Harry Potter Forum index
Dit forum is gesloten. Bezoek nu de vernieuwde versie van HPF!
 Harry Potter Forum gesloten  •   Inloggen

 Defying Gravity Volgende onderwerp
Vorige onderwerp

Sla dit onderwerp op als textbestand
Auteur Bericht
Aya
6e jaars
6e jaars


Verdiend: 179 Sikkels
Woonplaats: Waverly Academy, Dumbarton

Aya is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Vr Jun 13, 2008 17:24 Terug naar boven Sla dit bericht op

Image

A/N: Hey mensen! Dit is het vervolg van Five Minutes to Midnight. Ik raad jullie aan dat eerst te lezen als jullie dat nog niet gedaan hadden, maar als je daar te lui voor bent (begrijpelijk, (bijna) vakantie enzo...); in Defying Gravity wordt snel genoeg duidelijk wat er allemaal speelt.
Ik kreeg zulke lieve verzoeken om verder te gaan dat ik ze gewoon niet kon weerstaan en ik ben dus best snel aan dit vervolg begonnen. Verder ben ik gisteren geslaagd en ben ik dolblij, dus vrolijke inspiratie genoeg! Ik hoop dat jullie het leuk vinden; in elk geval veel leesplezier!


---

P r o l o o g

“Richel! RICHEL!” brulde Draco, een flintertje angst in zijn stem dwars door Richels trommelvliezen snijdend—en dat zei wat, want ze was haar eigen schrille, aandachttrekkende stem al zeventien jaar gewend.
Ze waren momenteel op het vliegveld in Londen, op weg naar Spanje; het was extreem vroeg in de ochtend voor Richels doen—tien uur—en zij, Milou, Charlotte en de rest van de meisjes liepen rond in roze sweaters waar in grote letters ‘VOLLEBOLLERS: SPANJE 2008’ opstond. Voor Blaise, Draco, Brian en de andere jongens hadden ze blauwe sweaters laten drukken, alleen ze weigerden uit principe dat te dragen.
Toen Richel vroeg welk dom principe dat dan wel niet was, gaf Draco als antwoord dat hij uit principe niet zonder reden zo ongelooflijk voor paal wilde lopen; blijkbaar vond hij ‘saamhorigheidsgevoel’ en ‘maar het is toch blij!’ geen redenen. Aan ‘zeik niet en doe in godsnaam dat ding aan’ hadden de jongens ook geen boodschap gehad.
In elk geval, deze reis ging om ontspannen, even van Voldemort afzijn; vandaar dat ze met het gehele Vollebollers-leger hadden bedacht dat ze maar naar Blanes moesten gaan.
Nou ja, het gehele anti-Harry-front behalve Draco dan. En met Blaise was ook niet echt rekening gehouden... Maar goed.
“Wat is er?” riep ze fronsend terug; ze wandelde naar hem toe, haar incheckkaart in haar handbagagetas proppend; zij had al ingecheckt bij een andere balie. De vrouw bij de incheckbalie stond Draco verwijtend aan te kijken en hij rukte zijn blik los van Richel om woedend terug te staren.
“Dat mens wil mijn tas!”
Richel keek hem vreemd aan. “Ja… die doen ze voor je in het vliegtuig, Draco.”
Draco keek terug alsof ze verdovend achterlijk was en boog zich naar Richel toe. “Dat laten ze je alleen maar denken, mens!” siste hij. “Dat is me weleens overkomen met trollen! Dan zeiden ze, ja meneer Malfidus, wij uw bagage meeneem, ja, u geven bagage—“
Richel duwde Draco zuchtend uit de weg, pakte zijn paspoort af, glimlachte tegen de grondstewardess en schoof haar Draco’s paspoort toe. “Hij is een beetje,” ze tikte met haar vinger tegen haar voorhoofd, “u weet wel. Groepsuitje van de psychiatrische kinderkliniek naar Spanje.”
De stewardess knikte begrijpend en Draco tikte agressief op Richels schouder. “Wat zei je tegen die Dreuzel? Wat ben ik?” De stewardess verplaatste haar blik naar Draco, pakte een lolly vanachter de counter met een lachend gezichtje erop en overhandigde die met een geforceerde glimlach aan Draco.
“Alsjeblieft, jochie,” zei de vrouw langzaam en duidelijk, alsof ze tegen een peuter die als baby flink op zijn hoofd gevallen was praatte.
De woede op Draco’s gezicht maakte plaats voor onbegrip en in een soort automatisme pakte hij de lolly aan; Richel moffelde haar lach weg in een droog hoestje en pakte de incheckkaart aan van de vrouw achter de balie. “Pak je handbagage,” instrueerde ze Draco, al verder lopend richting de douane, waar de rest waarschijnlijk inmiddels allang was.
“Wat?” vroeg Draco, terwijl hij nog altijd verbaasd naar de lolly keek. Richel rolde met haar ogen, griste de lolly uit zijn handen en gaf die aan een passerend kindje; toen ze weer opkeek trok ze één wenkbrauw op zodra ze Draco’s haast beteuterde gezicht zag.
“Ben je echt nog nooit alléén met het vliegtuig geweest? Nee dus,” concludeerde ze aan de blik die hij hemelwaarts sloeg. Ze wandelde door in de richting van de douane terwijl ze hem hoofdschuddend aankeek. “Dan heb je het toch alsnog gehad met Dreuzelkunde? En je bent toch vanuit Nederland naar Engeland gevlogen?”
“Wat voor Griffel ben je als je oplet? Bij Dreuzelkunde nog wel?” vroeg Draco venijnig.
Richel kon niet zo snel—het was pas tien uur, dan werken je hersenen toch serieus nog niet?—op een antwoord komen, dus deed ze maar haar best neutraal voor zich uit te kijken. “Nou ja, handbagage heb je ook niet echt nodig. De vlucht naar Spanje duurt hooguit twee uur.”
“Ja. Jij hebt natuurlijk je make-up nodig—je hebt echt enorme wallen,” merkte Draco nauwlettend op. Richel keek hem nijdig aan. “Die zou ik niet hebben gehad als iemand me niet de godvergeten nacht wakker had gehouden met zijn gezanik. Richel, is een vliegtuig nou zoiets als een vliegende auto? Richel, zijn mijn benen dun genoeg voor een Speedo? Richel, zijn mijn benen te wit voor een zwarte Speedo? Richel, ik vind die Speedo eigenlijk niet complimenteus voor mijn figuur,” imiteerde ze zijn lijzige stem.
“Dat soort dingen zei ik helemaal niet!” reageerde Draco woest. “Ik zei alleen—“
Richel wuifde met haar hand; eigenlijk om aan te tonen dat het haar niet boeide, maar verderop begon Milou zo enthousiast te zwaaien dat de mensen om haar heen een stapje opzij deden. Richel grinnikte, zwaaide terug en haalde haar schouders op. “Ik zei toch—als ik een tijdschrift aan het lezen ben, dan besta je tijdelijk niet meer, en als je niet bestaat, hoor ik niet wat je zegt. En ik was dus een tijdschrift aan het lezen.”
“… Nou, dat geldt anders toevallig ook voor jou,” snauwde Draco; hij griste het dikke pakket glanzend papier uit haar handen terwijl ze neerploften op de stoeltjes die Milou had vrijgehouden; de rij bij de douane was behoorlijk lang.
Vogue,” las hij hardop voordat hij fronsend het blad opende.
Richel gniffelde en pakte de sandwich aan die Milou naar haar uitstak; al kauwend las ze over Draco’s schouders mee; links stond een artikel over de voordelen van vloeibare eyeliner tegenover een oogpotlood, rechts de nieuwste mannenlijn van Burberry.
Tien seconden later sloeg Draco met een geërgerd geluidje het tijdschrift dicht en smeet het in Richels schoot. “Ook goed. Als ik een tijdschrift lees dat niet gaat over metromannen, make-up en mode, dan besta je tijdelijk niet meer voor me.” Hij trok een wenkbrauw op, grijnsde, pakte het tijdschrift terug en gaf een schop tegen het been van Blaise, die met Jackie en Milou stond te praten.
“Hé, Zabini! Dit is iets voor jou!”

---

A/N: Ik hoop dat jullie het leuk vonden, ik vind het in elk geval altijd leuk om PBtjes te krijgen, dus als jullie me wat willen melden... Anytime! Liefs & tot het volgende hoofdstuk!





_________________

    "Ik krijg hier spontaan hoofdpijn van."
    "Dat is je brein die zijn eigen achterlijkheid probeert te bevatten," snauwde Draco.

    -
    Five Minutes to Midnight
Profiel bekijkenStuur privébericht
Aya
6e jaars
6e jaars


Verdiend: 179 Sikkels
Woonplaats: Waverly Academy, Dumbarton

Aya is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Ma Jun 16, 2008 17:06 Terug naar boven Sla dit bericht op

Image

A/N: Zoals beloofd ben ik hier met het nieuwe hoofdstuk! Ik wil Annaaa, Glauces, Linnie*, jackiie en Pumpkinsoup specifiek bedanken voor hun lieve pb'tjes. Nou ja, leesze!

---

H o o f d s t u k 0 1

Milou en Richel waren het appartement binnengestommeld en direct languit op de bank neergeploft; het was een lange, lange reis geweest en die twee uurtjes van Londen naar Barcelona hadden meer op twee decennia geleken dankzij ene meneer Malfidus.
“Aah…” zuchtte Milou en Richel kreunde; ze was op iets pijnlijks terecht gekomen.
“Wat doe je?” informeerde haar beste vriendin, terwijl achter hen Charlotte, Draco en Blaise al de slaapkamers, de badkamer en de keuken aan het bekijken waren.
“Er zit iets hards tussen mijn benen—“ begon Richel, pas beseffend dat ze een fatale fout had gemaakt zodra Milou in een gierende lach uitbarstte. “Fijn beeld, Richel, fijn beeld,” zuchtte ze weer; ze trok haar capuchon over haar hoofd en legde haar hoofd op haar armen.
“Blijven jullie daar nou de hele tijd liggen?” vroeg Charlotte verwijtend terwijl ze theatraal haar armen spreidde, naar het balkon wandelde en haast onderuit ging over Richels knalroze teenslipper.
“Als je de wereld een kwartslag draait dan sta ik, dus zeik niet,” kwam Milou’s stem vanonder haar tent; ze had inmiddels de gordijnen ook over haar hoofd gedrapeerd.
“Wat een klein appartement,” zei Draco lijzig. “We zijn met zijn vijven en we hebben maar drie kamers—wie van jullie gaat bij wie? Ik wil niet dat dat,” hij wees op Richel, “om half zes ’s ochtends lallend mijn kamer binnenkomt, dus je deelt er maar één met de Bats.”
“En als ik nou een eigen kamer wil?” protesteerde Richel.
“Ja, dat is dan jammer,” zei Draco. “Als jij in je eentje gaat, ga je vast rare dingen doen—ik wil wel dat iemand die niet meteen naar je kuisheidsgordel grijpt op je let.”
“Richels kuisheidsgordel is een paar jaar geleden al vakkundig naar de malle geholpen, hoor,” gaf Milou commentaar. “Ach,” mompelde Richel met haar gezicht nog altijd in de bankkussens gedrukt, “als we toch allemaal eerlijk zijn—een kuisheidsgordel heb ik nooit gehad.”
“Goed. Richel bij de Bats,” concludeerde Draco.
“Je houdt er trouwens geen rekening mee dat ik misschien wel lesbische gevoelens voor Richel koester,” merkte Milou minzaam op vanonder de gordijnen.
“Aangezien je zojuist als één of andere labiele psychiatrische patiënt een hutje hebt gebouwd van bloemetjesgordijnen, is je geloofwaardigheid nu ongeveer even groot als Gladianus Smalhart na een paar cocktails,” zei Blaise, leunend tegen de muur. “Dus jullie gaan maar gewoon bij elkaar.”
Charlotte smeet Richels slipper op de bank—“au!” mompelde Milou—en slaakte een dramatische zucht, terwijl ze op de bank waar Richel op lag plaatsnam. “Allemaal goed en wel… Maar ik wil weten waar Matthijs zit.”
“Matthijs zit in E-3-2. Dat is het appartement hiernaast,” zei Milou, die zich al gapend omdraaide en op haar rug op de bank ging liggen. “Arme Simon,” voegde ze daar melodramatisch aan toe.
“Houd je mond,” zei Charlotte nuffig. “Ik heb geen interesse in hem op die ma—AAH!” brulde ze toen Richel haar met één simpele beweging van haar been Charlotte van de bank afschopte en zich vervolgens uitrekte. Woedend krabbelde Charlotte overeind en keek naar Richel.
“Oh Charlotte, nu je toch staat, kun je even een deken voor me pakken?”
“Voor mij ook!” riep Milou vanonder haar gordijn. “Alvast…” ze gaapte hoorbaar, “bedankt.”

Richel liep, volledig gedesoriënteerd, door een bos; af en toe hoorde ze extreem blij gezang opkomen, ergens tussen de bomen door. “Welkom…” ving ze weer op, “welkom allemaal…”
Fronsend liep ze in de richting van het geluid; het lied dat gezongen wordt werd duidelijker en duidelijker. Plotseling stond ze in een open plek en sperde ze van ongelooflijke verbazing haar ogen wagenwijd open. “Hé, kom naar Smurfenland, welkom allemaal—ja, kom naar Smurfenland, het land van pracht en praal!”
Daar stonden Draco, Blaise, Milou, Charlotte, Lucius, Narcissa en Voldemort, hand in hand te zingen. “Hé, kom naar Smurfenland, het is hier speciaal! Dus kom naar Smurfenland, smurf mee met het verhaal!”
“H-huh?” wist Richel stotterend uit te brengen. Voldemort begon al dansend Narcissa op haar achterwerk te slaan, Lucius ging cranken en Milou deed een zielige poging tot breakdancen waarmee ze door haar enkel ging en Draco schoot uit leedvermaak hard in de lach; Blaise bleef als enige sereen verder zingen. “Met de Grote Smurf, de Brilsmurf en de Lolsmurf…”
“E-MA-NU-ELS!”
“Huh?” herhaalde ze verward terwijl haar ogen openvlogen. Blaise stond over haar heen gebogen en tikte met zijn toverstok op haar hoofd. “Merlijn nog aan toe, wat slaap jij vast. Ik heb je hulp nodig—Milou is iets aan het zingen over… smurfen…? En ze heeft Malfidus dronken gekregen met iets dat dropshot heet, dus nadat ze hem het liedje had geleerd begon hij hard mee te zingen.”
Richel wierp een blik op het balkon, waar Milou en Draco over het balkon aan het hangen waren en iets lalden over de Smurfin; ze snapte ineens haar droom een stuk beter. “Hoe kan hij in godsnaam nu al dronken zijn?” vroeg ze verbaasd. Richel wierp een blik op haar horloge. “We gingen vier uur geleden boodschappen doen en hij is zo snel al beschonken?”
Blaise haalde zijn schouders op. “Jetlag?”
“Het zal wel,” gaapte Richel. Ze stond op, wandelde niet heel stabiel naar buiten en ging naast Draco staan; met opgetrokken wenkbrauwen keek ze hem aan. “Wat ben je precies aan het doen?” informeerde ze.
“Dropshot!” riep hij verrukt.
“Dat is geen werkwoord—ooh,” mompelde Richel toen ze de fles zag.
“Dropshot?” vroeg Milou met een grijns.

Een half uur later hingen Richel, Milou en Draco alle drie lallend over het balkon. “Daar loopt Blaise! HÉ, BLAISE!” gilde Milou verrukt naar de jongen die over de binnenplaats liep, waar hun balkonnetje op uitkeek. Ze rukte haar shirtje omhoog, zwaaide er stripperachtig mee boven haar hoofd maar liet het toen per ongeluk los, waardoor het over het balkon heen vloog en buiten in het zwembad belandde.
“Hmm,” mompelde Milou.
“Ik ken die mensen niet! Ik ken die mensen echt niet!” hoorden ze Blaise luidkeels verklaren tegen de paar jongeren die bij het zwembad lagen en hem aankeken alsof hij een soort jostibegeleider was.
“Blaise, Blaise! Wacht op mij!” hoorde hij iemand gillen; hij draaide zich op zijn hielen om en zag dat Charlotte hem tegemoet gestormd kwam. “Kijk ui—“ begon hij minzaam, maar ze struikelde al over een opblaasbare krokodil en ging hard onderuit. Langzaam ademde Blaise in en uit.
Ergens wist hij wel dat dit helemaal geen goed idee was. Een midweek naar Spanje met dik twee dozijn Dreuzels, in de periode van de examenreizen, wat inhield dat alle drankwinkels een enorme winst maakten. Tovenaarsjongeren zijn alcohol niet tot nauwelijks gewend; Boterbier was nou niet bepaald sterk en zij moesten dus echt oppassen dat ze niet na twee cocktails jodelend met een steen om hun nek in het zwembad sprongen.
“Oké!” zei Charlotte, lichtelijk rood aangelopen, toen ze opsprong. “Goed. We moeten boodschappen halen—we hebben meer eten nodig, want—“
Net op dat moment sloeg haar hoofd opzij omdat er een heel brood tegenaan vloog.
“HAHA! BUKKEN!” instrueerde Richel giechelend, terwijl er van het balkon boven Blaise en Charlotte een heleboel gierend gelach kwam. “Zouden ze weten dat wij het waren?” deed ze vervolgens een poging tot fluisteren, die heel anders uitpakte; Blaise trok één wenkbrauw op en zuchtte.
“Zijn ze altijd al dronken om vijf uur ’s middags?” vroeg Blaise aan Charlotte.
“Mijn hoofd,” kreunde die. Boos keek ze vervolgens naar het balkon, raapte het brood op en smeet het erheen, net toen Richel opstond; het ding kwam vol tegen haar neus.
“AU! GODSAMME, M’N KNEITER!” gilde Richel.
“TEGENAANVAL!” kwam Draco aanzwalken met twee bussen Pringles, die hij rakelings langs Charlotte smeet, maar die Blaise tegen zijn achterhoofd raakten. “SCORE!” gilde Draco trots.
“Ik ben zo trots op je,” snikte Richel.
“Groepsknuffel!” suggereerde Milou gillend.
Blaise begroef zijn gezicht in zijn handen terwijl Draco, Milou en Richel jubelend aan een groepsknuffel begonnen, drie verdiepingen hoger. “Zullen we nieuw brood en nieuwe chips halen?” vroeg hij zuchtend aan Charlotte, die haast getraumatiseerd leek door Draco’s tegenaanval.
“Oké,” kreeg ze er uiteindelijk uit.
“BLAISE!” brulde Richel vlak voordat hij het terrein verliet. Wanhopig wierp hij een blik omhoog, maar nee, geen teken van God of wie dan ook dat hij gespaard zou worden; bovendien, als hij zich niet omdraaide en luisterde kreeg hij waarschijnlijk ook nog een bak Japanse mix tegen zijn hoofd.
“Ja?” riep hij beheerst terug.
“LUCKY STRIKE IS HIER MAAR 2 EURO EN 65 CENT!” gilde ze.
“DUS?” schreeuwde Blaise terug.
“HAAL EVEN VOOR ONS!”
“Geef me er maar geld voor!” riep hij, en draaide zich grijnzend om naar Charlotte; Richel was toch te lui om helemaal naar beneden te komen en—
“AU!” schreeuwde Blaise toen er twee munten van twee euro tegen zijn achterhoofd aanknalden.

Tegen achten zat Richel, ontnuchterd en wel na een dutje, samen met Charlotte een plan de campagne te bedenken qua training; voor zover dat lukte echter, want om de zoveel minuten werden ze onderbroken.
“Hoe werkt het eten hier?” kwam Draco zonder kloppen de slaapkamer van Milou en Richel binnengebaggerd; Charlotte en Richel lagen op bed te praten.
“Je stopt het in je mond… dan kauw je, zeg maar, je beweegt je kaken…” begon Richel langzaam; Draco gaf haar een zet. “Hou je bijdehante mond. Ik meen het. Ik zie hier geen Huiselven.”
“Milou kookt vandaag, toch?” vroeg Richel, terwijl ze naar het trainingsschema staarde.
Draco spuugde de slok cola die hij net had genomen uit over Richels bed. “Fijn. Super,” mompelde die. “Nou, pech voor jou, hier ga ik niet meer slapen.”
“Moeten we iets eten dat DE BATS gaat bereiden?” vroeg Draco toonloos.
Richel knikte peinzend terwijl ze met de pen tegen haar lip tikte. “Bijna nog angstaanjagender dan seks met Voldemort, als je het mij vraagt. Milou weet zelfs ontbijtgranen te verpesten.”
“Koppen dicht!” gilde een opgewekte stem vanuit de keuken. “Ik ben een culinair hoogtepunt aan het creëren!”
“O, god. Pizzatent?” zei Richel wanhopig.
“Snackbar?” suggereerde Draco.
“Patje Patatje?”
“Waar dan ook!”

