Auteur |
Bericht |
Weasley_Girl
1e jaars
Verdiend:
258 Sikkels
Woonplaats: Logeert gezellig bij de Wemels
|
Geplaatst:
Vr Nov 16, 2007 14:35 |
|
Heej allemaal!
Hier is mijn eerste FanFiction. Ik ben erg benieuwd wat jullie er van vinden. Ik zal proberen zo vaak mogelijk te posten. En ik beloof dat ik het verhaal af zal schrijven. Voor de mensen die net als ik deel 7 nog niet hebben gelezen, heb ik een geruststellend bericht: Dit verhaal zal geen spoilers bevatten!
Verder wil ik jullie nog even laten weten dat reacties altijd welkom zijn.
Veel leesplezier!
Weasley_Girl
Proloog
Vermoeid en teleurgesteld kwamen ze het hoofdkwartier binnen. Weer hadden ze gevochten tegen Voldemort en zijn dooddoeners. En weer was het Harry niet gelukt Voldemort te verslaan. Hoeveel duels heeft Harry nog nodig om Voldemort nu eindelijk te vermoorden? Hij had nu al negen kansen gehad. Negen mogelijkheden sinds hij schouwer was geworden. Geloof me, in het begin vonden we het niet erg dat het Harry niet lukte. We waren al blij dat hij het op een nippertje had overleefd. Maar de laatste paar keren had Harry een even grote kans om te winnen. Soms zelfs een grotere kans dan Voldemort had. Maar toch lukte het Harry niet om een einde aan de strijd te maken waarin hij al zoveel vrienden had verloren. Teleurgesteld plofte Ron neer in de keuken bij de schouwers die aan de tafel zaten. Opnieuw was het zijn vriend niet gelukt om deze oorlog eindelijk eens te beëindigen. Hij pakte een boterbiertje aan van Hermelien en zuchtte diep voor hij een grote slok nam.
Harry ging niet aan de tafel zitten. Hij liep gelijk door naar zijn kamer. Hij schaamde zich. Weer had hij het weten te verprutsen. Hij wist dat mensen het vertrouwen in hem verloren hadden. Hij had alleen niet verwacht dat hij het vertrouwen in zichzelf zou verliezen. Vermoeid liet Harry zich vallen op zijn bed. Hij dacht aan de vele mensen die door Voldemort en zijn volgers vermoord waren. Aan vrienden die in de strijd waren gesneuveld, omdat het hem maar niet lukte om Voldemort te vermoorden. Hij dacht aan Sirius, die zich zou schamen om zijn gebrek aan lef om de kansen te benutten die hij had gehad. Hij dacht aan Perkamentus die nooit het vertrouwen in hem had opgegeven. Zelfs Perkamentus zou nu niet meer vertrouwen in me hebben na al die fouten die ik heb gemaakt, dacht hij somber terwijl hij z’n ogen sloot.
Zijn gedachtes gingen naar Loena en Marcel die twee weken geleden de ontmoetingen met de dooddoeners fataal was geworden. Hij dacht aan Cho, Carlo en Casper Krauwel die allemaal voor hem gestorven waren. Lekkere held ben ik zeg. Het lukt me niet eens om één man te vermoorden. En ik moet dan de held zijn van de tovenaarswereld? Nog één keer, nog één laatste keer ga ik het proberen om Voldemort te vermoorden in een duel met mijn vrienden erbij. Dit keer gaat het me lukken. Het moet lukken. Er mogen geen mensen meer sneuvelen door mij. Tevreden over de belofte die Harry met zichzelf had gesloten viel hij in slaap.
In de keuken was het nog lang niet rustig. Tops, Lupos, Ron, Ginny, Hermelien en Christel, een meisje die net als Harry een schouweropleiding had gedaan, waren in een heftige discussie verwikkeld.
“Hoelang moet ik nog liegen tegen mijn beste vriend?! Hoelang moet ik nog doen alsof ik vertrouwen heb in een goede afloop. Terwijl ik het zelf niet meer geloof,” zei Ron met een luide stem.
“Zolang als het nodig is,” zei Hermelien geïrriteerd. “Je wilt toch niet tegen hem zeggen dat hij een loser is, en dat hij toch gaat verliezen. Lekker motiverend is dat!”
“En liegen? Wil je zeggen dat hij het nog niet door heeft. Dat hij onze teleurgestelde gezichten niet ziet als hij weer gefaald heeft? Denk je echt Hermelien dat het dan zin heeft om te zeggen: Ach, het geeft niet hoor, volgende keer beter!? Aan de waarheid heeft hij veel meer.”
“Ik vind gewoon dat we zijn zelfvertrouwen niet nog meer moeten verkleinen door hem te vertellen dat we toch niet geloven dat hij gaat winnen.”
“Als je maar niet van mij verwacht dat ik nog meer van die leugenachtige peptalks ga houden,” zei Ron fel.
Lupos onderbrak het gekibbel tussen hen beide.
“Ik vind dat we Harry niet moeten vertellen dat er ook hier mensen zijn die geen vertrouwen in een goede afloop hebben”, zei Lupos terwijl hij naar Hermelien keek voor hij z’n blik op Ron richtte. “Ook vind ik dat je niet tegen Harry moet liegen als je dat niet wilt. Ik vind dat iemand met Harry moet gaan praten. Volgens mij zit het hem nog meer dwars dan ons, dat het hem nog niet gelukt is om Voldemort te verslaan. Hermelien zou jij morgen met hem willen gaan praten?”
Hermelien knikte en keek met een tevreden glimlach naar Ron. Aan zijn gezicht kon je goed zien dat hij het er niet mee eens was dat er nog tegen Harry gelogen zou worden. |
Laatst aangepast door Weasley_Girl op Ma Feb 11, 2008 19:46; in totaal 1 keer bewerkt |
|
|
|
Weasley_Girl
1e jaars
Verdiend:
258 Sikkels
Woonplaats: Logeert gezellig bij de Wemels
|
Geplaatst:
Di Nov 20, 2007 14:07 |
|
Heej Allemaal,
Hier komt het tweede stukje!
Ik hoop dat jullie het leuk vinden.
Vrijdag komt er weer een stukje.
Reacties zijn natuurlijk altijd welkom.
Veel leesplezier!
Weasley_Girl
Hoofdstuk 1: Misverstand
De volgende morgen ging Hermelien zoals afgesproken naar Harry. In de gang kwam Hermelien een opgewekte Harry tegen die net op weg was naar het ontbijt.
“Harry,” zei Hermelien, “ik wil even met je praten.”
Harry keek naar het serieuze gezicht van Hermelien en besloot haar te volgen naar haar slaapkamer.
“Harry,” zei Hermelien die niet goed wist hoe ze moest beginnen. “Ik wil met je praten omdat me is opgevallen dat je iets dwars zit.”
“Me iets dwars zit? Nou bedankt dat je je zorgen over me maakt. Maar het gaat goed met me hoor, er zit me niets dwars,” zei Harry opgewekt.
“Oh…,” zei Hermelien wat verbaasd. Dit was duidelijk niet de reactie die ze verwacht had. “Ik dacht dat het je misschien dwars zou zitten dat je Voldemort nog niet verslagen hebt?”, zei Hermelien voorzichtig.
“O.. Bedoel je dat,” zei Harry terwijl zijn glimlach weer verdween en er een frons op zijn gezicht verscheen. “Natuurlijk zat het me dwars dat het nog niet gelukt is, maar maak jij je er maar niet druk om. Ik weet gewoon dat het me gaat lukken.”
“Ik wilde je zeggen Harry, dat ik blij ben dat je er weer positief tegenaan kijkt,” zei Hermelien terwijl ze haar best deed om overtuigend te klinken.
“Daar ben ik ook blij om. Wat is er nou niet positief aan, om te denken dat de volgende keer dat ik Voldemort zie de laatste keer zou zijn. Zei ik denken? Ik weet het wel zeker dat de volgende keer dat ik Voldemort zie de laatste keer zal zijn,” zei Harry zonder twijfel. Of het me zal lukken of niet dit is mijn laatste poging, dacht Harry.
“Zullen we maar gaan ontbijten,” zei Hermelien die opgelucht was dat het gesprek zo goed verlopen was.
Na het ontbijt ging ze naar Lupos om te vertellen wat ze te weten was gekomen.
“Kortom er is niets om ons zorgen over te maken,” zei Hermelien nadat ze het gesprek met Harry herhaald had.
Lupos die geïnteresseerd naar Hermelien had zitten luisteren was blij om te horen dat het weer helemaal goed ging met Harry. Christel die ook in de kamer zat begon zich te mengen in het gesprek. “Dus jullie geloven echt dat we ons geen zorgen hoeven te maken over Harry? Juist nu dat Harry zich plotseling zo positief opstelt geloof ik geen woord van wat hij zegt. Ik maak me zorgen dat hij iets achterhoudt. Volgens mij is hij iets van plan waarvan hij denkt dat het hem zal helpen om Voldemort te verslaan. Omdat hij niemand in vertrouwen neemt ben ik bang dat hij zich vergist en dat het hem niet zal lukken. Ik denk dat hij het niet aan kan om nog een keer te falen. We moeten er achterkomen wat hij achterhoudt. We moeten er achterkomen waarom hij zich plotseling zo vreemd gedraagt.”
Toen Christel was uitgesproken keek ze naar Lupos in afwachting van een reactie.
“Ik geloof,” zei Lupos, “dat we ons geen zorgen hoeven te maken over Harry. Hij weet dat hij geen belangrijke informatie achter moet houden dus doet hij dat ook niet. Ik denk dat Hermelien gelijk heeft.”
Teleurgesteld met de reactie en overtuigd van haar gelijk, ging Christel opzoek naar Ron in de hoop dat ze samen zouden konden uitzoeken wat Harry verbergt.
“Kom Ron, we moeten praten,” zei Christel die Ron meesleepte naar haar slaapkamer. “Ga maar zitten,” zei Christel, “ik moet nog even wat doen.”
Verbaasd door deze actie van Christel plofte Ron neer op het bed.
“Wat ben je aan het doen,” vroeg Ron lichtelijk verbaasd en geschokt toen hij zag dat Christel de kamer met verschillend spreuken op slot deed.
Ze zou toch niet denken dat ik verliefd op haar ben? Dus toch, dacht Ron verbaasd. Ze wil iets van me, waarom zou ze er anders voor zorgen dat niemand ons kan horen of binnen kan komen.
“Ik weet niet wat je precies met mij van plan bent,” zei Ron met wat meer zelfvertrouwen dan hij had, “maar je had me wel eerder kunnen vertellen dat je me leuk vindt.”
“Wat! Je denkt dat ik je leuk vind,” zei Christel verbaasd.
“Waar zijn die spreuken anders voor,” zei Ron verbaasd door haar reactie.
“Dus jij denkt dat ik …”, zei Christel die haar zin niet kon afmaken.
“Ja,” zei Ron zacht die door kreeg dat hij er naast zat.
“Dus jij dacht echt dat ik..,” vroeg Christel nog een keer lachend.
“Ja, dat zei ik toch,” zei Ron nu ook lachend. “Ga je me nog vertellen waarom je met me wilt praten,” zei Ron die eigenlijk zo snel mogelijk het gesprek op een ander onderwerp wilde brengen. Toen Christel een beetje uitgelachen was zei ze: “Ik wil het over Harry hebben.”
“Dus je vindt Harry leuk?”
“Nee, Ron ik vind Harry ook niet leuk.”
“Wie vindt je dan wel leuk?”
“Op het moment niemand. Zal ik nu je vraag maar beantwoorden, waar ik het over wilde hebben,” begon Christel die keek of Ron haar opnieuw zou onderbreken. “Ik denk dat Harry iets achterhoudt. En ik vind dat wij moeten uitzoeken wat dat is.”
“Gelukkig,” zei Ron, “ik dacht even dat ik de enige was die dacht dat Harry zich vreemd gedroeg. Maar hoe wil je dat we dit gaan uitzoeken?”
“Ik denk dat jij zijn kamer maar eens moet gaan doorzoeken terwijl ik hem bezighoud. We zouden hem ook moeten proberen uit te horen.”
“Misschien moeten we aan Lupos vragen of hij Harry wil uithoren. Hij is zo ongeveer Harry’s peetvader,”zei Ron terwijl hij meedacht met Christel.
Christel schudde haar hoofd. “Dat kunnen we beter niet doen omdat Lupos en Hermelien geloven dat er niets aan de hand is. We moeten er dus voor zorgen dat zij niets vermoeden.”
“Oké,” zei Ron. “Waneer wil je dat ik zijn kamer ga doorzoeken?”
“Morgen denk ik. Ik moet eerst nog wat voorbereidingen treffen. Ik laat het wel weten wanneer je moet zoeken. Als je moet stoppen ga ik wel hard praten in de gang zodat je nog snel wat rommel kan opruimen.”
“Hoe was je eigenlijk van plan Harry af te leiden?”, vroeg Ron nieuwsgierig.
“Tja, dat is voor jouw een vraag en voor mij een weet,” zei Christel die naar het teleurgestelde gezicht van Ron keek. “Maar ik vertel het je morgen wel als jij Harry’s spullen hebt doorzocht”, zei ze met een knipoog. Met een korte zwiep van haar toverstok hief ze de spreuken op en beide liepen ze haar kamer uit. |
|
|
|
|
Weasley_Girl
1e jaars
Verdiend:
258 Sikkels
Woonplaats: Logeert gezellig bij de Wemels
|
Geplaatst:
Vr Nov 23, 2007 15:11 |
|
Heej Allemaal!
Hier komt het tweede hoofdstuk zoals beloofd.
Ik hoop dat jullie het leuk vinden.
Ik vond het zelf een leuk hoofdstuk.
Reacties zijn natuurlijk altijd welkom maar het hoeft natuurlijk niet, maar ik zal het wel erg leuk vinden om mijn eerste reactie op dit verhaal te krijgen.
Veel leesplezier!
Weasley_Girl
Hoofdstuk 2: Boeman
De volgende dag gaf Christel zoals afgesproken Ron een teken.
“Nu, Ron,” zei ze zacht tegen hem terwijl ze zag hoe Harry de keuken inliep.
“Wat?” zei Ron plagerig die precies wist wat Christel bedoelde. Christel rolde met haar ogen en gebaarde richting de trap die hem naar Harry’s kamer kon leiden. Ron grijnsde terwijl hij opstond en langzaam naar Harry’s kamer liep. Geërgerd keek ze toe hoe Ron tergend langzaam de trap opliep. De volgende keer zal ze hem eerst wat vuurpepers laten eten, misschien dat hij dan wat meer haast zou maken.
Ze haalde een keer diep adem voordat ze de keuken inliep waar ze Harry in had zien verdwijnen. Ze zag hoe hij alleen aan de grote tafel stilletjes voor zich uit zat te staren. Voordat ze begon met praten schoof ze de stoel naast Harry naar achteren en ging zitten.
“Harry,” zei Christel, “zou je me misschien ergens mee willen helpen?”
“Tuurlijk”, zei Harry terwijl hij niet opkeek en voor zich uit bleef staren. Christel raakte een beetje gefrustreerd van het feit dat hij haar niet eens aankeek maar besloot gewoon verder te gaan.
“Nou er zit iets in mijn kast. Het zal waarschijnlijk wel gewoon een Boeman zijn, maar het kunnen natuurlijk ook een paar Roodkapjes zijn. Je weet dat ik niet zo goed ben met Roodkapjes. Zou je zo even met me mee willen gaan. Gewoon voor de zekerheid?”, zei ze terwijl ze afwachtend keek hoe Harry zou reageren.
“Ja hoor,” zei Harry terwijl hij zich eindelijk naar haar draaide en begon op te staan.
“Nee!,” zei Christel wat fel. “Ik bedoel, het hoeft niet nu meteen”, zei ze op een wat rustigere toon. “Waarom drink je niet eerst nog wat thee?”, zei Christel terwijl ze naar zijn bijna lege theekopje gebaarde.
“Waarom gaan we niet nu kijken? Ik ben wel nieuwsgierig wat er in die kast van jou zit,” zei Harry terwijl hij zijn stoel al wilde aanschuiven.
“Nee! Je gaat nog even zitten,” zei Christel snel terwijl ze Harry terug in zijn stoel duwde. “Waarom dan?”, vroeg Harry lichtelijk geïrriteerd.
“Ik wil nog wat thee,” zei Christel die gauw een kop vol schonk met de al koud geworden thee.
“Maar je houdt helemaal niet van thee?”, zei Harry terwijl hij Christel verward aanstaarde.
“Nu wel. Daar word ik kalm van. Ik moet me nog even voorbereiden op die Roodkapjes die misschien wel in mijn kast zitten,” zei Christel die een slok van het koude theewater nam. Harry pakte nu ook zijn theekopje en schonk er ook weer wat thee bij. Hij pakte het kopje op en was klaar om een slok te nemen toen Christel hem stopte.
“Nee!”, zei Christel terwijl ze Harry wat geschrokken aankeek.
“Wat nu weer?”, zei Harry geïrriteerd.
“Er zit een vlieg in je thee,” verzon Christel vlug.
“Er zit helemaal geen vlieg in mijn thee,” zei Harry terwijl hij Christel wat vreemd aankeek. Lag het nou aan hem of gedroeg ze zich echt zo raar?
“Laten we maar naar mijn kast gaan,” zei Christel in een poging om te proberen te voorkomen dat Harry een slok nam.
“Ik drink eerst mijn thee nog even op,” zei Harry die genoeg had van Christel’s vreemde gedrag. Eerst mocht hij niet naar haar kast want moest zij eerst thee drinken en nu wilde hij haar eerst weer naar haar kast hebben. Kon ze niet gewoon een beslissing nemen? Vrouwen, dacht hij terwijl hij zuchtte en zijn theekopje weer oppakte.
“Dat zou ik niet doen als ik jou was, maar je moet het zelf weten,” zei Christel terwijl ze Harry aankeek.
Harry besloot Christel te negeren en nam een slok van de thee. Bijna onmiddellijk sproeide hij het koude water weer over de tafel heen.
“Waarom heb je me niet gewaarschuwd?” zei Harry terwijl hij met z’n mouw langs zijn mond veegde en een vies gezicht trok.
“Tja, je wilde zelf per sé eerst je thee opdrinken,” zei Christel lachend.
Met een zwaai van zijn toverstok ruimde Harry de rommel op en volgde Christel die langzaam naar haar slaapkamer liep.
“Deze kast is het dus,” zei Christel die wees naar de enige kast in de kamer.
