zo toch bij Slakhoorn.”
Ze ruimde haar schoolboeken op. “Ik ga alvast.” zei ze, en ze liep de leerlingenkamer uit. Harry mompelde nog iets tegen Ron en Ginny, en toen rende hij achter Hermelien aan.
“Hermelien, er zijn genoeg andere jongens. Hoe zou jij reageren als ik nu iets zou hebben met Patty Park?”
“Houd er nu eens over op! Wil je soms dat ik je nog een klap geef?” schreeuwde Hermelien woedend.
“Ik wil alleen dat je die loser vergeet. Kost dat nou zo veel moeite?”
“Ik wil hem helemaal niet vergeten! Het enige dat ik nu wil is dat jij oprot!” zei Hermelien chagrijnig, en ze beende nijdig verder naar het lokaal van Slakhoorn.
Daar stond Marcel nerveus om zich heen te kijken en leunde Draco verveeld tegen de muur aan.
“Ik houd jullie in de gaten.” fluisterde Harry toen Hermelien even naar Draco keek. Op dat moment kwam Slakhoorn vrolijk het lokaal binnen.
“Goedenavond iedereen.” zei hij handenwringend.
“Het is maar wat je goed noemt...” mompelde Draco met een minachtende blik op Slakhoorn. Hermelien kreeg de aandrang om te lachen, maar ze voelde de ogen van Harry in haar rug prikken. Slakhoorn had echter niets gemerkt en liep naar de voorraadkast.
“Nou, jullie weten wat jullie moeten doen. Het is hier nou niet bepaald netjes, en-”
“Niet bepaald netjes?” zei Draco vol walging terwijl hij een blik in de kast wierp. “Het is het smerigste ding dat ik ooit heb gezien!”
Hermelien keek ook even en begreep meteen waar Draco het over had: kakkerlakken kropen tussen de omgevallen potjes door, er zat een kleverige oranje substantie op de bovenste planken en op de onderste plank lag een dode pulkerik. Haastig sprong Hermelien achteruit.
“Ik raak die kast met geen vinger aan!” zei ze schril.
“Jullie doen wat je gezegd wordt!” zei Slakhoorn bruusk. “Jullie gaan hier niet weg voordat die hele kast schoon is. Toverkracht is niet toegestaan.”
“WAT?! Moet ik dat ding dan met mijn blote handen schoon gaan maken?” riep Draco verontwaardigd uit.
“Ach wat zielig nou. Daar gaat je manicure...” zei Harry hatelijk. Opnieuw kon Hermelien een lach niet onderdrukken en voelde zich meteen schuldig toen ze zag hoe woedend Draco naar Harry keek.
“Beginnen jullie maar, ik moet nog even eh, iets met Perkamentus bespreken.” zei Slakhoorn, en hij waggelde zo snel als zijn korte beentjes zijn dikke buik konden dragen het lokaal uit.
“Pffff! Iets met Perkamentus bespreken, ja vast! Zeker wat lopen zuipen in de kroeg.” mompelde Draco nijdig toen Slakhoorn weg was.
Hermelien begon de kast voorzichtig uit te ruimen. Draco was zo anders dan Harry en Ron. Hij nam gewoon veel meer risico’s en was altijd veel brutaler dan hun. Ook wel wat opvliegender, maar hij kon ook superlief en aardig zijn.
“Denk je ergens aan, aan mij soms?” fluisterde een stem in haar oor. Hermelien draaide zich om en keek recht in Draco’s ogen.
“Gek! Straks ziet Harry je nog!” fluisterde ze terwijl ze hem weg probeerde te duwen.
“Ik heb net kakkerlakken over Lubbermans heen gegooid. Potter is samen met hem Slakhoorn zoeken.” Hermelien schudde haar hoofd. Weer zo’n typische Draco-actie.
“Wat?” vroeg Draco toen hij haar reactie zag.
“Je blijft soms een klein kind hè?” zei ze. Draco haalde zijn schouders op.
“Het is maar wat je ‘klein’ noemt. Volgens mij ben ik nog steeds zeventien...”
“Geestelijk niet!” grinnikte Hermelien, maar toen hoorde ze de paniekerige stem van Marcel in de verte.
“Ze komen eraan! Harry mag me niet zien met jou!”
Draco ging somber twee meter verderop staan, waar hij begon met allerlei lege potjes schoon te maken. Slakhoorn kwam het lokaal in en waggelde naar Draco toe.
“Meneer Malfidus! Meneer Lubbermans hier zei net tegen mij dat hij een hele lading kakkerlakken over zich heen heeft gekregen. Weet u hier soms meer van?”
“Nee.” zei Draco verveeld zonder de moeite te nemen om Slakhoorn aan te kijken.
“Hij verkeerde echter in de veronderstelling dat het wel uw werk was, meneer Malfidus.” vervolgde Slakhoorn op strenge toon.
“Geen flauw idee waar Lubbermans het over heeft. Hij zal zich wel weer dingen ingebeeld hebben, dat heeft hij wel vaker... Vorige week was hij zijn pad weer eens kwijt en beweerde hij dat ik dat beest ontvoerd had. Net toen hij losgeld wilde betalen vertelde iemand hem dat ze dat slijmerige rotbeest hadden gevonden in de meisjestoiletten. Wat had jij in vredesnaam te zoeken op de meisjestoiletten Lubbermans, of wilde je beweren dat die pad daar uit zichzelf naartoe is gekropen?”
Hermelien was verbijsterd over de manier hoe Draco die leugen zo snel uit zijn mouw schudde. Hij kwam ook zo zelfverzekerd over dat ze het geloofd zou hebben als ze de waarheid niet had geweten. Marcel was ook totaal overdonderd door die snelle leugen en kon geen zinnig woord uitbrengen. Slakhoorn wendde zich tot Harry en Hermelien.
“Heeft één van jullie het toevallig gezien?” Harry schudde zijn hoofd.
“En u, juffrouw Griffel?”
Hermelien keek even naar Marcel, die haar bijna smekend aankeek. Eigenlijk was het gewoon een smerige rotstreek van Draco, want iedereen wist dat Marcel als de dood was voor kakkerlakken. Maar aan de andere kant: Draco had het alleen maar gedaan om een situatie te kunnen creëren om even met haar te kunnen praten. Dan kon ze hem toch niet aangeven bij Slakhoorn?
“Het was Draco niet.” zei ze vastberaden, hoewel ze zichzelf op dat moment erg verachtte. “Het was Marcels eigen schuld. Hij stootte zelf de pot met kakkerlakken om.” Schuldbewust keek ze even naar Marcel, die haar woedend aankeek. Slakhoorn liep weer terug naar Marcel.
“Nou Lubbermans, kijk voortaan een beetje beter uit.” Hij klopte Marcel nog even op zijn schouder en waggelde het lokaal weer uit.
Draco keek haar grijnzend aan en Hermelien probeerde Marcels vernietigende blikken te ontwijken. Ze zette een paar potjes terug in de kast en keek even naar Harry. Die was nietsvermoedend bezig met wolfsmelk over te gieten in andere flesjes terwijl er een dikke vette kakkerlak boven zijn hoofd zweefde. Instinctief draaide Hermelien haar hoofd naar Draco, die inderdaad met zijn toverstok op Harry wees. Toen hij haar kant op keek wierp Hermelien hem een waarschuwende blik toe en schudde ze haar hoofd. Teleurgesteld liet Draco de kakkerlak weer op de grond vallen. Lichamelijk misschien zeventien ja, dacht Hermelien. Zijn verstand liep echter soms erg achter...
Niet land daarna was de kast eindelijk helemaal schoon en opgeruimd.
“Prima, jullie kunnen gaan.” zei Slakhoorn. Marcel, die het voorval met de kakkerlakken duidelijk nog niet vergeten was liep zo snel mogelijk het lokaal uit. Voordat Hermelien ook weg wilde gaan wilde ze Draco nog even gedag zeggen, maar bedacht zich net op tijd dat Harry ook nog aanwezig was in het lokaal. Somber liep ze het lokaal uit, en even later werd ze ingehaald door Harry.
“Dat was echt het ranzigste werk dat ik ooit heb moeten doen, en dan reken ik het wassen van Dirks onderbroeken mee.” Hermelien was blij dat het eens een keer niet over haar en Draco ging.