“Lekker gegeten?” vroeg Milou zichtbaar, hoorbaar en voelbaar beledigd toen Richel en Draco aan kwamen schuiven bij Gotcha, de Nederlandse bar/discotheek.
“Dat kunnen we waarschijnlijk beter aan jullie vragen,” grijnsde Richel terwijl ze neerplofte en de barman wenkte om een cocktail. “Wij hebben geweldig gegeten,” voegde ze daar vrolijk aan toe. “Nou ja, ik. Draco ziet er sinds een half uur uit alsof iemand een vuurpijl in zijn kont gestoken heeft,” mompelde ze met een blik op de blonde jongen die naast haar was aangeschoven.
“Wat is er?” vroeg Charlotte verbaasd, maar lang niet zo geshockt als hoe Draco keek.
“Cultuurshock,” legde Richel voor hem uit terwijl ze Draco bemoedigend een cocktail—“Zap de Smurf”, met een beangstigende hoeveelheid Blue Curaçao—toeschoof. “Hij is alleen maar die crap gewend die hij van zijn ouders krijgt, en het voedsel op Zweinstein, wat hooguit zwaar is.” Ze grijnsde.
“En niets is zo vet als bij Patje Patatje,” zei Milou, ongekend neerbuigend naar haar favoriete Belgische fastfoodzaak.
“En niets is zo dodelijk als een maaltijd bereid door Milou,” schoot Richel terug. “Weet je nog die keer dat je moeder je ervan beschuldigde laxeerpillen in het avondeten gedaan te hebben—terwijl het gewoon aan het eten zelf lag dat ze aan de racekak ging?”
“Eh—in elk geval,” begon Charlotte ferm, om een ontploffing te voorkomen, “ik dacht dat we vanavond wel vroeg naar bed konden? Morgen moeten we om twee uur de bus naar Barcelona nemen.”
“We moeten helemaal niks,” verkondigden Milou en Richel tegelijk, die elkaar vervolgens opgetogen aankeken. “Twee uur ’s nachts?” vroeg Blaise verbijsterd.
Charlotte keek hem vreemd aan, na nog een wantrouwige blik op een nog altijd stille Draco. “Nee, natuurlijk niet. Twee uur ‘s middags.”
“Ze slaapt graag uit,” legde Milou uit.
“Tot zo ongeveer één uur ’s middags,” voltooide Richel de uitleg.
Blaise trok één wenkbrauw op naar Charlotte en keerde zich toen weer naar Richel en Milou. “Wat zijn jullie plannen voor vanavond? De rest gaat naar één of andere club…”
“ Ja, Patricia en zo gaan vanavond direct naar de Arena. Zij hebben ook gewoon een middagdutje gedaan,” knikte Richel. “Ik ga in elk geval met hen mee, ik kan wel tegen doorhalen. Bovendien, de Arena sluit om half vijf vannacht, dan kunnen wij desnoods nog pitten van half zes tot één uur!”
Blaise keek haar aan alsof ze gestoord was. “Ben je gestoord?” vroeg hij dan ook uiteindelijk.
“Hoezo? Dat werkt geniaal, geloof mij nou maar,” zei Richel opgewekt.
“Ik weet niet,” bemoeide Draco zich er plotseling mee. “Als jij een idee van jezelf geniaal noemt en ook nog eens mensen moet overhalen dat te geloven… dat leidt meestal tot niet veel goeds.”
“Houd je klep,” verzocht Richel hem vriendelijk.
“Ik ben vóór Richels plan,” deelde Milou enthousiast mee. “Echt, als we hier niet nu midden in een bar en zo zaten, en onze toverstokken allemaal in de koffer zaten, dan zou ik weer bloemen tevoorschijn toveren! Orchidea!” voegde ze er voor de vorm maar even aan toe.
“Is dat nou even jammer,” zei Blaise met rollende ogen.
“Zullen we hier gewoon voor altijd blijven dan?” mompelde Draco. Richel klemde met haar vingers zijn mond dicht en wees met haar vrije hand op haar navelpiercing. “We kunnen ook zo’n ding door je klep doen,” waarschuwde ze. “Dan houd je hem vanzelf wel dicht.”
“Wacht eens even… Heb jij je toverstok mee dan?” vroeg Charlotte stomverbaasd aan Milou.
“Duh,” verklaarde Milou.
“Ik ook , hoor,” zei Richel, even verbaasd dat Charlotte daar niet aan had gedacht; uitgerekend Charlotte. Draco en Blaise rolden slechts met hun ogen, alsof ze het een te domme vraag vonden om te beantwoorden; zij waren immers al sinds hun geboorte tovenaars.
Richel liet Draco’s lippen los en keek Milou peinzend aan. “Nou ja, maakt niet uit, dit is Spanje. Zijn er tovenaars in Spanje? Volgens mij zouden ze hier dan heel wat minder sloom zijn,” zei ze met rollende ogen. “En die onzin met dat middagdutje zouden ze dan ook vast niet hebben—magische koffie, hallo!”
“Natuurlijk zijn er hier tovenaars,” siste Draco na een slurp van zijn cocktail.
Richel en Milou keken elkaar welgeteld één seconde aan, haalden allebei ongeboeid hun schouders op en bogen zich toen over het kaartje dat de barman hen ook had toegeschoven; promotie voor de club Las Vegas.
“Ik wil niet naar Las Vegas!” verklaarde Richel koppig zodra ze haar chemisch uitziende cocktail—“Tequila Sunrise”, met een tequilasmaak die Milou verafschuwde—achterover had gegoten.
“Waarom niet?!” vroeg Milou, iets nuchterder maar desalniettemin behoorlijk scheel kijkend.
“Omdat ik naar de Arena wil,” fluisterde Richel hees en laag bij de tafel, alsof het een soort staatsgeheim was.
“Nee! WE GAAN NAAR DE LAS VEGAS!”
“ARENA!”
“LAS VEGAS!”
“IK VEEG NOG LIEVER OSAMA BIN LADENS AARS AF DAN DAT IK NAAR DE LAS VEGAS GA!”
“Osama Bin Laden?” vroeg Draco uitdrukkingsloos.
“Zo’n terroridinges die in de bergen woont,” liet Blaise hem met verbluffende Dreuzelkennis weten.
“IK VEEG… IK WIL… IK WIL GEWOON EVEN ZEGGEN… IK WIL NAAR DE LAS VEGAS!” brulde Milou; het personeel begon ze inmiddels lichtelijk vreemd aan te kijken.
“Zullen we gewoon naar bed gaan?” opperde Charlotte hoopvol.
“NEE!” gilde Milou agressief; Charlotte dook haast weg onder de tafel en Richel lachte griezelig opgewekt naar Milou. “Ik heb een compromis.”
“Wat dan?” vroeg Milou wantrouwend.
“We gaan naar de Arena, of jij veegt Osama Bin Ladens kont af!”
“Dat is geen compromis!” gilde Milou.
“Is er hier nog een tatoeagezaak open?” informeerde Draco.
Charlotte keek hem vreemd aan. “Het is half twaalf, het zou heel misschien kunnen—die bij de boulevard. Hoezo?”
Draco grijnsde. “Nou, als ze elkaar nu aan het overhalen zijn terroristenkont af te vegen… Hoe grappig wordt het dan als we er nog wat cocktails bijgieten en ze met wat geld achterlaten bij een tatoeagezaak?”

---

A/N: Zo... Hebben jullie bovendien ook een beetje een idee hoe het eraan toeging op de echte examenreis, hahaha. Zouden jullie weer een reactie willen achterlaten in het topic ^^? Verder iedereen heel veel succes met de laatste loodjes/se weken/proefwerkweken! xoxo, Richel





_________________

    "Ik krijg hier spontaan hoofdpijn van."
    "Dat is je brein die zijn eigen achterlijkheid probeert te bevatten," snauwde Draco.

    -
    Five Minutes to Midnight
Profiel bekijkenStuur privébericht
Aya
6e jaars
6e jaars


Verdiend: 179 Sikkels
Woonplaats: Waverly Academy, Dumbarton

Aya is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Do Jun 19, 2008 18:16 Terug naar boven Sla dit bericht op

Image

A/N: Hier ben ik weer met het nieuwe hoofdstuk! Wederom bedankt voor de toffe reacties. <3

---

H o o f d s t u k 0 2

“Ze weigerde om echt een tatoeage te laten zetten, dus heb ik haar maar gewoon toen ze net in slaap gevallen was met permanent marker onder geklad,” verklaarde Richel toen Draco Milou in een soort coma op haar bed zag liggen, fles Baileys in de ene hand en een martiniglaasje in de andere, en een tekst op haar voorhoofd.
“Je bedoelt, ze had nog de tegenwoordigheid van geest om te beseffen dat met permanente inkt…” Blaise boog zich voorover, “… ’EEN MISLUKT IETS’ op haar voorhoofd zetten geen goed plan was?”
“Nee, ze was wel echt knetterlam,” grinnikte Richel terwijl ze haar hotpants, zojuist verkregen bij de Arena, rechttrok. “Ze weigerde alleen om stil te liggen, en die vent begon te zeuren dat het niet verantwoord was om een tatoeage te zetten bij iemand die zowel dronken was als tegenstribbelde.”
Terwijl Richel rollend met haar ogen neerplofte op Draco’s bed keek hij haar met opgetrokken wenkbrauwen aan. “Ja, dat is inderdaad heel vreemd.”
“Weet ik,” zei Richel verontwaardigd tegen het plafond; ze gaapte. “Hoe laat is het nu eigenlijk?”
“Half zes,” antwoordde Blaise. “Moet je nagaan dat jullie pas een half uur thuis zijn. Hoe krijgen jullie het in Merlijns naam voor elkaar om zo lang te blijven dansen en drinken? Jullie zijn onmenselijk. En afgrijselijk, voor het wakker maken van mij en Malfidus om die tekst op Milou’s hoofd te laten zien.”
“Weet ik,” giechelde Richel met inmiddels haar ogen gesloten.
“Zou je van mijn bed af willen gaan?” verzocht Draco haar nog best vriendelijk. “Je smeert je eyeliner en oogschaduw over mijn witte lakens.”
“Weet ik,” mompelde Richel vlak voordat haar hoofd opzij viel en haar ademhaling onmiddellijk regelmatig werd.
“Daar gaat je bed,” grijnsde Blaise.
“Weet ik,” zei Draco vermoeid.

“OH MIJN GOD, ER STAAT ‘EEN MISLUKT IETS’ OP MIJN HOOFD!” kwam Milou krijsend Draco’s kamer binnenstormen, zodra ze erachter was gekomen dat Richel daar sliep. Draco, die het na een kwartier al had opgegeven in hetzelfde bed te slapen omdat ze hem er maar uit bleef trappen, hief zijn slaperige hoofd op van het kleed.
“Huh?” vroeg Richel even slaperig; Milou was echter alweer doorgestormd naar de badkamer.
“Je hebt nagellak remover nodig voor permanent marker-strepen op je hoofd!” gilde Richel, ook ’s ochtends gezegend met een ultiem stembereik. “Dank je!” brulde Milou terug; ze hoorden al snel de deur dichtslaan.
“Jouw bed slaapt echt lekker,” gaapte Richel.
“Bedankt dat je het me even liet weten,” zei Draco zuur.
“Ja, ik dacht, jij kan het niet weten, dus vertel ik het je even—als gedeelde smart halve smart is, dan is gedeelde lol dubbele lol, toch?” grijnsde ze terwijl ze opsprong. Richel griste haar mobiel van het nachtkastje en fronste haar wenkbrauwen. “Het is pas half twaalf! We hebben nog alle tijd tot twee uur, voordat we naar Barcelona vertrekken—“
Een gierend gelach deed de rest van Richels zin verloren gaan en verstoord keek ze op, maar ze glimlachte opgewekt en haalde een hand door haar krullende haar—dat op het moment grote gelijkenis vertoonde met een afro—toen ze zag dat het Patricia was.
Huilend.
Richels glimlach verdween; Patricia gebaarde echter snikkend van het lachen naar de gang. “Milou kwam net langs gerend in haar omaonderbroek en “JAN SMIT: THE BEST”-vest, met heel groot op haar hoofd ‘EEN MISLUKT IETS’,” proestte ze. “En ze krijste panisch om nagellakremover. Richel, wat hebben jullie gedáán toen wij weggingen?”
“Dat wil je echt niet weten,” gaf Draco commentaar terwijl hij nog altijd languit op de grond lag.
“Oehh,” zei Patricia opgewekt en verliet de kamer weer; Draco bonkte met zijn hoofd tegen de vloer. “Wat is dat—jullie standaardwoord als jullie willen irriteren?”
“Nou—nu wel,” grinnikte Richel. Ze porde met haar voet tegen Draco’s achterwerk voordat ze over hem heen hopste. “Kom op, we gaan ons klaarmaken voor Barcelona!”

“Wat is voetbal een geweldige sport!” zei Blaise enthousiast. “Echt—“
“Ja, echt, met zijn tweeëntwintigen achter een bal aanrennen. Ge-wel-dig,” zei Draco fijntjes. Blaise schudde verbaasd zijn hoofd. “Ik meen het, het is te gek! Een stuk simpeler dan Zwerkbal, waarmee natuurlijk een beetje van de lol vergaat, maar toch! Je moet de magie zien achter de—”
“Als je zo’n FC Barcelona pet koopt, praat ik nooit meer tegen je,” verklaarde Richel. Het gezicht van Blaise klaarde nog meer op en hij stormde de souvenirwinkel naast het stadion binnen, waar Milou foto’s stond te maken van iemand die ze vond lijken op Orlando Bloom; Richel sloeg beledigd haar armen over elkaar en Draco keek geïnteresseerd.
“Geldt dat ook voor mij? Au! Je hoeft niet agressief te worden, hoor, mens,” zei hij nijdig en wreef over zijn arm, terwijl Richel met een blik hemelwaarts haar vlakke hand weer terugtrok. “Het is nog steeds volslagen gestoord dat mijn moeder me hierheen liet gaan,” vervolgde Draco terwijl hij over het terrasje keek; iedereen van de Vollebollers die nog enigszins geïnteresseerd was in voetbal, dat wil zeggen, iedereen behalve Draco, Richel, Charlotte en Milou, was nog binnen in het stadion van FC Barcelona. Ze konden verder vrijuit praten; iedereen om hen heen was Spaans en de Spanjaarden die ze totnogtoe waren tegengekomen leken het niet zo te hebben op het hele onder-de-knie-krijgen-van-de-Engelse-taal.
Blaise kwam dolgelukkig weer naar buiten met een blauwrode pet op zijn hoofd; Richel keek hem nukkig aan en richtte vervolgens weer haar blik op Draco. “Als er iemand was die vond dat je wel een break kon gebruiken, dan was het echt je moeder,” zei ze peinzend.
“Ja, maar kom op. Dit is niet de soort break die wij gewend zijn,” zei Draco. “Je beseft dat ik normaal constant onder bewaking vertoef van Dooddoeners die moeten opletten of het zoontje van Lucius Malfidus niet in gevaar verkeert?”
Blaise en Richel haalden allebei hun schouders op.
“Er moet iets achter zitten,” mompelde Draco.
“Zoals wat?” vroeg Richel verbaasd. “Ze gunt je gewoon een vakantie.”
“Nee—dit is vast weer een test,” zei Draco toonloos. “Ik durf het leven van Zabini—“
“Hé!” zei Blaise verontwaardigd.
“—erom te verwedden dat we in de gaten gehouden worden, op een gegeven moment aangevallen en dan moeten we onszelf zien te verweren.”
“Of je bent paranoïde, of we zijn allemaal ongelooflijk dood,” zei Richel na een hap van haar saucijzenbroodje. “Geen van de Vollebollers heeft een toverstok behalve wij drieën en Milou. Charlotte ook niet.”
“Ik ging sowieso al voor ‘Malfidus is paranoïde’,” knikte Blaise.
“Wat is Draco en waarom?”vroeg Milou, die aangeschoven kwam en de rest van Richels saucijzenbroodje inpikte. Richel likte bedachtzaam de kruimels van haar lippen en keek Draco ook aan. “Ergens… Ergens zou je best eens gelijk kunnen hebben,” mompelde ze. “Maar waarom zouden ze dat in godsnaam ons laten doen in Spanje?”
“Nou, als je het mij vraagt zoekt Lucius elk excuus om jullie te lozen. Waarschijnlijk had hij al verwacht dat niet iedereen zijn toverstok zou meenemen,” zei Blaise. “Als we een soort nepaanval krijgen van die enge, boze Dooddoeners—“
“Wat zijn Dooddoeners nou weer?” gilde Emma terwijl ze erbij kwam zitten. Richel wreef subtiel over haar oren en keek Emma schuin aan. “Dat… eh…” begon ze, en keek naar Draco, die zijn schouders ophaalde.
“Dat zijn gewoon de volwassenen volgelingen van Voldemort. Wij, de jongeren, zijn de Vollebollers… en de ouderen zijn de Dooddoeners. Snap je?” vroeg Richel opgewekt.
Emma fronste en haar wenkbrauwen raakten elkaar boven haar in onbegrip gerimpelde neus. “Nee. Maar dat geeft niet, want het interesseert me ook niet zoveel—zolang ik maar leer toveren,” zei ze dolblij. “En naar Engeland mag, natuurlijk. Als ik dan af en toe wat kneuzen moet beheksen die voor een bebrilde sukkel met een litteken opkomen, maakt me dat echt niet zoveel uit.”
“Kijk, een ijskraam met Ben&Jerry’s!” riep Draco luid; Emma sprong verwilderd op en sprintte in de richting die Draco had aangewezen. “Goed,” zei hij vermoeid terwijl Richel, Milou, Charlotte en Blaise hem stomverbaasd aankeken; hij rolde met zijn ogen. “Ik werd in het vliegtuig naast haar gezet, waar ik je nog steeds voor haat, Richel,” Richel klopte quasimeelevend op zijn hand, “en het enige waar ze over kon praten was Ben&Jerry’s ijs, wat dat ook moge zijn. In elk geval—wat hebben jullie in Merlijns naam gezegd over wat de volgeling van de Heer zijn inhoudt?!”
“Nou, dat ze wat kneuzen moeten beheksen die voor een bebrilde sukkel met een litteken opkomen,” zei Richel simpel.
“Aha,” mompelde Draco; hij haalde zijn hand door zijn blonde haren. Richel boog zich naar hem toe en kneep in zijn hand. “Gaat het? Je wordt helemaal bleek.”
“En we moeten nog urenlang shoppen hierna, dus raap jezelf bij elkaar, zeg,” verzocht Milou hem. “Ha, kijk, daar is de reismeneer!” vervolgde ze blij. “Kom op mensen, door naar de bus!”

“Aah, Draco, kijk eens wat vrolijker,” smeekte Richel hem terwijl ze haar hoofd om het gordijn van het pashokje stak. Hij leunde tegen de muur aan tegenover de pashokjes en keek haar uitdrukkingsloos aan. “Je hebt toch hopelijk wel door dat, als mijn theorie klopt, we elk moment aangevallen kunnen worden?” siste hij. “Ik heb er nog verder over nagedacht en alle puzzelstukjes vallen nu ook op hun plaats. Mijn moeder laat me niet zonder bodyguards weggaan en mijn vader laat me niet weggaan als ik er niet van leer—er zijn wel bodyguards, en ze gaan hindernisje met ons spelen! Het is alleen dat we de bodyguards niet zien!”
“Je hebt toch ogen?” zuchtte Richel, terugduikend in het pashokje. Het knalroze shirtje gooide ze op de grond en ze griste een rokje van de kledinghanger, om die aan haar achterwerk te hijsen.
“Met magie kan je een heleboel verbergen!” hoorde ze Draco’s stem, vlak achter het gordijn.
“Ook die paranoïde gevoelens van je?” vroeg ze met een grijns.
“Ik zie je lachen via de spiegel, hoor!” siste Draco; Richel schopte van onder het gordijn tegen zijn scheen. “Ik sta hier in mijn BH en een minirokje, ga eens even een eindje verderop staan! Of nee, dan wordt je vast aangevallen door Dooddoeners. Je weet wel, die ons. Horen. Te. Beschermen,” zei ze opgewekt en met nadruk op de laatste woorden.
“Draco?” vroeg ze, toen ze niet direct antwoord kreeg. “Draco!” riep ze wat luider, terwijl ze het rokje weer uitschopte en haar skinnyjeans en blauwe vestje weer aandeed.
“Draco!” gilde ze nu bijna terwijl ze het pashokje uitstormde; hij stond met een irritant zelfvoldane grijns op zijn smoel om het hoekje. “Zie je—daar dacht je toch dat ik aangevallen was.”
“Ja,” glimlachte ze; even leek het gemeend en toen zakte de glimlach abrupt weer weg, terwijl ze dreigend haar Friis Company-tas omhoog hield. “En nu komt mijn voorspelling uit.”
Draco keek verbaasd achter zich. “Wat bedoel—AAHH!” brulde hij toen Richel op hem in begon te meppen met haar tas. “Laat—me—niet—meer—zo—schrikken—verdomme!”