“Zal ik hem openmaken of wil jij dat zelf doen?” vroeg Harry.
“Ik maak hem wel open,” zei Christel. “Val jij dan aan wat er uitkomt?”
Harry knikte en stond al klaar met geheven toverstok.
Christel liep met kleine pasjes om maar zo veel mogelijk tijd te rekken naar de stoffige, oude kledingkast. Langzaam opende ze het piepende deurtje en ging aan de kant staan. Nu zou ze zien wat de diepste angst van Harry was.
Uit de kast stapte een lange gedaante met een mantel. Met een intimiderend lachje en de toverstok al getrokken liep Voldemort naar Harry. Zowel Harry als Christel stonden aan de grond genageld, niet in staat om ook maar iets te doen.
“Zo Potter. Je zult je ‘ouders’ spoedig zien. Want vandaag laat ik je niet langer spartelen. Vandaag zal je sterven”, zei Voldemort met een gemene grijns. Door de kamer hoorde je Voldemort de Avada Kedravra vloek roepen. Er was een groene lichtflits te zien en het ijselijke gelach van Voldemort vulde de kamer. Harry viel met een klap op de grond.
Dit was het moment dat Christel niet langer aan de grondgenageld was, en in actie kwam. “Ridiculus!”, schreeuwde ze en Voldemort verslikte zich in zijn gelach en begon te hoesten. “Ridiculus!” riep ze nog een keer zo hard ze kon, en Voldemort viel over zijn mantel en verdween. De Boeman was verslagen. Christel draaide zich om en keek naar de plek waar Harry zojuist gelegen had. Hij lag er niet meer. Ze rende naar de deur en zag Harry nog net om de hoek van de gang verdwijnen. Hij is waarschijnlijk alleen gevallen, dacht Christel. Alleen maar gevallen?!
Christel liep verbaasd de andere kant op en waarschuwde Ron dat Harry niet meer bij haar was en dat hij elk moment naar zijn kamer kon gaan. Ron zag het nadenkende gezicht van Christel liep met haar mee.
“Volgens mij heb je me wat te vertellen,” zei Ron met een kalme stem.
“Ik vertel het je vanavond,” zei Christel, “ik wil hier eerst nog even over nadenken.”
Hij durft het niet eens tegen een boeman op te nemen? Hoe kan Harry dan ooit Voldemort verslaan?
Christel keek naar Ron die knikte en weg liep. Zelf liep ze terug naar haar kamer en keek naar haar kast. Ze kon niet loslaten hoe Harry reageerde. Ze kon niet stoppen met piekeren over de vragen die de gebeurtenis van vanmiddag bij haar opriepen. |
|
|
|
|
Weasley_Girl
1e jaars
Verdiend:
258 Sikkels
Woonplaats: Logeert gezellig bij de Wemels
|
Geplaatst:
Wo Nov 28, 2007 16:36 |
|
Heej Allemaal!
Hier komt het derde hoofdstuk.
Ik hoop dat jullie het leuk vinden.
Vrijdag of zaterdag komt er weer een nieuw stukje
Reacties zijn natuurlijk altijd welkom maar het hoeft natuurlijk niet, maar ik zal het wel erg leuk vinden om mijn eerste reactie op dit verhaal te krijgen.
Veel leesplezier!
Weasley_Girl
Hoofdstuk 3: Monster
Ron liep de gang uit, aan de ene kant teleurgesteld dat Christel hem nog langer in spanning wilde houden, aan de andere kant opgelucht dat het Christel niet was opgevallen dat hij blauwe, opengebarsten blaren op zijn armen had. Voorzichtig liep hij de trap af en sloop langs de kamers van Ginny en Hermelien. Hij had geen zin om te verklaren hoe hij aan die blauwe blaren kwam. Ook al wist hij dat Hermelien of Ginny ze zo zou hebben genezen. Hij moest iemand vinden die hem van deze blaren, die nu overal zichtbaar waren, af kon helpen zonder moeilijke vragen te stellen. Sint Holisto was geen optie. Dan hoorde Ginny het zo dat hij daar geweest was. Dan bleef er nog maar één ding over, hij moest naar zijn broers Fred en George. Met veel tegenzin liep Ron naar buiten de straat op en verdwijnselde zo snel mogelijk naar de Wegisweg. Vlug liep hij de Tovertweelings Topfopshop binnen. De blauwe blaren waren niet langer het ergste meer, nu begonnen er over zijn lichaam in een snel tempo overal blauwe haren te groeien. Zijn rechterarm zag er blauw en gezwollen uit en hing onbruikbaar langs zijn lichaam. Snel liep hij een paar zalen door op zoek naar één van zijn broers. Dit zoeken ging een stuk makkelijker dan hij had gedacht omdat iedereen zodra ze hem zagen aan de kant sprong. Iedereen wilde zo ver mogelijk bij hem vandaan zijn. In zijn zoektocht naar Fred of George liep Ron langs een spiegel. Hij stopte even terwijl hij met afgrijzen zijn spiegelbeeld bekeek. Hij kon gewoon niet geloven wat hij daar zag. Was hij dat? Hij leek wel een monster! Lijken was niet het goede woord. Hij veranderde echt langzaamaan in een blauw monster!
Met nog grotere stappen dan eerst liep hij verder, hopend dat hij snel één van zijn broers zou vinden. Hij was opgelucht toen hij Fred eindelijk vond in de derde zaal die hij binnenliep.
Fred was net klaar met het helpen van een klant toen hij zich omdraaide en Ron in de gaten kreeg.
“Wat is er met jou gebeurd,” zei Fred die geamuseerd naar Ron’s buitengewoon vreemde verschijning keek.
Hij zag hoe een aantal klanten die Ron in het vizier kregen snel de winkel uitliepen, waarschijnlijk bang om iets te kopen waardoor ze er zo uit zouden komen te zien. Wetend dat dit niet goed was voor zijn omzet besloot hij om Ron uit de winkel te halen.
“Kom maar mee naar het magazijn,” zei Fred terwijl hij Ron voor ging een andere zaal in waar ze door een deur in het magazijn terecht kwamen. In het magazijn pakte Fred een soort magische walkietalkie en begon tegen George te praten. “Assistentie nodig in het magazijn, over.”
“Wat is het probleem, over,” hoorden ze de vrolijke stem van George nu duidelijk in het magazijn.
“Ik heb hier een blauwharig persoon bij me, die vroeger roodharig was, over,” zei Fred op serieuze toon.
“Is het familie. Over,” vroeg George lachend.
“Ja,” zei Fred, neem ook de ..… mee,” fluisterde Fred door de walkietalkie. Ron spitste zijn oren om te horen wat er gezegd werd, maar kon niet verstaan waar Fred om vroeg.
“Is goed. Tot zo, over en sluiten,” zei George.
Na een paar minuten kwam George eindelijk het magazijn binnen. Ron keek opgelucht, blij dat hij nu snel van zijn monsterachtige uiterlijk af zou zijn. Zijn opluchting was echter van korte duur toen hij zag wat George bij zich had. Zoals Fred hem namelijk gevraagd had, had hij een camera in zijn handen en begon hij bij het zien van Ron met het maken van zoveel mogelijk foto’s. Ron probeerde met verwoede pogingen de camera van George te ontwijken en weg te slaan.
“Ik had nooit naar jullie toe moeten komen,” mompelde Ron.
“Inderdaad,” zei Fred.
“Dit had je kunnen verwachten,” vulde George aan.
Ron probeerde het magazijn uit te lopen maar Fred en George blokkeerde zijn enige uitweg.
“Staat het erop George?”
“Ja,” knikte George tevreden terwijl hij de camera op een veilige plaats opborg waar Ron er niet bij zou kunnen.
“Dan kun je ons nu uitleggen wat er gebeurd is.”
“Misschien helpen we je er wel vanaf,” zei George.
“Ik had naar Ginny moeten gaan,” zei Ron zuchtend.
“Maar dat heb je niet gedaan,” zei George met een grijns.
“Blijkbaar wil je niet dat zij weet hoe je aan ‘dit’ komt,” zei Fred terwijl hij naar Ron gebaarde.
“Of Ginny heeft je dit aan gedaan,” zei George opgewekt.
“Nee, dit heeft ze vast niet gedaan,” zei Fred die zijn tweelingbroer met een identieke gemene glimlach aankeek.
“Het was Hermelien!” Zei de tweeling in koor.
“Heeft zij je alweer behekst?”
“Wat heb je nu weer gedaan,” zei Fred hoofdschuddend.
“Gaan jullie me nog helpen of niet,” vroeg Ron die een beetje wanhopig begon te worden.
“Op één voorwaarde,” zei Fred, “Alleen als we eerst wat testjes op je mogen uitvoeren.”
Ron slikte en keek naar George die een koffertje opende met spuiten, mesjes en wat toversmeerseltjes. Ron wist dat het verschrikkelijk zou worden maar hij had geen andere keus.
“Oké, alleen als jullie beloven niemand hierover te vertellen of zelfs hierover ook maar iets te insinueren,” zei Ron die niet wanhopig probeerde te klinken maar hier duidelijk in faalde.
“Deal,” zei Fred die Ron zakelijk de hand schudde.
Ron liet het hele onderzoek allemaal maar over zich heen komen en was blij dat hij weer redelijk normaal terug kon naar het hoofdkwartier. Alleen zijn rechterarm zag nog een klein beetje vaalblauw maar dat zou binnen een paar uur wel weggetrokken zijn. Ron hoopte dat hij ooit de herinneringen aan het vreselijke onderzoek dat meer op een marteling leek kon vergeten. Nee, nooit. Nooit meer zou hij Fred en George testjes op hem laten uitvoeren. Ook als hij dan eeuwig als een blauw monster door het leven zou moeten gaan. Zelfs dat was vele malen beter dan die testjes van Fred en George ondergaan. Ron gruwelde nog bij de gedachte dat het zijn eigen broers waren die hem dit hadden aangedaan. |
|
|
|
|
Weasley_Girl
1e jaars
Verdiend:
258 Sikkels
Woonplaats: Logeert gezellig bij de Wemels
|
Geplaatst:
Vr Nov 30, 2007 16:50 |
|
Heej,
Hier komt het vierde hoofdstuk.
Ik hoop dat jullie het leuk vinden.
Als het goed is komt er dinsdag weer een stukje.
Reacties zijn natuurlijk altijd welkom maar het hoeft natuurlijk niet, maar ik zal het wel erg leuk vinden om mijn eerste reactie op mijn verhaal te krijgen.
Veel leesplezier!
Weasley_Girl
Hoofdstuk 4: Hermelien’s dagboek
Dezelfde avond zoals afgesproken vertelde Ron en Christel wat ze hadden beleefd en overlegden ze wat ze nu het best konden gaan doen. Het was duidelijk dat Harry bang was om van Voldemort te verliezen. Ook was het duidelijk dat hij geen zin had in goed bedoelde hulp. Het feit dat hij bang was om te verliezen hoefde niet te betekenen dat Harry geen plan had. Christel en Ron besloten om uit te gaan zoeken wat het plan van Harry kon zijn door bijvoorbeeld nauwkeurig naar hem te luisteren. Ook wilden ze zijn kamer gaan doorzoeken en proberen, de reden waarom Ron op een blauw monster leek, Harry’s dagboek te open.
De komende weken was het bijna ongewoon rustig in de tovenaarswereld. Er waren wel een paar aanvalletjes maar die hadden nog niet tot een echte confrontatie geleid. Wel werden de aanvalletjes steeds grimmiger. In het hoofdkwartier was de spanning haast voelbaar. Iedereen wist dat het niet lang meer kon duren voordat er weer een confrontatie zou plaatsvinden. Ron en Christel hadden geprobeerd om Harry’s dagboek te openen maar dit was helaas niet gelukt. Ook hadden ze Harry’s kamer grondig doorzocht, maar dit had niets opgeleverd. Het was nu al ruim een maand geleden dat de laatste confrontatie had plaatsgevonden. Maar nog steeds was het Ron en Christel nog niet gelukt om iets te vinden wat Harry aan een overwinning zou kunnen helpen. Wel hadden ze wat handige spreuken en verdedigingstactieken geleerd. Zo leerden ze dat door samen tegelijk een schildspreuk te roepen de spreuk dan dubbel zo krachtig werd en dus waarschijnlijk de zwaarste spreuken kon stoppen en misschien zelfs onvergefelijke vloeken kon afremmen. Maar of dit genoeg zou zijn bleef de vraag.
Christel werd wakker na weer een onrustige nacht te hebben geslapen. Hoe kon ze dit nu over het hoofd hebben gezien? Hoe kon ze deze mogelijkheid nou zijn vergeten? Wat als Harry wel iemand had ingelicht? Dan zou hij het Hermelien verteld hebben. Ze moest haar kamer doorzoeken, vandaag nog.
Opgewonden omdat ze eindelijk weer een mogelijkheid had gevonden om uit te zoeken wat Harry als plan zou kunnen hebben, liep ze naar het ontbijt en begon brood te roosteren. Tijdens het ontbijt hoorde Christel hoe Ginny en Hermelien afspraken om nog wat boeken met vervloekingen te gaan kopen op de Wegisweg. Dit kan niet mooier, dacht Christel. Na het ontbijt hielp Christel met afruimen en controleerde ze of Ginny en Hermelien nu echt weg waren. Met grote passen liep Christel de trap op en sleurde Ron zijn kamer uit.
“Hoe hadden we dit over het hoofd kunnen zien,” zei Christel.
“Wat? Waar sleur je me mee heen,” vroeg Ron.
“Wat als Harry wel iemand in vertrouwen heeft genomen? Wat als Hermelien weet wat Harry’s plan is?”
“Als Harry Hermelien in vertrouwen heeft genomen zou hij het mij ook verteld hebben,” zei Ron die niet overtuigt leek.
“Wat als hij niet wilde dat iedereen van zijn plan weet. Wat als hij nog niet helemaal zeker is of het werkt,” raaskalde Christel.
“Dan zou hij het me gewoon vertelt hebben,” zei Ron opnieuw.
“Dat denk ik niet. Iedereen weet dat jij goed nieuws nooit lang geheim kan houden. Die grote glimlach op je gezicht verraad alles,” zei Christel.
“Wat wil je dan gaan doen,” zei Ron die niet wist of hij beledigt moest zijn of niet.
“Ik ga Hermelien’s kamer doorzoeken en jij staat op de uitkijk.”
Snel liep Christel Hermelien’s slaapkamer in en liet een nog lichtelijk verbaasde Ron in de gang achter. Snel doorzocht ze de nachtkastjes, de kledingkast en keek of ze iets van een dagboek tussen de stapel boeken kon vinden. Christel was nu al tien minuten aan het zoeken en Ron begon een beetje ongeduldig te worden.
“Sta niet zo te zeuren Ron ik ben bijna klaar,” zei Christel die snel de laatjes van het bureau doorzocht. Na dit gedaan te hebben zocht ze voorzichtig tussen de stapel papieren en boeken op het bureau. Toen dit niets opleverde ging Christel op haar buik liggen en probeerde een boekje te pakken dat onder het bed lag.
“Wat doe je nu weer,” zei Ron die toekeek hoe Christel steeds dieper onder het bed kroop. “Hebbes,” klonk er onder het bed vandaan. Een iets wat onverzorgde Christel kwam met een rood hoofd onder het bed vandaan. Nieuwsgierig liep Ron naar haar toe. Samen keken ze naar het boekje dat Christel in haar handen had. Het was Hermelien’s dagboek.
“Hoe krijgen we hem open,” verbrak Christel de stilte. “Laat mij maar,” zei Ron die verschillende spreuken tevergeefs uitprobeerde om het slot van het dagboek te openen.
“Dacht je echt dat je het dagboek kon openkrijgen met wat toverspreuken,” zei Christel.
“Hoe anders,” mopperde Ron die nog wat spreuken uit probeerde.
“Nou, ik denk dat ze dit dreuzelslot met toverkracht beveiligd heeft zodat je hem niet met een spreuk open krijgt. Wat als je hem alleen maar op de dreuzel manier open krijgt,” zei Christel.
“Dan krijgen we hem dus niet open,” zei Ron teleurgesteld.
“Laat mij dit nog even proberen,” zei Christel die een paperclip van het bureau pakte en het voorzichtig in het slot van het dagboek stopte.
“Denk je echt dat dit werkt,” zei Ron half lachend.
“Eigenlijk niet maar het valt toch te proberen,” zei Christel. Voorzichtig probeerde ze met de paperclip het slot open te draaien. Na een paar seconden gepeuterd te hebben, hoorden ze een klik. Geen van beide kon geloven dat ze Hermelien’s dagboek hadden kunnen openmaken met een paperclip? Voorzichtig opende ze het dagboek en bladerde naar één van de laatst beschreven bladzijdes. Wat ze daar zagen geschreven had niets met een plan van Harry te maken. Toch waren ze allebei verbaasd.
“Hermelien is verliefd op Harry?!”
“Dit had ik echt nooit van haar verwacht,” vulde Christel Ron aan.
Snel bladerden ze een stukje verder in het dagboek. Op elke bladzij stond beschreven omringt met hartjes wat Harry die dag gedaan had. Ook stonden er verschillende liefdesverklaringen in. Ron en Christel begonnen zich schuldig te voelen over wat ze in het dagboek gelezen hadden. Net toen Ron het dagboek dicht wilde doen zag Christel iets staan wat haar aandacht trok. Het was een liefdesverklaring waarin stond dat ze bereid was om te sterven om het leven van Harry te redden.
Na dit gelezen te hebben deden ze het dagboek dicht en op slot en verlieten de kamer.
“Ron,” verbrak Christel de stilte, “wil je samen met mij Hermelien in de gaten houden tijdens de volgende confrontatie. Ik wil niet dat ze iets stoms doet en zichzelf onnodig in gevaar brengt.”
“Tuurlijk,” zei Ron.
Geschokt over de nieuwe informatie over Hermelien gingen Ron en Christel ieder hun eigen weg. |
|
|
|
|
Weasley_Girl
1e jaars
Verdiend:
258 Sikkels
Woonplaats: Logeert gezellig bij de Wemels
|
Geplaatst:
Wo Dec 05, 2007 20:05 |
|
Heej,
Een dag te laat ik weet het.
Daarom speciaal voor jullie 2 hoofdstukken in plaats van 1.
Veel leesplezier!