“Ja, inderdaad.” zei ze, en terwijl ze naar de leerlingenkamer liepen roddelden ze nog even over Slakhoorn, allebei blij dat ze weer eens een normaal gesprek konden voeren. |
|
|
|
|
Linda Slytherin
5e jaars
Verdiend:
15 Sikkels
Woonplaats: With the Malfoys
|
Geplaatst:
Ma Mrt 24, 2008 19:36 |
|
Hoofdstuk 24
Ondanks dat Harry de dagen erna niet meer over Draco begon, was Hermelien nog steeds extreem voorzichtig. Harry volgde haar wel steeds en nam de Sluipwegwijzer overal mee naartoe. Hermelien had al overwogen om de kaart af te pakken en dan gewoon stug vol te blijven houden dat Harry hem gewoon kwijt was geraakt, maar dat zou te doorzichtig zijn geweest. Toen ze haar huiswerk voor Geschiedenis van de Toverkunst aan het maken was kwam er een geweldig idee in haar op: Zwerkbaltraining. Dan waren Harry, Ron en Ginny alle drie druk bezig met trainen en was er niemand die haar in de gaten kon houden. Hermelien kon zich niet voorstellen dat Harry de Sluipwegwijzer mee zou nemen naar de training, zo achterdochtig was hij nou ook weer niet. Ongeduldig sloeg Hermelien haar boek dicht. Dit was het gewoon, het ultieme idee! Ze begon te glunderen bij het idee dat ze Harry eindelijk te slim af kon zijn.
“Hermelien, wij gaan.” zei Harry terwijl hij zijn Vuurflits over zijn schouder legde. Ginny keek door het raampje naar buiten.
“Harry, het is pokkenweer! Moeten we nou echt zo nodig trainen? We kunnen wat mij betreft best een keertje overslaan...” zei ze sikkeneurig.
“Wil je de Zwerkbalcup nou winnen of niet? Op deze manier gaat het in ieder geval niet lukken.” zei Hermelien.
“Inderdaad, dat is de juiste instelling Hermelien!” zei Harry enthousiast. “Je vliegt altijd geweldig Ginny, maar er valt soms nog wel wat aan te merken op je houding...”
“Oke oke, ik houd al op met zeuren.” zei Ginny chagrijnig.
“Veel plezier met de training!” zei Hermelien opgewekt waardoor Harry haar verbaasd aankeek.
“Waar ben jij zo vrolijk over?” vroeg hij argwanend.
“Oh, ik heb net een proefwerk Oude Runen gehad en daar heb ik een goed gevoel over.” verzon Hermelien snel.
“Vandaar...” mompelde Harry, en Hermelien was blij dat hij er niet verder op inging.
Toen hij en Ginny weg waren graaide Hermelien zo snel mogelijk de Sluipwegwijzer uit Harry’s schooltas. Ze zag op de kaart dat Draco op de derde verdieping was, vlakbij het lokaal waarin Voorspellend Rekenen werd gegeven. Dat is waar ook, dacht Hermelien terwijl ze de gang naar de derde verdieping inliep. Draco had rond deze tijd altijd bijles in Voorspellend Rekenen. Zijn slechte cijfers waren vooral te danken aan het feit dat hij nooit oplette tijdens de les. Meestal had hij het te druk met papieren vliegtuigjes vouwen of zat hij de hele tijd naar haar te staren. Hermelien grijnsde even. Daar liep Draco, met zijn tas over zijn schouder. Ze rende op hem af en vloog hem om de hals.
“Ik heb je gemist.” zei ze, en ze zoende hem even.
“Ik ook hoor, en niet dat hier bezwaar tegen heb ofzo, maar staat Potter hier niet ergens om de hoek met zijn spionagespullen?” vroeg hij glimlachend.
“Nee, iedereen is naar de Zwerkbaltraining. Niemand die op ons let.”
“Serieus? Echt iedereen? Potter en de twee Wezels?”
Plotseling werd Hermeliens binnenste van ijs: twee Wezels. Ron was niet samen met Harry en Ginny naar het Zwerkbalveld gegaan. Ron ging altijd samen met hun naar het veld...
“Is er iets?” vroeg Draco, die ongetwijfeld Hermeliens geschrokken gezichtsuitdrukking had gezien.
“Ik moet gaan! Nu meteen!” zei ze verschrikt.
“HERMELIEN, WACHT!” hoorde ze Draco nog roepen, maar ze sprintte zonder om te kijken terug naar de leerlingenkamer. Wat was ze stom geweest! De gevolgen zouden rampzalig kunnen zijn als Harry erachter kwam!
In de leerlingenkamer aangekomen lag de Sluipwegwijzer nog op precies dezelfde plaats als waar ze hem had achtergelaten. Hermelien haalde opgelucht adem, maar verstijfde toen plotseling.
“Hallo Hermelien.” zei een kille stem. Ze keek recht in de ogen van een ziedende Ron Wemel.
“Dit-dit is niet wat je denkt.” begon ze, maar haar woorden vielen weg in de tirade van Ron.
“ZIE JE WEL? JE BENT GEWOON NIET TE VERTROUWEN, VUILE SLET! HARRY VERMOEDDE AL ZOIETS EN DENK MAAR NIET DAT IK DIT VOOR HEM VERBERG!”
“Ron, alsjeblieft, ik...” maar Hermelien wist niet wat ze moest zeggen.
“Zie je, je kunt het niet eens ontkennen.” zei Ron, en met een laatste minachtende blik op Hermelien liep hij de leerlingenkamer uit, waarschijnlijk op weg naar het Zwerkbalveld.
Hermelien kon zichzelf wel voor haar kop slaan. Hoe had ze zo stom kunnen zijn? En nu kwam Draco ook nog gigantisch in de problemen, allemaal dankzij haar... De deur zwaaide met een klap open en een furieuze Harry stapte de leerlingenkamer binnen.
“Harry, alsjeblieft! Het was mijn schuld, niet die van Draco.” zei ze, maar Harry negeerde haar en liep haar straal voorbij. Hij liep naar de tafel waar de Sluipwegwijzer op lag en bestudeerde de kaart aandachtig. Na enkele seconden mompelde hij: “Tweede verdieping...” en hij rende zonder naar Hermelien om te kijken de leerlingenkamer uit. Snel wierp Hermelien een blik op de kaart. Haar maag kromp ineen: daar liep Draco nu nietsvermoedend rond! Zo snel als ze kon rende ze naar de tweede verdieping toe. Zou Harry Draco al bereikt hebben? Wat was Harry van plan, of beter nog: tot waartoe was hij in staat?
Toen ze de gang in rende waar Draco zou moeten zijn zag ze niemand. Angstig doorzocht Hermelien de hele verdieping. Ze wilde de hoop al opgeven totdat ze plotseling langs een lokaal liep waaruit woedende stemmen opklonken.
“VERDOMME! NATUURLIJK HOUD IK VAN HAAR, POTTER!” hoorde ze Draco schreeuwen.
Hermelien hield haar oor tegen het sleutelgat van de deur.
“Ik geloof je voor geen zak, Malfidus! Je gebruikte haar gewoon om aan die bescherming te komen!”
“Wat een onzin Potter! Zij was juist degene die erop aandrong om naar Perkamentus te gaan. Hermelien heeft me overgehaald hulp te gaan zoeken, en niet andersom. Ik zou haar nooit gebruiken, zelfs niet voor zoiets!” Het bleef even stil. Hermelien was bang dat Harry zijn toverstok had getrokken en Draco ieder moment kon gaan vervloeken, maar toen hoorde ze Draco’s stem weer, die nu een stuk rustiger klonk.
“Hoe vaak moet ik mezelf nog bewijzen Potter? Hoe vaak moet ik nog laten zien dat ik echt om Hermelien geef?” Opnieuw viel er een korte stilte, en Hermelien kreeg de neiging om naar binnen te rennen en Draco om de hals te vliegen, maar ze hield zich in.
“Goed dan.” hoorde ze de stem van Harry zeggen. “Misschien trek ik de voorwaarde in, maar ik moet er nog even over nadenken. Tot die tijd: blijf uit haar buurt, en dat meen ik echt!” Hermelien hoorde zijn voetstappen naderen en snel verschool ze zich achter een harnas. De deur ging open en ze zag Harry het lokaal uitkomen en de hoek omlopen. Uiteindelijk kwam ook Draco het lokaal uit. Het bleef even stilstaan voor het lokaal en slaakte een diepe zucht.
“Nog even en dan laat hij ons eindelijk met rust.” zei Draco tegen zichzelf. Hij streek even door zijn witblonde haar en verdween ook uit het zicht.
Toen Hermelien de leerlingenkamer binnenkwam zat Harry al op haar te wachten.