Het had een dag geduurd om bij te komen van Barcelona; Draco had om acht uur ’s avonds verklaard dat hij ernstig allergisch bleek voor stoffen en dat hij echt geen winkels meer in kon, waarop Richel hem grijnzend had meegenomen naar de make-up afdeling.
Het was verbazingwekkend geweest hoe snel hij toch weer terugwilde naar de Bershka.
De afgelopen twaalf uur hadden ze niet veel uitgevoerd; in het zwembad gelegen met af en toe een voedselgevecht en een slappe poging tot een Lucky Strike nuttigen in het zwembad, waarmee Richel en Milou een heel pakje hadden verpest.
Rond etenstijd volgde dezelfde enigszins aangeschoten discussie over waar ze die avond heen zouden gaan, wederom gewonnen door Richel; ze waren teruggekeerd naar de Arena, één van de grootste discotheken; nog groter dan de Las Vegas.
“In Merlijns naam, wat denkt Emanuels dat ze aan het doen is?” brulde Blaise tegen Milou om boven de muziek uit te komen. “Wat maakt dat je denkt dat ik daar een flauw benul van heb?” gilde Milou terug, die grinnikend naar Richel zat te kijken; Richel had zojuist de glazen bier van de tafel afgehaald—in Draco’s handen geduwd, om precies te zijn—en had nu op diezelfde tafel haar eigen persoonlijke dansruimte gecreëerd.
“Mag dat wel?” gilde Charlotte.
“Die hoort je niet,” zei Milou.
“Jawel hoor, maar ze negeert je gewoon,” liet Draco weten na één glas bier achterover te hebben gegoten. “Kun je even vasthouden?” gaf hij even daarna twee lege glazen en nog één vol glas aan Charlotte; hij stond op om naast Richel op de tafel te springen, maar er was net een meisje achter Richel gesprongen. Een meisje dat erg suggestief begon te dansen.
Draco draaide zich verontwaardigd om naar Milou.
“Dat is normaal, hoor!” brulde die. “Gewoon wegduwen! Zonder je toverstok, sukkel!” gilde ze erachteraan zodra ze zag dat Draco naar Richels tas greep, die in de hoek lag; ze hadden er eerst een half uur over gedaan om hem in een Levi’s spijkerbroek en vrij hysterisch shirt van de Britain te krijgen, die Richel had meegenomen omdat ze ergens wel had verwacht dat Draco de meest afgrijselijke Dreuzelkleren ter wereld zou meeslepen.
Vervolgens had het nóg een half uur geduurd om hem ervan te overtuigen dat het echt heel debiel stond om een stuk hout in de kontzak van je spijkerbroek te doen, en dat het daarbij ook nog enigszins gevaarlijk zou kunnen zijn.
Na de woorden “straks zet je je eigen kont in de fik” was Richel in de slappe lach uitgebarsten en had Draco maar geëist dat hij zijn toverstok in Richels handtas mocht doen; hij was nog steeds paranoïde.
“Zeg,” zei Draco, trekkend aan het minieme rokje van het meisje achter Richel, “zou je daar weg willen gaan?” Hij zuchtte geërgerd toen het meisje hem negeerde en keek omhoog, om dodelijk verschrikt weer weg te kijken.
“’Wat?” gilde Milou in zijn oor zodra hij terugstormde naar de loungebank, twee meter van de tafel.
“Dat meisje… Ik zag…” Draco had het niet eens voor elkaar gekregen om het te zeggen, laat staan om het in Milou’s oor te schreeuwen. Milou fronste, keek naar het meisje met haar rokje dat meer weg had van een riem; het meisje dat net vooroverboog van Milou weg en een volle maan kwam vol in het vizier.
“Laat maar, ik snap het al!” gilde Milou met een grote grijns. Richel kwam naar ze toegesneld en boog zich naar Draco toe; “ze heeft geen ondergoed aan!” brulde ze in Draco’s oor.
Draco trok een gezicht dat midden hield tussen ‘duh’ en ‘gadverdamme, waarom herinner je me daar aan, stom kind’; Richel sloeg haar ogen ten hemel en plofte neer op zijn schoot. “Zullen we even naar buiten gaan om af te koelen?” vroeg ze dichtbij zijn oor.
Hij knikte; Richel sprong weer van zijn schoot en mimede naar de rest dat ze even naar buiten gingen. Ze greep haar handtasje en Draco’s hand vast en trok hem behendig mee door de menigte, er niet tot weinig rekening mee houdend dat Draco langer en breder was dan zij en dat hij wel tegen iedereen opbotste.
“Besef je dat er op elk pakje Lucky Strike staat dat je doodgaat aan Lucky Strikes?” informeerde Draco zodra ze buiten stonden. “Ja,” zei Richel opgewekt. “Maar liever dood aan Lucky Strikes dan aan Vollebol die weer eens pissig wordt als ik antikaalheidsmiddel voor zijn deur leg.”
“WAT?” gilde Draco.
“Grapje,” grinnikte Richel. “Ik weet niet waar zijn kamer is,” voegde ze daar peinzend aan toe. “Ik was een beetje voorbarig toen ik die middeltjes kocht, dus als jij nog iemand weet die kaal is—“
“Wacht even,” fluisterde hij plotseling terwijl hij in de verte keek.
“Wat—zag je Vollie zelf? Misschien wil hij ook een kleurtje opdoen en is hij ons gevolgd naar Spanje,” overwoog ze. Draco schudde zijn hoofd zonder in te gaan op de ironische opmerking. “Ik zag een zwarte mantel wegschieten,” fluisterde hij. Draco griste zijn toverstok uit Richels handtasje; Richel keek verveeld achter zich om te checken of er misschien wat minder paranoïde leden van de Vollebollers ook even buiten aan het afkoelen waren.
“Ik ga daar even kijken,” zei Draco met een geconcentreerde—geconstipeerde, zou Richel zeggen— uitdrukking op zijn gezicht. “Wáár?” vroeg Richel.
Draco wees naar een donkere straat, een brede weg met een t-splitsing aan het einde; in het donker konden ze die echter niet zien. Ging je naar links, dan eindigde je bij de boulevard, en naar rechts, dan kwam je in een soort doolhof van toeristenwinkels en uiteindelijk raakte je bij de Las Vegas.
“Kijk je uit? Daar werden Jackie en ik de eerste dag lastiggevallen door een stelletje Joegoslaven,” liet Richel hem weten. Draco rolde met zijn ogen. “Daar ben ik niet echt bang voor. Maar ik ga kijken—ik ben het zat de hele tijd paranoïde te zijn.”
“Wil je Blaise niet mee?” zei Richel met gefronste wenkbrauwen; het idee dat Draco in zijn eentje Blanes ging verkennen, of ze zijn Dooddoeners-theorie nou geloofde of niet, stond haar totaal niet aan. “Laat maar, ik ga wel mee.”
“Nee, nee. Blijf hier. Anders lachen jullie me alleen maar uit als er niets is.”
Richel keek hem na totdat het licht van het pleintje bij de Arena hem niet meer bescheen; ze draaide lichtelijk zenuwachtig krullen in haar nu steile haren, die losjes tegen haar onderrug hingen. Een halve minuut later keek ze alweer waziger, maar plotseling sperde ze haar ogen wijd open.
Gesmoord geschreeuw, nauwelijks hoorbaar als je er niet op lette en naast een discotheek stond.
Een felle lichtflits in de verte en een bekend, benauwd gevoel.
“Oh shiiit.”

---

A/N: Hope you liked it! Alvast hartstikke bedankt voor als jullie een reactietje achterlaten ^^ Het nieuwe hoofdstuk staat er denk ik overmorgen op. Dus tot dan! xoxo, Richel





_________________

    "Ik krijg hier spontaan hoofdpijn van."
    "Dat is je brein die zijn eigen achterlijkheid probeert te bevatten," snauwde Draco.

    -
    Five Minutes to Midnight


Laatst aangepast door Aya op Ma Jul 14, 2008 15:47; in totaal 1 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
Aya
6e jaars
6e jaars


Verdiend: 179 Sikkels
Woonplaats: Waverly Academy, Dumbarton

Aya is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Vr Jul 04, 2008 14:15 Terug naar boven Sla dit bericht op

Image

A/N: Het heeft een tijdje geduurd, sorry! Een kamer zoeken, studiegeld bij elkaar rapen en verder gewoon vakantie vieren neemt tijd in beslag :') Maar ik heb alvast een begin voor het volgende hoofdstuk, dus dat staat er sowieso volgende week alweer op. Leesze!

---

H o o f d s t u k 0 3

Dit begint herkenbaar te worden, dacht Richel verdwaasd terwijl ze op haar hoge laarzen in de richting van de flits sprintte; er stonden drie of vier anderen buiten naast haar, maar die dachten hoogstwaarschijnlijk dat die lichtflits van de Las Vegas, een andere discotheek, af was gekomen.
We blijven maar rennen in de richting waar Draco’s meisjesgegil vandaan komt. Oh god, zelfs in een situatie als deze ben ik lullig. Oké, god, laten we een deal maken. Als je Draco ongedeerd laat, zal ik nooit meer—
Plotseling bleef ze abrupt staan, midden op de straat,en staarde voor zich uit; dit kon geen goed idee zijn, er in haar eentje op afrennen. Ze draaide zich op haar plek 180 graden om en spurtte terug naar de Arena; hijgend kwam ze weer aan bij Charlotte, Patricia, Jackie, Miho, Milou en Blaise.
“Draco,” hijgde ze, “buiten…”
“Waarom hijg je zo?” vroeg Milou. “Oh, bah,” voegde ze daaraan toe. “Richel, gadverdamme, daar staat een condoomautomaat in de hoek—leef je uit. Maar buiten? Is het voor jou nou echt zo moeilijk om het bij een bed te houden?”
“Nee—Draco—“
“Staat er soms ‘vertel me over je seksleven’ op mijn voorhoofd geschreven?” informeerde Milou.
Richel ademde diep in. “MEEKOMEN!” brulde ze. “Draco is in gevaar!” siste ze erachteraan, net luid genoeg om over de muziek heen te komen, maar te zacht om zorgen te baren bij de vrolijk (en soms vrij nasty) dansende mensen om hen heen.
Blaise sprong als eerste op; hij sprintte naar buiten en zodra de rest, half geleid, half meegesleurd door Richel, naast hem stond, draaide hij zich om naar Richel. “Waar?”
Richel wees in de richting waar ze de flits had waargenomen en nog geen halve minuut later hoorden ze agressieve stemmen. Blaise gebaarde dat ze om het hoekje moesten blijven staan; het gezelschap bevond zich duidelijk aan de noordzijde van het afgelegen hotel Rennison, en zij momenteel aan de westzijde.
“Draco is trouwens wel steeds de pineut, hè?” vond Milou.
“Sst,” siste Richel. “Ik wil horen wat ze zeggen…”
“—zoon van Lucius Malfidus.”
“Ze zijn wel opmerkzaam,” fluisterden Milou en Richel tegelijkertijd, waarna ze onbedoeld proestten. “Daarmee wil ik alleen maar zeggen dat het dan niet Korzel en Kwast zijn,” fluisterde Richel verdedigend tegen een woedende Blaise die ruw gebaarde dat ze hun kop moesten houden.
“—die smerige hielenlikker van Voldemort?”
‘Voldemort’ werd met een ongelooflijk agressieve ondertoon uitgesproken en Richel, Milou en Blaise keken elkaar veelbetekenend aan. “Het zijn dus ook geen Dooddoeners,” fluisterde Charlotte.
“Dooddoeners zeggen sowieso bijna nooit zijn naam voluit,” zei Blaise.
“Welke naam?” lokte Richel hem uit.
“Grappig hoor,” siste Blaise. “Het zijn mensen van de Orde, ik weet het zeker. Dus doe me een lol en wees nou eens slim en hou je mond. Allemaal dingen die je nog nooit hebt geprobeerd, dus het is vast moeilijk, maar—“
Ze hoorden iemand op de grond spugen. “Hij is hier niet alleen,” zei een zware stem plotseling, en ze schrokken op. “Hoe weet je dat, Romeo?” zei een vrouwelijke stem, vrij opgewekt als je meerekent dat ze om half vier ’s nachts in Spanje achter de zoon van een Dooddoener aanzaten.
“Ten eerste kan dat niet anders; ten tweede zijn we ingelicht dat hij hier om de een of andere reden met een grote groep jongeren is. Meerderjarig voor de tovenaarswet overigens, maar we zijn niet eens zeker dat het allemaal tovenaars zijn,” antwoordde de zware stem.
“Malfidus zou zijn dierbare zoontje nooit alleen op reis laten gaan—wat zit daarachter?” grauwde een andere stem. “Wil zijn chagrijnige, arrogante vrouw hun kleine jongen soms een reisje gunnen met een stel Dreuzels?”
“Het gerucht gaat dat Malfidus junior met drie Dreuzels omgaat, maar Perkamentus zelf verklaarde ze heksen, dus niemand weet zeker of het de waarheid is,” zei de vrouwelijke stem weer. “We hebben het geprobeerd na te gaan, maar blijkbaar heeft Voldemort zijn zaakjes goed op orde—in Engeland, welteverstaan. Het valt niet te achterhalen wie ze zijn, dus eigenlijk kunnen het geen Dreuzels zijn, want waarom zou Voldemort daar zijn best zo voor doen? Hoewel—Zabini hoort ook bij de groep, misschien dat daarom—”
“Denk je nou echt dat Voldemort dat persoonlijk regelt?” zei de mannelijke stem geërgerd. “Lucius doet dat vuile werk en ma Malfidus heeft er vast iets mee te maken. Als je een zoon hebt als die waardeloze draak hier, wens je toch ook meisjes?”
Richel en Milou waren voor de verandering doodstil. Patricia, Jackie en Miho luisterden lijkbleek naar wat blijkbaar mensen van de Orde waren; Blaise haalde onregelmatig adem.
“Wat doen we nu?” fluisterde Richel. “Wat kunnen we doen?”
“Nou… Ik denk dat ze Malfidus hebben verlamd, of zo. Ze zijn in elk geval met zijn drieën—“
Net op dat moment sprak een nieuwe, hoop de grond inborende stem, die klonk als een jongen die de baard net in de keel kreeg; zwaar met af en toe een hoge uitschieter. “Hé, we zijn er weer. Geen teken van Zabini, en we kunnen nergens de drie meisjes vinden die Harry beschreven heeft…”
Richel beet op haar knokkels en Milou trok kwijtwit weg, eveneens Blaise.
“Dit is een stuk gevaarlijker dan we meekregen, Richel,” siste Miho half angstig, half verwijtend.
“Ik heb een idee, blijf hier wachten,” fluisterde Blaise; hij sloop weg in de tegenovergestelde richting van waar de stemmen vandaan kwamen. Ze hoorden een luide PLOP vanuit het oosten en Charlotte, Richel en Milou begrepen dat hij Verdwijnseld was.
“Wat was dat?” hoorden ze de grauwe stem snauwen. “Dat klonk als iemand die Verdwijnselde! Maar ik hoor hem niet weer Verschijnselen—dat betekent dat hij of zij een behoorlijk eind weg kan zijn—verdomme! Zouden ze met zijn vieren zijn geweest? In één keer weg?”
“Dat zou betekenen dat ze de jonge Malfidus achterlaten,” zei de vrouwelijke stem, en ergens klonk ze daar helemaal niet blij mee, al konden ze er niet helemaal de vinger opleggen waarom ze daar niet blij mee scheen te zijn.
“Nemen wij hem mee?”
“Wat moeten we ermee?” zei de grauwe stem, en Richel balde woedend haar vuisten. Milou legde haar hand op die van Richel en schudde met haar hoofd, om subtiel mee te delen dat ze niets moest zeggen omdat ze anders allemaal toast waren. Patricia sloeg haar handen samen in een soort wanhopig biddend gebaar naar Richel, een stille ‘hou alsjeblieft je klep.’
“Hier laten liggen kunnen we ook niet doen.”
“Waarom niet? Het is net of hij dronken is. Dit is een Spaanse badplaats, dat gebeurt hier constant—niemand die vreemd opkijkt, hoor. Hij komt vanzelf wel weer bij.”
“We kunnen hem toch gijzelen?” suggereerde iemand. “We kunnen wel iets gebruiken om één van de belangrijkste Dooddoeners van Jeweetwel te chanteren.”
“Nee!” piepte Richel en sloeg meteen, geschrokken, haar hand voor haar mond. Eigenlijk dubbelop, want Patricia had ook al haar hand voor Richels mond geslagen.
“Wat was dat?” grauwde een stem; voetstappen volgden. “Miauw?” piepte Richel wanhopig; Milou gaf haar een mep, Richel haalde met een nog wanhopigere blik haar schouders op. Miho gebaarde agressief naar een portaal een paar meter verderop en geluidloos schoven ze erheen.
Voordat ze ook maar een halve meter zich verplaatst hadden, hoorden ze ergens anders weer een luide PLOP. “Godzijdank—Blaise heeft eindelijk door hoe hij zichzelf nuttig kan maken,” fluisterde Milou met oprechte opluchting en blijdschap, toen de opgewonden stemmen zich leken te verplaatsen in de richting waar er overduidelijk iemand weer was Verschijnselt; echter, na nog een PLOP konden ze concluderen dat Blaise er weer vandoor was en alleen even als afleidingsmanoeuvre had willen dienen.
“Ze spelen een spelletje met ons!” grauwde de stem.
“Zie je niemand in je Vijandsvizier?” informeerde een jongere stem.
Zie je niemand in je Vijandsvizier?” werd de vraag sarcastisch herhaald. “Nee, natuurlijk niet, idioot! Die aanhangers van Malfidus zijn volgens onze bronnen zo pacifistisch als maar zijn kan en het zijn nog maar kinderen!”
Richel en Milou slikten een ‘nou ja, zeg’ in zodra ze de waarschuwende blik van Patricia zagen. De stemmen waren langzaamaan aan het wegsterven; blijkbaar hadden de mensen van de Orde besloten dat het de moeite niet zou lonen om uit te zoeken wie er herhaaldelijk Verdwijnselde en Verschijnselde—Blaise. Doodstil bleven ze staan, want voor hetzelfde geld was het een val; zelfs Milou en Richel hadden de tegenwoordigheid van geest om nu niet in een overwinningslied uit te barsten en direct het hoekje om te rennen, waar hopelijk Draco zich nog bevond, en hopelijk ook nog ongedeerd.
“Oké—laten we er zachtjes heenlopen,” fluisterde Patricia; nog geen seconde later was Richel het portaal uitgetrippeld en voorzichtig keek ze om de hoek. “Ik zie niemand,” siste ze tegen Milou, die direct achter haar stond. “Volgens mij is het sein veilig—ik zie Draco alleen niet…”
“Emanuels? Milou?” siste plotseling een stem; Richel kreeg haast een hartverzakking, maar haar hart maakte alleen maar een blij sprongetje toen ze Blaise tevoorschijn zag komen vanuit het duister. “Goede afleiding,” siste Milou tegen Blaise, en Richel stak ongeboeid haar hoofd weer om de hoek; ze fronste haar wenkbrauwen en stapte de hoek toen helemaal om. De straat, waar eerst de stemmen van die anti-Dooddoeners—ze was de naam vergeten, die had Draco ooit genoemd, iets met een Orde van een vogel—vandaan waren gekomen, was op het eerste gezicht leeg en een ijskoude rilling liep langs haar ruggengraat. Ze voelde zich alsof iemand stikstof in haar gezicht had gesprayd. Hadden ze Draco dan toch meegenomen?
Miho en Patricia kwamen ook de hoek om, gevolgd door Blaise en Milou. “Waar is Draco?” vroeg Milou verbaasd en vrij luid. Blaise maakte een gebaar dat duidelijk maakte dat ze best wat zachter mocht doen en Richel kon zelfs vanuit haar ooghoeken zien hoe overduidelijk Milou vervolgens met haar ogen rolde. Ze bleef zelf echter peinzend de straat afspeuren; ze liep verder de straat in en haar irissen schoten haast psychotisch van de ene kant naar de andere.
“Ik denk dat ze hem hebben meegenomen,” zei ze uiteindelijk lijkbleek, waarmee ze een ijzige stilte verbrak, die vrij ongewoon en schaars was in een feestplaats als Blanes. Toen Richel geen antwoord kreeg, draaide ze zich om naar waar haar vrienden eerst stonden.
Ze werd nog bleker toen ze zag wie er naast Milou, Blaise, Patricia, Miho en Jackie plaatsgenomen hadden.
“Oh—denk je dat we hem hebben meegenomen?” De grijns van één van de mannen die Blaise vasthielden, werd nog schever. “Wat een scherpe observatie.”
Richel kon niks uitbrengen en haar toverstok bungelde nutteloos in haar slappe hand. Dit was het proberen niet waard; teveel mensen met toverstokken. Wat kon zij nou helemaal beginnen tegen een tiental ervaren, volwassen tovenaars?
Probeer Orchidea! zag ze Milou mimen.
Niks dus.
“Een scherpe observatie,” herhaalde de man terwijl er nu twee mensen ook Richel vastgrepen, “helemaal voor een Dreuzel.”