Groetjes Weasley_Girl
Hoofdstuk 5: De confrontatie
Zoals te verwachten viel bleef een confrontatie niet lang uit. Vandaag was het zo ver. Vandaag was de confrontatie. Deze middag moest de orde nu echt ingrijpen. De dooddoeners waren bezig de hele Wegisweg te vernielen en te bezetten. Gespannen en vol goede hoop vertrokken de leden van de Orde naar de Wegisweg.
Daar aangekomen begonnen ze te vechten tegen een overmacht aan dooddoeners. De schouwers waren nog niet gearriveerd. In de chaos begonnen verschillende mensen met elkaar te duelleren. Zo raakte Hermelien met Bellatrix van Detta in duel, Ron met Draco Malfidus en Christel met Lucius Malfidus. Iedereen had zijn handen vol met het duelleren maar volgde ook stiekem Harry die opzoek ging naar Voldemort. Het duurde niet lang voor ze elkaar gevonden hadden en misschien wel het allesbeslissende gevecht waren begonnen. Gelukkig arriveerde de schouwers en hielpen zij de leden van de orde met vechten en het afvoeren van enkele gewonden als Tops en Fred. Eindelijk waren het aantal dooddoeners tegenover het aantal schouwers en leden van de orde in evenwicht. De duels begonnen nu pas echt spannend te worden.
Ondanks de vele spannende duels was er toch maar één echt interessant. Het duel tussen Harry en Voldemort. Bij dit duel vlogen de vonken er letterlijk vanaf. Beide hielden zich makkelijk staande en liepen nog geen schrammetje op. Vooral het tempo in het duel, waarin de vervloekingen elkaar in een hoog tempo opvolgde, was bewonderswaardig. In het duel leken enkele doorbraken te komen toen het Harry lukte om Voldemort lichte verwondingen op te laten lopen. Maar een overwinning voor zowel Harry als Voldemort bleef toch ver weg. Hoe langer het duel duurde, hoe slechter het ervoor ging staan voor Harry. Het leek alsof hij zijn drang om te willen winnen had verloren. Alsof hij geen hoop meer had in een goede afloop. Ook Voldemort merkte het dalende tempo waarin Harry’s verdedigingsspreuken elkaar opvolgde. Bovendien gebruikte Harry steeds minder vervloekingen om zelfs maar een poging tegen Voldemort te ondernemen. Het duurde daarom ook niet lang voordat het Voldemort lukte om Harry het uit te laten gillen van de pijn onder de Crusiatusvloek. De leden van de Orde hielden hun adem in. Dit kon toch niet het einde zijn? Hermelien was de enige die niet aarzelde en Voldemort aanviel. “Ik hou van je Harry! Geef niet op! Ik weet dat je het kunt,” zei Hermelien duidelijk hoorbaar. Ook Ron bleef nu niet langer roerloos staan kijken en sleurde Hermelien mee naar de grond zodat ze net de vloek des doods kon ontwijken. Alleen Harry zat doelloos op de grond en staarde voor zich uit.
Ik heb het geprobeerd. Ik wil niet dat er nog meer mensen sneuvelen voor mij. Voldemort moet toch mij hebben? Niet mijn vrienden? Hij heeft mij toch aangemerkt als zijn gelijke? Hij hecht veel waarde aan de profetie en zal me opjagen totdat een van ons sterft. Dan moet hij mij maar volgen, dan kunnen we het uitvechten zonder dat er nog onschuldig bloed vloeit. Zolang hij mij nog niet verslagen heeft is de rest veilig. Dan is er nog hoop. Hij moet me dan eerst vinden. Harry stond op en zonder om te kijken wat er achter hem gebeurde liep hij richting de uitgang van Zwik en Zwachtels Zwerkbalparadijs.
Ron en Christel zagen hoe Voldemort zijn toverstok ophief en met een ijselijke stem de Avada Kedavra vloek riep. Een groene lichtstraal van de vloek des doods ging recht op Harry af. Ron en Christel bedachten zich geen moment en riepen samen tegelijk de schildspreuk die ze al zo vaak samen geoefend hadden. Deze spreuk vergde veel kracht van hun beide en ze hoopten dat de vloek door de schildspreuk genoeg was afgeremd zodat deze Harry zou missen. De seconden die hierop volgden waren de langste uit het leven van alle aanwezigen. Had Voldemort Harry verslagen of was er nog een kans op een goede afloop? De groene lichtstraal van Voldemort’s vloek volgde na een kleine vertraging dezelfde koers. Harry, die nog steeds niet had omgekeken, liep verder richting de uitgang alsof hij in trans was. Ron keek niet langer meer en probeerde Hermelien rustig te houden die naast hem op de grond zat en zwaar in paniek was. Ron had zijn vertrouwen in het werken van de samen uitgesproken schildspreuk opgeven. Hoe had hij ooit kunnen denken dat een simpele schildspreuk zou werken? De meeste anderen keken gespannen richting Harry. Ook Christel keek en zij had de hoop nog niet opgegeven. De schildspreuk kon er net voor gezorgd hebben dat de vloek des doods zou missen. Maar de vloek des doods raakte doel. De vraag was of hij Harry Potter raakte? Gespannen werd er gekeken of Harry neerviel. Dit gebeurde echter niet. De spreuk raakte de steen waar Harry net overheen was gestapt en dus niet Harry. Het scheelde echter bijna niets. De leden van de Orde en de schouwers haalden opgelucht adem en gingen verder met duelleren. Harry liep door de uitgang en tientallen mensen zagen hoe hij voor het gebouw verdwijnselde. Zonder dat hij door had dat hij een paar seconden geleden wel had kunnen sterven.
Deze vreemde actie zorgde voor een abrupt einde aan de duels. De leden van de orde en de schouwers keken verbaasd rond. Ook de dooddoeners en Voldemort waren verbaasd door deze actie en verlieten de Wegisweg omdat Harry nu niet vermoord kon worden. Over deze kortste confrontatie ooit, waarbij geen dodelijke slachtoffers waren gevallen, zou nog veel gesproken worden. De confrontatie was nu echt over en ook de leden van de orde gingen terug naar het hoofdkwartier.
Hoofdstuk 6: Wat nu?
Verbaasd en verward druppelde er leden het hoofdkwartier binnen. Niemand kon de gedachte loslaten, hoe weinig het gescheeld had of dit was de laatste confrontatie tussen Harry en Voldemort geweest. Ook de vraag waar Harry nu was en waarom hij wegliep zonder terug te vechten, alsof hij opgaf, bleef bij velen door het hoofd rondspoken.
Verschillende leden van de orde pakte een boterbiertje en gingen aan de tafel in de keuken zitten, wachtend op Lupos. De stilte werd alleen onderbroken door het zachte gesnik van Hermelien en door enkele orde leden bij het nemen van een slok boterbier. Het duurde niet lang voordat ook Lupos het hoofdkwartier binnenkwam. Ook hij pakte een boterbiertje en ging zitten. Hij merkte dat iedereen nu de aandacht op hem gericht had. Hij besloot de stilte te verbreken en vroeg: “Heeft één van jullie een idee waar Harry is?”
Uit het geroezemoes in de keuken werd duidelijk dat niemand wist waar Harry was of waarom hij was weggegaan.
“We hoopten eigenlijk dat jij wist waar Harry is,” zei Christel.
Lupos, die de situatie in probeerde te schatten, besloot ze de waarheid te vertellen.
“Helaas, weet ik niet waar Harry is. Of waarom hij wegliep. Het lijkt me alleen geen goed idee om ons nu al zorgen te maken. Het lijkt me zelfs een goed idee van Harry om even wat afstand te nemen om na te denken. Alleen had ik hem een ander moment dan midden in een confrontatie aangeraden.”
“Dus jij denkt dat Harry zo binnen kan komen wandelen,” zei Ron verbaasd.
“Ja. Ik denk dat Harry binnen een paar uur of hooguit een paar dagen weer tot zichzelf is gekomen en terug zal komen,” zei Lupos.
“Wanneer mogen we ons wel zorgen gaan maken? Als hij morgen niet terug is, overmorgen, volgende week of nog langer? Waneer moeten we actie ondernemen om hem te zoeken,” vroeg Christel die veel steun kreeg van de aanwezigen.
“Ik weet het niet,” zei Lupos, “ik weet het echt niet,” zei hij zuchtend.
“Kunnen we dan op z’n minst een dag afspreken vanaf wanneer we Harry mogen gaan zoeken?” vroeg Ron.
“Over twee weken ofzo,” vulde Ginny aan.
“Is goed,” zei Lupos die zag dat hij niet onder zo’n datum, een deadline uit kon komen, “over twee weken mogen jullie gaan zoeken. Maar laten we één ding afspreken, dat we niet te veel in paniek raken als hij dan nog niet terug blijkt te zijn.”
Na deze toezegging besloten de meeste leden om naar huis of naar bed te gaan. Veel leden wierpen nog een laatste medelevende blik op Hermelien voordat ze weggingen. Want zij werd niet alleen totaal genegeerd na een liefdesverklaring, ze had ook dood kunnen zijn als Ron haar niet naar de grond had gesleurd. Harry deed niets. Hij gaf geen reactie en probeerde Hermelien niet eens te redden. Verscheurd van verdriet en bang dat Harry iets was overkomen brachten Ginny en Christel de huilende Hermelien naar haar slaapkamer.
Veel werd er niet geslapen die nacht in het hoofdkwartier. Ook Christel kon de slaap niet vatten. Lang lag ze te piekeren en werd ze geplaagd door vragen zoals: Waarom ging Harry weg? Waarom had hij hier niemand over verteld? Wanneer komt hij terug? Komt hij nog terug? Hoe reageren de dooddoeners hierop? Komt er snel weer een confrontatie? Is Harry dan al terug? Waarom is hij zonder enige verklaring of briefje vertrokken? Wat bezielt Harry om ons in onwetendheid achter te laten? Deze vragen bleven door haar hoofd rondspoken.
Toen het Christel na een half uurtje geslapen te hebben niet lukte om weer in slaap te vallen besloot ze om naar beneden te gaan om een glaasje water te halen. Toen ze terug naar haar kamer liep, met het glaasje water in haar hand, hoorde ze nog steeds gesnik achter de deur van Hermelien’s kamer komen. Zonder aarzeling liep ze de kamer van Hermelien zachtjes binnen. Niet goed wetend wat ze verder moest doen zei Christel: “Gaat het?” Langzaam liep ze naar het bed en ging naast Hermelien zitten. “Hier drink wat,” zei Christel die Hermelien het glaasje water gaf.
“Dank je,” zei Hermelien snikkend. Voorzichtig nam ze een paar slokjes van het water totdat Christel de stilte verbrak.
“Eh… vertel me maar wat je dwars zit.”
Hermelien wierp een verbaasde blik op Christel.
“Je snapt toch wat me dwars zit,” zei Hermelien vragend.
“Tuurlijk snap ik dat. Maar het lucht op om erover te praten,” zei Christel die bemoedigend naar Hermelien glimlachte. Hermelien keek nog steeds een beetje verbaasd maar begon toch met praten.
Na het gesprek was Hermelien weer wat rustiger en viel in slaap. Christel kon de slaap nog steeds niet erg vatten, maar ze wist dat ze niet de persoon was die het het ergste vond dat Harry weg was. Dat was Hermelien, zij ging nu ongetwijfeld een aantal zware uren, misschien wel dagen tegemoet. |
|
|
|
|
Weasley_Girl
1e jaars
Verdiend:
258 Sikkels
Woonplaats: Logeert gezellig bij de Wemels
|
Geplaatst:
Do Dec 13, 2007 16:10 |
|
Heej,
Het is weer een tijdje gelden dat ik gepost had.
(Al meer dan een week )
Dus vandaar vandaag dit extra lange stuk.
Veel leesplezier
Weasley_Girl
Hoofdstuk 7: Het plan
Er was nu alweer een week voorbij gegaan en nog steeds had niemand iets van Harry gehoord. Verschillende leden begonnen te twijfelen over deadline. Is twee weken wachten niet veel te lang? Vooral nu de dooddoeners onvermoeibaar door gingen met hun aanvallen en er al zeker tien mensen vermoord waren begon de twijfel hierover toe te nemen. Een nieuwe confrontatie hing in de lucht en had er ook al kunnen of moeten zijn. Bijvoorbeeld toen de dooddoeners de rest van de Wegisweg met de grond gelijk maakten of toen het huis van Banning werd verwoest. De orde had moeten reageren maar deed dit niet. Ze konden de dooddoeners en Voldemort toch niet bestrijden als Harry nog niet terug was? De dooddoeners en Voldemort mochten niet te weten komen dat Harry, en dus de enige kans om Voldemort te verslaan, weg was?
Ron en Christel vreesden dat er een confrontatie plaats zou moeten vinden voordat Harry terug was. Samen piekerden ze over het probleem, hoe ze de schijn op konden houden dat Harry Potter wel bij de confrontatie aanwezig zou zijn. Het ene vreemde plan na het andere, die waarschijnlijk toch niet zouden werken, werd doorgenomen en ook weer afgekeurd.
“Het enige wat zou kunnen werken is Wisseldrank,” zuchtte Christel na zeker een uur praten over een probleem waarvoor geen oplossing gevonden leek te worden, “maar dat duurt een maand om te maken. Te lang dus. En je moet het blijven drinken anders werkt het te kort.”
Christel keek naar het gezicht van Ron waar plotseling een enorme grijns op stond.
“Je bent briljant,” zei Ron die Christel in zijn enthousiasme omhelsde. Christel die niet begreep wat er zo briljant kon zijn keek vragend naar Ron.
“Wisseldrank,” zei Ron als of het nu wel duidelijk moest zijn, “Hermelien was al wisseldrank aan het maken voordat Harry verdween.”
“Daar is ze mee gestopt sinds Harry weg is. Ik denk niet dat die wisseldrank nog bruikbaar is.”
“Vast wel,” zei Ron die zich niet liet ontmoedigen, “Je hebt het wel over Hermelien Griffel hoor. Als iemand het goed af kan maken dan is het Hermelien.”
“Denk je dat ze de wisseldrank af wil maken als de deadline nog niet verstreken is?”
“Alleen als ze in een zeer goed humeur is. Dat zal dus wel niet lukken,” zei Ron die al zijn enthousiasme leek te verliezen.
Dit keer was het Christel die een grote grijns op haar gezicht had.
“Je weet dat Hermelien over twee dagen jarig is,” zei Christel die toch wat van plan was om te organiseren op die dag.
“Maar ze wil haar verjaardag helemaal niet vieren,” zei Ron direct.
“Ze wilt niet nog een keer teleurgesteld worden,” zei Christel.
“Hoe kan ze nou teleurgesteld worden als ze haar verjaardag viert?”
“Ze wil niet de valse hoop hebben dat Harry terug zal komen op haar verjaardag. Daarom gaan wij een surpriseparty geven op haar verjaardag. Om haar te laten zien dat er nog genoeg mensen zijn die om haar geven en haar niet verlaten. We gaan haar opvrolijken.”
“En dan wil je dus terloops over die wisseldrank beginnen,” zei Ron die het al helemaal voor zich zag, “goed plan.”
“Kom Ron er moet nog een hoop geregeld worden. Laten we eerst maar uitnodigingen gaan schrijven”
Na vele uitnodigingen geschreven te hebben brachten ze een bezoekje aan Het Nest en Zweinstein. Op Het Nest ging Molly druk in de weer in de keuken om alvast wat eten en taarten te maken voor het feest. Zij was zeer enthousiast over de surpriseparty die ze voor Hermelien aan het voorbereiden waren. Het bezoek aan Zweinstein verliep minder soepel. Na wat geslijm en lange gesprekken lukte het Ron en Christel om alle nog levende leraren die Hermelien les hadden gegeven te overtuigen om naar het feest dat in Het Nest gehouden zou worden te komen. Natuurlijk was Sneep niet uitgenodigd. Ook werden veel van de toenmalige Griffoendors uit het jaar van Hermelien en dus ook Ron opgespoord. Bovendien werden Hermelien’s ouders, met wie ze de laatste tijd weinig contact had vanwege hun veiligheid, uitgenodigd voor het feest.
Na een lange dag waar geen einde aan leek te komen hadden ze alles geregeld voor de surpriseparty. Alleen de cadeautjes moesten nog gekocht worden. Dat zouden ze morgen met z’n drieën gaan doen. Ron, Christel en Ginny zouden in plaats van de Wegisweg naar Zweinsveld gaan omdat er van de Wegisweg weinig over was gebleven. Morgen zou het dus weer een zeer drukke dag worden. Ook moest er nog een smoesje bedacht worden om aan Hermelien te vertellen om argwaan te voorkomen. Maar dat zou morgen allemaal wel komen.
Hoofdstuk 8: Cadeaus kopen
De volgende ochtend vertelden Ron, Christel en Ginny aan Hermelien een smoesje om hun afwezigheid te verklaren. Ginny zei dat ze een extra dienst ging draaien in Sint Holisto. Christel en Ron zeiden dat ze mee gingen helpen om de Wegisweg magisch weer op te bouwen. Voordat Hermelien hier moeilijk te beantwoorden vragen over kon stellen verlieten ze gezamenlijk het hoofdkwartier en verdwijnselden naar Zweinsveld.
“Few, dat ging net goed,” zei Christel.
“Ja, we waren echt net op tijd weg,” beaamde Ron.
“Ik heb jullie al gezegd dat Hermelien vragen zou willen stellen over jullie smoesje,” zei Ginny.
“Ja Gin, je hebt ons gewaarschuwd. Maar wat moesten we anders tegen Hermelien zeggen? Het magisch opknappen van de Wegisweg wordt ten minste vandaag gedaan door vrijwilligers.”
“Ik hoop niet dat ze zelf daar gaat helpen. Het leek er namelijk op dat ze met ons mee wilde gaan,” zei Christel.
“Ik wil er nog even niet over nadenken hoe we misschien moeten uitleggen dat ze ons niet gezien heeft op de Wegisweg,” antwoordde Ron.
“Waar gaan we eerst heen,” vroeg Christel.
“Ik denk dat we het beste bij de boekwinkel kunnen beginnen,” zei Ginny.
Zo gezegd zo gedaan, met z’n drieën liepen ze de boekwinkel binnen en keken naar verschillende titels van de honderden boeken. Het bleek nog moeilijk om een goed boek voor Hermelien te vinden.
“Nou, ik neem deze,” zei Ron die een dik stoffig boek uit de kast pakte.
“Dat zou ik niet doen als ik jouw was,” zei Ginny.
“En waarom dan niet?”
“Deze heeft ze zelf al een paar weken geleden gekocht,” antwoordde Ginny.