“Je hebt het zeker al gehoord?” vroeg hij rustig.
“Ik- hoe weet jij dat?” vroeg Hermelien verbaasd.
“Ron vertelde me net dat je me was gevolgd. Over wat ik daarstraks tegen Malfidus had gezegd, ik maak vanmiddag mijn beslissing. Na de Zwerkbalwedstrijd.” Hermelien zuchtte even.
“Bedankt Harry, dit betekent echt veel voor me.” zei ze opgelucht.
“Ik heb mijn beslissing nog niet gemaakt hoor!” zei Harry waarschuwend, maar er verscheen een glimlach op zijn gezicht.
“Je hebt zeker ook gehoord wat Malfidus allemaal over je gezegd had.” Hermelien knikte. Harry grijnsde.
“Het was voor het eerst in mijn leven dat ik zijn woorden geloofde.” |
|
|
|
|
Linda Slytherin
5e jaars
Verdiend:
15 Sikkels
Woonplaats: With the Malfoys
|
Geplaatst:
Ma Mrt 24, 2008 19:54 |
|
Hoofdstuk 25
’s Middags ging Hermelien samen met Harry, Ron en Ginny naar het Zwerkbalveld voor de laatste wedstrijd van het seizoen: Zwadderich tegen Huffelpuf. Voor Griffoendor was het niet meer van belang: zij stonden sowieso op de eerste plaats, maar deze wedstrijd bepaalde wie de tweede plek zou bemachtigen.
Hermelien was blij dat Harry’s houding tegenover Draco wat milder was geworden. Je kon het weliswaar nooit weten met Harry, maar ze had goede hoop dat hij zijn voorwaarde vanmiddag zou intrekken.
“Goedemiddag iedereen, hier Daan Tomas. Welkom bij de laatste Zwerkbalwedstrijd van het seizoen: Zwadderich tegen Huffelpuf.” galmde Daans stem over het veld.
“Deze twee ploegen strijden nu om de tweede plaats, het formidabele team van Griffoendor is namelijk al verzekerd van de Zwerkbalcup. Die wedstrijd tegen Ravenklauw verliep echt geweldig en de manier waarop Potter de Snaai ving, werkelijk van internationale kl-”
“TOMAS! Informatie over deze wedstrijd alstublieft en niet over die van twee maanden geleden!” hoorde Hermelien de geïrriteerde stem van professor Anderling door de luidspreker roepen.
“Oh, oke. Sorry professor.” zei Daan, en hij ging enigszins teleurgesteld weer verder: “Daar komt het team van Zwadderich! Valom, Urnveld, Netel, Korzel, Kwast en Malfidus!” Hoewel Hermelien hoog op de tribunes zat zag ze hoe Draco’s witblonde haar glansde in het felle zonlicht.
Ondertussen was ook het team van Huffelpuf het veld opgekomen en als teken van de vertrouwde rivaliteit pletten de aanvoerders elkaars vingers toen ze elkaar een hand moesten geven.
Hermelien wist niet voor wie ze was: Zwadderich of Huffelpuf. Oke, Draco zat in Zwadderich, maar de rest van zijn team kon Hermelien niet uitstaan. In het team van Huffelpuf speelde Zacharias Smid, waar ze een minstens zo grote hekel aan had als de Zwadderaars...
Madame Hooch liet de ballen uit de krat die midden op het veld stond en de wedstrijd begon.
“Zwadderich grijpt de Slurk en stormt op doel af. En het is- Nee! Urnveld wordt gedwarsboomd door een van de Drijvers van Huffelpuf en Smid verovert nu de Slurk. Smid nadert zijn doel, maar verliest de Slurk aan Valom, die nu met grote snelheid op de middelste ring afvliegt, en... ZWADDERICH SCOORT!”
Hermelien juichte. Na een tijdje stond Zwadderich al met zeventig tegen dertig voor.
“En Zwadderich is in Slurkbezit, Urnveld passt naar Netel en-”
Daan maakte zijn zin niet af en Hermelien wist meteen waarom: Draco had een dolle Beuker achter zich aan. Ze snapte er niets van: een paar minuten geleden was er nog niets met dat ding aan de hand. Angstig keek ze toe hoe Draco alle mogelijke moeite deed om de Beuker te ontwijken, maar die wilde hem maar niet met rust laten. De afstand tussen de Beuker en hem werd echter wel steeds groter waardoor Draco de kans kreeg om zijn toverstok uit zijn Zwerkbalgewaad te halen. Hermelien zag hoe hij over zijn schouder keek en op de Beuker mikte. “Finite Incantatem!” hoorde ze hem schreeuwen, en de Beuker spatte in duizenden kleine stukjes uiteen. Hermelien haalde opgelucht adem en keek even opzij, naar Harry, Ron en Ginny. Aan hun gezichten te zien waren zij ook ongerust geweest en nu droop de opluchting van hun gezichten af. Hermelien keek weer naar Draco, die nu zo’n vijftig meter boven de grond zweefde en het zweet van zijn voorhoofd veegde. Het gevaar leek geweken te zijn, maar niets was minder waar.
Ineens zag Hermelien een rode lichtstraal, afkomstig uit het Verboden Bos. De straal trof Draco, die zijn evenwicht verloor en van zijn bezem viel. Hermelien gilde en sloeg haar handen voor haar ogen van afschuw. Overal om haar heen klonken angstige kreten en paniekerig geschreeuw. Plotseling voelde ze een hand op haar schouder.
“Hermelien, ga het veld op en kijk hoe het met Draco is.” zei Harry ernstig. “Wij gaan naar het Verboden Bos, de dader moet daar nog ergens rondhangen.”
Hermelien knikte en wurmde zich tussen de angstige mensen door. Laat alles goed zijn met Draco, laat alles alsjeblieft goed zijn met Draco... Angstige gedachten spookten door haar hoofd. Het was een val geweest van vijftig meter... Ze rende het veld op en zag dat er allerlei hulpverleners om Draco heen gebogen stonden.
Wanhopig begon ze nog harder te rennen en schreeuwde ze: “NEE! Aan de kant! Laat me erbij!”
Zonder pardon duwde ze enkele hulpverleners opzij en viel ophaar knieën neer naast Draco. Zijn gezicht was bleker dan normaal maar hij was gelukkig wel bij bewustzijn. Hermelien haalde opgelucht adem.
“Sorry mevrouw, zou u misschien aan de kant willen gaan? Zo kunnen wij ons werk niet uitvoeren.” zei een grote blonde hulpverlener op beleefde toon ondanks dat ze die zonder pardon aan de kant had geduwd.
“Nee, laat haar maar blijven...” mompelde Draco, maar Hermelien schudde haar hoofd.
“Ik ga al.” zei ze, allang blij dat er niets ernstigs gebeurd was.
Ze ging opzij zodat de hulpverleners er weer bij konden en keek om zich heen. Veel mensen op de tribunes waren nog steeds in paniek, al was het geschreeuw wel wat minder geworden.
Plotseling zag ze een groep mensen het Verboden Bos uitkomen. Toen ze iets dichterbij waren kon Hermelien de personen onderscheiden: voorop liepen Harry, Ginny en Ron, daarachter liep Perkamentus, Anderling en Sneep, die een persoon in bedwang hielden die Hermelien niet kende. Hermelien liep naar Draco toe.
“Ze hebben de dader gepakt!” zei ze. Intussen was de groep gearriveerd op het Zwerkbalveld. Nu pas herkende Hermelien de onbekende man: het was Bijlhout, een grote blonde Dooddoener.
“Je zult boeten voor je verraad, Malfidus! Let op mijn woorden!” schreeuwde de Dooddoener nog voordat hij werd weggevoerd naar het kasteel, en Hermelien keek hem ernstig na. Perkamentus kwam naar haar toe.
“Ik zou graag hebben dat u met mij meegaat. Het gaat over de Gruzielementen.” zei hij zacht. Gruzielementen? Zou hij de laatste soms op het spoor zijn? Harry had laatst verteld dat hij en Perkamentus alleen nog de gouden beker van Huffelpuf zochten. Als ze die hadden vernietigd zou Voldemort eindelijk ook kwetsbaar zijn. Haastig liep ze achter Perkamentus aan terwijl die ook Harry en Ron erbij haalde.
Ze liepen richting Zweinsveld, en toen Perkamentus zeker wist dat er verder niemand in de buurt was zei hij: “Ik ben de beker van Helga Huffelpuf eindelijk op het spoor. Als iemand bezwaar heeft mee te gaan snap ik dat, maar wil ik dat wel graag nu horen.” Perkamentus keek hen een voor een aan. Hermelien wilde juist dolgraag mee. Ze had telkens die verhalen van Harry gehoord en nu kon ze zelf ook eens meewerken aan de vernietiging van Voldemort. Ook Harry en Ron wilden meegaan.