---

A/N: Deze was een beetje kort, omdat 't als overgang functioneert naar een bepaalde wending... Wat die wending is, komen jullie volgende keer achter, hihi. Het volgende hoofdstuk staat er waarschijnlijk begin volgende week op. Tot dan! Xoxo, Richel (:





_________________

    "Ik krijg hier spontaan hoofdpijn van."
    "Dat is je brein die zijn eigen achterlijkheid probeert te bevatten," snauwde Draco.

    -
    Five Minutes to Midnight
Profiel bekijkenStuur privébericht
Aya
6e jaars
6e jaars


Verdiend: 179 Sikkels
Woonplaats: Waverly Academy, Dumbarton

Aya is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Vr Jul 11, 2008 12:44 Terug naar boven Sla dit bericht op

Image

A/N: As promised, een week later het nieuwe hoofdstuk! Iedereen bedankt voor de reacties, heel lief dat jullie trouwe lezers blijven! (: iig, veel plezier met dit hoofdstuk.

---

H o o f d s t u k 0 4

“Door wie… Wat is er… Waarom…” begon Milou steeds een nieuwe zin. Richel antwoordde niet en bleef onrustig de celachtige ruimte rondkijken; ze zaten in elk geval opgesloten, dat was één ding dat duidelijk naar voren kwam. Mét Draco, en dat was in elk geval één voordeel.
“Aaargghhh,” jammerde Charlotte; Richel rolde met haar ogen. Wat ook duidelijk naar voren kwam, was dat Charlotte niet goed kon omgaan met stress. Ze ging verder met rondkijken en zodra haar blik op Draco viel, zag ze dat zijn irritatie ook de pan uit begon te rijzen. De giftige blikken die hij op Charlotte, die maar aan de deur bleef rammen, wierp, waren extreem dodelijk.
Nog even en Richel ging laten zien hoe dodelijk haar mascaraborsteltje in een oog kon zijn.
“Weet je wat deze situatie nog erger maakt?” zei Blaise plotseling, de stilte doorbrekend.
“Wat?” vroeg Richel vermoeid terwijl ze haar hand door haar paardenstaartje haalde; ze stootte met haar elleboog tegen Draco’s achterhoofd die háár nu giftig aan begon te staren.
“Dat Malfidus gelijk heeft gekregen,” verklaarde Blaise verontwaardigd.
Draco verplaatste zijn woedende blik naar Blaise. “Dat weet je niet eens,” wierp Richel tegen, terwijl ze verwijtend naar Blaise keek en met een paar vingers geruststellend over Draco’s blote onderarm streek.
“Richel heeft gelijk,” zei Milou peinzend. “Wie zegt dat het die kneuzen van de Vogelorde—“
“Orde van de Feniks,” zuchtte Blaise.
“Ja. Dit is echt de tijd om te gaan zitten mierenneuken, hoor,” zei Richel met een blik hemelwaarts. “En inderdaad, we weten niet of het die mensen van de Orde zijn. Je merkte toch hoe denigrerend hij Dreuzel zei?”
“Misschien is het een apart Wij-Haten-Dreuzels-Clubje van de Orde,” suggereerde Milou. “Misschien moet jij eens leren geloofwaardige theorieën te bedenken,” katte Draco.
“Ik hoor jou anders ook niet met iets goeds komen, blondje,” zei Milou beledigd.
Net toen Draco zijn mond wilde openen voor een woeste repliek, opende met luid gekraak de gigantische deur met vanaf de binnenkant gezien, ontelbare sloten. Richel sprong direct op; Draco greep haar kleine pols en rukte haar weer omlaag, maar Richel schudde zich los en wees een driftige vinger op de grootste van de zes mannen in mantels die binnen waren gekomen. “Hé! Waar—“
Silencio!” snauwde een wat kleinere man die helemaal rechts stond. Richels lippen bleven geestdriftig op en neer bewegen, maar er kwam geen geluid meer uit haar mond.
“Dat wij daar nooit op gekomen zijn,” mompelde Blaise stomverbaasd. Richel rukte het elastiekje uit haar donkere paardenstaart en schoot het tegen zijn achterhoofd in een stil maar pijnlijk protest.
“Allemaal koppen dicht. Jullie zijn niet in de positie om te vragen te stellen, niet om te praten in het algemeen.” De robuuste man in het midden knalde met zijn metalen wandelstok op de stenen grond en ze deinsden alle vijf achteruit. “We hebben jullie toverstokken afgepakt, om jullie de moeite te besparen iets doms uit te proberen. Van Malfidus hebben we gehoord dat jullie ego enigszins in de weg staat van jullie gezonde verstand,” zei hij met een spottende blik, voornamelijk gefocust op Richel en Milou.
Draco keek op. “Van mijn vader?” vroeg hij toonloos.
“Ik zei, geen vragen!” snauwde de man. Is ook nogal voor de hand liggend,” mimede Richel naar Milou, die wijs knikte. Ik bedoel, wie heet er verder nou Malfidus? ging Richel verder, en stopte abrupt middenin het ophalen van haar schouders toen een andere man zijn toverstok op haar richtte.
Blaise trok Richel subtiel achter zich en de grote man ging verder. “Ik vertel de details op de momenten waarvan ik denk dat ze goed uitkomen. Bijvoorbeeld, ik wil jullie op het moment best vertellen dat jullie terug zijn in Engeland. Drie van jullie vrienden zitten gevangen in een andere cel, die andere Dreuzels die erbij waren toen we jullie meenamen. De rest van jullie… groep…”
“Vollebollers,” zei Milou behulpzaam.
“Kop dicht, mens, kop dicht” siste Blaise.
“Naah,” droop Milou verontwaardigd af.
“Malfidus heeft echt niet overdreven,” merkte een gedrongen man helemaal links van het zestal ontzet op; de grote man maande hem met een simpele handbeweging tot stilte. “Het zijn domme Dreuzels. Concentreer je er niet op, want er komt toch niets nuttigs uit hun mond.” Hij keek grijnzend naar Milou om een reactie uit te lokken, maar ze was naast Richel gaan zitten en deed alsof ze ook met Silencio tot zwijgen gedwongen werd.
“De rest van jullie groep, daarvan is het merendeel nu… dit is misschien moeilijk om te zeggen… dood.” Hij grijnsde gemeen. “Hé, dat was helemaal niet moeilijk om te zeggen!”
“Wat? Nee!” gilde Milou.
“Ja,” grijnsde de enige blonde man.
“Nee,” herhaalde Milou.
“… Ja,” zei de man weer, met een lichtelijk verwarde blik in zijn ogen.
“Nee!”
“Dit kan lang zo doorgaan,” zei Draco als een soort ‘hou je kop’ naar Milou, weer met gebogen hoofd. Richel keek hem geschokt aan en Charlotte zakte door haar knieën. “En degenen die niet vermoord zijn?” vroeg Draco toonloos verder.
“In het begin hadden we nog geduld genoeg voor geheugenwisspreuken, maar daarna hadden we zoiets van…” de man haalde onverschillig zijn schouders op. “Toen waren die sukkels van de Orde bovendien al duizenden kilometers weg. Die wisten we mooi te omzeilen. Zie je, ons is de opdracht gegeven om jullie een beetje discipline bij te brengen. Je zou het een bootcamp kunnen noemen, in Dreuzeltermen. Totdat jullie teruggaan naar Zweinstein, om daar verder te leren over de Zwarte Kunsten.”
Richel opende haar mond om een zin te beginnen, hoogstwaarschijnlijk over een film die ze had gezien, herinnerde zich toen dat ze niets kon zeggen en perste boos haar lippen op elkaar tot ze één rode streep vormden.
“In wiens opdracht?” vroeg Blaise zacht. Richel legde haar ene vinger tegen haar neus en wees met haar andere hand enigszins ongepast enthousiast op Blaise, alsof ze hints speelden en hij had geraden wat ze wilde zeggen.
“Willen jullie dat echt weten?”
“Ja,” zei iedereen, minus Richel, in koor.
De man grijnsde nog vicieuzer en om de een of andere reden richtte hij zijn fletse ogen op Draco. “We doen dit in opdracht van je vader, kleine Draco.” Voordat iemand hem kon onderbreken ging hij verder, absoluut niet van zijn stuk gebracht door de geschokte blikken en Draco’s huid, die nog een tint bleker leek te worden. “Na de grote mislukking van jouw missie en de schaamte die het meebracht, leek het hem geen goed idee als je jezelf voor paal zou zetten door het nutteloze gedoe met deze Dreuzels voort te zetten.”
Richel zwaaide woest met haar armen en Milou trok haar mond open, alsof ze er een codetaal in herkende. “Maar waarom laat je ons dan leven—wat hebben wij voor nut?”
Diep in- en uitademend begroef Richel haar gezicht in haar armen, haalde vervolgens haar mobieltje uit haar zak en typte snel iets in een SMS. Dat is dus iets wat je NIET vraagt aan mensen die je halve klas hebben vermoord. Dat werkt motiverend om ons, je weet wel, OOK OM ZEEP TE HELPEN.
“Ah,” mompelde Milou zodra Richel haar gsm met een ijzige blik in haar gezicht duwde. Al die tijd waren de mannen ze in doodse stilte aan blijven kijken. Nog altijd in stilte wees één man vervolgens zijn toverstok op Richels mobieltje, die nu losjes in haar hand lag; een moment later werd haar Ladyphone aan gort geblazen en van de schrik, pijn en kracht van de ontploffing wierp Richel zich opzij, half op Draco, die meteen naar haar rechterhand keek om de schade vast te stellen.
“Dat geeft het wel aan, toch?” zei de grote man met zalvende stem terwijl hij een stap dichterbij Draco en Richel zette. “Lucius weigerde het toe te geven, maar Narcissa vertelde ons uiteindelijk dat jullie drie een cruciale rol hebben gespeeld bij het vorderen van Draco’s missie. Bovendien lijkt de Heer van het Duister jullie te zien als een doorbraak.”
“Bij wat? Het respect winnen van Dreuzels?” vroeg Milou verbaasd. Richel stootte een gnuivend geluidje uit, met duidelijk als bedoeling aan te geven dat zij allesbehalve respect voor hem had. Toen stak ze plotseling een vinger in de lucht, graaide in haar uitgaanstas—die ze niet hadden afgenomen—en gooide de mannen wat pakjes toe.
“Een middel tegen kaalheid?” vroeg eentje ongelovig. Richel haalde haar schouders op en Draco leunde met zijn voorhoofd tegen haar schouder als teken van wanhoop. Richel stak haar handen in de lucht als teken van ‘wacht even’, wees toen op zichzelf, ‘ik’, en toen bleven haar handen in de lucht hangen. Na een korte stilte graaide ze weer in haar tas, pakte er een oogpotlood uit en begon wat op de muur te kladden.
“’Puur uit respect wil ik hem helpen met zijn kaalheid, ik bedoel het niet beledigend. Onder die glanzende schedel is hij vast een toffe peer’,” las één van de mannen voor.
Richel stak haar duimen op.
Of hij voor de dramatiek een stilte liet vallen of dat hij gewoon daar geen antwoord op wist; een lange stilte volgde hoe dan ook. Ongemakkelijk liet Richel haar hand in die van Draco glijden en keek ze, nog altijd zittend, op naar de mannen.
“Hoe zijn de Dreuzels aan toverkracht gekomen?” vroeg één van de mannen plotseling, maar met de autoriteit van een eersteklas dictator.
“Door een toverstok te gebruiken van een vermoorde heks of tovenaar,” antwoordde Draco plichtmatig en Richel, Milou en Charlotte keken hem met grote ogen aan; dat minieme detail van ‘vermoord’ was hen nog niet meegedeeld.
“Hoe kwamen jullie op dat idee?” vroeg de man verder, zijn blik op Draco gevestigd.
“Niet. We gaven ze de toverstok, ze wilden… ze wilden magie… uitproberen. En toen bleek dat ze magie konden beoefenen.”
“Gold dat ook voor de andere Dreuzels of alleen voor deze drie?”
Draco keek Richel aan. “Hebben jullie überhaupt al iets met ze ondernomen dat ook maar met toverkracht te maken heeft?”
Enigszins rood schudde Richel haar hoofd; toen klaarde haar gezicht op en schreef ze met haar eyeliner ‘haardvuur’ op. “Dat kan elke Dreuzel in principe, zolang er een heks of tovenaar mee is,” snauwde dezelfde man die de vragen had gesteld.
‘Sorry hoor,’ schreef Richel; ze begon met haar ogen te rollen, merkte op dat ze woedend werd aangekeken en deed snel alsof ze simpelweg iets fascinerends op het plafond had gezien.
“Zou het alleen voor deze drie kunnen gelden?” vroeg de inquisiteur aan de grote man, die blijkbaar degene was met de meeste autoriteit. “Het zou verklaren waarom de Heer ze niet meteen heeft geïntroduceerd aan Avada Kedavra,” mompelde die. Hij wees weer met zijn toverstok op Richel, die achteruit deinsde. “Finite.”
“AAAAHH!” gilde Richel, niet in afwachting van wat de spreuk überhaupt deed—en besefte toen dat ze alleen maar haar stem weer terughad. “Ooh. Aah, geweldig,” zuchtte ze. “Milou, ik bedacht me zoveel roddels die ik nog niet heb verteld—weet je bijvoorbeeld die ene keer dat ik in de stad was, toen met Ma—maar die vertel ik later wel,” besloot ze met een schijnheilig knikje naar de mannen. In een poging tot zedig en enigszins normaal over te komen, vouwde ze haar handen in elkaar en keek ze recht aan.
“Jij. Vertel ons waarom je voor de Heer van het Duister gekozen hebt.”
Draco kneep in haar arm, in een stil verzoek om het beschaafd te houden. “Eerst… eerst vond ik toverkracht gewoon gaaf klinken,” begon Richel onzeker. “En dat bleek het ook te zijn. Wist ik veel wie Volle… de Heer verder was. Draco, Blaise en Si—Charlotte,” verbeterde ze zichzelf snel toen ze Draco’s blik opving, “en Milou en ik, we waren gewoon een team. Eerlijk gezegd dachten we niet eens zoveel aan waarom Draco ons naar Zweinstein had gehaald, maar meer aan hoe leuk we het altijd hadden. Uitzonderingen daargelaten,” voegde ze eraan toe.
“En Malfidus jr. had jullie naar Zweinstein gehaald omdat…”
“We zijn een connectie naar de Dreuzelwereld, vandaar,” zei Milou opgewekt. Draco boog weer zijn hoofd en Richel fronste, maar probeerde de algemene aandacht er niet op te vestigen. Godzijdank bleef Milou doorkeuvelen. “Met onze hulp hoeft de Heer niet per se de hele Dreuzelwereld uit te moorden, maar kan Hij er ook voor zorgen dat ze allemaal achter hem gaan staan.”
“Precies—wij staan immers ook achter hem,” sprong Richel in, ergens verbaasd hoe Milou daarop kwam.
“Volledig,” bevestigde Charlotte. “Alleen een beetje jammer dat jullie nu al onze rekruten… al onze vrienden…” Hoorbaar ontstond er een brok in haar keel en Milou sloeg een arm om haar heen.
“Jullie zogenaamde rekruten voor jullie groepje—en ja, daar weten we vanaf—jullie hebben er nog drie, dus er valt weinig te klagen. Jackie, Miho en Patricia. Op Zweinstein is er dit jaar een Dooddoenersregime,” zei de grootste van de zes, die het praten weer over had genomen. “Dat is één ding dat zeker is. En Malfidus, je vader heeft liever dat je op Zweinstein met je vriendinnetjes alle niet-Slytherins aan laat sluiten bij de Heer. Het was in principe een… leuk… plan, Dreuzels overhalen en ze op Zweinstein trainen om Potters volgelingen aan te pakken, maar er is toch besloten dat het teveel wegheeft van Dreuzels gelijkstellen aan onze soort.”
“Weet de Heer hier eigenlijk van?” informeerde Richel nuchter.
“Hij heeft toestemming gegeven jullie in de gaten te houden,” werd er ontwijkend geantwoord.
“De Heer weet alles,” zei Milou plechtig, met een ondertoon van sarcasme die zo klein was dat alleen Richel hem oppikte; ze wierp een schuchtere blik op Milou en beet op haar lip.
De leider stapte op Richel af, hurkte bij haar neer, greep haar kin vast en tilde haar hoofd omhoog. “Dat de Heer geen directe orders heeft gegeven om jullie af te maken, zegt helemaal niets,” siste hij. “Denk maar niet dat het Hem wat uitmaakt wat er met jullie gebeurt.”
“Waarom laten jullie ons dan l—oh ja, stomme vraag, stomme vraag,” mompelde Milou.
“Het is de bedoeling dat jullie teruggaan naar Zweinstein. Jullie werpen meer sympathie af dan Malfidus en Zabini hier,” snauwde een van de mannen. “En de eerstejaars moeten nu eenmaal met wat minder harde hand aangepakt worden, anders bezwijken ze nog.”
“Maar denk eraan,” ging de man die Richel vast had verder. “Alle Modderbloedjes worden verwijderd, of in elk geval behandeld als beschimmeld afval. Dus ik zou maar niet te aardig voor ze zijn, voordat onze genereuze Heer zich bedenkt… Dan zou je weleens hetzelfde lot kunnen ondergaan als je vrienden.”
Richel, bij wie alles altijd wat later aankwam, staarde hem nietszeggend aan. Het begon nu pas tot haar door te dringen wat ze hadden gedaan. Gemarteld door Voldemort was één ding; het met de dood bedreigd worden al wat vervelender. Maar dit—dit kon toch niet?
“Ik geloof je niet,” bracht ze met hese stem uit. “Dat meende je toch niet, dat ze vermoord zijn? Dat kan je niet menen.”
“Zal ik namen noemen?” vroeg hij met een grijns, terwijl zijn nagels in de huid van haar kaak drongen. “Namen van… van…” mompelde ze.
“Mike…” begon hij. “Donkerblond, krullend haar? Dood. Een meisje dat op hem leek, misschien familie—ene Isabel? Nog een meisje, met lang zwart haar, Sanne…”
In een vloeiende beweging stond Draco op; de man kwam ook met een ruk overeind. “Genoeg,” zei Draco, plotseling scherp.
“Ik geloof je nog steeds niet,” zei Richel, maar nog minder overtuigend dan daarvoor. “Draco—ze vermoorden toch niet echt mensen? Perkamentus—dat was zijn vijand—maar waarom zouden ze onze vrienden vermoorden?”
Draco keek haar stil aan, toen naar Milou, die even hoopvol omhoog keek.
“Draco…” zei ze, nu dwingender.
De grote man met de wandelstok, die veel op die van Lucius leek, trok zijn mond weer open. “Een mensenleven betekent niets voor ons, tenzij die persoon ons van nut is.”
“Ja, ja maar… Dan hoef je ze nog niet…” begon Richel lacherig. “Nee… toch? Draco?”
Draco keek op haar, Charlotte en Milou neer zonder te antwoorden. Alle zes de mannen keken Draco nu sadistisch grijnzend aan, wachtend totdat hij de mooie luchtbel zou laten barsten. Blaise bukte neer bij de meisjes, zijn hand op Charlotte’s schouder, bij wie de tranen al uit haar gesloten ogen stroomden.
Richel en Milou keken op naar Draco, en ze lazen het antwoord eigenlijk al op zijn gezicht. Toen zei Draco iets wat ze hem nog nooit hadden horen zeggen.
“Het… het spijt me.”
De grote man had inmiddels geseind dat ze weer vertrokken en geluidloos verdwenen ze door de deur; luidruchtig gingen alle sloten weer dicht. Draco bleef stilstaan terwijl Richel aan haar voormalige klasgenoten dacht.

“Vinden ze ‘de Heer van het Duister’ of ‘Voldemort’ te moeilijk om uit te spreken?” vroeg Matthijs, terwijl hij aan zijn Günthersnorretje pulkte. Richel besloot om serieus te blijven, onderdrukte een giechel en schudde haar hoofd. “Nee… Ze zijn te bang om zijn naam uit te spreken,” fluisterde ze dramatisch.
“Ja, ja. Stelletje analfabeten zijn het, als je het mij vraagt,” zei Emma opgewekt. “Geef dat contract nou maar, ondeugend agentje van me.” Richel tikte tegen haar politiepet en met een grijns—ze kon het niet helpen—overhandigde ze Emma het contract, een ganzenveer en een potje inkt.
“Eh… Oké, dit zint me niet,” zei Sanne fronsend zodra het contract bij haar aan was gekomen. “Een veer, ga toch heen,” mompelde ze terwijl ze haar naam opschreef met eyeliner.
“Vo… lle… bollers,” las Matthijs hardop en nog altijd met dubbele tong voor toen het contract in zijn handen terecht kwam. “Wat een gave clubnaam!”