Zuchtend zette Ron het boek terug in de kast. “Verkopen ze hier eigenlijk wel dikke boeken die Hermelien niet heeft?”
Ginny en Christel probeerden nog even om zelf een boek voor Hermelien te vinden maar dit bleek een onmogelijke opgave. Of Hermelien had de boeken zelf al of gelezen op Zweinstein. Of het waren studieboeken voor leerlingen die veel te makkelijk voor Hermelien waren. Uiteindelijk besloten ze de eigenaar om hulp te vragen.
“We zoeken dikke, moeilijke boeken die of gloednieuw of tientallen jaren uit zijn,” zei Ron. De eigenaar bracht hen naar twee verschillende kasten.
“En weet u toevallig welke van deze boeken Hermelien Griffel nog niet heeft of kent,” vroeg Ginny.
Dit bleek een goede vraag te zijn want de eigenaar wees op een stuk of tien boeken die dan af zouden vallen. Alle drie zochten ze een dik boek. Ginny koos een boek dat je zou leren je eigen toverspreuken te maken en hoe te kunnen weten wat ze zouden doen. Ook pakte ze een handje vol veren. Christel koos een boek over de eindeloze mogelijkheden van transfiguratie op voorwerpen en hoe je een faunaat kon worden. Ron pakte als enige een oud boek dat de vergeten toverkunst heette. Dit boek zou je deze vormen van toverkunst leren herkennen, toepassen en je er tegen te leren beschermen.
Na afgerekend te hebben liepen ze naar buiten.
“Waar zullen we nu naar toegaan,” vroeg Christel.
“Ik wil nog even langs de dierenwinkel en dan zou ik wel een boterbiertje in de Drie Bezemstelen lusten,” zei Ginny
“Goed,” zei Ron, “dan kunnen we daarna nog even langs de winkel van Fred en George.”
Bij de dierenwinkel aangekomen besloot Ron buiten te blijven wachten.
“Echt niet dat ik wat voor dat beest ga kopen,” zei Ron die nog steeds een hekel had aan Knikkebeen.
Christel en Ginny gingen samen het kleine winkeltje binnen. Ginny kocht een speeltje van een rat die verdacht veel op Schurfie leek en wat lekkers voor Knikkebeen. Christel besloot om voor haar eigen uil Akropolis en Koe wat uilenvellen te kopen.
Rustig liepen ze richting de Drie Bezemstelen totdat het begon te regen. Snel renden ze de Drie Bezemstelen binnen en bestelden een boterbiertje.
“Hé George wat doe jij hier,” vroeg Ron die daar z’n broer zag zitten, “Moet je niet in de Tovertweelings Topfopshop zijn?”
“Ik heb pauze Ron,” zei George die met z’n ogen rolde.
“Oh,” zei Ron,” dus Fred is wel in de winkel?”
“Nee, hij probeert de winkel op de Wegisweg magisch op te knappen. Ik dacht dat hij zei dat jullie twee daar ook zouden zijn,” zei George die richting Christel en Ron knikte.
“Hoe weet jij dat,” zei Ron.
“Fred is toch niet toevallig Hermelien tegen het lijf gelopen,” zei Christel.
“Bingo! In één keer goed. Hij heeft Hermelien gesproken,” zei George.
“gedoe,” mompelde Ron.
“Ik denk dat jullie daar maar beter even langs kunnen gaan als jullie willen dat Hermelien niets vermoedt,” zei George.
“Dat gaan we daar toch heen,” zei Christel.
“Oké…,” zei Ron, “Ginny wil jij dan op onze cadeautjes voor Hermelien letten.”
“Tuurlijk. Veel succes. Ik denk niet dat Fred het jullie makkelijk gaat maken.”
“Bedankt,” zei Ron.
Niet goed wetend hoe ze geloofwaardig over moesten komen op de Wegisweg liepen ze naar buiten de stromende regen in en verdwijnselde naar een plek in de buurt van de Wegisweg. |
|
|
|
|
Weasley_Girl
1e jaars
Verdiend:
258 Sikkels
Woonplaats: Logeert gezellig bij de Wemels
|
Geplaatst:
Zo Jan 06, 2008 12:07 |
|
Heej allemaal,
Door al die vakantie- en decemberdrukte heb ik jullie ernstig verwaarloosd.
Om het een beetje goed te kunnen maken is dit een extra lang stuk.
Veel leesplezier!
Weasley_Girl
Hoofdstuk 9: De Wegisweg
Snel liepen Ron en Christel richting de Lekke Ketel. Beide waren ze diep in gedachten verzonken over hoe ze hun afwezigheid konden verklaren. In de Lekke Ketel aangekomen volgde Christel Ron tussen de mensenmenigte door. Ron tikte met zijn toverstok een paar keer op de muur die zich opende naar de Wegisweg.
Ron haalde nog één keer diep adem en liep toen zelfverzekerd de Wegisweg op. Christel volgde hem door de muur en zag dat Ron gelijk rechtsaf wilde slaan richting de ToverTweelingTopFopshop.
“Dat zou ik niet doen als ik jou was,” zei Christel.
Ron keek verbaasd naar Christel maar liet zich toch de andere kant op slepen. “Waarom niet,” vroeg Ron toen er van Christel geen verklaring kwam.
“Wilde je echt richting de ToverTweelingTopFopshop lopen? Recht op je broer en Hermelien af zonder ook maar enig verhaal waar we al die tijd waren en wat we gedaan hebben?”
“Nu je het zo zegt, nee,” zei Ron, “dat lijkt me inderdaad niet zo slim.”
Ze liepen samen nog een paar minuten rond en bedachten de smoes dat ze “geholpen” hadden met het magisch opbouwen van Zwik en Zwachtels Zwerkbalparadijs en Oliviander. Echt tijd om te overleggen hoe ze dat gedaan hadden en wat ze hadden gerepareerd hadden ze niet.
“Hé Ron, Christel,” riep Fred die Hermelien aantikte, “waar waren jullie toch? Hermelien en ik hebben jullie de hele dag nog niet gezien.”
“Ja, wat hebben jullie allemaal gedaan? Ik heb geholpen bij…,” zei Hermelien.
“Geef ze toch de mogelijkheid om je vraag te beantwoorden ze zijn vast net zo enthousiast over de gerepareerde gebouwen,” onderbrak Fred Hermelien vlug.
“Oh sorry,” zei Hermelien, “waar hebben jullie geholpen?”
Ron en Christel keken elkaar aan en knikte als een teken dat ze zich gingen houden aan het afgesproken verhaal.
“Nou,” zei Ron, “we hebben eerst bij Zwik en Zwachtels Zwerkbalparadijs geholpen. Daar hebben we het gebouw magisch hersteld en hebben we geholpen met het magisch aankleden en herstellen van de winkel.”
“Ik dacht al dat jullie daar zouden zijn,” zei Hermelien, “waar hadden we anders die twee Zwerkbalfans moeten vinden.”
“Wat hebben jullie nog meer gedaan,” zei Fred die ze er niet zo gemakkelijk vanaf wilde laten komen. “We hebben ook geholpen bij het opbouwen van Oliviander,” zei Ron die zich steeds zelfverzekerder ging voelen. Dit ging veel makkelijker dan hij dacht.
“Oh, dat lijkt me niet want ik heb daar geholpen en ik heb jullie daar niet gezien,” zei Fred. “Jij toch ook niet Hermelien?”
“Nee,” zei Hermelien zacht.
“Als jullie daar niet waren kunnen jullie ons net zo goed vertellen waar jullie wel waren,” zei Fred die er steeds meer lol in kreeg om het Christel en Ron zo lastig mogelijk te maken. Ron kreeg een rood hoofd en wist niet hoe hij zich hier uit moest redden. Langzaam keerde hij zich een beetje van Hermelien weg zodat zij zijn gezicht niet kon zien. Hij hoopte dat Christel met een ijzersterk verhaal kon komen om ze uit deze vreemde situatie te redden.
“Niet gezien,” zei Christel, “dat is best vreemd we zijn daar bijna de halve middag geweest. Apart dat we jullie dan niet gezien hebben. Waar hielpen jullie eigenlijk in Oliviander?”
“De winkel,” zei Hermelien zacht die langzaam argwaan begon te krijgen.
“Oh dat verklaart een hoop,” zei Christel die hoopte dat dit zou helpen, “wij hielpen bij het magazijn achter de winkel.” Hermelien keek nog steeds een niet erg overtuigd richting Christel. Christel wist dat ze nog iets moest verzinnen maar hoopte dat het gesprek een ander onderwerp kreeg. Ze wilde niet de fout maken een plek te noemen waar ze gezien hadden moeten zijn door een andere bekende.
“Hoe kom je dan zo nat,” vroeg Fred.
“Dat komt nou van de regen,” zei Christel op een betweterige toon die blij was dat het gesprek een ander onderwerp kreeg. Ron keek voorzichtig richting Fred en wist dat Christel een grote fout had gemaakt. Fred’s kleding was droog net als de straat. Dit wordt het einde van onze leugen.
“Het heeft hier de hele dag nog niet geregent,” zei Hermelien.
Christel wist nu dat ze een fout had gemaakt. Hier kon ze zich niet meer uit redden. Na al die moeite zou de surpriseparty geen verrassing meer zijn. Alles was voor niets. Ook Ron was stil en wilde het net opgeven toen hij zich bedacht dat er verschillende weerspreuken over de plafonds in vele winkels van de Wegisweg waren uitgesproken.
“Geen echte regen joh,” zei Ron half lachend, hopend dat hij overtuigend overkwam, “magische regen natuurlijk. Het was ons na veel moeite gelukt om een regenwolk die de kelder van de Lekke Ketel had blank gezet weg te krijgen. Daar kwamen we net vandaan.”
“Ja,” loog Christel, “We wilde jullie alleen nog even gedag zeggen. Na al die regen en vervloekte voorwerpen hebben we vandaag wel genoeg gehad.”
Nadat Christel en Ron, Fred en Hermelien snel gedag hadden gezegd liepen ze naar de Lekke Ketel om moeilijke vragen te ontwijken en verdwijnselde ze naar Zweinsveld. Ze moesten nog steeds een paar opvrolijk cadeautjes kopen voordat ze echt konden gaan uitrusten. Gelukkig konden ze de surpriseparty nog een verassing houden tot nu toe. Ron was blij dat ze bijna alles geregeld hadden, niet wetend hoe lang hij dit anders voor Hermelien geheim kon houden.
Hoofdstuk 10: Een monsterlijke verassing…
Nadat ze in Zweinsveld waren aangekomen liepen Christel en Ron richting de ToverTweelingTopFopshop. Ze wisten hoe weinig het gescheeld had of de surpriseparty was geen verrassing geweest. Ze wisten dat ze niet echt geloofwaardig overkwamen en hoopte dat Hermelien er niet al te veel aandacht aan besteedde. Lang konden ze hier niet over nadenken. Ze moesten nu eerst verzinnen wat ze voor Hermelien konden kopen om haar op te vrolijken.
Bij de ToverTweelingTopFopshop aangekomen zagen ze dat Ginny op ze stond te wachten.
“Hè, zijn jullie daar eindelijk. Ik dacht even dat jullie niet meer terug zouden komen. Ik heb alvast rond gekeken maar ik ben er nog niet helemaal uit. Zullen we dan maar,” zei Ginny die naar binnen ging.
Nog voor ze de eerste zaal van de winkel bereikt hadden bleef Ron geschrokken stilstaan. Hij kon geen woord uitbrengen. Dit kon toch niet waar zijn. Ze hadden beloofd dit niet te doen. Nee, dit kon echt niet. Hij sloot z’n ogen in de hoop dat als hij ze weer opende hij zou zien dat hij zich vergist had. Maar hij had zich niet vergist. Hij stond op de 5 posters van wel 4 meter lang en 2.5 meter breed. Daar zag hij zichzelf als blauw monster dat wild om zich heen sloeg. Naast de poster van het blauwe monster hing een geel, rood, groen en een paars exemplaar.
Om erachter te komen waarom Ron bleef staan volgde Christel zijn blik. Christel had moeite om haar lachen in te houden. Op de posters stond Ron als monster in vijf verschillende kleuren afgebeeld. Het monster op de foto’s sloeg wild met zijn klauwen om zich heen. Onder de posters stond een slogan: “Monster in poedervorm. Laat de buitenwereld het monster zien dat jij altijd al in hem/haar zag.” Ginny die merkte dat ze de enige was die nog doorliep stopte en liep terug naar Ron en Christel die bij de posters stonden.
Ginny keek van de poster naar Ron en bleef toen even stil.
“Het lijkt wel of jij dat bent,” zei Ginny zacht die Ron aankeek. Ron die onder geen beding toe wilde geven dat hij op die poster stond zei, “En bedankt. Dus je vind dat ik op een monster lijk?”
“Ja,” zei Ginny vertwijfelt die de monsters op de posters verdacht veel op haar broer vond lijken, “wat vindt jij Christel.”
Christel, die zag dat Ron moeite had om zijn boosheid op Fred en George te verbergen, besloot hem een handje te helpen.
“Nou hij lijkt misschien een klein beetje op Ron maar volgens mij is hij het niet hoor. Hij zou toch nooit meedoen aan een reclame voor de ToverTweelingTopFopshop.”
“Ja, dat is waar,” zei Ginny die nog steeds naar de posters staarde.
“Kom we gaan de cadeaus voor Hermelien zoeken,” zei Christel die tussen Ron en Ginny in ging staan en ze meesleurde de volgende afdeling op.
Toen Christel en Ginny druk bezig waren met het uitzoeken van cadeautjes zei Ron, “ik ga even George helpen ik ben zo terug.”
Voordat iemand hierop kon reageren verliet Ron de zaal en liep richting het magazijn.
Met grote stappen liep Ron kwaad het magazijn in op zoek naar George. Lang hoefde hij niet te zoeken want in het magazijn aangekomen zag hij zijn broer over een doos gebogen staan. Met kwade stappen liep Ron naar George. Ron pakte de mantel van George en slingerde hem bij de doos vandaan.
“Wat heeft dit te betekenen,” zei George duidelijk verrast.
“Dat wilde ik net aan jou vragen,” zei Ron die moeite had zijn woede te bedwingen, “Wat doen die posters hier! Ik dacht dat we een deal hadden.”
“Een deal,” zei George niet begrijpend.
“Doe maar niet alsof je het niet weet! Die dag dat ik jou en Fred om hulp vroeg,” zei Ron kwaad.
“Ah toen,” zei George die begon te glimlachen bij de herinnering aan die dag, “dat weet ik nog wel. Je was vervloekt en had duidelijk onze hulp nodig. Ik kan me niet herinneren dat ik een deal met je had gesloten.”
“Leugenaar,” riep Ron kwaad en gooide uit frustratie een rek met dozen omver.
Nu was het George die rood werd van woede. George mompelde een spreuk en Ron stond als versteend op de grond.
“Nu maak je me echt kwaad broertje,” zei George, “eerst beschuldig je me vals en noem je me een leugenaar en nu gooi je mijn spullen over de grond. Heb je enig idee hoeveel die spullen gekost hebben? Ik ben diep teleurgesteld.”
Ron rolde met zijn ogen, één van de weinige dingen die hij nog kon doen.
“Je gelooft me niet hè, wacht maar, ik zal het je bewijzen.”
George sommeerde zijn hersenpan. George liep naar Ron toe en greep hem bij zijn haar. George en de versteende Ron werden samen de hersenpan in gezogen.
Ron vond het onzin dat hij in de herinnering van George zat. Ze hadden een deal dat wist hij zeker anders had hij nooit akkoord gegaan met al die testjes. Ron zag hoe de George van een paar weken geleden door een soort magische walkietalkie met Fred praatte. De echte, kwade George sleepte de versteende Ron mee richting het magazijn waar de herinnering verder ging. Ron zag dat George foto’s van het blauwe monster dat hij zelf was geweest maakte.
Echter Ron en George concentreerde zich op het gesprek dat een paar weken geleden tussen hen en Fred had afgespeeld. Vooral de laatste regels van het gesprek bleven als een echo in het hoofd van Ron klinken: “Oké, alleen als jullie beloven niemand hierover te vertellen of zelfs hierover ook maar iets te insinueren,” hoorde Ron zijn eigen stem.“Deal,” zei Fred.
Toen George en Ron uit de herinnering werden gezogen echode die woorden door Ron’s hoofd. Ron begon zich langzaam te realiseren dat hij wel een deal met Fred had maar niet met George. George had hem helemaal niets beloofd.
“Ik zei toch dat we geen deal hadden,” zei George.
George mompelde wat en de spreuk die Ron als versteend liet staan was opgeheven. “Als je straks ook de schade even afrekent praten we er niet meer over. Ja Ron, nu hebben we wel een deal.”
Ron knikte en liep het magazijn uit. Hij was boos en teleurgesteld op de situatie maar vooral op zichzelf.
Toen Ron terug naar de zaal kwam waren Ginny en Christel al bijna klaar. Ze besloten wat dagdromen, zelfcorrigerende veren en een Ukkepulk mee te nemen. Ook kon Ginny het niet laten om het monster in poedervorm mee te nemen waarover ze op de poster had gelezen. Ron was hier duidelijk minder blij mee. Van George kregen Christel en Ginny nog een verrassingspakket met hun bekendste, best verkopende en nieuwste producten. Ron kreeg niets. George zei dat de pakketen op waren maar Ron wist wel beter. Toen Christel en Ginny naar buiten waren liep Ron weer terug de winkel in, zogenaamd omdat hij iets vergeten was. Binnen betaalde hij de achterlijk hoge rekening die George aan hem gaf.
Vermoeid gingen ze terug naar het hoofdkwartier. Hopend dat de surpriseparty morgen een succes zou worden en om eventuele moeilijke vragen van Hermelien te ontlopen besloten Christel en Ron die avond om vroeg naar hun eigen bed te gaan. Helaas lukte het hen niet om de slaap snel te vatten. Allebei lagen ze te piekeren. Is het wel een goed idee, zo’n surpriseparty? Zal Hermelien het wel leuk vinden? Hadden ze wel de juiste cadeautjes? Zal Hermelien wel een leuke verjaardag hebben nu Harry, haar liefde, er niet bij was? En vooral de vraag, of het ze zou lukken om Hermelien te overtuigen de wisseldrank af te maken zat ze het meest dwars. Maar snel genoeg zouden ze hier achterkomen. Nog maar een paar uur en ze zouden met smoesjes weg moeten om alle gasten te ontvangen en de laatste dingen klaar te zetten. En ook zouden ze Hermelien via een smoesje mee moeten lokken naar het feest. Of dit allemaal zou gaan lukken bleef nog maar de vraag. Want liegen tegen Hermelien was niet zo gemakkelijk, daar waren ze vandaag op de Wegisweg wel achter gekomen. |
|
|
|
|
Weasley_Girl
1e jaars
Verdiend:
258 Sikkels
Woonplaats: Logeert gezellig bij de Wemels
|
Geplaatst:
Ma Jan 14, 2008 16:40 |
|
Heej,
Veel plezier met het lezen van dit nieuwe stukje!