“Goed dan.” zei Perkamentus. “Pak allemaal mijn arm stevig beet en maak je klaar om te Verschijnselen.” Hermelien pakte de arm van Perkamentus goed beet en kreeg het gevoel alsof de in een dwangbuis geperst werd.
Toen het nare gevoel verdween haalde ze dankbaar adem en keek ze om zich heen. Ze stonden in een donker straatje voor een stoffige oude winkel met allerlei schedels en behekste dingen in de etalage.
“Odius en Oorlof? Waarom zou Voldemort hier zijn Gruzielement verbergen?” vroeg Hermelien.
“Het lijkt inderdaad erg onwaarschijnlijk omdat het nou niet echt de gelukkigste tijd van zijn leven was, maar je moet niet vergeten dat dankzij dat baantje Voldemort veel te weten kwam over de dingen waar hij al zo lang op aasde. Vandaar dat hij dus toch veel waarde aan die tijd hechtte.” zei Perkamentus.
“Maar Voldemort is toch niet zo dom dat hij zijn kostbare Gruzielement in een winkel legt? Stel dat iemand het per ongeluk koopt, dan is hij zijn Gruzielement kwijt.” zei Hermelien.
“Ik denk ook niet dat het in de winkel ligt, juffrouw Griffel.” zei Perkamentus, en na die raadselachtige aanwijzing liep hij de winkel in. Hermelien, Harry en Ron keken elkaar vragend aan voordat ze Perkamentus naar binnen volgden. In de winkel zocht Perkamentus duidelijk naar iets.
“Waar moeten we eigenlijk naar zoeken professor?” vroeg Hermelien omdat ze ook iets nuttigs wilde doen.
“Naar iets dat een link heeft met Voldemort.” zei Perkamentus zonder op te kijken. Hier werd ze dus ook niet veel wijzer van, dat had ze zelf ook al bedacht. Omdat ze echter niets anders kon doen begon ze maar met zoeken. Schedels, een edelsteen die zo behekst was dat als je hem aanraakte, je op slag dood was... Ongelofelijk dat zulke dingen verkocht mogen worden, dacht Hermelien.
Na zo’n tien minuten had Hermelien nog steeds niets gevonden dat met Voldemort in verband kon worden gebracht en ze begon zich af te vragen of ze hier wel goed zaten.
“Professor, weet u zeker dat we hier wel moeten zijn?” vroeg Hermelien voorzichtig.
“Ja, heel zeker. Blijf zoeken.” zei Perkamentus kortaf, en Hermelien zuchtte. Dit kon nog wel uren gaan duren...
“Harry, kom eens kijken!” zei Ron plotseling.
“Is dit niet dezelfde slang als op de kraan bij de ingang van de Geheime Kamer?”
Harry rende zo snel mogelijk naar Ron toe en Hermelien volgde zijn voorbeeld. Ron wees op een klein slangetje op een zilveren schaal. Harry pakte de schaal op en bekeek hem aandachtig.
“Inderdaad ja.” zei Harry verbijsterd, en hij keek Perkamentus aan. “Maar hoe kan dit ons naar het Gruzielement leiden? Stel dat iemand het wilde kopen? Dan kon Voldemort toch niet meer bij zijn Gruzielement komen?” vroeg Harry.
Hermelien griste de schaal uit zijn handen.
“Let op!” zei ze, en ze gooide de schaal uit het raam. Althans, dat zou er gebeurd zijn als het niet werd tegengehouden door een onzichtbaar schild.
“Wat-wat is dat?” vroeg Ron angstig.
“Net wat ik dacht.” zei Hermelien zelfvoldaan. “Er is een Houvastbezwering over uitgesproken zodat het voorwerp het pand niet kan verlaten. Alleen degene die de spreuk heeft uitgesproken kan het voorwerp meenemen uit deze winkel.” Perkamentus knikte.
“Dat klopt, al denk ik niet dat we deze schaal mee hoeven te nemen. Zoals jullie weten is Voldemort ervan overtuigd dat hij de enige is die van zijn Gruzielementen af weet. Hij zal dus de moeite niet hebben genomen om het zodanig te beveiligen dat je de schaal de winkel uit moet brengen. Dat is een van Voldemorts grote fouten...”
Hermelien raapte de schaal van de grond en liep naar Perkamentus.
“Hoe denkt u dat deze schaal ons naar het Gruzielement zal leiden, professor?” vroeg ze.
Perkamentus pakte de schaal van haar aan en leek diep na te denken. Na een tijdje zei hij: “Ik denk dat het een illegale Viavia is, maar ik snap nog niet waarom hij niet geactiveerd werd toen we hem aanraakten.” Plotseling kreeg Hermelien een ingeving.
“Misschien moet je hem door middel van Sisselspraak activeren! Voldemort was toch ook een Sisseltong?” zei ze. Harry knikte.
“Dat zou best kunnen. Het is het proberen waard.” Iedereen ging rond de schaal staan en pakte hem stevig beet.
“Klaar?” vroeg Harry. Perkamentus, Ron en Hermelien knikten. Er klonk een afschuwelijk sissend geluid op uit Harry’s keel. Hermelien wist dat haar vermoedens klopten want meteen voelde ze een sterke ruk achter haar navel... |
|
|
|
|
Linda Slytherin
5e jaars
Verdiend:
15 Sikkels
Woonplaats: With the Malfoys
|
Geplaatst:
Ma Mrt 24, 2008 20:11 |
|
Hoofdstuk 26
Hermelien voelde hoe haar voeten hard de grond raakten. Ze keek om zich heen. Ze waren beland op een kerkhof, en Hermelien las de inscripties op de dichtstbijzijnde grafsteen:
MARTEN VILIJN
“Dit is hetzelfde kerkhof waar de Toverschool Trofee me naartoe bracht.” zei Harry langzaam.
“Harry, kun jij je herinneren van onze lessen welk huis dat is?” vroeg Perkamentus, en hij wees op een fraai oud huis dat op de heuvel stond.
“Natuurlijk! Villa Vilijn, het huis waar Voldemorts vader samen met zijn ouders woonde!” riep Harry uit. Hermelien staarde naar het vervallen landhuis.
“Heeft Voldemorts vader daar gewoond?” vroeg ze vol ongeloof. Harry knikte.
“Hij en zijn ouders werden daar door de zestienjarige Voldemort vermoord.” Ron haalde zijn schouders op.
“Ik heb ook wel eens ruzie met ma, maar zo ver is het bij ons nog nooit gekomen...” Hermelien zuchtte geërgerd.
“Heel grappig Ronald.” zei ze, en ze wendde zich tot Perkamentus. “Denkt u dat het Gruzielement zich in het huis bevindt, professor?” Perkamentus keek even gefascineerd naar het landhuis.
“Nee, ik denk dat het hier ergens op het kerkhof verborgen ligt, als aandenken aan de herrijzenis van twee jaar geleden.” Harry keek Perkamentus verbaasd aan.
“Maar dit Gruzielement maakte hij toch met de moord op Orchidea Smid? Dat was ver voordat hij zijn lichaam terugkreeg.”
“Scherp opgemerkt Harry, maar ik denk dat Voldemort zoveel waarde hechtte aan deze plek dat hij besloot het Gruzielement te verplaatsen.” zei Perkamentus.
“Is dat niet ontzettend link dan?” vroeg Hermelien.
“Dat wel, maar je vergeet weer dat Voldemort er van overtuigd was dat hij als enige afwist van zijn Gruzielementen. Als hij geweten had dat er meerdere mensen van de splitsing van zijn ziel afwisten, zou hij het risico waarschijnlijk niet genomen hebben.” zei Perkamentus.
“Dus het moet hier ergens op het kerkhof liggen...” zei Ron, en hij begon achter de grafstenen te kijken.
“Hè Ron, denk toch eens na! Zelfs als het hier ergens op het kerkhof zou liggen zou het beschermd zijn met allerlei spreuken en andere dingen. Denk maar niet dat Voldemort zijn kostbare stukje ziel open en bloot achter een grafsteen gelegd heeft.” zei Hermelien sarcastisch.