“We hebben ze in gevaar gebracht, voor helemaal niets, uiteindelijk,” zei Richel verdoofd. “Alleen omdat Luus ineens heeft besloten dat we onszelf toch maar voor paal zouden zetten door met Dreuzels op Zweinstein aan te komen. Oh, en wat is die onzin over dat wij de 'enige drie' zouden zijn?”
Draco liet zichzelf naast haar zakken. “Ze hebben het altijd als een spelletje beschouwd, ze zijn nooit bang geweest en hebben het nooit serieus genomen.”
“Dus wat? Verdienden ze dit?” wist Milou uit te brengen.
“Nee,” zei Blaise zacht. “Maar besef dat het herkenbaar is—bij jullie. En dat wij hier altijd al bang voor zijn geweest—voor jullie.”

---

A/N: Extra lang, als goedmaker voor het vorige korte hoofdstuk! Nou lieve lezertjes, reacties zijn zoals altijd welkom. Verzoekjes om (aangeschoten) foto's van Milou en ik in Blanes, ook prima, haha. Tot volgend hoofdstuk! xoxo





_________________

    "Ik krijg hier spontaan hoofdpijn van."
    "Dat is je brein die zijn eigen achterlijkheid probeert te bevatten," snauwde Draco.

    -
    Five Minutes to Midnight
Profiel bekijkenStuur privébericht
Aya
6e jaars
6e jaars


Verdiend: 179 Sikkels
Woonplaats: Waverly Academy, Dumbarton

Aya is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Ma Jul 14, 2008 16:19 Terug naar boven Sla dit bericht op

Image

A/N: Yeey, nieuw hoofdstuk! Bedankt voor de PBtjes, jullie zijn allemaal té lief. Ik draag dit hoofdstuk op aan Harry, de huisspin van Milou. Rust in vrede, sorry dat ik haar die haarlak-tip gaf. Leesze!

---

H o o f d s t u k 0 5

“Ik geef het op,” zuchtte Richel. “We moeten ons er maar gewoon bij neerleggen. De mensen die we zover kregen zichzelf in dezelfde bagger te werken als wij, zijn dood, en wij zitten gevangen.” Ze tikte een laatste keer met haar vijl tegen één van de vele sloten aan de massieve deur.
Draco, die op de koude grond zat, keek op en trok één wenkbrauw omhoog. “En je hebt er slechts twee uur over gedaan te beseffen dat het een hopeloze zaak is.”
“Zeg, het is gewoon moeilijk om uiteindelijk toe te geven dat dit plan weereen mislukking is,” verdedigde Richel zichzelf. “Op welk punt van die twee uur lang een nagelvijltje in reusachtige sloten poeren, dacht je dan dat het een succes zou blijken?” schoot Draco terug.
“Jongens…” probeerde Blaise tussenbeide te komen.
“Laat mij maar,” zei Milou. Ze glimlachte, stond op, pakte Richels hand die nog tegen de deur aanleunde en griste Draco’s hand van de vloer af. “Draco, Richel… KOPPEN DICHT!” brulde ze. “WE ZITTEN NU AL 24 UUR IN DEZE CEL EN HET ENIGE WAT JULLIE DOEN IS BEKVECHTEN! ALS HET KOMT DOORDAT JULLIE SEKSUELE ONTLADING NODIG HEBBEN, GA DAN ALSJEBLIEFT GEWOON JE GANG, WIJ DRAAIEN ONS WEL OM! MAAR HOUD—JUL—LIE—KOP—PEN—DICHT!”
“Oké, je maakt me een beetje—“ begon Richel, maar ze hield abrupt haar mond zodra ze Milou’s blik zag, die vervolgens hun handen losliet en weg stampte richting Blaise.
Draco staarde haar verbijsterd aan. “Merlijns onderbr—“
“WAT ZEI IK NOU?” gilde Milou.
Richel kroop na even aarzelen tegen Draco aan. “Feeks,” siste ze.
“Pardon?” siste Draco terug.
“Niet jij—Milou. Debiel.”
“Oh, oké—HÉ!”
“KOPPEN DICHT!” krijste Milou vanaf de andere kant van de kamer; het was vijf seconden stil, totdat Charlotte in haar slaap vreemd begon te kreunen. “Zeg… Waar zitten haar handen?” informeerde Richel na nog vijf seconden stilte.
Draco grijnsde flauw naar Richel, maar Milou’s dodelijke blik zorgde ervoor dat ze allebei op hun lippen beten.

“OPSTAAN!” werden ze enkele uren later gewekt door een stem, zo mogelijk nog agressiever en venijniger dan die van Milou.
“Waarom?” vroeg Richel gapend. Ze weigerde haar oogleden open te doen—die overigens toch met mascara aan elkaar geplakt zaten—en nestelde zich nog wat meer tegen wat ze dacht dat Draco was. Een paar woorden haalden haar uit die dagdroom.
“Oh Richel, ik wist wel dat je gevoelens voor me koesterde…”
Met een gil sprong Richel weg van Milou, die haar met een grote grijns aan zat te kijken; de slaap had haar goed gedaan en ze was niet meer prikkelbaar, en des te meer gemotiveerd om te rest te jennen. Het is een vicieuze cirkel, en haar oogmakeup zit waarschijnlijk een stuk beter dan dat van mij, dacht Richel verstoord terwijl ze één oog opende, het blondje spotte en zich vervolgens tegen Draco’s schouder liet zakken.
“… IK ZEI, OPSTAAN!” brulde de man die in de deuropening stond weer.
“Als ik zeg, ‘laat ons eruit’, zou je dat dan doen?” vroeg Richel, terwijl Draco fronsend neerkeek op haar smalle handen, die een vlecht maakten van de touwtjes aan zijn sweater.
“NATUURLIJK NIET!” schreeuwde de man na even twijfelen of dit misschien een soort val was.
“Dan begrijp je hopelijk dat wij nu ook niet opstaan,” maakte Milou Richels theorie af.
“We vinden opstaan puur omdat jij dat wil gewoonweg niet reden genoeg,” geeuwde Richel. “Protest. Ja. Wij protesteren, wij protesteren… iets met… zonder kleren…” De rest van haar liedje/protest/willekeurige zin ging verloren in een gaap.
Toen richtte de man—er was er maar één—zijn toverstok op het groepje tieners. “Als jullie die drie vrienden van je nog levend willen aantreffen, staan jullie nu direct op.”
“Oké, reden genoeg,” zei Charlotte haastig; ze sleurde Richel van haar kussen, beter bekend als Draco’s rechterborst; zwakjes zong die haar protestliedje verder, ware het niet dat ‘zonder kleren’ het enige rijmende was dat ze er nog van wist.
“Tegen langer leren?” suggereerde Milou terwijl ze onder bedreiging van de toverstok de cel uitliepen; ze kwamen in een lange, donkere gang terecht en de man gebaarde dat ze gewoon door moesten lopen.
“Tegen okselhaar afscheren?” kon ook Charlotte het niet laten zich ermee te bemoeien.
“Stomme feministe,” mompelde Richel.
“Weet je, ik ken iemand die Kwakkel heet van zijn achternaam—“ begon Milou peinzend.
Weet je,” siste Draco, “wat je zou moeten doen als je die ziekelijke neiging tot praten over helemaal niks op voelt komen?”
“Hè? Nee?” vroegen Milou en Richel verbaasd.
“VECHTEN TEGEN DIE NEIGING! En dan, als de drang om te praten nog sterker wordt, hè…”
Milou en Richel, nog niet geheel bewust van het feit dat dit eigenlijk een sneer naar hen toe was, knikten gefascineerd en terwijl ze nog altijd voor de man uitmarcheerden, boog Draco zich naar hen toe met een ijzige blik. “Als die drang nog sterker wordt… VERZET JE JE IN MERLIJNS NAAM NOG HARDER!”
“Subtiliteit en meisjes…” mompelde Blaise hoofdschuddend.
“Hé!” zei Charlotte beledigd.
“Gaat ze weer met d’r achterhaalde feminisme,” zuchtte Richel.
“Dat jij nou de vent in elke relatie bent!” siste Charlotte terug. “Pardon?” vroeg Draco met opgetrokken wenkbrauwen.
“Voel je je aangesproken bij de vent zijn in een relatie?” grinnikte Richel. “Je staat nog langer voor de spiegel dan de gemiddelde travestiet in zo’n bar waar mannen verkleed gaan als Dolly Parton. Of…” haar gezichtsuitdrukking verzachtte, “ben je bang dat jij niet de vent zou zijn als wij zouden trouwen, liefste?”
“Vent—bent—dat rijmt,” zei Milou opgetogen.
“OH ALLEMACHTIG, MERLIJN NOG AAN TOE!” hoorden ze ineens iemand achter zich brullen. In een reflex draaiden Blaise, Draco, Milou, Richel en Charlotte zich alle vijf om naar de Dooddoener in mantel, die ze allemaal woest aankeek vanonder de kap op zijn hoofd. “SILENCIO!”

“Oh mijn god—Richel! Milou!” riep Jackie dolblij toen ze de vijf tieners aan zag komen lopen; Jackie, Patricia en Miho stonden op de een of andere binnenplaats te wachten, onder bewaking van twee andere Dooddoeners.
Met elke stap die ze dichterbij zetten werden de chagrijnige gezichten van Milou en Richel duidelijker en Patricia fronste enigszins bezorgd haar wenkbrauwen. “Weet je wat het ergste is?” siste ze tegen Miho. “Ze praten niet. Richel en Milou met gesloten mond…”
“Zelfs tijdens het wiskunde examen konden ze hun klep niet houden,” zei Miho stomverbaasd. “Zo’n opdracht over je body mass index maakte dat Richel zich af ging vragen wat dat van Milou was—“
“Hoe hebben die het ooit gehaald?” vroeg Jackie met rollende ogen. Richel werd door de man in hun richting geduwd en ving net Jackie’s laatste woorden op. Ze wees omhoog, sloeg een kruis en grijnsde, maar Draco keek met een stalen blik naar de enige Dooddoener die nu in hun midden was; de andere twee waren vertrokken door de gang waar zij binnengekomen waren.
Finite,” zei de Dooddoener zodra ze met zijn achten op de reusachtige binnenplaats stonden. Richel was zo verstandig slechts haar keel te schrapen. De muren waren achterlijk hoog en er was één uitgang naast over de muren heen; via de deuropening die leidde naar gang waardoor ze net binnengekomen waren. Nu richtte de Dooddoener zijn toverstok op de deuropening en de deur viel na wat gemompel in het slot; het geklik van tientallen sloten was hoorbaar.
Draco legde zijn hand op Richels rug, waar ze zojuist net een zet gekregen had van de Dooddoener; met dezelfde stalen blik bleef hij de man aankijken.
Milou boog zich subtiel naar hem toe terwijl de Dooddoener bezweringen over de ruimte begon te mompelen. “Moet je poepen?” fluisterde ze.
“Wat? Nee!” siste Draco.
“Waarom kijk je dan zo?” vroeg Milou verbaasd; Richel sloeg haar ogen ten hemel en wilde net haar mond opentrekken om voor Draco’s schattige, pardon, ontzéttend stoere actie op te komen, toen de Dooddoener zich abrupt weer naar de tieners omdraaide.
“Maak koppels, nu.”
“Hè? Liefdeskoppels? Vriendenkoppels?” vroeg Milou verbaasd. Hij keek haar zo pissig aan vanonder de zwarte kap dat ze automatisch opzij sprong en haar arm door die van Blaise haalde. “Sorry,” siste ze tegen Richel, “maar jij hebt kippenkracht en Blaise kan me beschermen.”
Richel knikte begrijpend en hupste een stapje opzij, zodat ze tegen Draco aan stond.
“Dus wij krijgen geen jongens?” vroeg Miho klaaglijk.
“Ach, hij geldt nauwelijks als jongen,” vertrouwde Richel haar toe terwijl ze op Draco’s arm klopte. “Jawel, hoor,” vervolgde ze verzoenend tegen Draco met getuite lippen, zodra Miho met Charlotte, Patricia en Jackie ging overleggen wie bij wie hoorde. “Je bent mijn 100% jongensachtige Drakeypakeypoepie—“
“HEBBEN JULLIE KOPPELS?” brulde de man.
“Nee. Maar even tussendoor, hoe heet u? Anders duid ik u in mijn hoofd aan met waarschijnlijk hele andere benamingen,” informeerde Richel beleefd. “Tenzij u heel lullige ouders had…”
“Korzel,” snauwde hij. Een brede grijns plooide Richels gezicht. “Ik ken uw zoon,” vervolgde ze.
“Slimme jongen,” voegde Milou daaraan toe met een schijnheilig glimlachje. “Hopelijk heeft hij uw organisatorisch vermogen geërfd,” zei Richel, ongelukkigerwijs net toen Miho Charlotte in de haren vloog omdat Charlotte bij steen, papier, schaar zo enthousiast was over het feit dat ze schaar had, dat ze uitschoot en haar wijsvinger in Miho’s oog belandde.
“MEISJE MET LANG BLOND HAAR BIJ AZIATISCH MEISJE!” brulde Korzel. “En… EN DIE ANDERE TWEE, JULLIE JA, MET ELKAAR! GA—NAAST—ELKAAR—STAAN! NU!”
“Zie je hem al als director van een pornofilm?” gnuifde Richel.
“Ik weet in elk geval welke carrière ik niet meer zal overwegen,” mompelde Milou. Blaise keek haar met grote ogen aan. “Deed je dat eerst wel dan?!”
“Ik… Ik vind… Het is… Zeg, let eens op meneer Korzel!” snibde Milou luid, en knikte de man in de lange zwarte mantel, die waarschijnlijk van zijn leven lang nooit meer zo weinig respect van zoveel mensen bij elkaar zou krijgen, toe.
“Goede redding,” fluisterde Richel sarcastisch.
“De Heer,” begon Korzel luidkeels, “heeft zeer verdeelde meningen over jullie. Jullie drie,” hij knikte naar Jackie, Patricia en Miho, “niks waard. Dreuzels. Jou,” hij knikte naar Draco, “hij kon je uitstaan. Totdat je het zo ultiem verpestte op Zweinstein afgelopen schooljaar. Er gingen al het hele jaar zoveel geruchten over je, kleine Malfidus, je vader verloor stukje bij beetje al het gewonnen respect van de Heer van het Duister.”
Richel gaf Draco een haast onmerkbaar kneepje in zijn arm. Ze wilde die vent niet meer munitie geven, en durfde er op dit moment, net als de rest, niet op in te gaan.
“Toen moest je de hoofdmissie uitvoeren; Perkamentus moest eraan. Maar nee, dat kon je niet… Het schoolhoofd was verzwakt, nietig, niet krachtiger dan één van deze miezerige Dreuzels, en toch kon je het niet! Waarom niet?” Korzel was nu aan het schreeuwen. “Je trok mijn zoon, en die van Kwast, mee je afgrond in, Malfidus! Dankzij jou zijn zij ook uit de gratie! En toch zit ik hier met jullie in dit verdomde reservaat, dankzij je vader, die zijn zoontje zo nodig moest straffen!”
Korzel richtte zijn toverstok op Draco. “Ik zou je ter plekke kunnen vervloeken. Niemand van jullie heeft op dit moment een toverstok. Het zou gewoon een ongelukje geweest kunnen zijn, tijdens een van jullie trainingen…”
“Wij zijn met zijn achten,” merkte Blaise op.
“Goed geteld, hoor,” snauwde Korzel.
“Nou, naar de standaard van de Korzels gemeten is dat toch knap,” mompelde Richel tegen Draco’s schouder.
“Zabini, is het niet?” ging Korzel verder. “En ja, jullie zijn met zijn achten, maar één signaal van mij en jullie zijn omringd door meer Dooddoeners dan je kan tellen.”
“Een ziljoen, misschien? Ik heb nooit begrepen wat een ziljoen is,” mompelde Milou.
“In elk geval,” verhief Korzel zijn stem weer, “Zabini, jij staat zo ongeveer even hoog als Malfidus. Ik zou me als ik jou was niet al te veel zorgen maken, tenzij je van plan bent domme dingen te ondernemen. En als laatste—de Dreuzels die zich voordoen als heksen, en geen van voorgenoemde dingen zijn…”
“Hij klinkt een beetje als Zwamdrift,” fluisterde Richel tegen Milou, die nog altijd links van haar stond.
“Geen idee—ik had Firenze,” antwoordde Milou peinzend. “Maar hij heeft wel een duidelijke drift tot zwammen… Hahahaha—“ ze stopte abrupt met lachen zodra Blaise koud op haar neerkeek.
“Dus?” verbrak Draco de ijzige stilte die daarop volgde. “Wat beweer je nou? Dat ze onmenselijk zijn?”
Korzel kwam dichterbij, zijn toverstok nog altijd in de aanslag. “Heb je ooit geduelleerd met deze meisjes? Ze werkelijk magie zien gebruiken? Dat is toch niet normaal voor Dreuzels?”
“En het zou wel normaal zijn voor…” suggereerde Draco dat Korzel de zin moest afmaken. Nu Korzel vlakbij stond en Draco een halve kop boven hem uittorende, had hij er weer wat lef bij gekregen.
Onverstoorbaar liep Korzel verder naar Charlotte, Milou en Richel, terwijl de rest stomverbaasd toekeek. “De Heer vermoedt dat Perkamentus’ met zijn beschrijving er niet zo ver naast zat,” fluisterde hij, overduidelijk genietend van de doodse stilte en de interesse, die deze keer eens niet geveinsd was op het moment dat hij wat te zeggen had.
“Iedereen die niet meer weet wat Perkamentus zei, steek je hand op,” zei Richel aarzelend, met haar hand op ooghoogte in de lucht. De handen van Miho, Patricia en Jackie schoten onmiddellijk omhoog, langzaamaan ook die van de rest.
Korzel grijnsde. “Graaf maar diep in jullie geheugen—maar nu eerst wat anders. Verspreid je met je partner door de kamer,” beval hij, “en dan wil ik dat één van jullie opdreunt wat de Verboden Spreuken zijn.”
“De Cruciatusvloek, de Vloek des Doods en de Imperiusvloek,” zei Charlotte onmiddellijk. Miho keek haar aan alsof ze aan het ijlen was en trok twee geëpileerde wenkbrauwtjes op.
Korzel, die inmiddels weer in het midden van de binnenplaats was gaan staan, knikte. “Mooi. Die mogen jullie nu op elkaar gaan oefenen—en als jullie het niet bij elkaar doen, dan help ik wel een handje. Totelaer komt straks jullie toverstokken brengen, en aan jullie gezicht te zien kunnen jullie die tijd mooi gebruiken om je mentaal voor te bereiden. Dan zullen we meteen zien of we wat hebben aan de Dreuzels... en aan de rest van jullie.”

---

A/N: Korzels pappie is niet zo dom als gedacht, no? Nou ja. Ik heb op het moment veel inspiratie (lees: vrije tijd) dus ik post snel het nieuwe hoofdstuk! Willen jullie lief zijn en een reactie achterlaten? xoxo Richel





_________________

    "Ik krijg hier spontaan hoofdpijn van."
    "Dat is je brein die zijn eigen achterlijkheid probeert te bevatten," snauwde Draco.