Groetjes Weasley_Girl
Hoofdstuk 11: De surpriseparty
Gelukkig kregen ze tijdens het ontbijt geen lastige vragen over waar ze gisteren nou precies waren van Hermelien. Het lukte hen om de surpriseparty nog steeds geheim te houden. Nog even en het feest zou beginnen. De meeste gasten zouden inmiddels wel op het Nest gearriveerd zijn, dacht Ron tevreden. Het verbaasde hem eigenlijk dat het gelukt was het zo lang geheim te houden. Maar goed, het moeilijkste zouden ze nu toch wel gehad hebben? Hij moest alleen nog Hermelien mee naar het Nest zien te krijgen. Zo moeilijk kon dit toch niet zijn?
Er was nu tenminste geen broer in de buurt die het hem moeilijk probeerde te maken. Maar Christel was er ook niet om de moeilijke vragen te helpen beantwoorden. Ron kon zich nog steeds moeilijk voorstellen dat er naast Harry nog iemand was met wie hij zo goed kon opschieten. Oké, Hermelien was aardig maar heel vaak zijn ze het niet met elkaar eens. Christel was anders, ze vulde hem aan. En hij haar. Ze waren een team en elkaars beste vrienden, waarschijnlijk nog wel betere vrienden dan Harry en Ron ooit waren geweest.
Ron keek nog een laatste keer op de klok. Hij kon het niet langer meer uitstellen. Het was nu echt tijd om te vertrekken. Met goede moed liep Ron zijn kamer uit, de trap af, de woonkamer binnen. Met grote stappen liep hij naar de tafel waar Hermelien zat die aantekeningen maakte uit een dik, stoffig boek.
“Hermelien,” zei Ron die naast de stoel van Hermelien was gaan staan.
“Wacht even Ron ik maak eerst deze bladzij even af.”
Ron wachtte geduldig totdat Hermelien uitgeschreven was.
“Hermelien,” begon Ron weer, “Molly maakt zich zorgen over je. Ze wil graag met je praten. Nou..eh..ik vroeg me af of je met me mee wil gaan naar het Nest.”
“Nu,” vroeg Hermelien die keek naar het boek dat ze zo graag vandaag nog uit had.
“Ja, nu,” zei Ron, “of je moet morgen alleen willen gaan.”
Ron wist dat Hermelien liever niet alleen zou gaan, omdat Molly haar meestal niet eerder dan na een drie uur durend bezoek liet gaan.
“Misschien moet ik morgen dan maar gaan,” zei Hermelien terwijl ze haar blik weer op het boek richtte.
Ron schrok, dit had hij niet verwacht. Gelukkig wist hij wel normaal te reageren.
“Nou dan moet je het zelf weten. Morgen kan ik niet mee. Maar als je nu mee gaat beloof ik dat we na een uurtje weer weggaan.”
Hermelien twijfelde nog even maar gaf toen toe. “Oké, dan gaan we nu.”
Samen liepen ze naar buiten en verdwijnselde tot in de tuin van het Nest. Ron liep voor Hermelien naar de deur en opende hem. Zodra Hermelien in de deuropening verscheen hoorde je de feestgangers: “Verrassing!”
Christel keek naar het verbaasde gezicht van Hermelien en wachtte op het moment dat haar gezichtsuitdrukking veranderde. Christel bleef gespannen kijken richting Hermelien, vond ze het leuk, of niet?
Enkele feestgangers begonnen luidkeels “Happy Birthday to you” te zingen. De aanwezigen vonden “Lang zal ze leven” geen geslaagde keuze omdat in zo’n oorlog niemand wist hoe lang je nog zou hebben. Christel zag de glimlach die op het gezicht van Hermelien verscheen en wist dat het feest een succes zou worden.
Nadat het feest al enkele uren in volle gang was besloot Ron het er maar op te gaan wagen. Het was nu of nooit. Ron liep naar de keuken van het Nest waar Hermelien druk bezig was om via een spreuk tientallen glazen vol te schenken met boterbier.
“Hermelien, je was toch een paar weken geleden bezig met het maken van wisseldrank,” vroeg Ron voorzichtig terwijl hij het antwoordt eigenlijk al wist.
“Ja, waarom wil je dat weten.”
“Ik vroeg me af of je die drank nog af kon maken. Het kan nog wel eens van pas komen,” zei Ron.
“Ik kan het wel afmaken, maar waarvoor heb je wisseldrank nodig?”
“Nergens,” loog Ron, “het kan gewoon nog eens van pas komen. Daarom maakte je het toch?”
“Het klonk alsof je het nodig had,” zei Hermelien een beetje achterdochtig.
“Hopelijk zullen we het niet nodig hebben,” zei Ron die dit meende en hoopte dat de wisseldrank niet nodig zou zijn en Harry gewoon zou terugkomen. “Dus je maakt het?” vroeg Ron gespannen.
“Als jij het graag wilt,” zei Hermelien langzaam, nog steeds niet echt overtuigd van Ron’s motieven.
“Mooi,” zei Ron, “wanneer denk je dat je het af hebt?”
“Morgen maak ik het wel af,” zei Hermelien, “Maar ik ga nu weer naar binnen.”
Hermelien liep de keuken uit met vier zwevende dienbladen met drinken voor zich uit.
Het feest had niet beter kunnen gaan. Hermelien was echt gelukkig net als de anderen die aanwezig waren. Eindelijk was er weer eens een lichtpuntje in deze donkere periode. Net zoals bij alle leuke dingen ging ook deze dag weer veel te snel voorbij.
Hoofdstuk 12: De deadline verstrijkt
Zoals afgesproken kreeg Ron de wisseldrank de dag na Hermelien’s verjaardag. Hierdoor stuitte Christel en Ron op het volgende probleem. Door het drinken van de Wisseldrank, met een haar van Harry erin, konden ze wel de schijn ophouden dat Harry bij een confrontatie aanwezig was. Maar hoe kon iemand nu onopvallend de wisseldrank elk uur drinken terwijl hij of zij aan het duelleren was?
Een antwoordt hierop had Ron niet. Maar gelukkig kreeg Christel al snel een idee.
Hoewel Ron zelf niet begreep hoe ze dit probleem kon oplossen, was hij wel nieuwsgierig naar wat Christel bedacht had. Waarom vertelde ze hem niet gewoon waarmee ze bezig was zodat hij kon helpen. Ze wist toch dat hij er niet van hield als ze dagenlang zo geheimzinnig doet? Gelukkig zou ze hem vandaag vertellen waar ze me bezig was. Althans dat had ze hem beloofd.
De hele ochtend bleef Ron een beetje rondhangen in het Hoofdkwartier zonder echt iets nuttigs te doen. Die middag was het eindelijk zo ver. Eindelijk kwam Christel naar hem toe en vroeg plagend: “Wil je nog weten hoe ik het probleempje heb opgelost?”
“Ja, duh,” zei Ron een beetje ongeduldig.
Samen liepen ze naar een plek waar ze niet gestoord konden worden. Die plek werd Ron’s slaapkamer die net wat dichterbij lag dan die van Christel
“Jij hebt de wisseldrank en Harry’s haren verzameld, toch?” vroeg Christel ter controle.
“Tuurlijk,” zei Ron die een plastic zakje met haren tevoorschijn haalde uit een laatje.
“Mooi. Ik heb dit dus we hebben nu alles om de schijn op te houden dat Harry bij de eerstkomende confrontatie aanwezig is.”
Ron pakt voorzichtig het voorwerp uit Christel’s handen dat bestond uit een soort naald met daaraan een plasticzak met een band erom en enkele andere uitsteeksels.
“Wat is dit?” vroeg Ron die niet zag hoe dit ooit het probleem kon oplossen.
“Dit is de oplossing,” zei Christel rustig.
“Maar hoe werkt het dan?” vroeg Ron die nog steeds wat twijfels had.
“In die zak van onbreekbaar plastic stop je de wisseldrank met een paar haren van Harry. Het robotarmpje bij de naald injecteert de naald elk kwartier in de huid. De band om de zak trekt zich aan en de wisseldrank word het lichaam ingeduwd. Het stokje aan het eind van de zak rolt richting de naald om ervoor te zorgen dat er genoeg druk op staat. Zo werkt het dus.”
“Maar je moet de wisseldrank toch drinken, wat hebben we hier dan aan?”
“Dat is dus een veel gemaakte fout,” zei Christel, “ je hoeft de wisseldrank namelijk niet te drinken. De gebruiker moet de drank binnenkrijgen dat staat in meerdere toverdrankboeken. Je hoeft het dus niet persé te drinken.”
“Oké,” zei Ron die nu snapte dat dit geval misschien toch wel zou kunnen werken, “Waarom wordt er elk kwartier geïnjecteerd?” vroeg Ron die het niet zo op naalden had.
“Omdat je met injecteren veel minder drank binnen krijgt dan met drinken leek het me logisch dat we het beter maar een paar keer vaker dan om het uur moesten doen.”
Ron, die eindelijk overtuigd leek, sprak af dat ze hun plan, om ‘Harry’ bij een confrontatie te laten zijn op de dag dat de deadline verstreek bekend zouden maken.
De volgende dag zou de deadline al verstrijken en nog lang niet voor elke vraag hadden Christel en Ron een antwoord. Ron besloot om zijn broer Bill te schrijven en hem te vragen of hij wilde komen. Bill kon namelijk het beste duelleren van de Wemels en zo zou er niemand anders gemist worden tijdens de confrontatie. Ron vreesde alleen dat Bill niet gelijk gemist kon worden in het verzet dat Charlie en Bill samen in Frankrijk leidden. Maar wie moest zich anders voordoen als Harry? Wie moest het anders opnemen tegen Voldemort? Deze vragen bleven door zijn hoofd spoken.
Ook de volgende dag werd hij geplaagd door deze onbeantwoorde vragen. Het leek er wel op dat niemand de deadline was vergeten. Langzaam druppelde het hoofdkwartier vol met leden van de orde. Zelfs Anderling en Banning waren er ’s middags al. Toen de avond begon te vallen waren alle leden van de orde, die in Engeland zaten, aanwezig. Er werd nu alleen nog gewacht op Lupos, die de orde leidde sinds Perkamentus was vermoord.
Na een paar uur in spanning te hebben zitten wachten kwam Lupos niets vermoedend binnen. Toen hij de drukte zag kon hij maar één conclusie trekken.
“Jullie zijn hier omdat de deadline verstreken is.” Een paar leden van de orde knikte instemmend.
“Nu willen jullie weten hoe het verder moet, zonder Harry’s aanwezigheid. Het lijkt mij het beste als we ons niet al te druk maken, hij is pas twee weken weg,” zei Lupos.
“Pas twee weken?! Twee weken is veel te lang. We hadden gelijk moeten gaan zoeken,” riep Fred.
“Inderdaad,” zei Ginny instemmend, “We moeten hem zoeken en het niet langer uitstellen.”
Lupos keek rond en zag dat hij zwaar in de minderheid was, alleen Hermelien stond aan zijn kant. Zuchtend zei Lupos: “Misschien moeten we Harry inderdaad gaan zoeken.”
“Ik heb je al aangeboden om Harry te gaan zoeken. Ik wil dat nog steeds graag doen. Ik heb de meeste ervaring hier in,” zei Dwaaloog Dolleman.
“Goed,” zei Lupos, “Dwaaloog gaat Harry zoeken. Dan is dat afgesproken.”
Lupos stond op en wilde weggaan.
“Hé, niet zo snel,” zei Ron die ook opstond en Lupos terug in zijn stoel duwde.
“We moeten voortaan gewoon naar de confrontaties gaan,” zei George, “met of zonder Harry.”
“Ja,” viel zijn tweelingbroer hem bij,” we kunnen niet langer toekijken als het huis van iemand van de orde wordt verwoest. Banning, we laten ze jouw huis niet een tweede keer afnemen.”
Vele leden van de orde waren het hier grondig mee eens. Lupos die totaal niet van plan was om de dooddoeners te laten zien dat Harry was verdwenen vond dit een slecht idee. Maar toen hij zelfs Tops instemmend zag knikken kon hij niet anders.
“Goed,” zei Lupos met tegenzin, “we gaan weer gewoon naar confrontaties. Op één voorwaarde, dat ze er niet achter kunnen komen dat Harry weg is.”
“Maar dat betekend dat we niet kunnen gaan,” zei Ginny teleurgesteld.
“Precies,” zei Lupos.
Christel en Ron keken elkaar aan. Dit was het moment dat ze over hun plan moesten vertellen.
“Dat is geen probleem,” zei Ron.
“Inderdaad,” zei Christel.
“Wij hadden dit namelijk al verwacht,” vervolgde Ron.
“Daarom heb ik een apparaatje gemaakt dat wisseldrank injecteert. Zodat iemand zich voor kan doen als Harry.”
“Bij de volgende confrontatie zijn we er dus bij,” zei Ginny opgelucht.
“We hebben alleen nog een vraagje,” zei Christel, “wie zal zich voor willen doen als Harry bij de volgende confrontatie?”
Er ontstond een hoop geroezemoes. Iedereen leek wel een idee te hebben over wie zich voor moest doen als Harry. Maar na een paar minuten werd al pijnlijk duidelijk dat hoewel iedereen wel bij de volgende confrontatie wilde zijn, niemand in Harry’s schoenen zou willen staan.
“Het lijkt me duidelijk. We gaan pas weer naar een confrontatie als we iemand hebben gevonden die het aandurft om in Harry’s schoenen te staan,” zei Lupos, “Tot die tijd gaan we dus niet.”
“Dat is niet nodig,” zei Ron zacht. Niemand leek hem gehoord te hebben dus zei het nog een keer maar nu wat harder.
“Dat is niet nodig. Ik doe me wel voor als Harry totdat we iemand anders gevonden hebben.”
“Jij,” zei Ginny vragend.
“Ja ik. Ik doe het wel. Ik doe me wel voor als Harry.”
“Dat lijkt me dan opgelost. Ron doet zich voor als Harry bij de volgende confrontatie,” zei Tops. |
|
|
|
|
Weasley_Girl
1e jaars
Verdiend:
258 Sikkels
Woonplaats: Logeert gezellig bij de Wemels
|
Geplaatst:
Ma Feb 11, 2008 19:45 |
|
Heej allemaal,
Sorry voor het lange wachten, maar mijn schoolexamens waren gek genoeg net iets belangrijker.
Het volgende stukje is, te eren van de Griffoendor afdelingsmaand, in deze gezellige kleuren!
Veel leesplezier!
Weasley_Girl
Ps. Nu de Griffoendormaand over is leek het me iets makkelijker leesbaar om het weer in wit te veranderen
Hoofdstuk 13: Een confrontatie zonder Harry
De stem van Ron bleef maar door Christel’s hoofd spelen: “Ja ik. Ik doe het wel. Ik doe me wel voor als Harry.” Waarom deed hij dit? Waarom was hij zo eigenwijs? Hij kon lang niet zo goed duelleren als Harry. Waarom wilde hij dit dan toch doen? Vreemd genoeg vond ze het eigenlijk best dapper van hem. Dapper maar toch een beetje naïef. Wat als hem wat zou overkomen? Ze had nooit gedacht dat ze zich zoveel zorgen om Ron zou maken. Ook al waren ze nu al weken elkaars beste vrienden. Ron was de allerbeste vriend die ze zich voor kon stellen en misschien zelfs wel meer dan dat…
De volgende morgen besloot Christel om met Ron over zijn beslissing te praten. Hij moest vast wel een idee hebben hoe hij dit wilde gaan uitvoeren zonder zelf gemist te worden. Want iemand van het gouden trio kon toch niet gemist worden? Dat zou bijna net zo vreemd zijn als dat Harry er niet zou zijn.
Snel zocht Christel Ron op en zoals gewoonlijk vond ze hem aan de eettafel met een overvol bord voor zich. Waar liet hij al dat eten toch, vroeg ze zich af. Christel besloot om ook te gaan ontbijten en smeerde een paar broodjes. Ze ging naast Ron aan tafel zitten en begon te eten, wachtend totdat hij de stilte zou verbreken. Na enkele stille minuten waarin Ron enkel met zijn eten had zitten spelen en geen hap had genomen besloot Christel de stilte te verbreken.
“Kom we moeten praten,” Christel sleepte Ron mee naar haar kamer en duwde hem in een stoel. Toen hij nog steeds niets zei besloot Christel het gesprek op gang te helpen.
“Ron, je hebt toch nagedacht over wat je gisteren hebt toegezegd. Ik vind het erg dapper van je, maar is het wel een goede keuze? Ik wil je niet beledigen maar zo goed ben je nu ook weer niet in duelleren.”
“Ik weet het,” zuchtte Ron, “Maar iemand moet het toch doen? Ik ben echt niet van plan om dit lang te gaan doen. Ik moet alleen nog wachten tot Bill hier is, hij wil het vast wel van me overnemen. Hij is ook het beste in duelleren van alle Wemels.”
“Gelukkig, ik was even bang dat jij je zou blijven voordoen als Harry.”
“Zo gek ben ik nou ook weer niet,” zei Ron.
“Maar heb je al nagedacht over hoe jij zelf uit een confrontatie verdwijnt voordat je als Harry terugkomt,” vroeg Christel.
“Eigenlijk niet. Maar ik hoopte dat jij daar wel een oplossing voor kon vinden,” zei Ron met een charmante glimlach.
Christel dacht diep na en kreeg inderdaad al snel een plan dat zou kunnen werken.
“Ik kan je natuurlijk beheksen, en je dan naar buiten sleuren. Zo zien ze dat jij niet meer instaat bent om te vechten.”
“En me dus behekst naar buiten sleuren zonder dat ik mezelf kan verdedigen?”
“Ja,” antwoordde Christel kort.
“Maar wat als de vloek des doods wordt afgevuurd,” vroeg Ron die vurig hoopte dat dat niet zou gebeuren.
“Dan moet je hopen dat hij je mist. Elke andere vervloeking zou ik wel proberen tegenhouden.”