“Oh, ja, natuurlijk niet...” mompelde Ron, en hij stopte met zoeken. Perkamentus begon te ijsberen met zijn toverstok boven zijn hoofd. Het zag er eigenlijk best lachwekkend uit, maar omdat Hermelien hem niet uit zijn concentratie wilde halen deed ze haar best om zich in te houden. Na een tijdje mompelde Perkamentus: “Daar moet het zijn...”
Hij liep naar een taxusboom die vlak naast het graf van Marten Vilijn senior stond en bekeek de boom aandachtig. Hermelien liep ook naar de taxusboom toe en bekeek hem goed.
“Hoe weet u dat het hier ergens moet zijn?” vroeg ze aan Perkamentus.
“Magie laat altijd sporen achter.” zei Perkamentus kortaf, zonder zijn blik af te wenden van de taxusboom.
“Misschien moet hier opnieuw Sisselspraak gebruikt worden?” zei Hermelien voorzichtig, toen duidelijk werd dat Perkamentus er niet uit kwam.
Harry liep naar hen toe en zei iets in Sisselspraak. Onmiddellijk bogen de takken van de boom opzij en vormden een groot zwart gat in het midden van de boom.
“Wat zouden we hier zonder jou moeten Hermelien?” vroeg Harry grijnzend, en hij maakte aanstalten om door het gat te klimmen.
“Wacht! We weten niet of het wel veilig is!” zei Hermelien waarschuwend. Perkamentus zwaaide voorzichtig met zijn toverstok langs het gat en mompelde enkele spreuken, en toen er niets gebeurde zei hij: “Het is veilig.”
“Ik ga wel eerst.” zei Harry, en hij klom door het gat heen. Het volgende moment was hij verdwenen.
“Harry, HARRY!” schreeuwde Hermelien angstig.
“Maak je geen zorgen. Je valt hier alleen zo’n drie meter naar beneden.” hoorde ze Harry roepen. Hermelien haalde diep adem en klom toen moedig door het gat heen. Net zoals Harry gezegd had viel ze een stuk naar beneden en belandde ze op de harde grond. Harry hield haar overeind en Hermelien keek om zich heen.
“Is dit een-doolhof¬?” vroeg ze aarzelend.
“Ik denk het wel.” zei Harry terwijl hij Ron overeind hiel, die ook net naar beneden was gekomen. Als laatste kwam Perkamentus naar beneden met de soepelheid die Hermelien niet verwachtte van iemand van zijn leeftijd.
“Opsplitsen dan maar? Dat zoekt sneller.” zei Ron zo nonchalant mogelijk, maar hij was de enige die vond dat dat een goed idee was.
“Dat lijkt me niets.” zei Harry. “Wie weet wat Voldemort hier heeft uitgevoerd om zijn kostbare Gruzielement te beschermen... We kunnen veel beter bij elkaar blijven.”
Hermelien hoorde iets achter haar bewegen en keek snel achterom. Er had iets bewogen in die struik...
“Wat is er Hermelien?” vroeg Ron, die blijkbaar niets gehoord had.
“Die-die struik!” stamelde ze, en ze wees op de struik.
“Ik zweer je, daar bewoog net iets!” Ook Perkamentus en Harry keken naar de struik, maar nu zag die er doodnormaal uit.
“Het zal vast de spanning geweest zijn.” zei Ron geruststellend toen ze struik nog steeds niet bewogen had.
“De spanning, juist ja...” mompelde Hermelien nerveus, maar ze bleef op haar hoede.
“Welke kant gaan we op, professor?” vroeg Harry toen ze bij een splitsing uitkwamen.
“Probeer die spreuk eens die ik je geleerd heb voor het Toverschool Toernooi. Ik denk eerlijk gezegd niet dat hij zal werken, maar niet geschoten is altijd mis.” zei Hermelien. Harry legde zijn toverstok op zijn handpalm en zei: “Wijs me de weg.”
Tot Hermeliens stomme verbazing wees de toverstok naar de rechter gang. Ze keek verbaasd naar Perkamentus, die glimlachte bij het zien van Hermeliens verbaasde reactie.
“Voldemort onderschat wel vaker de kracht van simpele magie. Opnieuw een fout die hij te veel maakt...” zei hij.
Ze liepen ze gang in die Harry’s toverstok had aangewezen, maar plotseling bleef Harry stokstijf staan, zodat Ron tegen hem opknalde.
“Wat is er Harry?” vroeg Hermelien, maar Harry gebaarde dat ze stil moest zijn.
“Volgens mij dwaalt hier ergens een basilisk rond.” zei hij na een tijdje. “Ik hoorde hem net, het klonk precies zo als de stem die uit de muren kwam tijdens ons tweede jaar.” Hermelien slikte even.
“En nu?” vroeg ze voorzichtig. “Wat kun je tegen zo’n beest doen? Het enige dat hem fataal is, is het kraaien van de haan, maar ik neem aan dat niemand hier toevallig een haan op zak heeft.”
“Vorige keer hield Felix me. Hij zorgde ervoor dat de blik van de basilisk in ieder geval niet meer dodelijk was...” zei Harry. Ineens leek er een idee bij Ron op te komen.
“Dat is het! Hermelien, stuur gewoon van die kwetterende gele vogeltjes op dat beest af en laat hen die ogen uitpikken!” Hermelien had haar twijfels, maar Ron was vastbesloten.
“Moet je zien hoe die beesten mij te grazen hebben genomen!” zei hij, en hij liet de littekentjes op zijn hand zien die de kleine vogeltjes bij hem hadden veroorzaakt. “Als ze die basilisk ook zo te grazen nemen hoeven we ons in ieder geval geen zorgen meer te maken over die ogen.” Hermelien knikte.
“Dan moeten we wel snel zijn, want hij verplaatst zich. Volg me.” zei Harry, en hij rende een donkere gang in.
“Hij is aan de andere kant van de heg.” zei Harry. “Diffindo.” fluisterde hij, waardoor er een klein gat in de heg ontstond. Hermelien keek door het gat en kon de basilisk van de zijkant zien. Het beest was gigantisch, minstens twintig meter lang. Ze had wel veel tekeningen in boeken gezien, maar dat maakte lang niet zoveel indruk.
“Avis. Oppugno.” fluisterde ze, en er verschenen talloze kleine vogeltjes uit haar toverstok die als een regen gouden kogeltjes op de basilisk afvlogen. Ze pikten met hun kleine scherpe snaveltjes de ogen van de basilisk uit en Hermelien wendde haar ogen af van het onsmakelijke tafereel.
“Nu hij blind is moeten we hem doden. De tanden kunnen we straks namelijk gebruiken voor het vernietigen van het Gruzielement.” zei Perkamentus, en hij klom door het gat in de heg heen. Daarna volgden Harry en Ron, maar toen Hermelien als laatste door de heg wilde gaan hoorde ze weer iets bewegen achter zich. Angstig draaide ze zich om, maar opnieuw was er niets of niemand te bekennen. Je beeldt je dingen in Hermelien, dacht ze, en ze kroop door de heg heen.
Ze begon net zoals Perkamentus, Harry en Ron spreuken af te vuren op de basilisk en niet lang daarna viel het beest dood neer op de grond. Perkamentus trok een paar tanden uit de bek van de dode basilisk en stopte die in zijn gewaad.
Toen gebeurde er iets totaal onverwachts: ineens ging de dode basilisk in vlammen op en op de plaats waar de slang had gelegen, lag nu een hoopje as met daarin de gouden beker van Huffelpuf. Ron slaakte een zucht van verlichting en ook Hermelien was blij dat ze het Gruzielement gevonden hadden en ze dus niet aan nog meer gevaren blootgesteld te hoeven worden. Perkamentus haalde een tand van de basilisk uit zijn gewaad, en doorboorde daarmee de kleine gouden beker. Er klonk een ijselijke gil op die door merg en been ging, en Hermelien besefte dat Voldemort, net als ieder ander, nu ook sterfelijk was.
Op dat moment hoorde ze een harde knal, een knal die je hoorde als iemand Verschijnselde of Verdwijnselde...
“Dat moeten jullie wel gehoord hebben!” zei ze nerveus, en ze keek om zich heen. Ron kreeg een angstige uitdrukking op zijn gezicht en Harry greep zijn toverstok iets steviger beet.