    -
    Five Minutes to Midnight
Profiel bekijkenStuur privébericht
Aya
6e jaars
6e jaars


Verdiend: 179 Sikkels
Woonplaats: Waverly Academy, Dumbarton

Aya is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Ma Jul 21, 2008 20:15 Terug naar boven Sla dit bericht op

Image

A/N: Bedankt voor de reacties! Weer een wat langer hoofdstuk dit keer (: Leeszeee~

---

H o o f d s t u k 0 6

“Het is iets waar we… gewend aan moeten raken,” fluisterde Draco zo nuchter mogelijk, terwijl Richel en Milou fanatiek de hoge, betonnen muren inspecteerden naar inkepingen, mogelijkheden om te ontsnappen, desnoods een scherp uitsteeksel om af te breken en Korzel mee te slaan.
“Vervloeken?! Oooh, gewoon iets waar we gewend aan moeten raken,” herhaalde Richel met een ernstig geïrriteerde imitatie van zijn stem. Ze rolde met haar ogen, wierp een vluchtige blik op Korzel die bij de deuropening stond te wachten op Totelaer, en ging verder met de muren inspecteren.
“Doe je me nou na?” siste Draco.
“Doe je me nou na,” zei Milou met hetzelfde soort hoge zeurstemmetje als Richel gebruikte.
“Hou daarmee op!”
Milou en Richel wierpen een hoopvolle blik op Charlotte, beseften toen dat die daar met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid niet in mee zou gaan en draaiden zich naar Draco. “Hou daarmee op!” zeurden ze samen.
“Kop dicht!” snauwde Draco.
“Zeg, wij praten alleen als jij praat, dus als jij je kop houdt, ben je ook van ons af,” wees Richel hem terecht. Milou knikte wijs, wierp een peinzende blik op Jackie, Patricia en de rest, die op de grond tegen één van de hoge betonnen muren aanzaten. “We hebben echt al eeuwen niets gegeten. Heeft niemand van jullie honger?”
“Jawel, ik,” klonk het uit vijf kelen. Draco was blijkbaar vastbesloten om zijn kop inderdaad te houden en Richels gezicht was om onverklaarbare reden plotseling opgeklaard; ze begon weer in haar tas te rommelen. “Wat? Wat doe je?” kon Draco het toch niet laten achterdochtig te vragen. “Je hebt toch niet die kroket die je bij de lunch twee dagen geleden niet moest erin gepropt, hè?”
“Nee, dat zou gek zijn,” merkte ze op, vergetend dat ze hem aan het napraten was. “Aha! Kijk!” Enthousiast hield Richel een aantal koude waxstrips omhoog.
“Dan kunnen we elkaar eerst ontharen en dan opeten?” suggereerde Draco sarcastisch. “Want dat zou inderdaad gek zijn, als we elkaar zomaar aten, met haar en al.”
“Nee, nee. Je kan de wax eten—die is organisch,” legde Richel uit terwijl ze de waxstrips uitdeelde. Iedereen keek haar even aan, zag toen dat ze het meende en besloot maar niets te zeggen; behalve Milou natuurlijk.
“Hé, Rich—doen, durf of de waarheid,” fluisterde ze na een korte blik op Korzel, die overduidelijk zijn best deed om hun stemmen uit zijn hoofd te bannen.
“Doen?” zei Richel verbaasd.
“Plak die waxstrip op Korzels hoofd,” giechelde Milou.
“Nee!” siste Draco.
“Oké,” zei Richel neerslachtig.
Draco griste de waxstrip die Milou naar Richel uitgestoken had uit haar hand. “Dat doe je toch niet, gestoorde psychoot!
“Da’s een contaminatie,” merkte Milou op.
“Je blijft van zijn hoofd af,” vervolgde hij terwijl hij zijn gezicht vlakbij dat van Richel bracht en haar bedreigend aankeek. “En je houdt vanaf nu je grote mond tegen mensen die je zeer waarschijnlijk toch al dood willen hebben! Je gaat ze niet nog meer redenen geven! Heb je dat begrepen, in Merlijns naam? Vanaf nu ga je proberen normáál te doen, en niet—”
“Aah,” zei Richel vertederd; ze ging op haar tenen staan, gaf hem een kusje op zijn neus en rommelde door zijn witblonde haar. “Zo schattig als je probeert autoritair te doen.”
Draco liep langzaam rood aan, wat ergens wel een verbetering was ten opzichte van dat hele bleke.
“Maar goed,” vervolgde Richel tegen Milou terwijl ze haar hand terugtrok uit Draco’s haar en haar neus rimpelde; ze onderbrak zichzelf en keek naar Draco. “Is het nou echt noodzakelijk om er zoveel haarlak op te spuiten?” Ze snoof nog eens goed aan haar hand. “En hé! Dit is de mijne,” zei Richel verontwaardigd. “Van John Frieda! Enig idee hoe duur dat is?!”
“Maar wel goed, als het er nu al zo lang inzit,” probeerde Draco haar af te leiden.
Tevreden keek Richel voor zich uit. “Ja… Dat klopt… ik koop het altijd bij die ene zaak, weet je…”
En het lukte, kon Draco enigszins verbaasd concluderen.
“Oh ja,” begon ze plotseling weer tegen Milou. “Ik ben het met Draco eens.” Milou snakte overdreven naar adem. “Ja, nou ja, het is misschien een shock, want normaal heeft hij weinig logisch in te brengen—“
“Hij is hier in dezelfde ruimte, hoor,” zei Draco nijdig.
“—en duidt zichzelf blijkbaar ook nog eens aan in derde persoon, maar ik wil hier wel levend uit komen,” besloot Richel. “Dus laten we maar geen waxstrips op de hoofden van mensen plakken. Hoewel Draco eigenlijk wel op een passende manier bestraft zou moeten worden voor het gappen van mijn haarlak,” voegde ze daar streng aan toe.
“Baaaah!” hoorden ze plotseling vanuit de hoek; iedereen draaide zich om naar Blaise, die met een waxstrip aan zijn tong walgend naar Richel keek. “Hoe kom je erbij dat dit te eten is?!”
“Er stond organisch op het doosje, dat klinkt eetbaar,” zei Richel terwijl ze haar schouders ophaalde.
“Aaah, bah, bah, bah,” jammerde Blaise. “Charlotte, Jackie, iemand, trek af, trek af, trek af!”
Milou en Richel vermeden zorgvuldig elkaars blik om niet ontiegelijk hard in een hysterische lachbui uit te barsten. “Kan je dat zelf niet?” perste Milou er uiteindelijk neutraal uit.
“Nee,” antwoordde Blaise; er ontsnapte een verbloemde giechel aan Richels lippen toen de roze waxstrip aan zijn tong mee bewoog. “Ik trek dit soort dingen toch nooit af, en jullie doen het de hele tijd, help me nou voordat die vent het doorheeft en ik compleet voor paal sta!”
“Heeft er iemand een camera?” informeerde Richel, totaal ongeboeid door de monoloog van Blaise.
“Ik, ik, op mijn mobiel!” zei Milou blij.
“Monden dicht, bij je partner staan en je verspreiden door de ruimte,” zei plotseling een barse stem, op een dergelijke gebiedende wijs dat Blaise opsprong en naast Milou ging staan, compleet vergetend dat er nog altijd een roze waxstrip aan zijn tong hing.
Evanesco,” zei de nieuwe Dooddoener hard; de waxstrip verdween en Blaise keek zo verontwaardigd dat Richel, Milou en de rest van de magisch onervaren aanwezigen er vanuit gingen dat de kans dat de tong van Blaise ook was verdwenen, vrij groot was.
Inmiddels stond Richel bij Draco, Milou bij Blaise, Jackie bij Miho en Patricia bij Charlotte. “Ik ga er niet vanuit dat de drie die niet naar Zweinstein zijn gegaan weten hoe ze de magie kunnen bedrijven,” begon de nieuwe Dooddoener, hoogstwaarschijnlijk Totelaer, dictatoriaal. “Jullie krijgen echter allemaal toverstokken.” Hij gooide ze hun toverstokken toe; Jackie, Miho en Patricia kregen nieuwe, want die hadden überhaupt nog nooit een toverstok bezeten.
Aarzelend keek iedereen elkaar aan.
“Waar wachten jullie op?” blafte Totelaer terwijl Korzel met zijn armen over elkaar toekeek. “Weet je wat—als jullie dit goed doen, vervalt de rest. Dan mogen jullie gewoon naar Villa Malfidus terug en dan zijn wij ook van jullie af. Dit slappe gedoe zijn we zat. Malfidus, je vader was altijd het lievelingetje van de Heer en dat heb je verpest. Dus bouw er wat ruggengraat bij, vervloek dat kind naast je en dan kan je weer terug naar pappie. Jij, kleintje naast Malfidus, beginnen.”
“Juist. Eh… Cru… cruci… cru, crucio,” haperde Richel terwijl ze haar toverstok ongeveer 45 graden van Draco afhield.
“Je moet het menen!” schreeuwde Totelaer. “En je hebt toch wel boeken over de Zwarte Kunsten gelezen, mag ik hopen?!”
“Maar ik ben toch godallemachtig nog aan toe niet boos op hem!” brulde ze terug, met haar toverstok zwaaiend; toen hij haar intens aankeek verstopte ze die snel achter haar rug en zette automatisch een schijnheilige glimlach op.
“Wel op mij?” vroeg Totelaer zacht maar venijnig.
“Nee. Nee, absoluut niet, ik vind het hartstikke superfijn als iemand me dwingt mijn vrienden helse pijn te bezorgen. Dat wil zeggen, de vrienden die nog over zijn, nadat diezelfde persoon de rest heeft verm—“
Draco ging op haar tenen staan en ze schopte boos naar zijn schenen met haar knalroze pumps. Totelaer keek haar nog steeds aan, wees toen naar Milou. “Jij. Ga naast haar staan,” zei Totelaer terwijl hij naar Richel knikte.
Milou schoof op haar ballerina’s naar Richel toe en keek afwachtend. “En nu samen, tegen mij,” verklaarde Totelaer. Milou’s ogen werden groot en Richel kneep die van haar juist toe. “Ja, en dan doe je het bij ons terug, zeker,” zei ze op een ‘duh’ toon. “Niet alsof je dat niet al van plan was, maar omdat we jou dan pijn hebben gedaan maak je het nog veel erger,” legde Richel hem zijn psyche uit terwijl ze zelfverzekerd haar armen over elkaar vouwde. “Ha. Ik heb je wel door.”
Draco wreef met zijn vingers over zijn slapen, waarschijnlijk proberend zijn geduld te bewaren.
“Hou op met volslagen onzin uitslaan, dom wicht,” zei hij kil. “Doe het. Nu.”
“Doe het,” fluisterde Draco. Blaise knikte, Charlotte wendde haar gezicht af en de rest keek gefascineerd toe. Milou en Richel grepen hun toverstokken stevig vast en beten tegelijk op hun lip.
“Tot drie tellen?” fluisterde Milou terwijl Totelaer minachtend toekeek. Richel trok zich niks van Totelaer aan en knikte. “Eén…”
“Twee…” mompelde Milou.
“Drie! Nu! Crucio!” gilden ze tegelijkertijd, terwijl ze hun toverstok op Totelaer richtte; tot hun verbazing en ook grote ergernis bleef die hen grijnzend aankijken. “Wat zei ik nou? JE MOET HET MENEN!” bulderde hij. “JE MOET WILLEN DAT IEMAND PIJN LIJD!”
“NORMAAL TRAP IK IEMAND DAN GEWOON TUSSEN ZIJN BENEN!” gilde Richel terug.
“WAAROM GIL JE?” brulde Milou.
“IK WEET NIET, HIJ STEEKT ME AAN,” jammerde Richel.
“STELLETJE ZWAKZINNIGE, TALENTLOZE MODDERBLOEDJES, OF DREUZELS OF WAT JULLIE OOK ZIJN—LAAT EENS WAT ECHTE TOVERKUNST ZIEN!”
Orchidea!” zei Milou impulsief en een tikkeltje wanhopig. Richel verborg haar gezicht in haar handen, Blaise’ gezicht verkrampte op een heel onaantrekkelijke manier en Draco’s mond zakte open, wat er ook niet bar sexy uitzag.
Totelaer keek haar aan alsof hij diep twijfelde tussen heel hard lachen, en het doormidden breken van haar toverstok. Na een angstaanjagende halve minuut, waarin doodse stilte heerste (afgezien van dat ene moment dat Milou haar vinger prikte aan een doorn, en in hoog gegil en een soort spastisch dansje losbarstte) liep hij op haar af.
“Vanaf dit moment,” fluisterde hij bedreigend, “gebruik je die toverstok alleen om andere mensen pijn en last mee te bezorgen.”
Orchidea behoort als je het mij vraagt tot die categorie, hoor,” mompelde Richel; Draco stootte haar in de ribben en Blaise keek haar wazig aan; toen, van de ene seconde op de andere, keek hij alsof hij verlichting op Boeddha-niveau had gevonden.
“Richel,” begon hij met lage, onheilspellende stem waar Richels ogen tot formaat lampion leken te groeien, “weet je dat in ons eerste jaar de Heer van het Duister zijn macht probeerde terug te winnen door bloed van een bepaald magisch dier te drinken?”
“Nee?” piepte Richel.
“Ja, met behulp van twee Dooddoeners; Krinkel… en deze man hier, Totelaer. En weet je welk—“
“Nee,” zei Draco scherp. “Nee, Zabini, houd je mond.”
“Als je zo nodig dingen wil delen, Zabini, prima, maar nadat je je partner vervloekt hebt,” snauwde Totelaer. “En gezien die slappe ruggengraat van jou—zonder vader en met een geldverslaafde moeder opgegroeid, hè?—denk ik niet dat het er snel van gaat komen,” voegde hij daar verveeld aan toe.
“Zeg—hmmprff,” begon Milou beledigd, maar Blaise drukte zijn grote hand over haar figuurlijk grote mond terwijl Richel hem nog altijd met grote groene ogen aanstaarde. Draco pakte haar bij haar elleboog, terwijl Totelaer en Korzel nu tegen de muur geleund met korte, snauwerige zinnen een conversatie aan het voeren waren.
“Ik wil het verhaal afhoren,” stribbelde Richel tegen, maar Draco schudde gedecideerd zijn hoofd en keek boos op haar neer, als een chagrijnige tieneroppas tegen een zesjarige die per se voorgelezen wil worden. “Zabini wilde je uitlokken,” siste hij. “Nou, ik heb liever dat je een Verboden Vloek op mij gebruikt dan op iemand als Totelaer. Als je hem geen pijn doet, beult hij je af totdat dat wel het geval is, en zodra dat moment aanbreekt pakt hij je terug.”
“Ik kan jou toch niet vervloeken!” siste ze terug. Richel wierp een blik op Milou en Blaise, die dezelfde soort discussie aan het voeren leken te zijn; toen haar ogen vervolgens door de beperkte binnenplaats richting de rest afgleden, zag ze dat Miho, Patricia, Jackie en Charlotte allemaal op de afgrond van een ravijn vol zenuwinzinkingen stonden.
“Vervloek me gewoon, dan kunnen we weg hier!” siste Draco terug na een korte flits van zijn grijze ogen naar de Dooddoeners. “Zij moeten ook nog,” zei Richel met opgetrokken wenkbrauwen terwijl ze met haar hand richting Jackie en co. waaierde.
“Zeg, wil het een beetje vlotten?” vroeg Totelaer net op dat moment agressief aan Patricia. “Probeer eens een normale spreuk, Dreuzel. Dan weten we meteen of de theorie klopt.”
“Wat? Wat? Welke theorie?” vroeg Patricia nerveus, in een poging tot het uitstellen van de executie.
“Dat het niets met de toverstokken van dode heksen en tovenaars te maken heeft dat zij,” hij knikte bruusk naar Richel, Milou en Charlotte, “magie weten te beoefenen.”
“Ik… ik…” stotterde Patricia; Totelaer lachte haar ruw uit, griste Miho’s toverstok uit haar hand en smeet die weg, haast tegen Richels hoofd. “Zeg nu: Accio toverstok.
Accio toverstok,” herhaalde Patricia vrijwel onmiddellijk beslist; er gebeurde niets. Ze herhaalde de spreuk en Totelaers grijns versloeg haast die van de Creshire Cat. “Accio toverstok—accio toverstok,” bleef ze zeggen, steeds meer een soort mix van pissigheid en wanhopigheid op haar gezicht vertonend.
“Zielige, zielige vertoning,” concludeerde Totelaer. Hij pakte ook haar toverstok af, brak het doormidden en gooide het weg, weer bijna Richels hoofd rakend; Richel keek hem nijdig aan, maar Draco keek haar vanuit zijn ooghoeken dermate dreigend aan dat ze haar mond hield.
“Doe niks met ze!” riep Milou plotseling; Richel zag Draco een woeste blik op Blaise werpen omdat hij dit niet had voorkomen. “Laat ze… laat ze voor ons de Dreuzelwereld in de gaten houden! Ik bedoel, wij zijn zo druk bezig om heel Zweinstein te… eh… Voldemortiseren… dat we geen tijd hebben om… om te... Dus. Toch?”
“Ik vraag dit waarschijnlijk namens iedereen… wát?” zei Draco.
“Ja!” Miho porde met een kleine wijsvinger in de lucht. “Wij kunnen misschien niet toveren, maar dat maakt ons bovendien minder verdacht voor tovenaars van het andere kamp! Wij kunnen spioneren, ik heb sneaky kwaliteiten geërfd! Mijn vader ging vijftien jaar vreemd en níemand wist er wat van,” voegde ze daar opgewekt aan toe.
“Goed… zo…” zei Milou aarzelend quasi-enthousiast.
“Luister, dat is verder niet aan ons,” snauwde Totelaer. “Mij kan het niets schelen wat er verder met jullie gebeurt, en bovendien is dat aan de Heer van het Duister, niet aan mij, Korzel of de rest van de Dooddoeners op deze locatie.”
“Dan zou het jullie dus ook niet kunnen schelen als we weg—“ begon Richel, maar Totelaer viel haar in de reden met zijn luide stem. “En nu wil ik iemand vervloekt zien, desnoods maar één van jullie nutteloze zielen! Jij, meisje met het donkere haar, tegen Malfidus! Zie je nou dat die grote mond tegen je werkt? Nou, als je zoveel te melden hebt, op een ziektebed kan iemand niet wegkomen!”
“Doen! Doe het! Nu!” siste Draco. “Bedenk waarom je me zou kunnen haten!”
“Nou, je zit me wel heel irritant op te jagen nu—ik kan het niet,” verklaarde ze voor haar zin af was tegen Totelaer. “Ik ga hem niet vervloeken, ik—“
“RICHEL, ACHTERLIJKE TRUT, EIGEN JE DIE ENE HERSENCEL DIE JE DEELT MET DE BATS NOU EENS TOE EN VERVLOEK ME!” brulde Draco. Richel en de rest, minus Totelaer en Korzel, staarden hem stomverbaasd aan. “VERVLOEK ME, OF BEN JE NOU ECHT ZO DOM ALS JE ERUIT ZIET!”
“Ik ga je niet vervloeken alleen omdat je me beledigt,” zei ze zacht.
“Vervloek jij hem of ik?” informeerde Totelaer. Richel richtte direct, al was het behoorlijk trillerig, haar toverstok op Draco. “Nee. Oké, goed. Ik… probeer het wel.” Ze kneep haar ogen toe.
“RICHTEN, VERVELEND ROTWIJF!” hoorde ze Draco brullen, met een smekende ondertoon.
Afgaand op waar het geluid vandaan kwam, haalde ze diep adem, haalde alle slechte gedachtes die ze ooit gekoesterd hard naar boven, zoals ze geleerd en in haar hoofd gestampt had. “Crucio!” gilde Richel met haar ogen nog stevig gesloten en haar toverstok met trillende hand op Draco—ze wist dat ze juist richtte. Zodra ze door merg en been gaand geschreeuw hoorde, dropte ze haar toverstok en vlogen haar ogen weer open.
“Oh, nee! Het spijt me, het spijt me!” jammerde ze toen ze Draco op zijn knieën, steunend op zijn handpalmen, op de grond zag; ze vloog op hem af, nog verbijsterd dat het haar überhaupt gelukt was, maar Korzel hield haar tegen en grijnsde vals. “Je bent nog niet klaar. Nu onze kleine Malfidus nog bij jou—dat, of iederéén krijgt een portie.”
“Nou, wij allemaal dan natuurlijk,” snauwde Milou, dapper en trouw aan haar vrienden.
“Nee, nee, ik,” zei Richel haastig. “Anders moet iedereen bovendien iemand anders vervloeken,” siste ze tegen Milou, die nog even argwanend naar haar keek, maar het er toen mee eens leek te zijn en de handen vastpakte van Patricia en Charlotte.
“Malfidusje,” glimlachte Totelaer totaal ongemeend, “als je nu meteen dat vriendinnetje van je vervloekt, krijgen jullie een cel met voor jou een lekker groot bed—dat zou je moeten overhalen, als je net zo principeloos als die vader van je bent.”