“Dus dit is je plan?”
“Dit is het plan. Afgesproken?”
“Afgesproken. Maar wil je me één ding beloven.”
“Tuurlijk,” zei Christel zonder te weten wat ze Ron beloofde.
“Wil je Ginny in de gaten houden?”
“Ja, tuurlijk houd ik je zusje in de gaten. Maak je daar maar geen zorgen over. Bedenk je eerder hoe je het Voldemort zo moeilijk mogelijk gaat maken. En mocht er wat misgaan wat ik niet hoop, neem ik het van je over. Ik neem wisseldrank en een haar van Harry mee voor het geval dat.”
Tevreden over dit gesprek liep Christel de kamer uit en ging andere dingen doen. Vurig hopend dat Ron niet tegen Voldemort zou hoeven te duelleren en dat een volgende confrontatie nog lang weg zou blijven.
Maar helaas bleef het maar twee dagen rustig in het hoofdkwartier. Nog geen tien minuten geleden was Romeo Wolkenveldt langs geweest en had hen verteld dat de dooddoeners en Voldemort bezig waren om het huis van Harry’s ouders, Godric Hollow, de plaats van hoop aan het vernielen waren. Kortom de confrontatie zou al vandaag plaatsvinden anders zouden het monument van hoop en de graven van Lily en James Potter vernietigd worden. Er zat niets anders op.
Zoals afgesproken ging Ron eerst als zichzelf de confrontatie in. Na ongeveer een kwartiertje zochten Christel en Ron een donker hoekje op waar Christel Ron behekste. Ron zat van top tot teen onder het bloed besmeurt. Iedere buitenstaander zou denken dat hij elk moment dood kon bloeden. Maar zo ernstig waren de wonden niet, de meeste waren oppervlakkige schaafwonden waar Christel wat nepbloed overheen had getoverd.
“Oké, dit is het moment. Je houdt je bewusteloos. Anders heeft dit geen zin.”
“Ja, Christel. Kom op laten we het proberen.”
Christel zei Mobilicorpus waardoor Ron vooruit zweefde. Voorzicht maar ook snel probeerde Christel hem naar buiten te loodsen. Ze moest wel een paar keer stoppen om een vervloeking te weren maar het viel eigenlijk best mee.
Buiten aangekomen hief ze de spreuken op en heelde zijn wonden.
“Succes Ron. Ik weet dat je het kunt.”
“Bedankt,” zei Ron die toch wel een beetje zenuwachtig was, “ik zie je zo.”
Christel knikte en draaide zich om en glimlachte naar Ron die in Harry veranderde en naar Akropolis haar uil die op het gebouw tegen over het huis van hoop stond. Vastbesloten liep ze naar binnen. Daar aangekomen begon ze meteen te duelleren met Lucius Malfidus zoals ze de laatste confrontatie had gedaan.
Tijdens het duelleren keek Christel vaak om haar heen. Ze zag dat één van de dooddoeners zwaar bloedend op de grond lag. Mooi, dat was er weer één minder. Ook zag ze dat Ginny in duel was met Korzel waarbij ze duidelijk geen hulp nodig had. Glimlachend keek ze naar dat tafereel. Maar lang bleef die lach niet op haar gezicht staan. Ze werd geraakt door een duistere spreuk van Lucius. Snel rolde ze zich om over de grond om niet nog eens geraakt te worden. Vlug sprak ze verschillende helingspreuken uit over haar buik dat aanvoelde alsof er één van haar ingewanden gescheurd was. Waarschijnlijk had één van die spreuken succes want de pijn nam iets af. Ze moest beter opletten wilde ze voorkomen dat ze ernstiger gewond raakte. Ze duelleerde verder maar glansde af en toe richting Ron die veel moeite had om overeind te blijven tegenover Voldemort. Ze merkt dat ze zich zorgen om hem maakte. Niet gewoon als een vriend, maar meer dan dat, alsof ze zijn vriendin was. Ze merkte dat ze dolgraag zijn vriendin wilde zijn. Ron die zich voordeed als Harry was al verschillende keren geraakt, maar leek de moed niet te verliezen, zoals Harry wel deed, ook al kon iedereen zien dat Voldemort veel beter was in dit duel.
Ginny. Waar was Ginny, vroeg Christel zich af terwijl ze haastig in het rond keek. Ze verliet het duel met Lucius Malfidus waarin Lupos dankbaar haar plek had overgenomen. Ze rende door het huis, zoekend naar Ginny. Gelukkig circuleerde ook Akropolis door de lucht die haar hielp met zoeken. Uiteindelijk zag ze een pluk rood haar de hoek van een gang om verdwijnen. Snel liep ze er heen en luisterde naar wat de dooddoeners tegen elkaar zeiden. Alleen zou ze de vier dooddoeners nooit aankunnen. Zachtjes aaide ze Akropolis over haar veren zonder dat ze daar erg in had.
Sh!t. De enige belofte die ze ooit aan Ron gedaan had zou ze niet kunnen houden, dacht Christel triest. Ze probeerde te luisteren naar de dooddoeners in de hoop dat het iets bruikbaars was.
“Nee, we gaan nog niet naar het nieuwe hoofdkwartier. Dat is nog niet klaar,” zei Zabini.
“Waar gaan we dan wel heen,” zei een dikke dooddoener die Kwast heet.
“Naar HM natuurlijk,” zei de zoon van Lucius Malfidus.
Christel fluisterde iets tegen Akropolis die vlak over de dooddoeners vloog en een haar van Draco terugbracht.
“Zal ik hem vervloeken,” vroeg Zabini.
“Nee, laat maar. Het is nu het belangrijkste dat we haar naar HM brengen,” zei Draco die naar Ginny knikte die los probeerde te komen uit de armen van Korzel en Zabini.
Christel zag hoe de vier dooddoeners verdwenen en keek toch iets hoopvoller dan net. Ze wist waar ze heen gingen en ze had een plan hoe ze Ginny kon bevrijden. |
Laatst aangepast door Weasley_Girl op Ma Mrt 03, 2008 17:25; in totaal 1 keer bewerkt |
|
|
|
Weasley_Girl
1e jaars
Verdiend:
258 Sikkels
Woonplaats: Logeert gezellig bij de Wemels
|
Geplaatst:
Vr Feb 22, 2008 16:09 |
|
Heej,
Hier is een nieuw stukje.
Ik hoop dat iemand het leuk vindt.
Veel leesplezier!
Weasley_Girl
Hoofdstuk 14: Reddingsactie
Wetende wat haar nu te doen stond, hoe ze Ginny kon bevrijden en hoe ze de dus haar belofte aan Ron kon nakomen begon ze haar plan in werking te zetten. Het was weliswaar een plan met de nodige risico’s maar het was het proberen waard.
Het eerste wat ze nodig had voor haar plan had Akropolis haar net bezorgt. Een haar. Niet zo maar een haar, een haar van een dooddoener, een haar van Draco Malfidus. Met de wisseldrank die nog in haar linkerzak zat zou het binnendringen van Huize Malfidus een stuk eenvoudiger worden. Voordat ze naar Huize Malfidus zou gaan moest ze echter nog een paar dingen doen.
Snel zocht ze een stuk perkament en een veer. Niet geïnteresseerd wat er op de ander kant van het perkament stond begon ze te schrijven.
Lieve Ron,
Zoals je nu wel zal weten is Ginny ontvoerd door dooddoeners.
Het spijt me dat ik de belofte die ik aan je gemaakt had niet heb kunnen houden.
Ik weet dat ze naar Huize Malfidus is gebracht. Maar beloof me niet voor middernacht te komen. Ik heb namelijk een plan en wil niet dat dat de mist in loopt als jullie binnenkomen stormen.
Geef me de kans om mijn fout te herstellen. Wacht alsjeblieft met acties tot middernacht.
Als alles goed gaat zijn Ginny en ik beide dan weer terug.
Liefs,
Christel
Christel bond het papiertje aan de poot van Akropolis vast.
“Geef dit alleen aan Ron en aan niemand anders. Als je moeite hebt hem te vinden blijf dan in de buurt van Harry,” fluisterde Christel tegen haar uil.
Ze liep nog snel de kamer door naar de dooddoener die dood op de grond lag. Christel hield er niet van om aan een lijk te moeten zitten maar ze had geen keus. Snel haalde ze de mantel van het al koud en stijf geworden lichaam. Ze sloeg de mantel om haar heen zonder de persoon die in de schaduw stond te zien. Snel liep ze een zijstraatje in en verdwijnselde naar Huize Malfidus.
Aangekomen op het terrein van Huize Malfidus besloot ze dat ze minstens een uur moest wachten voordat ze naar binnen ging in de hoop om zo Draco Malfidus te ontlopen.
Ze wachtte voor een uur wat betekende dat ze nog precies twee uur zou hebben om Ginny te redden voor de rest actie zou ondernemen.
Christel brak de haar doormidden en gooide het in de wisseldrank en wist dat ze precies een uur had om Ginny te redden. Christel nam een flinke slok.
Op hoop van zegen liep Christel naar het huis toe en klom door een van de openstaande ramen. De huiself die ze tegenkwam beveelde ze om te zeggen waar Korzel of Kwast was en of hij alleen was. Mooi Korzel was alleen in de keuken, ideaal dacht Christel die de huiself ook had bevolen om in de keuken te gaan werken.
Snel volgde ze de huiself en keek schichtig om zich heen of ze niemand tegenkwam. Aangekomen in de keuken zag ze Korzel die druk bezig was met het eten van cakejes.
“Korzel, breng me naar de Wezelin.”
Korzel keek van de cakejes naar ‘Draco’, en twijfelde wat te doen.
“NU! Of wil je dat ik tegen de Heer van het Duister vertel over je wanprestaties,” zei Christel die lol kreeg in dit rollenspel.
Snel stond Korzel op van de tafel die gevuld was met cakejes en andere lekkernijen. Hij knikte en Korzel ging ‘Draco’ voor en liep de trappen af naar de kerkers. Onderweg kwamen ze Zabini tegen die in de hal stond waar de voordeur zich bevond.
“Malfidus.”
“Zabini,” zei ‘Draco’ die wilde doorlopen.
“Wat ga je doen. De martelingen heb ik al uitgevoerd.”
“Orders van de Heer van het Duister. Ik moet ze nu uitvoeren.”
Christel liep langs hem heen en verbaasde zich hoe gemakkelijk dit ging. Christel moest moeite doen om de weg te onthouden die ze na de ontmoeting met Zabini volgde. Eerst twee keer links, dan rechts en dan de vierde deur rechts.
Toen zag Christel Ginny in een cel met tralies ervoor. Ze was gewond. Ze had meerdere wonden en zelfs blauwe plekken in het gezicht. Christel keek naar Ginny’s linkerbeen dat in een vreemde stand lag. Ze zou waarschijnlijk niet kunnen lopen. Geschokt keek ze naar Ginny die veel pijn had en angstig om zich heen keek.
Korzel stond naast ‘Draco’ die vreemd voor zich uitkeek.
Korzel kuchte. Hij had geen zin om hier nog veel langer te wachten wetende dat boven nog diverse cakejes op hem lagen te wachten.
“Maak open,” zei ‘Draco’ die grijnsde richting Korzel. Christel hoopte dat de grijns en het bevel overtuigend overkwamen.
Nadat Korzel een spreuk mompelde ging de celdeur open.
“Je kunt gaan ,” zei ‘Draco’ die de cel inliep richting Ginny.
Hoe dichter Christel bij Ginny kwam des te angstiger Ginny werd. Christel draaide zich om, om zich ervan te verzekeren dat Korzel echt weg was.
“Ginny, ik ben het,” zei Christel.
Ginny die keek of ze het nog steeds niet helemaal vertrouwde deinsde een stukje achteruit.
“Ginny, ik ben het. Christel. Ik kom je hier weghalen.”
Er verscheen een waterig glimlachje op het gezicht van Ginny.
Snel begon Christel met het uitspreken van enkele helingsspreuken en spalkte het been van Ginny.
“Kun je erop staan? Kun je ook lopen?” vroeg Christel.
Ginny ging staan leunend tegen de muur. Het lopen ging niet echt snel, maar het ging.
“Mooi zo,” zei Christel, “dan kunnen we gaan.”
Draco’ en Ginny liepen samen de trappen van de kerkers op en kwamen in de hal.
In de hal zag Christel, Kwast staan die vragend keek.
“Orders van de Heer van het Duister. Hij wil dat ik haar vast naar de nieuwe locatie breng,” zei ‘Draco’ die nu met Ginny het huis verliet.
“Mocht er nog wat misgaan loop verder zo hard als je kan. Voorbij die stuiken kun je verdwijnselen,” fluisterde Christel.
“Denk je dan dat er nog iets mis kan gaan,” vroeg Ginny geschrokken;
“Nee, maar je weet maar nooit. Nog zo’n vijftig meter en we zijn er.”
Ondertussen in het huis keek Kwast met grote ogen naar de persoon die van de trap naar beneden liep. Hij keek even richting de deur en vervolgens opnieuw naar de trap.
“Malfidus, maar, hoe kom jij hier?”
“Waar heb je het over Kwast? Ik zei net toch dat ik naar mijn kamer zou gaan en daar kom ik dan dus ook vandaan.”
“Maar dat kan niet? Jij bracht de Wezelin toch naar de nieuwe locatie?” zei Kwast verward.
“Waar heb je het over?” zei Draco kwaad terwijl hij z’n geduld begon te verliezen.
Zabini die net aankwam lopen ving het einde van het gesprek op.
“Waar is Malfidus volgens jou dan,” vroeg Zabini rustig terwijl hij Kwast aankeek.
“Daar,” zei Kwast die naar de deur wees.
Vlug liepen ze naar buiten en zagen daar een tweede Draco en de Wezelin in de verte lopen.
Ze begonnen gelijk met het afvuren van spreuken richting het tweetal.
“Ga Ginny vlug! Ik red me wel.”
Christel vuurde enkele schildspreuken richting Ginny die zo niet geraakt werd. Tijd om zichzelf te beschermen had ze niet. Ze werd geraakt en zakte door haar benen op de grond.
“Ga alsjeblieft…Ginny ga, red jezelf,” zei Christel die zag dat Ginny het verdwijnselpunt bereikt had. Ginny draaide zich nog één keer om richting Christel en verdwijnselde naar Sint Holisto.
Christel zag hoe haar aanvallers dichterbij kwamen en zocht in haar mantel naar de wisseldrank die ze bij zich droeg. Vlug nam ze nog een slok wisseldrank en gooide het flesje de struiken in. Nu begon het echte werk pas, dacht Christel die voetstappen hoorde naderen... |
|
|
|
|
Weasley_Girl
1e jaars
Verdiend:
258 Sikkels
Woonplaats: Logeert gezellig bij de Wemels
|
Geplaatst:
Do Mrt 20, 2008 15:58 |
|
Heej,
Hier volgt weer een nieuw stukje.
Veel plezier!
Groetjes
Weasley_Girl
Hoofdstuk 15: Sint Holisto
“U moet nu echt stil zitten meneer Potter, anders kan ik echt uw been niet helen,”zei één van de helers.
Ron zat even stil zodat zijn been geheeld kon worden. Hij keek de kamer van Sint Holisto door. Overal zag hij bekende gezichten maar er ontbraken er ook een paar.
“Waar is Hermelien,” vroeg Ron bezorgt.
Hij keek nogmaals de kamer rond.
“Waar is Ginny! En waar is Christel,” vroeg Ron die zich nu pas realiseerde dat zij er ook niet waren.
“Hermelien ligt in het bed naast je,” zei Tops rustig, “door een nog onbekende spreuk is ze in coma geraakt.”
“Maar waar is Christel en waar is mijn zusje,” vroeg Ron terwijl hij in paniek begon te raken.
“Niemand weet waar ze zijn,” zei Lupos die wist dat hij deze informatie beter niet voor Ron verborgen kon houden.
“Nee, dit meen je niet,” zei Ron die in een soort van shock belandde.
Hij staarde een paar minuten voor zich uit zonder echt iets te zien.
“Akropolis,” zei Ron, “Daar is Christel’s uil!”
Verschillende mensen probeerde de uil naar zich toe te lokken maar niemand slaagde daarin.
“Volgens mij is die brief voor een speciaal persoon bedoeld en niemand anders,” concludeerde Lupos die richting Ron die er nog steeds uitzag als Harry knikte.
“Die brief is voor mij,” zei Ron die door meerdere mensen vragend werd aangekeken. “Maar ik krijg die brief pas als ik er niet meer als Harry uitzie.”
Ron voelde op zijn arm. Gelukkig het wisseldrankapparaat is er al af. Het was nu alleen nog maar een kwestie van tijd voor dat hij zou weten wat er in die brief staat. Nog nooit in zijn leven leken tien minuten zo lang te duren.
Toen de wisseldrank eindelijk was uitgewerkt vloog Akropolis op Ron af en stak zijn poot uit. Ron opende de brief en las hem in stilte. Niet wetend of hij nu gerustgesteld moest zijn of zich nog meer zorgen moest maken gooide hij de brief naar het voeteneind.
Lupos pakte de brief en las hem voor aan de rest:
“Lieve Ron, Zoals je nu wel zal weten is Ginny ontvoerd door dooddoeners.
Het spijt dat ik de belofte die ik aan je heb gemaakt niet heb kunnen houden.
Ik weet dat ze naar Huize Malfidus is gebracht. Maar beloof me niet voor middernacht te komen. Ik heb namelijk een plan en wil niet dat dat de mist in loopt als jullie binnenkomen stormen. Geef me de kans om mijn fout te herstellen. Wacht alsjeblieft met acties tot middernacht. Als alles goed gaat zijn Ginny en ik beide dan weer terug.
Liefs Christel”
Ron keek op de klok die naast hem op het nachtkastje stond en zag dat het nog maar tien uur was.
“Geef Christel die twee uur om welk plan ze ook heeft uit te voeren,” zei Ron.
“Weet je dat zeker,” vroeg Lupos, “we kunnen overgaan tot een verrassingsaanval.”
“Geef haar die twee uur. Doe daarna maar wat jou het beste lijkt,” zei Ron die een stuk zekerder klonk dan dat hij was.
Ron die een half uurtje na dit besluit genezen werd verklaard wist dat hij zijn ouders moest gaan inlichten. Iets waar hij enorm tegen op zat.