“Laten we teruggaan naar Zweinstein, het heeft geen zin om hier nog langer te blijven.” zei Perkamentus kalm. Harry, Ron en Hermelien pakten de arm beet van de oude man en kreeg het vertrouwde gevoel weer alsof ze door een dwangbuis geperst werd... |
|
|
|
|
Linda Slytherin
5e jaars
Verdiend:
15 Sikkels
Woonplaats: With the Malfoys
|
Geplaatst:
Di Mrt 25, 2008 13:30 |
|
Hoofdstuk 27
Toen Perkamentus, Harry, Ron en Hermelien het terrrein van Zweinstein opliepen kwam er een gedaante in een zwarte mantel haastig op hen afrennen. Naarmate de persoon dichterbij kwam besefte Hermelien dat het Draco was.
“Dooddoeners, op het terrein, in het kasteel, ze zitten overal!” hijgde hij.
“Maar hoe-, sinds wanneer?” stamelde Harry verbaasd.
“Ongeveer vijf minuten geleden doken ze ineens overal op.” zei Draco. Hermelien dacht na.
“Wacht eens even...” zei ze. “Die knal, alsof er iemand Verdwijnselde... We zijn in ongeveer vijf minuten hierheen gelopen... Je denkt toch niet...”
Angstig keek ze naar Harry, die een geschokte uitdrukking op zijn gezicht had.
“We moeten meehelpen vechten.” zei Ron, en Hermelien hoorde de angstige toon van zijn stem.
Hij rende naar het kasteel en Harry, Hermelien en Draco renden zo snel als ze maar konden achter hem aan.
“Waar waren jullie heen?” vroeg Draco, terwijl hij behendig over het lichaam van een bewusteloze Dooddoener sprong.
“Lang verhaal- AAH!” De lucht vulde zich met dikke klamme mist en ze werden omsingeld door wel honderd Dementors.
“Denk aan iets gelukkigs!” schreeuwde Harry. Hermelien zag de brief met haar SLIJMBALresultaten voor zich.
“Expecto Pa-patronum.” bracht ze moeilijk uit, en er kwam een triest ijl sliertje witte rook uit de punt van haar toverstok, maar dat loste vrijwel meteen weer op.
“Kom op Hermelien!” hoorde ze Draco roepen, en het leek alsof zijn stem van heel ver weg kwam. Alles werd steeds waziger.
Hermelien dacht aan Draco, probeerde zijn gezicht voor de geest te halen en zei: “Expecto Patronum!”
De zilveren otter kwam uit haar toverstok en hoewel Hermelien zich uit alle macht probeerde te concentreren, wist ze dat ze het niet lang vol zou kunnen houden. De otter verdween en Hermelien voelde hoe een klamme rotte hand zich om haar keel sloot. De smerige rotte adem drong diep in haar neus door. De Dementor had zijn kap al laten zakken toen hij te grazen werd genomen door iets groots en zilverwits. Hermelien voelde hoe de Dementor haar keel weer losliet en ze keek naar de Patronus. Het was een prachtige zilverwitte wolf, en Hermelien vroeg zich af van wie die was. Harry’s Patronus was een hert, en die van Ron was een terriër. Dan bleef er nog maar één persoon over...
“Ik dacht dat je wel wat hulp kon gebruiken.” zei Draco grijnzend.
Even later hadden de Patronussen van Harry en Ron ook de andere Dementors verdreven.
“Jeweetwel heeft dus ook Dementors ingeschakeld...” mompelde Ron nijdig. Draco knikte.
“Hij heeft geloof ik ook zes reuzen bij zich, maar de centaurs staan in ieder geval aan onze kant.”
“Ik moet Voldemort gaan zoeken.” zei Harry plotseling.
“Hij is ook meegekomen en moet hier ergens op het terrein zijn.” zei Draco bezorgd. Harry knikte en sprintte weg.
“Ik ga wel met Harry mee.” zei Ron, en ook hij verdween.
“Ga jij ook achter Potter aan?” vroeg Draco aan Hermelien.
“Nee. Ik ga niet zoeken, maar ik ga denk ik tegen de Dooddoeners vechten.” zei ze.
“Is goed, ik ga met je mee.” zei Draco vastbesloten. Plotseling hoorde Hermelien iemand gillen, en haar nekharen gingen recht overiend staan.
“Ginny...” stamelde ze, en ze rende op het gegil af. Hermelien zag hoe Ginny gemarteld werd door middel van de Cruciatusvloek door een Dooddoener.
“Impedimenta!” schreeuwde Hermelien. De Dooddoener werd achterover geslagen en zijn masker gleed af.
“Pa?” bracht Draco verbijsterd uit.
Lucius Malfidus probeerde overeind te krabbelen.
“Het is nog niet te laat, zoon. Sluit je weer bij ons aan. Bij ons ligt je toekomst.” zei hij.
“Mijn toekomst ligt aan deze kant, bij Hermelien.” zei Draco, terwijl hij vol afkeer naar zijn eigen vader keek.
“Draco, ik ben je vader! LUISTER NAAR ME!” beval Malfidus woedend.
“Jij bent mijn vader niet! Paralitis!” schreeuwde Draco, en Lucius Malfidus viel bewusteloos neer op de grond.
Hermelien rende zo snel mogelijk naar Ginny toe.
“Ginny, is alles goed met je?” vroeg ze bezorgd. Ginny ging overeind zitten.
“Het gaat.” zei Ginny, en ze wendde zich tot Draco.
“Bedankt.” zei ze.
Draco keek nog steeds vol afkeer naar zijn bewusteloze vader, en Hermelien sloeg een arm om hem heen.
“Dat was echt heel moedig van je.” zei ze.
Draco liep naar het lichaam toe en ging op de toverstok van zijn vader staan, waardoor die in tweeën brak.
“Het spijt me pa, maar hier scheiden onze wegen...” mompelde hij.
Hermelien liep naar hem toe en legde haar hand op zijn schouder.
“Maak je geen zorgen. Het was de juiste beslissing.” zei ze geruststellend.
Toen zei een hoge kille stem achter haar: “Daar denkt Heer Voldemort heel anders over.”
Doodsbang draaide Hermelien zich om en huiverde toen ze zag wie die woorden had gezegd. Een lange broodmagere man met een doodsbleke huid, handen als witte spinnen en een slangachtig gezicht stootte een vreugdeloze kille lach uit, die door merg en been ging.
“Heer Voldemort houdt niet van verraders, Draco. Je zult dan ook boeten voor je verraad, maar eerst wil ik het hebben over je vriendin hier, het modderbloedje dat de samenleving niet waardig is.” Hermelien voelde hoe Draco haar hand stevig vastgreep.
“Het was Wormstaart die jullie had gevolgd in het doolhof, modderbloedje. Hij vertelde me dat jij een zeer groot aandeel had in het vernietigen van mijn kostbare Gruzielement. Voor een groot deel dankzij jou ben ik nu kwetsbaar geworden...” zei Voldemort kil.
“Doe haar niets aan! Neem mij!” riep Draco wanhopig.
Voldemort lachte opnieuw, en de rillingen liepen over Hermeliens rug. “Een bloedzuivere trotse Malfidus en een modderbloedje... Ik reken straks wel met jou af, Draco.” zei hij kil. “Bijna had ons modderbloedje hier Wormstaart ontdekt. Het modderbloedje zorgde ervoor dat mijn geliefde basilisk verslagen werd. Het modderbloedje leidde Perkamentus en Potter naar mijn Gruzielement...”
Voldermorts toon werd steeds dreigender en Hermelien was doodsbang voor wat er zou gaan komen.
“En nu, net zoals jij een einde hebt gemaakt aan mijn Gruzielement, maak ik een einde aan jouw leven.” zei Voldemort vol kille woede.
“Dan moet je eerst met mij afrekenen!” zei Draco, en hij ging voor Hermelien staan. Voldemort stootte een kille lach uit.
“Liefde bestaat niet, Draco. Er bestaan alleen dwazen zoals Perkamentus die erin geloven. En nu opzij!” Hij gaf een zwiepje met zijn toverstok en Draco werd aan de kant gesmeten.
Hermelien nam niet eens de moeite meer om zich te verzetten: het was toch zinloos. Ze zag nog net hoe Voldemort emotieloos zijn toverstaf op Hermelien richtte.
“Avada Kedavra!” Hermelien zag de ruisende groene straal op zich af komen. Toen zag ze hoe Draco zijn laatste krachten bij elkaar bundelde en voor Hermelien sprong. “NEE!” gilde ze, maar Draco ving de dodelijke vloek op, die voor een deel terugkaatste naar Voldemort. Voldemort werd vol geraakt en was al dood voor hij op de grond viel, maar daar had Hermelien geen oog voor. Ze schudde Draco hevig door elkaar. “DRACO! DRACO!” |
|
|
|
|
Linda Slytherin
5e jaars
Verdiend:
15 Sikkels
Woonplaats: With the Malfoys
|
Geplaatst:
Di Mrt 25, 2008 13:35 |
|
Hoofdstuk 28
“DRACO, WORD WAKKER! WAAG HET NIET OM ME HIER ALLEEN TE LATEN!” Hermelien schudde Draco’s levenloze lichaam door elkaar en tranen stroomden over haar wangen.