“In elk geval hebben ze zich aan hun belofte gehouden,” probeerde Milou het beste uit de situatie te halen. Draco wist zijn schouders maar een paar millimeter op te halen om aan te geven dat het voor hem geen verschil maakte; Richel lag—niet erg bij bewustzijn—in zijn armen, want hij was haar op bed aan het tillen.
“Zo. Slaapt ze nou?” vroeg hij terwijl Milou fronsend naar Richels voorhoofd staarde. “Geen idee, maar kijk, ze heeft hier een moedervlekje,” wees Milou. Blaise sloeg zijn ogen ten hemel terwijl Milou de dekens wegschopte en er zelf onder ging liggen.
“Is er nog plek voor mij?” riep Charlotte vanaf de andere kant van de cel, waar Miho, Patricia en Jackie uit shock vrijwel direct in elkaar waren gezakt en weg gedoezeld. Draco had zichzelf in eerste instantie het bed toegeëigend, maar Milou had beweerd dat het vast en zeker Richels doodwens zou zijn om met Milou te kunnen uitrusten in dat bed.
Maar ze gaat niet dood, had Draco met een flintertje paniek in zijn stem geantwoord.
Het lijkt net alsof ze in coma ligt, dat staat er toch vrijwel gelijk aan, had Milou gevonden; Draco’s Crucio was een stuk sterker geweest dan die van Richel en derhalve was Richel er een stuk erger aan toe.
“Er zou plek kunnen zijn, als ik niet languit had willen liggen,” zei Milou bedachtzaam.
“Of als je geen megapoten had,” mompelde Richel, voorzichtig heen en weer wiebelend met haar voeten. “Godallemachtig, ik voel me geradbraakt.”
“Je voelt je echt heel rot?” informeerde Draco.
“Welnee, ‘geradbraakt’ is retro voor ‘orgastisch gelukkig’,” mompelde ze. Aan de geconcentreerde blik in zijn ogen te zien probeerde hij erachter te komen of ze nou sarcastisch was of niet, en Richel schoot in een zacht lachje toen ze haar ogen had open gekregen om hem te zien.
“Niet zo moeilijk kijken, Drakey,” gaapte ze vervolgens. “Dit was gewoon iets waar we gewend aan moesten raken, weet je nog.”
“Weet je,” zei Milou fronsend en haar stem klonk luid na die van Richel, “wat zeuren ze nou de hele tijd over een andere theorie over ons? Hoe denken ze dan dat we aan toverkracht komen?”
Iedereen schrok zich te pletter toen Richel luidruchtig naar adem snakte, als een walvis naar zijn laatste adem op het droge. “Ik weet het! Ik weet het!” fluisterde ze zo hard als ze kon. Nu ze toch wakker was, gebaarde Draco dat ze wat op moest schuiven; wat Richel negeerde, dus Draco plofte aan het voeteneinde neer.
“Wat dan?” waagde Blaise te vragen.
Richel deed haar best rechtop te zitten, gaf het op en keek wazig naar niemand in het bijzonder. “Nou… Ik weet het zeker, ik denk dat we afstammen, alle drie, van Eenhoorns en daarom hebben we nu magische krachten!”
“… Ja. Natuurlijk. Welterusten, Richel,” zuchtte Draco en dekte haar toe.

---

A/N: Hope you liked it! Ik zal snel beginnen aan het nieuwe hoofdstuk. Liefs & until the next chapter, xoxo <3





_________________

    "Ik krijg hier spontaan hoofdpijn van."
    "Dat is je brein die zijn eigen achterlijkheid probeert te bevatten," snauwde Draco.

    -
    Five Minutes to Midnight
Profiel bekijkenStuur privébericht
Aya
6e jaars
6e jaars


Verdiend: 179 Sikkels
Woonplaats: Waverly Academy, Dumbarton

Aya is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Do Sep 04, 2008 1:44 Terug naar boven Sla dit bericht op

Image

A/N: Ik heb echt héél erg lang niet gepost, het spijt me! Het was zo druk met een kamer regelen, introweken, boeken betalen, keihard werken om over twee weken zelf te huur te kunnen betalen enzovoorts dat ik nauwelijks tijd had voor de fic. En mijn nieuwe school is ook wennen, tot kwart over zes les is... vernieuwend. En naar. Maar goed, leesze en hopelijk heb ik nog steeds een paar trouwe lezers :')

---

H o o f d s t u k 0 7

“Ga eens van me af,” fluisterde Blaise. Hij keek onzeker naar de wirwar van halflange lichtbruine haren op zijn borst, waaronder de luidruchtig snurkende eigenaresse, Milou, schuilging. Daarna wierp hij een blik op de rest van de mensen in de schemerige cel, die allemaal diep in slaap waren.
Door het kleine luchtrooster in het plafond piepte een beetje licht, de eerste zachte ochtendstralen en daaruit concludeerde Blaise dat het een tijdstip was, ver voor het tijdstip waarop mensen als Milou, Richel en Charlotte gebruikelijk wakker wilden worden.
“Milou? Wil je even van me afgaan?” probeerde hij zachtjes, met als gevolg dat ze iets mompelde in haar slaap en haar armen nog steviger om hem heen wrikte.
Ze was ergens midden in de nacht van het bed afgerold en op hem gevallen; Blaise was wakker geworden en zij had gewoon rustig doorgesnurkt, zich van geen kwaad (of pijn, in het geval van Blaise, aangezien ze met haar knie tussen zijn benen belandde) bewust.
“Zabini,” klonk Draco’s grauwe ochtendstem van het bed, “hou je kop.”
“Ze gaat niet van me af, ik wil opstaan, mijn benen vergaan van de kramp,” jammerde Blaise zacht.
“Weet je hoe je dat doet?”
Aan Draco’s stem kon Blaise horen dat hij zich zelfs twee seconden nadat hij wakker was al superieur aan hem voelde, en hij rolde met zijn ogen. “Nou?”
Draco wreef in zijn grijze ogen, die in het beetje licht in de cel een vreemde staalglans hadden, en keek naar de donkerbruine, haast zwarte krullen die over zijn borst en schouder verspreid lagen. Richel lag met haar hoofd op zijn schouder—ze waren allemaal blij met het feit dat zij en Milou een levensvoorraad deodorant in hun tassen hadden, want anders durfden ze waarschijnlijk niet eens naar elkaars oksels te wijzen—en haar hand rustte ergens in de buurt van zijn navel.
Hij wierp een belerende blik op Blaise.
“RICHEL, STA NU ONMIDDELLIJK ALS DE SODEMIETER OP!” brulde Draco.
“AAAAAAAHHH, AAAHH, AAAHH!” krijste Richel terwijl ze panisch opsprong—haar schedel tegen zijn kaak stotend—met haar vlakke hand een klap op zijn buik gaf en in haar haast overeind te komen met haar knie ergens in het tere gedeelte van zijn onderlichaam schopte. Toen keek ze wazig de kamer door. “Huh, wat is er?”
“Klasse,” grijnsde Blaise naar Draco, terwijl hij zijn duimen opstak; Draco staarde echter met grote ogen niets ziend naar het plafond.
“Huh?” herhaalde Richel; ze gaapte en bracht haar hand naar haar mond om die te verbergen. Nadat ze nog een gaap wegmoffelde keek ze fronsend naar Draco. “Wat kijk je raar. Heb je pijn? Gilde je daarom zo?”
“Mijn… Jouw been… en mijn…” piepte Draco.
“Arm? Nek? Hoofd? Haar?” moedigde ze hem aan terwijl Milou en Charlotte allebei nog een serie snurken uitstootten, en Jackie, Miho en Patricia vreemd genoeg ook door bleven slapen.
“Je wordt steeds kouder, Emanuels,” grijnsde Blaise; Milou was na haar serie snurken vanzelf van hem afgerold en hij kwam half overeind. “Doe wat vogels doen in de winter—ga zuidelijker…”
“Je tepels, doen je tepels pijn?” informeerde ze. “Dat heb ik altijd als ik ongest—“
“Zuidelijker,” herhaalde Blaise, Draco nog altijd gekweld omhoog starend.
“Ooh—toen ik schopte—ik raakte je… eh…”
“Zijn heiligste plekje,” knikte Blaise; in de schemering van de kamer kruisten de blikken van Richel en Blaise elkaar en ze begonnen tegelijk te proesten.
“Fijn dat jullie mijn pijn zo vermakelijk vinden,” gromde Draco gekweld.
“Nee hoor,” zei Richel tegen zijn hals toen ze weer met haar wang tegen zijn schouder was gaan liggen, op haar zij. “We houden van je.”
“Spreek voor jezelf, ik vind het ontzettend grappig,” gaf Blaise vanaf de grond commentaar.
“Het is dat ik nu aan het lijden ben, anders had ik je toch een trap verkocht,” snauwde Draco in Blaise’ richting. Richel bewoog vermanend haar hoofd van links naar rechts en tapte met een wijsvinger op Draco’s borst. “Wat gij niet wil dat u geschiedt—”
“Daar houd je je kop over, anders geschiedt het wel,” siste Draco.
Richel vouwde haar handen quasizedig over haar eigen heiligste plekje en grinnikte.

Uren later was Draco degene die als eerste van de acht wakker werd; hij duwde zichzelf half overeind, onderdrukte wederom een gaap en wreef in zijn ogen. Er miste iets, in elk geval een geur van Dolce&Gabbana eau de toilette, maar ook lange haren die in zijn neus prikten—
“Eindelijk wakker,” zei een koele stem die hem maar al te bekend voorkwam. “Je begint steeds meer op die luie Dreuzels te lijken, Draco.”
Onmiddellijk schoot Draco helemaal overeind, sperde zijn ogen wijd open en merkte onmiddellijk dat ze niet meer in de cel zaten. “Waar zijn we?!”
“We?” grinnikte Lucius Malfidus vals. “Alleen jij bent hier, zoon.” Hij kwam langzaam dichterbij en seinde met zijn hand dat Draco op moest staan; Draco volgde direct orders.
“Vader—waar is de rest?” vroeg hij onzeker.
Lucius’ doffe ogen vernauwden zich. “Hoe komt het toch dat je zo begaan bent met die Dreuzels? Draco, ik doe mijn best te geloven dat het hun schuld is, dat zij je op een dergelijke manier afleiden, dat je daardoor het zo ontzettend verpest hebt vorig jaar. Dat is toch wel zo?”
Draco’s keel voelde langzaamaan steeds meer opgezwollen en hij kon niets dan zijn schouders ophalen; Lucius zette dreigend nog een stap dichterbij.
“Wat is de werkelijke reden dat je die misbaksels meenam naar Zweinstein?”
“Ik… Zabini en ik…”
“Je kan me niet wijsmaken dat het was om de Heer van het Duister te helpen in gevecht,” fluisterde Lucius. “Je kan me niet wijsmaken dat je op de een of andere manier toevallig wist dat deze… wat het ook zijn wel kunnen omgaan met magie.”
“Misschien voelde ik het wel aan,” probeerde Draco; Lucius hief zijn wandelstok en in een razendsnelle beweging sloeg hij Draco tegen de grond. “Je hebt mijn imago volledig de grond ingewerkt tegenover de Heer en ik eis op zijn minst te weten hoe dat gebeurd is,” siste hij.
Draco, op zijn knieën, slikte en keek op. “Goed. Goed. Zabini—AU!”
“Neem toch eens verantwoordelijkheid voor je eigen acties,” snauwde Lucius, en trok zijn wandelstok weer terug.
“Het was in eerste instantie Zabini’s idee,” ratelde Draco voordat Lucius hem weer kon straffen, “maar—maar ik was het ermee eens,” voegde hij er na een bedenktijd van twee seconden aan toe. “Het leek vorig jaar gewoon grappig… leuk. Perkamentus dacht bovendien dat ik Dreuzels minder walgelijk begon te vinden, en het… het zorgde voor een alibi, dus, eigenlijk,” pruttelde hij zwakjes.
Lucius ging zitten in de stoel die naast het bureau stond, zijn rechterhand nog altijd steunende op de wandelstok. “Maar dat was niet in eerste instantie je bedoeling. Wat wilde je met ze?” vroeg hij koud, wetende dat het antwoord hem allesbehalve tevreden zou kunnen maken.
“Er was een bal,” mompelde Draco slap; wat hij wist, was dat zijn vader het anders wel op andere manieren uit hem zou krijgen. “We dachten dat het ons aanzien goed zou doen om met drie meisjes, mooier dan de meisjes die we eerst altijd hadden, te gaan. Dat was het. Dat was de enige reden. Mam vond het toentertijd goed,” fluisterde hij. “En Perkamentus ook—we dachten eerst dat we moeite moesten doen om het te laten lijken of ze magie konden bedrijven.”
Lucius bleef zijn zoon strak aankijken toen zijn adem stokte, maar Draco zelf sloeg zijn ogen neer. “En toen,” vervolgde hij, “bleek dat ze dat wel konden.”
“En deed je er toen iets nuttigs mee? Hebben ze daadwerkelijk geholpen?” siste Lucius. “Ze hebben Dreuzels ons huis binnengehaald, Draco. Met die Dreuzels ben jij op vakantie geweest—op een typische Dreuzelvakantie. Ik kan je bij deze alvast vertellen dat ik een stokje heb gestoken voor het idiote plan ze toe te laten op Zweinstein—maar je beseft vast dat de Heer van het Duister ze toch niet lang had laten leven.”
“Waarom… waarom laat hij…”
“Waarom hij die andere drie wel laat leven? Ten eerste… fascinatie,” fluisterde Lucius. “Maar nu gaat het er niet om wat ze precies zijn—het gaat erom of jij denkt dat ze hebben geholpen,” snauwde hij plotseling.
“Ja, op hun manier wel,” schoot Draco eruit. “Vader, ze… ze zijn niet de waardeloze Dreuzels die jij denkt dat ze zijn!” ging hij met stemverheffing verder. “Ze hebben ook hun serieuze kanten en zonder hen was ik er nu helemaal niet meer geweest! Dat met die kast hebben zij uitgevonden, en met hun opgewektheid hebben ze Zabini en mij wel geholpen, hoe misplaatst die vrolijkheid ook was! Wat je ook zegt, ze zijn nuttig en intelligent, en weten wat ze doen!”

“Hé, mijn Hannah Montana-pruik zit in mijn tas,” zei Richel opgewekt terwijl ze door haar reistas groef; ze hadden al hun tassen teruggekregen, inclusief toverstokken, en zaten nu in één of andere bijna lege kamer omringd door hun spullen. “Wat geweldig! Dat was ik helemaal vergeten!”
Minder geweldig was dat ze geen idee hadden waar ze waren. Maar zoals bij de meeste mensen die om de zoveel tijd een gesprek onderbreken, zich omdraaien en een "ooh, iets glimmends!"-kreetje uitslaan, had ze dat niet al te lang bezig gehouden.
“Hannah Montana-pruik?” herhaalde Blaise ijzig.
“Oh, dat weet ik nog—Talentenshow in de vijfde, Richel had een weddenschap verloren en moest voor de hele school zingen… Even denken—” peinsde Milou.
Feel like a star, a super hero, sometimes it’s hard to seperate!!” gilde Richel, de blonde pruik met highlights over haar donkere haren getrokken, terwijl ze een soort hiphopdansje deed.
“Dat ja. Alleen een beetje jammer dat ze daarna besefte—“ ging Milou op wanhopige toon verder.
“Eén, twee, drie, draai! If you could see, the other side of me! I hold the key, to both realities!
“—dat ze Hannah Montana leuk vond, dus sindsdien moeten we om de zoveel tijd wat nummers aanhoren en wil ze maandelijks een Hannah Montana-marathon houden…”
“Ik heb nog nooit zulke slechte muziek gehoord, en dan moet je nagaan dat die twee ook nog een Günther-periode hebben gehad,” jammerde Charlotte terwijl Richel aan een enthousiaste dans was begonnen. Blaise stak onopvallend zijn been uit, Richel bleef hangen in een uithaal terwijl ze erover heen viel en tegen een boekenkast aandonderde—ze wist zich echter staande te houden aan een plank en deed boos een stap dichter naar Blaise toe om hem tegen zijn schenen te kunnen trappen.
Verontwaardigd trok ze haar pruik recht en keek hem woest aan. “Moest dat nou? Ik zat net lekker in het liedje!”
“Echt een tragedie,” snauwde Blaise terwijl hij over zijn scheenbeen wreef.
“Oh mijn god—Richel—kijk achter je!” riep Milou verbaasd.
“De boekenkast is zo’n draaideur, net als in films!” zei Charlotte met grote ogen. "Doordat je die plank naar beneden drukte, ging hij open!"
“Cliché, zeg,” zuchtte Blaise. “Dachten ze nou echt dat we hier op den duur niet achter waren gekomen? Zo stom zijn we nou ook weer niet, hoewel sommigen,” hij wierp een venijnige blik op Richel, “het gemiddelde IQ flink omlaag halen.”
Say what?” zei Richel verbaasd, geen attentie schenkend aan Blaise, terwijl ze zich omdraaide; Blaise stond ook op en met zijn vieren tuurden ze een lange gang in. “Wacht eens—dat is precies hetzelfde ingedeeld als die kerkergangen waar we de eerste keer in Villa Malfidus werden ingesmeten!”
“We zijn terug in Villa Malfidus!” concludeerde Milou blij.
Richel deed alsof ze naar adem snakte. “Zou je denken? Ooh,” voegde ze daar teleurgesteld aan toe terwijl ze krullen draaide in de blonde pruik die ze nog altijd op had, “dan zijn we dus echt niet meer in Spanje... en we hebben de kroegentocht in Lloret de Mar nog niet gedaan,” voegde ze daar dramatisch aan toe. “De kans op gratis cocktails en tequilashotjes… weg!”
“Je bedoelt, de kans om samen met Malfidus in één bed te liggen… weg,” verbeterde Blaise haar.
“Hé, je had het nog over ons de deur uitwerken… Wat was je eigenlijk van plan te gaan doen, met hem op de kamer?” grinnikte Milou.
“Een liedje schrijven,” antwoordde Richel opgewekt terwijl ze een voorzichtige stap in de gang zette; en hoewel het bereik van haar mobiel ver te zoeken was, hielp het licht ervan wel met de gang wat beter verlichten. Fakkels zijn ook niet alles.
“Echt?” vroeg Milou verbaasd maar enthousiast terwijl ze naast Richel in de gang kwam staan.
“Ja. Het zou gaan heten, ‘BEMOEI JE VERDOMME MET JE EIGEN ZAKEN, MILOU’. Maar goed—gaan we hierdoor heen?” informeerde Richel.
“Ik vind die titel niet echt pakkend,” zei Milou peinzend, Richels vraag waarschijnlijk niet eens horend.
“’LAAT ONS MET RUST OF JE KRIJGT EEN PEUK IN JE OOG, MILOU’ was optie nummer twee,” zei Richel met rollende ogen. “Ik denk dat je dat ‘Milou’ beter aan het begin kan zetten,” knikte Milou ernstig. “’Milou, Milou, laat ons met rust,” neuriede ze. “Of je krijgt een peuk, een peuk in je oog,” voegde ze daar vingerknippend aan toe. “Goed lied,” concludeerde ze opgewekt.
Richel sloeg met haar hand tegen haar voorhoofd en kreunde.
Met een zucht keek Blaise over de hoofden van Milou en Richel de gang in. “Alles wat we in deze kamer hebben is een bureau, de boekenkast waar deze gang achter zat en een fauteuil. Als hier nog een koelkast stond met eten zou ik zeggen, we blijven lekker hier—maar laten we maar gewoon op de gok gaan lopen.”
“Jij verwacht dat we op de gok die donkere, waarschijnlijk kilometerslange gang ingaan?” vroeg Charlotte terwijl ze fronsend aan haar pony plukte. “Waar we kunnen verdwalen, ratten kunnen tegenkomen, aangevallen kunnen worden…”
“Je hoeft niet mee, maar ja, als wij doodgaan daar ergens, wie vertelt het jou dan,” zei Richel peinzend. “Je zou hier tot in de eeuwigheid wachten, je afvragend, waar zijn ze nou gebleven…”
“Goed zo, blijf vooral positief,” zei Blaise sarcastisch.
“Ik ga sowieso, ik moet Draco terugvinden,” ging Richel onverstoorbaar door. “Zou hij me sexy vinden als blondine?” vroeg ze plotseling, rondspeurend naar een spiegel.
“Als je meegaat, leer ik je een spreuk waarmee je dingen in de hens zet, pruiken bijvoorbeeld,” zei Blaise tegen Charlotte, met een dreigende blik op Richel. Die rolde met haar ogen, trok de pruik van haar hoofd en propte hem in haar schoudertas.
“Wat kan jij zaniken, zeg. Maar goed, laten we de tassen nou achter of niet?” zuchtte ze.
Milou wachtte zoals altijd niet op antwoord van degene aan wie de vraag eigenlijk gesteld was. “Ik heb geen zin om ze helemaal mee te slepen—zullen we gewoon alleen die blindmakende knalroze schoudertas van jou meenemen en dan die ene normale van mij?” suggereerde ze.
“En de mijne dan?” vroeg Charlotte verbaasd terwijl ze haar schoudertas oppakte. "Waarom niet de mijne?"
“Hoe ziet hij eruit?” vroeg Milou terwijl ze schijnheilig naar het plafond in de gang staarde.
“Veel kant, glimmende hondjes en zilveren botjes,” antwoordde Charlotte.
“Precies mijn punt. Kom, we gaan,” besloot Milou, en ze wees opgewekt de lange gang in. “Ik zeg, eerst hier rechtdoor—“
“Zo hé, moest je daar lang over nadenken?” zei Richel, rollend met haar ogen.
“Ik denk gewoon heel snel,” glimlachte Milou gecomplimenteerd, immuun voor sarcasme. “En vanaf daar houden we een patroon aan. Steeds links, of zo.”
“Tja, we kunnen niet al te ver van de hal zitten—de Dooddoeners die ons terugbrachten waren al te lui om ons geboeid achter te laten,” mompelde Blaise. “Dus dat lijkt me een prima plan. Als we toch te diep in de kerkers komen, kunnen we nog altijd de weg terugvinden naar onze tassen.”
“Zeg—waar zouden Miho en de rest eigenlijk zijn?” vroeg Richel plotseling.
“Geheugen gewist en weer terug naar huis, neem ik aan,” zei Blaise, terwijl hij eigenlijk beter wist; hij wist ook dat het voor Richel en de rest beter was om iets anders aan te nemen.
“Gelukkig,” zuchtte Charlotte. “Wacht—maar ons plan dan?” zei ze fronsend.
Richel keek Blaise vanonder haar wimpers aan; ze besteedde geen aandacht aan Charlotte’s vraag. “En Draco? Ze hebben hem toch ook geen pijn gedaan?”
“Als ze ons niets aandoen, dan hem al helemaal niet,” stelde Blaise haar gerust. Hij sloeg een arm om haar schouders en knikte richting de gang. “Laten we nu maar gaan. Ik weet zeker dat hij ook in Villa Malfidus is, dus hij is in elk geval binnen een omtrek van vijftig meter.”
“Is Villa Malfidus zo breed?” informeerde Milou terwijl ze de eerste stappen de gang in maakten.
“… Totaal niet het punt, Milou, totaal niet het punt.”