Nadat hij zijn ouders had ingelicht dat Ginny was ontvoerd ging Ron weer terug naar Sint Holisto. Hij nam plaats naast het bed van Hermelien en begon tegen haar te praten niet wetend of ze er ook maar iets van zou kunnen horen. Hij sprak zijn twijfels uit over de gemaakte beslissing om Christel de gevraagde tijd te geven om haar plan uit te voeren. Hij vertelde haar dat hij zich zorgen maakte om hen en dat hij eigenlijk niet wist om wie hij zich het meeste zorgen maakte. En hij vertelde dat hij Christel als meer dan alleen een vriendin zag en dat hij hoopte dat het wat tussen hen kon worden als ze terug zou komen. Hij merkte dat het hem opluchtte om tegen Hermelien te praten.
Hij keek weer eens op de klok die naast het bed van Hermelien stond. Het was tien voor elf. Christel had nu nog een uur en tien minuten. Wat duurde wachten lang, dacht Ron geërgerd. Vooral als in je zo in onzekerheid zat.
“Meneer Wemel,” zei een heler die de kamer binnenkwam gelopen, “je zusje Ginny is zojuist Sint Holisto binnen gekomen.”
Na dit bericht verscheen er een glimlach op het gezicht van Ron.
“Waar is ze?”
“Volg mij maar, ik breng u naar haar toe. Ik moet u wel waarschuwen dat ze behoorlijk gewond is.”
De glimlach verdween bijna geheel van zijn gezicht zodat er alleen een waterig glimlachje overbleef. Ginny was dan wel gewond maar ze was nu gelukkig wel veilig.
“Ginny,” zei Ron die snel naar het bed van zijn zusje liep. “Het komt nu allemaal goed. De helers gaan je genezen ook je been net als ze met mijn been hebben gedaan. Maak je geen zorgen van af nu komt alles goed.”
Ginny begon zachtjes te huilen.
“Gin, wat is er. Je weet toch dat je me alles kan vertellen,” zei Ron die naar het met blauwe plekken bezaaide, betraande gezicht van zijn zusje keek.
“Christel…” zei Ginny snikkend.
“Waar is ze eigenlijk? Is ze in een kamer hiernaast? Is ze ook gewond?”
“Nee…ik weet het niet,” antwoordde Ginny.
Ron keek zijn zusje vragend aan. Wat bedoelde ze?
“Ze….ze is nog daar”
Deze woorden bleven door het hoofd van Ron echoën en ook het waterige glimlachje verdween nu van zijn gezicht.
“Toen ze me redde, en we weggingen werd ze geraakt,” vertelde Ginny snikkend verder. “Ze riep dat ik alleen verder moest vluchten.”
Langzaam drongen deze woorden tot Ron door. Na een korte stilte stelde Ron de vraag waar hij al de hele avond mee rondliep.
“Hoe heeft ze je eigenlijk kunnen redden.”
“Wisseldrank,”antwoordde Ginny, “ ze leek echt als tweedruppels water op Draco Malfidus.”
Onbewust moest Ron even glimlachen. Dit was typisch de Christel die hij kon. Roekeloos en dapper.
“Gin, ik moet weg. Ik ga even langs pap en mam die zullen je dan wel gezelschap komen houden.”
“Je gaat haar redden hè, met de orde. Net zo als zij mij heeft gered. Je moet haar redden Ron.”
“Daar ga ik mijn uiterste best voor doen,” zei Ron die na deze woorden gezegd te hebben Ginny’s kamer uitliep.
Nieuwsgierig hoe het met Christel gaat?
Dan zou je helaas moeten wachten tot het volgende hoofdstuk.
Hint: Reacties kunnen er mogelijk voor zorgen dat het volgende stukje eerder komt. |
|
|
|
|
Weasley_Girl
1e jaars
Verdiend:
258 Sikkels
Woonplaats: Logeert gezellig bij de Wemels
|
Geplaatst:
Di Apr 08, 2008 10:31 |
|
Hallo niet-nieuwsgierige lezers,
Ik heb toch maar besloten om het volgende stukje te posten.
Veel leesplezier!
Groetjes Weasley_Girl
Hoofdstuk 16: Draco Malfidussen
Christel zag dat Ginny zich nog één keer omdraaide en verdwijnselde. Nu begint het echte werk pas dacht Christel die voetstappen hoorde naderen…
“Welke idioot heeft me behekst,” zei Christel woedend, die zo hoopte in haar rol als Draco Malfidus kon blijven.
“Dat was ik,” zei de echte Draco Malfidus met een smirk op zijn gezicht.
Sh!t dacht Christel hier had ze niet op gerekend. Korzel, Kwast en Zabini afzonderlijk van elkaar voor de gek te houden was eenvoudig. Waar hoe krijg ze overtuigt dat ik de echte Draco Malfidus ben als die eigenlijk al voor mijn neus staat.
“De vraag blijft echter wie ben jij,” zei Draco Malfidus.
“Ik,” zei Christel op dezelfde toon als de echte Malfidus. “Ik ben Draco Malfidus. Maar dat wisten jullie allang,” zei Christel die Korzel, Kwast en Zabini omstebeurt aankeek. “Het is duidelijk dat we hier met een indringer te maken hebben. Ik vraag me alleen af wie zich als mij voor durft te doen.”
Korzel keek van de ene naar de andere Draco Malfidus en herhaalde dit zo’n tien keer niet begrijpend wat er aan de hand is.
“Wie is nu de echte,” vroeg Kwast aan Zabini.
Zabini antwoordde hier op met de ontwapeningsspreuk. Beide Draco’s werden ontwapend. Ook werd de echte Draco Malfidus vastgebonden doormiddel van een spreuk net als Christel.
“Dat weet ik nog niet. We brengen ze naar het nieuwe hoofdkwartier aangezien die Wezelin haar ‘lieve’ vriendjes wel zou hebben ingelicht.”
“Wat,” zeiden beide Draco’s in koor die geen van beide iets voor dit idee voelden.
“Het is toch zo klaar als een klontje dat hij de bedrieger is,” zei Draco Malfidus, “hij heeft immers die Wezelin bevrijd.”
“Hij klinkt niet eens al mij. Zelfs niet een beetje. Het is toch wel duidelijk dat hij de bedrieger is. En tja, als jullie me niet behekst hadden had de orders van de Heer van het Duister gewoon uit kunnen voeren. Ik ben benieuwd wat hij met jullie gaat doen als hij dit hoort,” zei Christel luid, die hoopte dat ze minstens net zo overtuigd van zichzelf overkwam als Malfidus.
“Moet je dat horen. Moet je hem horen praten, dit geloof je toch niet,” zei Draco Malfidus.
“Het kan best kloppen. Net als jou verhaal. Ik neem geen risico’s,”zei Zabini.
Beide Malfidussen werden gebracht naar de verdwijnselplaats waarvandaan ze verdwijnselde naar een ander gebouw.
De twee nog steeds protesterende Malfidussen werden mee naar het gebouw gesleurd.
“Jullie zijn vroeg,” zei een voor Christel onbekende stem.
“Ja,” zei Zabini, “we hebben namelijk een klein probleempje zoals je kan zien.”
“Ja, daar lijkt er wel op,” zei Sneep die naar de twee Malfidussen keek.
“Sneep, heb je niet een drankje die laat zien wie de echte Draco Malfidus is,” vroeg Zabini.
Dit is dus Sneep dacht Christel. Dit is dus de spion en moordenaar van Perkamentus. Dit is dus Ron’s vroegere toverdrankenleraar.
“Het lijkt me typisch een geval van wisseldrank. Er zit niets anders op dan afwachten. Breng ze maar naar de cellen,” zei Sneep.
Christel en Malfidus werden ieder in een eigen cel gegooid. Christel wist dat ze waarschijnlijk nog ongeveer een half uur had voordat ze erachter komen wie zij is. Christel besloot maar te gaan zitten wetende dat ze beter haar kracht kon sparen voor de martelingen die ongetwijfeld zullen volgen nadat ze ontdekt is.
“Kwast blijf hier en waarschuw ons als de wisseldrank is uitgewerkt,” zei Zabini
“Waar is de Wezelin eigenlijk,” hoorde Christel nog net Sneep aan Zabini vragen die de kelders verlieten.
Zo’n tien minuten bleef het stil in de kerkers. Voordat ze bezoek kregen van enkele dooddoeners.
“Hé, Lucius ik wist niet dat je twee zonen had.”
“Erg grappig hoor Vleesschouwer,” hoorde je de lijzige stem van Lucius Malfidus.
Christel zag hoe de echte Draco Malfidus zich erg opwond en de dooddoeners probeerde te overtuigen dat hij de enige echte is. Christel besloot dit gedrag te kopiëren.
“Jeetje,” hoorde je de stem van Bellatrix van Detta, “ ze klinken zelfs hetzelfde ik zou echt niet weten wie mijn neefje is.”
“Nou ik durf te wedden dat die in de linker cel de echte,” zei een man met een zware stem.
“De linker je bent gek man. De rechter is de echte,” zei een vrouwenstem.
Christel moest er stiekem wel om lachen om de weddenschappen die werden gesloten over wie de echte Draco Malfidus is. Het leukste was nog dat er ongeveer even veel mensen dachten dat zij het was als dat mensen het goed hadden.
“Ik heb geen zin om hier nog langer te wachten. Iemand zin in een vuurwhisky,” stelde Zabini voor. Langzaamaan verlieten alle dooddoeners de kerkers. En werd het weer akelig stil.
Christel wist dat elk moment de wisseldrank uitgewerkt kon zijn. En ze had gelijk langzaam verdwenen de blonde lokken op haar hoofd en maakte plaats voor haar eigen halflange bruine haar. Ook Draco Malfidus zag dat de wisseldrank was uitgewerkt en begon als een idioot te roepen.
Na ongeveer één minuut ging kwam er iemand de trap af. Het was Blaise Zabini.
“Mensen, de echte Draco Malfidus zit in de rechtercel,” riep Zabini naar boven.
Je hoorde enkele mensen schelden en andere waren blij, zij zullen de weddenschap wel gewonnen hebben dacht Christel.
Christel stond op in haar cel en keek Zabini uitdagend aan.
“Welke Wezel heeft eigenlijk zich voorgedaan als mijn zoon,” vroeg Lucius die samen met Van Detta de kerkers inliep.
“Geen enkele,” antwoordde Zabini.
“Wie is hij dan,” vroeg Lucius.
“Het is geen hij maar een zij,” zei Zabini die zich hier duidelijk ook over verbaasde.
“Christel, was het toch,” zei Van Detta die zich langs de twee mannen had geworsteld.
“Ja,” zei Christel die geen angst liet door klinken in haar stem.
Een meisje met lef die bij de vijand hoort dat moest ze gewoon zien, “ik wist niet dat jullie ook meisjes met lef hadden,” zei Van Detta.
“Die hebben we zeker. Ze hebben nog meer lef dan jullie drie dooddoeners bij elkaar.”
“Daar zul je voor boeten,” zei Lucius Malfidus, “Crusio!”
Christel voelde hoe ze geraakte werd en pijnlijke, stuiptrekkende bewegingen op de grond maakte. Maar ze gaf geen kik. Ze wilde hun niet het plezier gunnen om ook maar een kreet van pijn uit te slaan. Ze wilde geen zwaktes tonen. Ze zou geen zwaktes tonen. Nu nog niet in ieder geval.
“Is dat alles wat je kan,” zei Christel uitdagend die zichtbaar zwaarder ademde dan voor de vloek haar raakte.
“Laat mij maar Lucius ik ben te slotte de expert,” zei Bellatrix die Christel van uit de hoogte aankeek.
“Kom maar op,” zei Christel die hoopte sterker over te komen dan ze zich voelde. Ook zij wist wat het lot was Marcel’s ouders, en van Marcel zelf natuurlijk, hij was uiteindelijk aan zijn verwondingen van Van Detta was gestorven. En van Harry’s peetvader, Sirius Zwarts natuurlijk. Als er iemand was tegen wie ze het op zou willen nemen in een duel, was zij het wel. Nooit zou ze aan Bellatrix van Detta laten zien dat ze pijn lijdt. Nooit.
Christel voelde dat deze crusiatusvloek een stuk harder bij haar aankwam dan die van Lucius Malfidus. Ze wilde het uitgillen van de pijn toen ze voelde hoe ze meerdere botten brak maar deed dit niet. Hijgend zat Christel op de grond toen Bellatrix de vloek had opgeheven. Ze voelde hoe er een straaltje bloed over haar gezicht stoomde. Christel keek om zich heen en vroeg zich af waarom de vloek opgeheven werd.
“Gaat iemand me er hier nog uithalen,” hoorde Christel de geïrriteerde stem van Draco Malfidus. Christel zag dat Zabini zijn cel met een spreuk opende en Draco Malfidus zijn toverstaf teruggaf.
“Laat mij haar martelen, die vuile halfbloed,” zei Draco Malfidus kil, “ik zal haar laten zien dat met een Malfidus niet te spotten valt.”
Trots keek Lucius naar zijn zoon en zei, “Hij heeft gelijk Bellatrix. Hij is de persoon die dat uitschot zou moeten straffen.”
Met tegenzin stopte Bellatrix van Detta haar toverstaf weer terug in de zak van haar gewaad. “Ga je gang neefje. Maak me trots en laat haar flink bloeden,” sprak Bellatrix die vervolgens de kerkers verliet.
Christel zag hoe bijna alle dooddoeners de kerkers hadden verlaten, alleen Draco Malfidus, Lucius Malfidus en Zabini stonden nog voor haar cel.
“Bedenk wel dat we haar levend nodig hebben,” zei Lucius, “we hebben nog geen informatie uit haar losgepeuterd en het experiment hebben we ook nog niet uitgevoerd.”
Draco knikte begrijpend.
“Alsof hij iemand kan vermoorden,” snoof Zabini, “zelf een gewonde, oude man kan hij niet aan.”
Christel wist dat deze opmerking op Perkamentus moest slaan. Door dit gesprek was ze iets opgelucht. Vandaag zou ze in ieder geval niet sterven en morgen ook niet als ze Lucius Malfidus goed begrepen had. |
|
|
|
|
Weasley_Girl
1e jaars
Verdiend:
258 Sikkels
Woonplaats: Logeert gezellig bij de Wemels
|
Geplaatst:
Vr Apr 25, 2008 18:42 |
|
Heej,
Deze keer heb ik twee hoofdstukjes voor jullie.
Ze bevatten veel gevoelens en weinig actie.
Maar dat maak ik de volgende de keer wel weer goed.
Veel leesplezier!
Weasley_Girl
Hoofdstuk 17: Ik mis je
De avond was voorbij. Zelfs had hij de nacht voorbij zien gaan. De dag waarop hij eerst zijn zusje en toen Christel om wie zo veel gaf kwijt was geraakt aan de dooddoeners, was gisteren. Hij dacht aan Sint Holisto toen hij Ginny beloofde dat hij Christel zou redden. Iets waar hij op dat moment heilig van overtuigd was dat dat zou lukken. Maar helaas het mocht niet zo zijn. Onbewust moest hij telkens terug denken aan Huize Malfidus waar hij overal naar de liefde van zijn leven gezocht heeft. Hij dacht terug aan de woorden van Lupos die door zijn hoofd bleven spoken.
“We zijn te laat. Christel is hier niet meer. Ze is meegenomen naar een andere plek.”
Hij kon toch niet te laat zijn? Het kon toch niet te laat zijn voor Christel? Als hij logisch nadacht wist hij het. Hij was te laat en het was te laat voor Christel. Misschien leeft ze nu nog maar Ron wist dat dat nooit voor lang kon zijn. Hij dacht terug aan verschillende artikelen van de ochtendprofeet. Hij wist er zeker wel twaalf te noemen over personen die ontvoerd waren dooddoeners en dood terug waren gevonden.
Ron probeerde hoop te putten uit het feit dat het de orde één keer gelukt is om iemand te bevrijden die ontvoerd was door dooddoeners. Casper, Casper Krauwel hebben ze kunnen redden. Dan moet dat toch ook kunnen met Christel dacht Ron. Onbewust dacht hij eraan dat Casper Krauwel niet lang van zijn vrijheid heeft kunnen genieten. Twee uur na de bevrijding overleed hij in Sint Holisto aan zijn verwondingen. Alleen Christel lukte het om iemand te redden van de dooddoeners, dat was Ginny. Natuurlijk was hij hier dankbaar voor maar hij hoopte dat het anders was gelopen en zij nu niet ontvoerd was door de dooddoeners.
Ron wist dat de situatie er voor Christel hopeloos uitzag. Hij wilde dat er meer reden was om hoop te hebben in een goede afloop dan alleen: eentje moet de tweede zijn die een ontvoering van de dooddoeners overleeft. Ron liep naar het raam staarde naar buiten met alleen nog maar één vraag dat door zijn hoofd spookte. ‘Christel waar ben je toch?’
Tops stond in de deuropening van Ron’s kamer. Ze was de trap opgelopen om te vragen of Ron ook kwam ontbijten. Maar nu ze hem zo zag staan bij het raam bedacht ze zich. Ze zag hoe Ron uit zijn raam staarde en dat er een traan over zijn wang naar beneden gleed. Tops besloot hem alleen te laten met zijn verdriet en was weer na beneden gegaan. Ze begreep Ron. Ze zou ook geen zin hebben in goed bedoelde adviezen als Remus zou zijn ontvoerd. Wat een vreselijke gedacht is dat toch. Tops hoopte vurig dat ze nooit zo iets zou hoeven mee te maken als dat Ron nu doormaakt.
-*-*-*-
Christel zat onderuitgezakt op de grond. Rechtop zitten ging gewoon echt niet meer. Hoe had ze er gisteren avond zo zeker van kunnen zijn dat ze nog niet zou gaan sterven? Ze wist het niet. Één ding heeft ze wel geleerd. Onderschat nooit een dooddoener.
Hier zat ze dus als een hoopje ellende onderuitgezakt op de grond dat elk moment kon doodbloeden. Haar adem stokte. Ze wil niet sterven niet nu. Niet zolang ze Ron niet in haar armen heeft kunnen sluiten als hij te minste de confrontatie met Voldemort had overleefd. De enige aan wie ze kon denken was Ron. Hij leeft, het moet, dacht Christel, want zonder hem kan ik niet leven. Nooit gedacht dat ze iemand zo kon missen dacht Christel terwijl haar adem weer stokte. Ze wist het. Afgelopen nacht was ze bijna gestorven. Vreemd dat je je op zo’n moment pas realiseert wie de meest waardevolle persoon in je leven is, Ron.