“WORD WAKKER!” gilde ze, maar Draco’s gezicht zag er doodsbleek uit en zijn ogen waren gesloten, waardoor het net leek alsof hij sliep.
Hermelien hoorde dat er enkele mensen op haar af kwamen rennen, maar ze had alleen maar oog voor Draco, wiens lijkbleke hoofd op haar schoot lag. Ze voelde een hand op haar schouder en met een betraand gezicht omhoog. Het was Harry, die een geschokte uitdrukking op zijn gezicht had.
“Ik denk niet dat je nog iets voor hem kunt doen Hermelien, hij is d-”
“WAAG HET NIET OM TE ZEGGEN DAT DRACO DOOD IS!” schreeuwde Hermelien, en nog meer tranen liepen over haar wangen. “Laat ons alleen.” snikte ze.
Het enige dat ze nu wilde was samen zijn met Draco. Met tranen in haar ogen keek ze om zich heen. Harry en Ron stonden verslagen naast haar en even verderop lag het lijk van Voldemort. In woede en verdriet ontstoken stond Hermelien op en rende ze naar het lichaam van Voldemort.
“JE HEBT HEM VERMOORD! JE HEBT HEM VERMOORD, SMERIGE MOORDENAAR!” gilde ze, en ze begon te schoppen tegen het levenloze lichaam van Voldemort.
“Hermelien, hier krijg je Draco niet mee terug.” zei Harry somber, en hij trok Hermelien weg bij het lijk van Voldemort.
“Laat me los.” snikte Hermelien.
Ze zag dat er intussen veel mensen naar de plek des onheils waren gekomen en om Draco’s lichaam stonden
“SODEMIETER OP, ALLEMAAL!” schreeuwde ze, en ze begon allerlei spreuken af te vuren op de grote menigte. “Lazer op, laat ons met rust!”
Bijna iedereen liep verdrietig weg, alsof ze wisten hoe Hermelien zich voelde. Alleen Harry en Ron gingen niet weg. Het bleef stil, en wel minutenlang was het enige dat Hermelien hoorde het neerdalen van de regendruppels op de bladeren van de bomen. Toen barstte ze in huilen uit.
“Het is mijn schuld, alleen mijn schuld!” snikte ze, en de tranen vermengden zich met de regendruppels op haar wangen. “Hij beschermde me, en ik deed niets om het te voorkomen.”
“Hermelien, ik weet niet precies wat er gebeurd is, maar ik weet zeker dat het jouw schuld niet was.” zei Harry ongerust. Een traan liep over Hermeliens wang en ze liet zich naast Draco op haar knieën vallen.
“We laten je wel even alleen.” mompelde Harry somber. Ze knikte en hij en Ron liepen weg.
Hermelien streek het witblonde haar uit Draco’s lijkbleke gezicht. Nu pas besefte ze hoeveel ze van hem gehouden had. Opnieuw stroomden de tranen over Hermeliens wangen en ze pakte Draco’s koude hand vast.
“Waarom, waarom?” fluisterde ze.
“Waarom laat je me hier alleen achter, Draco? Hoe kon je?” Hermelien keek omhoog naar de met sterren bezaaide hemel.
“Als je niet voor me was gesprongen waren we nu tenminste samen geweest.” Toen drong het pas tot Hermelien door dat Draco weg was. Voorgoed weg.
“Na school zouden we misschien gaan samenwonen, in een mooi groot huis. Samen de Schouwersopleiding volgen.” snikte Hermelien, en ze aaide Draco over zijn hoofd. Hermelien moest onwillekeurig even glimlachen.
“Misschien zelfs over een aantal jaar trouwen, en kinderen ofzo...” Hermelien snikte.
“Maar nu ben je weg. Nu ben je weg en blijf ik hier alleen achter...” Een traan liep over haar wang en drupte op Draco’s gewaad. Hermelien kuste hem even op zijn koude lippen en legde haar hoofd op zijn borst.
“Kom alsjeblieft bij me terug.” fluisterde ze.
“Hoeveel kinderen? Een, twee of drie?” fluisterde een zachte stem.
Hermeliens hart sprong op en ze voelde plotseling hoe Draco ademde. Ze ging snel overeind zitten en keek naar Draco’s gezicht, en zag dat zijn ogen langzaam maar zeker opengingen. Ze keek recht in zijn grijze ogen, de ogen die ze nooit meer te zien dacht te krijgen. Tranen sprongen in haar ogen, maar nu van blijdschap en ze sloeg haar armen om Draco heen.
“Doe me dit nooit meer aan! Ik dacht dat ik je kwijt was!” fluisterde ze.
“Niet weer gaan huilen hè? Ik ben er toch nog, of niet soms?” zei Draco grijnzend. Hermelien veegde de tranen uit haar ogen en glimlachte even. Draco pakte haar hand vast en samen keken ze een tijdje zwijgend naar de prachtige sterrenhemel.
“Meende je wat je daarstraks zei?” vroeg Draco plotseling. “En wel eerlijk zijn.” Hermelien werd een beetje rood.
“Eh, nou eigenlijk... Ja.” zei ze. “Ik weet het, het klonk vast hartstikke belachelijk maar ik was heel erg overstuur, en... I-ik was je bijna k-kwijt geweest.” snikte ze. Draco sloeg een arm om haar heen.
“Stil maar. Het is nu allemaal voorbij.” Hermelien legde haar hoofd op zijn schouder.
“Moeten we niet terug naar het kasteel, aangezien verder niemand weet dat je nog leeft?” vroeg ze plotseling.
“Nee, laat ze nog maar even in de waan dat ik dood ben.” zei Draco. “Ik blijf veel liever nog even hier. Bovendien vinden veel mensen het volgens mij helemaal niet zo erg als ik dood zou zijn...”
“Draco?!” riep Hermelien geschokt uit.
“Wat? Het is gewoon zo.” zei hij somber. “Voor veel mensen ben ik gewoon ‘de zoon van’... Zo’n beetje iedereen denkt dat ik bij de Dooddoeners hoor.”
Hij zweeg even. “Hoe heb ik zo stom kunnen zijn om me bij hen aan te sluiten?” mompelde hij woedend.
“Het was jouw schuld niet. Iedereen had hetzelfde gedaan. Jij en je familie werden met de dood bedreigd. Je had geen keus!” zei Hermelien, en ze keek Draco doordringend aan.
“Ja, zie dat maar eens uit te leggen aan die talloze anderen.” mompelde hij koppig.
“Wat klets je nou? Ik weet zeker dat iedereen je zal geloven als je vertelt wat je zojuist voor mij gedaan hebt, en bovendien heb je een einde gemaakt aan de grootste Duistere tovenaar allertijden! Als er dan nog mensen zijn die je naar Azkaban willen sturen weet ik het ook niet meer.” zei Hermelien. Draco knikte en ging in het gras liggen.
“Hoe kon het eigenlijk dat je hoorde wat ik daarstraks zei? Het leek echt alsof je, nouja-”
“Dood was?” maakte Draco haar zin luchtig af.
“Nou, zo tactloos wilde ik het ook weer niet brengen...” zei Hermelien. “Hoe kon het dan dat je me toch hoorde?”
Draco leek diep na te denken. “Ik heb eigenlijk geen idee. Het enige dat ik nog weet was een hoop groen licht en een hoop pijn. Toen werd alles zwart en hoorde ik je stem, maar die leek wel van kilometers ver weg te komen ofzo... Het was echt raar... Het was trouwens wel grappig om te horen hoe je tekeer ging tegen die groep mensen.” grinnikte hij. Hermelien zuchtte.
“Wat is er?” vroeg Draco.
“Ik ben gewoon zo ongelofelijk opgelucht dat je niet dood bent.” Draco haalde zijn schouders op.
“Je hebt er wel meer voor nodig dan alleen een gestoorde massamoordenaar om mij klein te krijgen.” zei hij, en hij lachte even om zijn eigen grap, maar hield daar snel mee op toen hij zag hoe ernstig Hermelien keek.
“Kom op Hermelien, het was maar een grapje. Het is voorbij, echt voorbij. Hij is er niet meer.” zei hij.