“Ron waar ben je toch,” zei Christel terwijl haar adem weer stokte. “Ik heb je nodig… Ik mis je zo”
Veel tijd om aan haar geliefde Ron te denken had ze niet want zojuist was er een dooddoener de trap afgelopen en liep richting haar cel.
“Jeetje,” zei de dooddoener, “hij heeft je bijna vermoord. Nooit gedacht dat Draco dit in zich had,” zei de dooddoener met bewondering.
Christel keek voorzichtig op, nieuwsgierig wie haar gedachten over Ron had verstoord.
“Verrassend, maar niet slim hij weet dat we je levend nodig hebben,” zei Zabini.
Christel keek de dooddoener vragend aan, niet-begrijpend waarom hij daar stond en niets deed. “Hoe komen we anders meer te weten over de zwakke plekken van de Orde en Potter natuurlijk,” sprak Zabini verder.
Spontaan begon Christel te glimlachen. Zabini had haar geen beter nieuws kunnen brengen. Ron leeft. Ron leeft! Waarom willen ze anders de zwakke plekken van Harry te weten komen? Christel kreeg voorzichtig weer een beetje hoop. Nu ze wist dat Ron leeft zou ze er alles aandoen om ook te overleven en de dooddoeners het zo moeilijk mogelijk te maken. Het is nog niet te laat. Ooit zou ze Ron weer in haar armen kunnen sluiten dacht Christel die haar vechtlust teruggevonden had.
Het was de stem van Zabini dat haar weer terugbracht bij de realiteit. “Bah, waarom ben ik nu weer degene die jouw op moet oplappen,” mompelde Zabini. Op dit moment leek het als of de dag niet beter kon verlopen ondanks het feit dat ze ontvoerd was. Ron leeft en een deel van haar wonden werden geheeld. Veel beter kon haast niet.
“Ze doen hun best maar, gewonnen hebben ze nog lang niet,” zei Christel strijdlustig toen Zabini de kerkers verlaten had.
Hoofdstuk 18:Er is nog hoop
Het is nu al een week geleden sinds hij Christel voor het laatst heeft gezien. Ron maakt zich nog steeds zorgen over Christel en is nergens meer met zijn gedachten bij. Ook zijn eetlust waarom hij bekent staat heeft hij verloren. Ook bij dit ontbijt neemt hij met veel tegenzin een hapje van zijn stuk toast. Naast hem zitten zijn broers Fred en George die een poging doen om Ron een beetje moed in te praten.
“Kijk Fred,” zeg George die zich over Ron’s bord heen buigt en daarmee ook zijn aandacht trekt. “Er staat alweer niets in over een lijk onder het duistere teken.”
“Ze leeft dus nog broertje. Ze houd het langer vol dan wie dan ook,” zei Fred.
“Houd dus op met mokken en wees trots op je vriendin,” vulde George aan.
“Kijk weer een pagina over Christel dat ze de meest gezochte dooddoener is,” zegt Fred.
“Grappig zeg. Menig dooddoener gaat over lijken om die titel te krijgen en Christel krijgt hem zo in haar schoot geworpen.”
Ron keek naar de foto die hij al zeker drie keer had gezien. Op de foto staat Christel afgebeeld die haastig het huis van Harry’s ouders verlaat. Christel draagt op de foto een bebloede dooddoenermantel. Die zal ze wel nodig gehad hebben voor haar plan dacht Ron terwijl er even voor maar een paar seconden een waterig glimlachje op zijn gezicht verscheen.
Waarom moest ze zo eigenwijs zijn? Waarom nam ze niet iemand mee? Waarom is zij nu ontvoerd en niet ik dacht Ron. Hij was toch degene die op Ginny moest letten en niet Christel. Waarom heb ik haar laten beloven op Ginny te passen? Als ik dat niet had gedaan was ze nu nooit ontvoerd geweest dacht Ron. En Ginny dan, verstoorde een stemmetje in zijn hoofd deze gedachte. Hij wist dat zijn zusje die ontvoering nooit had overleeft als Christel er niet was geweest. Dat heeft hij ook niet gewild. Christel waar ben je toch vroeg Ron zich voor de duizendste keer af.
Ron werd uit zijn gedachten haalt door de stem van Tops die nu nog als enige met hem aan de eettafel zat.
“Ze zeggen het misschien een beetje bot Ron, maar ze hebben gelijk. Het is een goed teken dat ze nog niet dood gevonden is. Christel heeft een goede kans om te overleven. Als iemand het kan is zij het wel,” zei Tops, “en als iemand dat weet ben jij het wel.”
Ron keek Tops twijfelend aan. Natuurlijk weet hij dat Christel een taaie is en dat ze zich niet zomaar gewonnen geeft maar toch ze is nu al een week ontvoerd en de dooddoeners zijn zwaar in de meerderheid.
“Ze geeft echt niet op hoor, ze is een taaie,” sprak Tops verder die merkte dat Ron overtuigt moest worden. “Ze is niet voor niets opgeleid tot schouwer. Ze is sterk ze kan een hoop hebben. En informatie krijgen ze niet zomaar uit haar. Ik weet niet of je het wist maar Christel kan occlumentie en liglimentie.”
Ron keek zijn Tops verrast aan, dit wist hij nog niet over Christel.
“En zelfs als ze dat weten te doorbreken wordt het nog een klus om de echte van de geplaatste herinneringen te onderscheiden.”
“Geplaatste herinneringen,” vroeg Ron verward.
“Ja, geplaatste herinneringen. Ik had er ook niet eerder over gehoord. Charlie heeft het me erover geschreven toen hij samen met Bill Christel testte in Frankrijk. Hij schreef gelijk al dat ze echt een aanwinst voor de orde zou zijn.”
Ron dacht aan Frankrijk waar hij één keer geweest was. Hij dacht aan Charlie en Bill die daar het verzet leiden en testen of de mensen die zich melden echt te vertrouwen zijn. Christel was daar ook begonnen en is getest door Charlie en Bill. Ron wist dit wel maar had er eigenlijk niet meer aangedacht dat Christel, Bill en Charlie al kent.
“Wat zijn geplaatste herinneringen,” vroeg Ron.
Tops keek Ron glimlachend aan. Blijkbaar heeft hij niet geluisterd had toen zij dit net twee minuten geleden aan hem had uitgelegd.
“Dat zijn zelfgemaakte herinneringen die via een spreuk in je geheugen plakt. Je zet dus onzin herinneringen in je hoofd om de aandacht van de echte af te leiden,” antwoordde Tops met een kalme stem.
“Maak je maar niet te veel zorgen Ron. We vinden wel een aanwijzingen en dan gaan we haar redden net zoal zij Ginny gered heeft. Het komt allemaal goed Ron. Geloof me maar alles komt goed,” zei Tops die vervolgens de kamer verliet en Ron alleen in de keuken achter liet.
De rest van de dag leek het erop dat Ron iets vrolijker was. Vrolijker is niet het goede woord. Hij heeft de hoop in een goede afloop weer teruggevonden. Hij zag niet langer alles negatief maar wist positieve punten te ontdekken. Ze hebben Christel weliswaar nog niet gered maar dat kon allen nog maar een kwestie van tijd zijn dacht Ron. Sommige mensen uit zijn omgeving vonden dat hij misschien iets te positief was maar wilde de hoop die hij terug had gevonden niet van hem afnemen dus lieten het maar zo.
Zo positief hij die dag was zo negatief was hij ’s nachts. Hij had het gevoel dat Christel iets ergs door aan het maken was en dat dit wel eens het einde voor haar kon beteken. Hij voelde zich ellendig en machteloos. Slapen lukt die nacht niet meer zo erg vreesde hij dat zijn nachtmerries waarvan hij gillend wakker werd werkelijkheid zouden worden. Ook vreesde Ron voor haar leven zonder hiervoor maar ook enig aanwijzing voor te hebben. Ron heeft geen idee hoe weinig hij er naast zat en wat Christel die nacht allemaal voor haar kiezen kreeg. |
|
|
|
|
Weasley_Girl
1e jaars
Verdiend:
258 Sikkels
Woonplaats: Logeert gezellig bij de Wemels
|
Geplaatst:
Do Mei 15, 2008 17:10 |
|
Heej lezers,
Ik ben erg benieuwd wat jullie ervan vinden.
Veel leesplezier!
Weasley_Girl
Hoofdstuk 19: Het experiment
Met een tevreden glimlach zat Christel in haar cel. Ze was dan weliswaar al een week ontvoerd maar geen van de dooddoeners heeft haar klein kunnen krijgen. Geen van de dooddoeners heeft informatie uit haar gekregen. Tevreden dacht ze terug aan de verwoede pogingen van Draco Malfidus om in haar herinneringen te komen. Lachend heeft ze toegekeken hoe hij daar telkens in faalde. Eén keer was het haar gelukt om in zijn geheugen te komen. En de herinnering die ze daar zag bleef haar bezig houden. Ze zag hoe Draco Malfidus aan het twijfelen gebracht werd door het aanbod van Perkamentus. Het leek er zelfs op dat Draco Malfidus heeft willen overlopen naar de goede zijde. Dit was iets wat ze nooit had verwacht. Draco Malfidus, die aan dezelfde zijde als Harry wil strijden. Geloven kon ze het nog steeds niet maar het moest wel waar zijn waarom reageerde Draco Malfidus anders zo fel toen ze hier achterkwam.
De martelingen die na de ontdekking volgde leken veel op de martelingen die ze kreeg nadat ze ontdekt was. Opvallend was dat hij geen gebruik maakte van onvergefelijke vloeken. Blijkbaar werken ze bij hem niet. Waarschijnlijk kent hij geen ongegronde woede vandaar dat die spreuken bij hem niet werken dacht Christel. Als je denkt dat Christel nu sympathie voor hem heeft gekregen heb je het mis. Draco Malfidus is en blijft een dooddoener. En martelen kan hij zeker. Als ze terugdacht aan zijn martelingen keek ze onbewust van de linker naar de rechter muur waar twee grote bloedvlekken zichtbaar waren. Dat zo’n simpele spreuk als de Wingardium Leviosa zoveel schade aan kan richten dacht Christel terwijl er koude rillingen over haar rug gingen als ze daar aan terugdacht.
Ook Sneep gebruikte liglimentie om informatie uit Christel’s geheugen te krijgen. Christel kon goed merken dat Sneep hier stukken beter in was dan Draco Malfidus en ook beter dan zijzelf. Het lukt haar wel om Sneep buiten te sluiten maar als ze moe was of pijnleed lukte het Christel niet om Sneep uit haar hoofd te houden. Met een glimlach dacht ze terug aan de avond dat Sneep het opgaf.
*-*-*
‘Het heeft zo geen zin. Er zitten gewoon te veel geplaatste herinneringen in haar hoofd. Ik kan onmogelijk juiste informatie er tussen uithalen.’ Hoorde Christel de stem van Sneep tegen Zabini zeggen. ‘Hoe weet je dat de herinneringen die je gezien hebt geplaatst zijn?’
‘Omdat in die herinneringen de grootste onzin te zien zijn.’
‘Zoals wat,’ vroeg Zabini.
‘Ooit de Heer van het Duister gezellig kerst zien vieren met Perkamentus? Of was Christel jouw vriendinnetje op Zweinstein… Dat laatste is natuurlijk mogelijk,’ zei Sneep.
‘Dat is niet waar,’ reageerde Zabini fel, ‘ik heb haar nooit op Zweinstein gezien en nog nooit heeft een lelijk wicht zoals zij, zich mijn vriendin kunnen noemen.’
‘Dat bedoel ik dus.’
‘Wat?’
‘Dat die herinneringen de grootste onzin zijn en dat liglimentie dus geen zin heeft.’
‘Wat wil je nu dan met haar doen?’
‘De martelingen opvoeren lijkt mij het beste,’ zie Sneep, ‘overmorgen kunnen we dan wel het experiment uitvoeren.’
*-*-*
“Wat is dat experiment,” zei Christel zuchtend. Vandaag is de dag ze het experiment op haar zouden testen. Of het werkelijk vandaag nog zal gebeuren betwijfelde Christel aangezien het al behoorlijk laat in de avond was. Net toen ze dacht dat rustig kon gaan slapen omdat het experiment toch nog niet vandaag uitgevoerd zou worden werd de deur naar de kerkers geopend.
“Ben je ook zo benieuwd of het werkt Lucius,” zei een dolenthousiaste Bellatrix.
“Zeker,” zei Lucius Malfidus die geen enkele emotie door liet klinken in zijn stem.
Christel zag hoe de kerker steeds voller stroomde met dooddoeners. Ze had nu al Van Detta, Malfidus sr. en jr., Korzel, Kwast, Zabini, Vleesschouwer en Sneep naar binnen zien komen. Het herkennen van de dooddoeners was een hele klus omdat hun gezichten verscholen waren achter de kappen van de dooddoenersmantel. Voorzichtig stond ze op en wachten af wat er zou gaan gebeuren nu drie van de dooddoeners haar cel in liepen. Nu pas zag Christel dat de laatste die haar cel inliep, Sneep, een ketel met zich mee droeg en een oud versleten boek.
“Hoe weten we of het werkt,” hoorde Christel de stem van Draco Malfidus die nonchalant tegen de tralies van haar cel aan leunde.
“Goed, punt,” zei Sneep, “Korzel, Kwast kom in de cel en doe je kap af.”
Nadat Korzel en Kwast dit gedaan hadden waren zij de enige dooddoeners van wie Christel het gezicht kon zien.
“Vleesschouwer, Zabini jullie weten wat er van jullie verwacht wordt,” zei Lucius Malfidus.
Christel zag dat er twee dooddoeners knikten van wie ze verwachte dat het Zabini en Vleesschouwer waren ook zag ze dat Zabini een stapeltje foto’s uit zijn zak haalde en die aan Korzel gaf.
“Op mijn teken gooi je ze richting Christel,” beveelde Zabini.
Christel hoorde achter zich een gepikeerd geluid van Draco. Zoals Christel het nu zag was Draco Malfidus de enige dooddoener die geen taak heeft in dit experiment.
Christel zag dat Sneep een glas vulde met de heldere drank waar een blauwe gloed van afkwam.
“Opdrinken,” zei Sneep die het glas met de drank zo voor zich uit hield alsof hij het aanbood.
“Dacht het niet,” antwoordde Christel.
“Ik dacht het wel,”zei Zabini die samen met Vleesschouwer zijn toverstok al getrokken had.
“Imperio,” zeiden ze in koor.
Christel wilde de toverdrank echt niet opdrinken maar ze kon niet anders. Twee imperiusvloeken op je die beide hetzelfde van je verlangen kan je gewoon niet weigeren. Nadat ze de drank gedronken had voelde zich duizelig en een beetje licht in haar hoofd.
Van Detta, Lucius Malfidus en Sneep vormde een kring om haar heen en hielden elkaars handen vast. Christel hoorde hoe ze iets wat als Latijn klok tegelijk uitspraken en ze begon te zweven. Ze voelde hoe ze tolde door de lucht en zag foto’s langs haar heen zweven. Op elk van de foto’s stonden vrienden. Ze heeft bijna alle leden van de orde die ze vaak zag en ook de gehele familie Wemel en Harry voor bij zien komen. Ook zag ze de gezichten van Korzel en Kwast zag ze. Het negeren van de foto’s en de gezichten lukte niet en ze hoorde de drie dooddoeners driemaal dit tegen haar zeggen terwijl aan het tollen in de lucht geen einde meer leek te komen
“Amators,
Coniunctis viribus monstrare metum
Timere amators in aeternum
Metum, metum, metum
In aeternum metum”
(Ik heb geen latijn maar het was de bedoeling dat het zoiets wat hier onder staat zou betekenen. )
Vrienden,
Met vereende krachten laten we zien, vrees
Bang voor je vrienden voor eeuwig
Vrees, vrees, vrees
Voor eeuwig bang)
Zo plots als het zweven door de lucht was begonnen zo plots was dat ook weer afgelopen. Met klap viel Christel hard op de grond. Christel ging recht op zitten en wreef over haar hoofd. Wat voelde zich vreemd, raar alsof ze alle controle over zichzelf heeft verloren.
“Heej Christel,” riep Zabini.
Verward keek Christel zijn kant op en gilde en probeerde zo ver mogelijk bij hem vandaan te komen. Ze voelde zich klein, nietig en bovenal bang. Ze voelde zich banger dan ze zich ooit had gevoeld. Wat is ze bang voor de persoon op die foto.
Zabini keek tevreden van de foto van Harry Potter naar de reactie van Christel. Het experiment heeft niet beter kunnen dacht hij.
Christel die weer voorzichtig om zich heen probeerde te kijken zag twee mensen vlak bij haar staan van wie ze minstens even bang was als de figuur op de foto. Zo snel als ze kon stond ze op en rende ze gillend richting Sneep en wierp zich aan zijn voeten. Sneep die hierdoor met moeite zijn evenwicht kon bewaren liet het boek uit zijn handen vallen en ook zijn kap viel van zijn hoofd. Christel zag de volgende woorden in het boek staan: Er mag dan wel geen tegengif zijn maar bedenk dat Amor omnia vincit altijd werkt.
Vlug pakte Sneep zijn boek op en beveelde de dooddoeners de kerkers te verlaten die geamuseerd toekeken hoe een vrouw zich aan de voeten van Sneep had geworpen. Dit was iets wat ze nog nooit hadden gezien en wat ze waarschijnlijk nooit meer zouden zien gebeuren.
Nadat de dooddoeners de kerkers verlaten hadden verliet ook Sneep met walging op zijn gezicht af te lezen de kerkers. Een huilende doodsbange Christel achter zich latend. Toen er niemand meer in de kerkers aanwezig was mompelde Christel, “Amor omnia vincit.” Hopend dat zo de angst van zelf zou verdwijnen wat niet gebeurde.
Christel kon die nacht niet goed slapen ze had last van nachtmerries telkens kwamen de engerds van wie ze zo ongelofelijk bang er in voor. Niet veel later werd Christe weer gillend wakker. Het had zo echt geleken de nachtmerrie. Christel wist het zeker dat de slungelige, lange griezel met rood haar van wie zij gedroomd de engste is van allemaal. Christel hoopte vurig dat ze nooit meer één van de griezels hoefde te zien.
Niet zo ver hier vandaan werd een bekende van Christel tegelijkertijd met haar gillend wakker. Het was een slungelige, lange jongen met rood haar die droomde dat Christel van wie hij zo veel houdt doodsbang voor hem is. Niet wetend dat deze nachtmerrie nu de werkelijkheid is. |
|
|
|
|
|
|