“Beloof me één ding.” zei Hermelien tenslotte.
“Wat je maar wilt.”
“Laat me nooit meer alleen.” |
|
|
|
|
Linda Slytherin
5e jaars
Verdiend:
15 Sikkels
Woonplaats: With the Malfoys
|
Geplaatst:
Di Mrt 25, 2008 13:45 |
|
Hoofdstuk 29/Epiloog
Een vrouw van 28 jaar met lang, bruin krullend haar zat op haar hemelbed in een fotoboek te bladeren. Ze bekeek ze foto’s die tien jaar geleden waren gemaakt aandachtig. Om haar vinger blonk een prachtige gouden trouwring. Ze haalde een tien jaar oude krant uit het fotoalbum en las de koppen:
HEER VAN HET DUISTER GEVALLEN, EX-DOODDOENER MAAKT EEN EINDE AAN PERIODE VAN TERREUR, OPNIEUW ZES DOODDOENERS OPGEPAKT.
“Mama?”
Een klein jongetje van een jaar of vijf met witblonde haartjes liep de slaapkamer in.
“Wat is er, Scorpius?” vroeg Hermelien. Het kleine jongetje wreef in zijn oogjes.
“Je moet nog een verhaaltje voorlezen.” zei hij.
Hermelien wilde het fotoalbum wegleggen, maar de oude krant viel eruit. Scorpius pakte de krant op en bekeek de foto op de voorkant.
“Dat is toch papa?” vroeg hij.
Hij wees op een lachende jongen met witblond haar die naast een glunderend meisje met lang, bruin krullend haar stond.
“Dat klopt, en weet je wie dat is?” zei Hermelien terwijl ze op het meisje wees.
“Dat ben jij!” zei Scorpius lachend. “Waarom stonden jullie in de krant?” vroeg het kleine jongetje.
Hermelien zuchtte. “Dat heb ik je al zo vaak verteld, Scorpius.” Scorpius keek haar beteuterd aan.
“Alsjeblieft? Dan ga ik zo heel lief slapen!” Hermelien lachte even.
“Goed dan.” zei ze. “Maar dan ga je zo echt slapen!”
Scorpius knikte en ging bij Hermelien op schoot zitten.
“Vroeger was er een hele gemene tovenaar, en die heette Voldemort. Hij maakte heel veel mensen dood. Papa, Harry, Ron en ik probeerden Voldemort te stoppen. Voldemort was heel boos op mij omdat ik zoveel van zijn plannetjes in de soep liet lopen. Toen wilde Voldemort mij doodmaken en redde papa mij nog net op tijd en doodde hij Voldemort.” zei Hermelien.
Ze had dit verhaal al talloze keren aan Scorpius verteld, iedere keer als hij moest gaan slapen vroeg hij om dit verhaal.
“Dat is wel lief van papa, dat hij jou gered had.” zei Scorpius.
“Ja, maar nu moet je echt gaan slapen Scorpius, het is nu al heel laat.” zei Hermelien streng.
Ze stopte de oude krant terug in het fotoalbum en legde het in de kast. Toen tilde ze Scorpius op en de arm en bracht hem naar zijn kamer toe. Scorpius’ kamer was net zoals alle andere kamers in het huis gigantisch, en er hingen allerlei posters van zijn favoriete Zwerkbalteam aan de muur. Hij was net zoals Draco een grote Zwerkbalfan, en ze waren al vaak met zijn drieën naar Zwerkbalwedstrijden geweest. Ze legde Scorpius in zijn bed en stopte hem in.
“Lekker slapen.” zei Hermelien, en ze gaf hem nog een nachtzoentje.
“Welterusten mama, welterusten baby.” mompelde de kleine Scorpius, en hij viel als een blok in slaap.
Hermelien lachte even. Scorpius was door het dolle heen geweest toen zij en Draco hem vertelden dat hij een broertje of zusje kreeg. Ze was nu zeven maanden in verwachting van haar tweede kindje. Zachtjes liep ze de kamer uit en deed de deur voorzichtig dicht.
Ze liep naar beneden en pakte haar jas van de kapstok. Het was een gewoonte van haar geworden om ’s avonds nog een stukje door de prachtig aangelegde tuin te lopen. Terwijl ze langs de grote vijver liep staarde ze naar de met sterren bezaaide hemel.
“Slaapt Scorpius al?” vroeg een zachte stem achter haar. Hermelien draaide zich om en zag dat Draco naar haar toe kwam lopen.
“Ja.” zei ze. “Ik heb hem net ingestopt.” Draco kwam naast haar staan en sloeg een arm om haar heen.
“Twee maandjes nog...” zei hij, en hij keek even naar Hermeliens buik.
“Wat hoop jij, een jongen of een meisje?” vroeg Hermelien.
“Een jongen natuurlijk!” zei Draco, maar toen begon hij te lachen. “Nee, het maakt me echt niet uit.” zei hij.
“Heb je nou eindelijk al eens door hoe voetbal gespeeld wordt?” vroeg Hermelien.
“Nee, waarom zou ik de moeite nemen? Het is toch maar een Dreuzelsport?” zei hij plagerig.
“Haha, echt grappig. Bij Dreuzels is zo’n beetje het eerste dat vaders hun zoontjes leren voetballen.” zei ze.
“We geven hem wel een bezem voor zijn zesde verjaardag.” zei Draco, en hij streek even door zijn haar.
“Wat is er?” vroeg Hermelien.
“Ik zat net te denken, vandaag zijn we dus precies zeven jaar getrouwd. Wie had dat op school ooit van ons kunnen denken?” zei hij grijnzend.
“Zwamdrift, nou goed?” grinnikte Hermelien.
“Ja, dat oude mens kan voor mij part stikken in haar theebladeren. In mijn derde jaar zei ze tegen me dat ik de dertig niet zou halen en ik zou trouwen met een gepensioneerde centaur...” Hermelien lachte even en schudde haar hoofd.
“Nou, pas de komende twee jaar dan maar goed op, die voorspellingen van haar moet je echt serieus nemen.”
“Ja klopt, jij ziet er ook echt uit als zo’n oude knol!” zei Draco, en Hermelien gaf hem een klap tegen zijn witblonde achterhoofd.
“Oppassen jij hè?” Draco keek haar op de gespeelde minachtende manier aan.
“Ik zou me maar niet te druk maken als ik jou was, lijkt me niet echt goed voor de baby...”
“Houd je mond!” zei ze, en ze sloeg haar armen over elkaar.
Op dat moment kwam er een grote blaffende Siberische husky naar hen toe rennen. Hij kwispelde vrolijk en Hermelien krabde hem achter zijn oren.
“Hoor jij niet in je mand te liggen, Turbo?” Turbo kwispelde opnieuw en begon weer vrolijk te blaffen.
“Ik snap nog steeds niet waarom je dat beest ‘Turbo’ hebt genoemd. Geef hem dan zo’n agressieve naam, zoals Brutus ofzo. Als er dan zo’n inbreker komt schreeuw je zo: ‘Grijp hem Brutus!’ Dat klinkt veel beter dan ‘Turbo’...” zei Draco.
“Daar heb je nu al zo vaak over gezeurd, Draco. Maar goed, ik ben allang blij dat we het in ieder geval eens waren over de naam van Scorpius...” Draco aaide de hond even over zijn kop.
“We moeten toch morgen weer zo’n echo laten maken, of niet soms?”
Hermelien knikte.
“En je wilt nog steeds niet weten wat het wordt?”
Hermelien schudde haar hoofd.
“Wees nou eens niet zo ongeduldig, dat was je vroeger ook al.” zei ze. Draco haalde zijn schouders op.
“Tja, mensen veranderen nou eenmaal niet.” zei hij. Hermelien trok haar wenkbrauwen op.
“En dat moet jij zonodig zeggen. Het is tien jaar geleden dat je me voor het laatst ‘modderbloedje’ hebt genoemd.” zei ze, en Draco zuchtte.
“Oke, mensen veranderen nou eenmaal niet zo snel.”
“Zullen we weer naar binnen gaan, ik begin het koud te krijgen.” zei Hermelien rillerig. Totaal onverwachts tilde Draco haar op en droeg haar naar het grote landhuis.
“Hallo gek! Straks ga je nog door je rug ofzo!” zei Hermelien terwijl ze haar armen stevig om zijn nek klemde.
“Zo slap ben ik niet hoor!” zei Draco.
Hij gaf haar een kus op haar voorhoofd en Hermelien zag een prachtige vallende ster schitteren aan de hemel. |
|
|
|
|
|
|