---

A/N: Wat gaat Lucius met Draco doen? Wat gaat Richel met Lucius doen, zodra zij erachter is wat hij met Draco gaat doen? Zal Milou ooit weten hoe breed Villa Malfidus is? Stay tuned for more! 8D [/Onderweg naar Morgen-flashback] Dit hoofdstuk is een beetje een brug naar de actie in VM en later op Zweinstein, maar ik hoop dat jullie 't anyway leuk vonden n.n xoxo R <3





_________________

    "Ik krijg hier spontaan hoofdpijn van."
    "Dat is je brein die zijn eigen achterlijkheid probeert te bevatten," snauwde Draco.

    -
    Five Minutes to Midnight
Profiel bekijkenStuur privébericht
Aya
6e jaars
6e jaars


Verdiend: 179 Sikkels
Woonplaats: Waverly Academy, Dumbarton

Aya is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Do Sep 11, 2008 8:40 Terug naar boven Sla dit bericht op

Image

A/N: Ben ik weer, relatief snel, haha! Heel erg bedankt voor de lieve reacties, you know I love you <33 Oh, en goed nieuws, ik heb een kamer gevonden! (sorry, ik kan het gewoon niet laten dat aan iedereen te melden...) Anyways, leesze (:

---

H o o f d s t u k 0 8

“We lopen in rondjes,” klaagde Milou voor de zoveelste keer, en even heftig als de eerste drieduizend keer schudde Blaise agressief zijn hoofd. “Jullie vrouwen hebben gewoon geen richtingsgevoel,” merkte hij snijdend op.
“Wel,” zei Milou verontwaardigd.
“Niet,” sneerde Blaise.
“Wel, hoor,” zei Milou onverschillig.
“NIET!”
“Kinders toch, niet zo kibbelen,” zei Richel opgewekt.
“Heb je dat ‘bemoei je met je eigen zaken’ liedje toevallig op CD? Die op repeat zou je goed doen,” siste Blaise; Richel rolde met haar ogen. “Was dat nou een hele slappe poging tot een beledigende opmerking? En ik weet anders ook zeker dat we al langs deze fakkel zijn gegaan,” wees ze hem terecht.
“Dat komt omdat de fakkels overal hetzelfde zijn, en omdat jullie dus geen richtingsgevoel hebben!” gilde Blaise gefrustreerd. “Wat gil jij meisjesachtig,” zei Richel verschrikt, en na een snelle huppel liep ze verder naast Milou en prikte die in haar zij. “Hé,” zei ze met wiebelende wenkbrauwen. “Wat is je vriendje chagrijnig, man. Te lang niet… je-weet-wel?” voegde Richel eraan toe terwijl ze haar kont ook liet wiebelen.
“Als jij zo volslagen debiel met je achterwerk draait op het moment dat Drakey romantisch probeert te doen, snap ik in elk geval dat híj altijd zo chagrijnig is,” grijnsde Milou.
Met opengesperde ogen greep Richel aanstellerig naar haar hart. “Oh, en dat noemt zich een vriendin!” jammerde Richel; tragisch kijkend hief ze haar blik naar het slecht verlichte plafond en fronste toen. “Hé, is dat een vleermui—aaaah!” brulde ze toen Blaise met vermoeide blik zijn been uitstak.
“Hou daar eens mee op!” siste ze zodra ze weer opgekrabbeld was. Plotseling klaarde Richels gezicht op. “Ik weet al waarom de sfeer zo negatief is—jullie hebben een vernieuwende Hannahvibe nodig!”
“Richel, niet die pruik,” zuchtte Milou.
“Pakt ze de pruik?” vroeg Blaise met gesloten ogen.
Chill it out take it slow, then you rock out the show! You get the beeee—au! Blaise, ik zei toch, hou daar eens mee op!”

“Intelligent, zeg je? En bewust van waar ze in Merlijns naam mee bezig zijn?” snauwde Lucius. “Toevallig, zoon, is er niet lang geleden een spreuk ontwikkeld waarmee je vanaf een afstandje de gedachten van anderen kan horen. Voorlopig kan het alleen bij mensen waarvan we weten waar ze zijn—en die niet door spreuken beschermd worden—maar het is het begin van iets groots. Ook nu kan het van pas komen.”
“Vanaf een afstandje… dus ze zijn dichtbij?” kon Draco niet nalaten te vragen.
“Kies maar,” vervolgde zijn vader. “De kleine met de lange haren, het lange meisje met de pony of het kind met het steile lichtbruine haar.” Uit de halve grijns, halve grimas van Malfidus sr. kon Draco ook al opmaken dat hij best wel wist wiens gedachten hij wilde volgen. “Juist. Sluit je ogen.”

Ik snap niet waarom ze niet van Hannah Montana houden!
Draco’s gezicht vertrok enigszins toen hij Richels stem als het ware door zijn hersenpan hoorde galmen; met zijn ogen gesloten zakte hij neer op de fauteuil in de kamer, en deed zijn best zich te concentreren.
Niet al te moeilijk met een stem die binnen een straal van 100 meter nog doordringend is, maar toch.
Zijn vader wilde dat hij zijn vertrouwen in ze zou verliezen, dat hij erachter zou komen dat ze nergens anders over zouden denken dan make-up en laarzen, en hoe zeer Draco ook besefte dat die kans heel groot was, bleef het fijn om te horen dat Richel en de rest veilig waren. Hij haalde diep adem en luisterde verder.

Het is duidelijk dat ze gewoon een stelletje emo’s zijn. Dat is het probleem van de meeste mensen tegenwoordig—ze willen geen Hannah Montana of vrolijke indierock, ze willen depressief zijn en zitten altijd te chagrijnen. Hallo, er wordt niet voor niets Prozac gemaakt, denk ik dan—maar ze willen gewoon interessant doen.
Dat noem ik eigenlijk nou vooruitgang, een middel tegen chagrijnen. Je weet maar nooit, misschien had het wel een wereldoorlog kunnen voorkomen als bepaalde Fransen en bepaalde Duitsers gewoon wat beter in hun vel zaten en niet zo’n botsing van hun ego ondervonden.
Volgens mij hebben Dooddoeners ook dat probleem, hoewel het natuurlijk ook een vrij onmogelijke opgave is om opgewekt te blijven als je dienaar bent van een kale, zeikerige versie van de gemiddelde dictator in het Midden-Oosten, hoewel ik niet kan ontkennen dat ik ook zou zeiken als ik eruit zag als een mix tussen Michael Jackson en een slang. Als Voldie, en dienaar van Voldie, kan je misschien positief doen maar beter opgeven en het houden bij rondstampen alsof er zojuist ergens een bezem is gestoken, daar waar de zon niet schijnt. Zoals Lucius altijd doet.
Eigenlijk klopt er ook geen kont van het hele de-bes-valt-niet-ver-van-de-struik, of iets met een appel en een boom of zo; anders was Draco hetzelfde geweest als die langharige, humorloze zeur. Hij gedraagt zich echt alsof hij in de overgang is, waarbij je je dan toch gaat afvragen of hij/zij en Narcissa niet gewoon een lesbisch koppel zijn.
Misschien moet ik over die theorie maar mijn mond over houden tegen Draco, zodra ik ‘m weer zie, en de rest. Hij is al zo panisch over, nou ja, alles—heeft hij gelijk in, maar ik kan me er niet toe zetten. Het gaat gewoon niet, ik kan me niet veroorloven me ernstige zorgen te gaan maken, want dan kan het weleens zo zijn dat alles van de afgelopen tijd in één klap tot me doordringt en dan word ik gillend gestoord, samen met Milou en Charlotte.
En onze mentale gezondheid is al niet uitermate stabiel te noemen.
Bovendien, dan krijgen Draco en Blaise helemaal een rolberoerte, als ze onze emoties ook nog eens moeten gaan opvangen. We kunnen beter gewoon ervan uitgaan dat het goed komt en ons tot die tijd sterk houden—trouwens, natuurlijk komt het goed.
Ten eerste, Draco blijkt helemaal niet van Lucius te zijn maar van een of andere rijke oliebaron, we verhuizen naar zijn koninkrijk en ik mag het paleis roze verven. Of nou ja, mensen inhuren het paleis roze te verven. Zelf moeite doen is zó 2008… nee, 2007. Eh, vorig jaar in elk geval.
Ten tweede, Milou woont in onze schuur. (die mag best in háár favoriete kleur, maar tegen een prijs. Een dag rondlopen terwijl ze een spastische kip met krampen nadoet is een goede deal.)
Ten derde, Blaise krijgt een klap tegen zijn hoofd met een emmer roze verf en vergeet dat hij een onaardige kant heeft; de rest van zijn leven loopt hij verdwaasd rond terwijl hij constant kraait hoe gaaf de kleur roze wel niet is. En dus mijn paleis ook. Ik bedoel, Drac—ach wat. Mijn paleis! Ahaha—
“Blaise, zit niet zo te zeuren—ik concentreer me op een uitgang vinden! Waar zou ik anders mee bezig moeten zijn?!”
–oké, kijk een beetje geboeid rond… oooh, iets glimmends! Wat zou het z—
“Ik zit helemaal niet te dagdromen over Draco! Hou je dikke paddensmoel, of wil je soms een mep met die fakkel? Goed, goed, stel je niet aan—ik zou het toch niet doen, alleen al omdat het hier zo verdomde donker is.”


Richel keek Blaise sceptisch aan, terwijl hij even cynisch naar haar terugkeek en jammer genoeg van een stuk hogere ooghoogte. “Ik was gewoon aan het denken. Je zou het eens moeten proberen, mits je er niet teveel hoofdpijn van krijgt als je breindood bent.”
Blaise keek met toegeknepen ogen op haar neer.
“Breindood. Zoals jij,” herhaalde ze enigszins onzeker.
“Ik hoorde je de eerste keer wel!” snauwde Blaise; Richel haalde haar schouders op. “Met breindode mensen weet je het maar nooit,” lichtte ze sereen glimlachend toe.
“Als we hier niet snel uitkomen, maak ik jullie allemaal af,” deelde Charlotte mee.
“Je maakt Richel niet bang met doodsbedreigingen, hoor,” zei Milou opgewekt. “Weet je nog, die periode dat ze op random advertenties in volwassenentijdschriften ging reageren?”
“Ik wil het niet weten,” zeiden Charlotte en Blaise in koor en met klem.
Ben jij een gezellige, monogame vrouw die met mij een gezinnetje wil stichten?” imiteerde Milou een advertentie, op de toon van een lichtelijk perverse—althans, ze liet haar tong uit haar mond hangen—volwassen vent.
Nee, hoezo?” zei Richel monter, terwijl ze mimede alsof ze een briefje terugschreef.
“Mensen vonden het niet grappig,” zei Milou peinzend. “Best vreemd.”
“Immens vreemd,” stemde Richel in. “Hé, is dat niet een deur?” vroeg ze terwijl ze Milou hintend aanstootte.
“Waar?!” gilde Blaise.
“Grapje,” zei Milou opgewekt.
“AAAAARGGHH!”
“Het klinkt alsof je moeite hebt met het onder woorden brengen van en omgaan met je emoties. Wat voel je daarbij?” vroeg Richel sereen; Blaise staarde moordlustig terug.
Charlotte draaide zich zuchtend om, terwijl Richel en Milou grinnikend doorstapten. “Wacht even—ik ga even zitten, hoor!” riep ze. “Wacht nou!” riep ze harder; Richel en Milou stopten met tegenzin, Blaise botste tegen ze aan, maar Charlotte was te vermoeid om te volgen in wat voor discussie ze nou weer terecht kwamen. Ze ging tegen de koele muur aanzitten en rustte met haar hoofd naar achteren. Eindelijk kon ze weer een beetje ontspannen—
“AAAHH!” gilde Charlotte toen er door de muur, vlak naast haar, ineens een figuur in mantel gleed; ze sprong op en spurtte naar de rest toe, die verbaasd toekeek hoe ze uitgleed en als de zoveelste tegen Blaise aanknalde.
Toen keken ze op en verstarden hun ogen, verstrakten hun handen om hun toverstok. “Wie is daar?” vroeg Blaise uiteindelijk met trillende stem, waarschijnlijk in een soort mislukte poging zijn gevoel van mannelijkheid te herstellen.
“Ik ben Voldemort…” bracht de stem sissend uit.
“Ik was me er niet van bewust dat Voldie klonk alsof hij net de baard in de keel heeft,” merkte Milou verbaasd op terwijl Richels toch al in een boogje geëpileerde wenkbrauwen omhoog schoten; toen stormde ze op de figuur af en vloog om zijn hals.
“Ik denk dat ze een liefde heeft ontwikkeld zoals slachtoffers vaak voor hun overheersers krijgen,” knikte Milou peinzend.
“Het is Malfidus,” liet Blaise haar op droge toon weten.
“… Ja. Dat weet ik. Het was ook maar een grapje. Haha… ha,” zei Milou onbegrijpend en weinig overtuigend, maar toen haalde ze haar schouders op en sloeg haar armen om Blaise heen. “Ware liefde is zo mooi, vind je niet,” zuchtte ze romantisch.
Charlotte tikte Milou op haar schouder. “Ik moet poepen, dus kunnen we hier wat sneller weg?” fluisterde ze. Blaise’ wenkbrauwen trokken samen en Milou keek wanhopig omhoog, onder het mom van ‘waarom, God, WAAROM?’
Ondertussen hing Richel letterlijk aan het randje van het breken van Draco’s nek; hij maakte haar voorzichtig los en ze sprong weer op de grond. “Hoe gaat het met je?” vroeg ze zacht.
“Beter zodra we terug zijn op Zweinstein,” fluisterde hij. “Ik… ik kan het nu niet uitleggen, maar ik vertel het later wel allemaal.”
“Oké,” zei ze dromerig terwijl ze met haar hele gewicht aan zijn arm hing; Milou sleurde haar zuchtend weg. “Dat gerucht, dat als je een beroerte krijgt, je arm lam wordt? Heeft zij de wereld in geholpen,” merkte ze op terwijl ze naar Richel wees, toen Blaise ze vreemd aankeek.
“Zeg, ik ken iemand die een beroerte heeft gehad en—“ begon Charlotte ijzig, maar een onverwachte kreet van Milou onderbrak haar zin op een niet al te sociale manier. “Drakey, hoe wist je eigenlijk dat we hier waren?”
“Ik zit helemaal niet te dagdromen over Draco! Hou je dikke paddensmoel, of wil je soms een mep met die fakkel? Goed, goed, stel je niet aan—ik zou het toch niet doen, alleen al omdat het hier zo verdomde donker is.” Draco knipperde met zijn grijze ogen; het leek hem geen uitzonderlijk goed idee om te vertellen dat hij flink wat gedachten had opgevangen, en naar aanleiding daarvan onder het mom van ‘ik ben naar mijn kamer’ ze besloot op te pikken.
“Ik moest jullie halen, omdat we over een paar dagen weer naar Zweinstein vertrekken. Het oorspronkelijke plan was jullie zelf de uitgang van de kerkers te laten zoeken, maar dat leek zo abnormaal lang te duren.”
“Ja, als ik jouw vader was zou ik ons ook weg willen hebben,” mompelde Milou terwijl Draco initiatief nam en ze door het betoverde deel van de kerkermuur leidde; ze kwamen in een kale kamer terecht en volgden Draco de eerste trap op die ze tegenkwamen.
“Ja, Malfidus heeft niet zoveel met jullie,” merkte Blaise op.
“Ongeveer evenveel als een pedofiel met oudjes,” stemde Richel in, en Milou proestte een slok cola light uit, van het flesje dat ze zojuist uit haar tas had opgediept.
“En ik vraag me gewoon steeds vaker af, waarom toch?” zei Blaise quasiopgewekt.
“Over hoeveel dagen moeten we terug naar Zweinstein?” informeerde Charlotte terwijl ze aan Draco’s zwarte mantel trok, aangezien hij een paar treden boven haar liep. Richel kreunde geërgerd, haar standaardreactie op alles wat met school te maken heeft.
“Maandag, en vandaag is het vrijdag,” zuchtte Draco. “Dan zullen we zien of het klopt dat Potter dit jaar niet meer terugkomt naar school, maar op zoek gaat naar manieren om de Heer van het Duister te verslaan,” vervolgde hij terwijl ze nu door de gangen van Villa Malfidus liepen.
“Hoe belangrijk ik Pottie ook vind—mijn koffers liggen nog steeds in dat kamertje in de kerkers, weet je,” merkte Milou misprijzend op. Met een scheve glimlach liep Draco verder. “Ik laat het straks weten aan de Huiselven, zij brengen jullie koffers naar de logeerkamers. Daar breng ik jullie nu ook heen,” voegde hij daar informatief aan toe.
“Wacht even—ik vind het wel echt belangrijk,” zei Charlotte verbijsterd. “Harry komt niet terug naar school? Waarom niet?”
“Even in koor,” tikte Richel Milou aan. “Aaahw…” vervolgden ze samen.
“Ga je Pottie missen, soms?” informeerde Milou terwijl Richel zo fanatiek met haar wimpers knipperde dat zelfs de minder vatbaren voor subtiliteit doorhadden dat ze helemaal niet op een logeerkamer wilde liggen. De compleet onvatbare personen (Draco ) echter niet, en ze liepen (Milou, Charlotte en Richel: sjokten) gewoon verder naar de oostzijde van de villa.
“Nee,” zei Charlotte verontwaardigd.
“Je vraagt je al of Simon soms met hem mee is,” raadde Richel, maar toen stond ze abrupt stil. “Oh. Hoe geboeid ik ook ben, ik zeg goedendag. Hier ga ik naar binnen,” verkondigde ze.
“Dat is mijn kamer,” zei Draco fronsend. “Ooh,” zei hij, en toen klaarde zijn gezicht op, voordat hij een valse blik op Blaise wierp. “Geen commentaar, Zabini.”
“Zijn bed ligt nou eenmaal lekkerder dan de bedden in de logeerkamers,” verdedigde Richel zich.
“Hou je je kuisheidsgordel om, Emanuels?” verzocht Blaise. Milou spuugde weer een slok cola uit, deze keer over de spierwitte blouse van Blaise; hij keek er een tijdje naar en toen zwijgend naar Milou.
“Richels kuisheidsgordel kan je ergens vinden bij de sympathie van Voldemort,” zei ze onschuldig.
“Hé!” zei Richel verontwaardigd; Milou keek sceptisch terug en in zichzelf mompelend sloeg Richel haar ogen neer, uiteindelijk ‘ja, oké’ eruit persend.
“Maar jij bent ook niet ’s werelds braafste meisje,” siste ze na een verbijsterde stilte van vijf seconden. “Met… met je… ja! die ene keer dat we—nee, dat was Ingrid… nou, je weet best wat ik bedoel,” besloot Richel geestdriftig, waarna ze de kamer instampte.
Nadat hij even aanzag hoe suggererend Milou met haar wenkbrauwen wiebelde, rolde Draco met zijn ogen. “Zielig, hoor. Jullie hebben zulke waanbeelden. We zijn… gewoon…” En om de een of andere reden kreeg hij ‘bevriend’ niet over zijn lippen. Hij was nooit gewoon bevriend met wie dan ook, om welke reden dan ook.
“Dus ik mag wel bij jullie op de kamer?” vroeg Charlotte blij.
“Nee,” zei Draco, op een dergelijk verontwaardigde toon alsof ze hem had gevraagd een triootje met Potter te doen. “Maar je mag wel een paar Huiselfen zoeken om ze jullie koffers te laten ophalen. Zabini laat jullie wel zien waar de logeerkamers ook alweer zijn.”
“Maar—“ begon Milou.
“Ga weg,” verzocht hij ze vriendelijk voordat hij de deur dicht deed, zich omdraaide en vervolgens in verbazing achteruit deinsde. “Richel—wat heb je op je hoofd?” vroeg hij nerveus.
Ze keek hem vol enthousiasme aan. “Ken je Hannah Montana?!”

---

A/N: Ik hoop dat jullie het leuk vonden, en zoals jullie zien is mijn inspiratie ook weer een beetje terug - bijna 5 a4tjes! Dat dagdromen van Richel was trouwens best kenmerkend :') Reacties @ reactietopic zijn zeer welkom! Tot volgend hoofdstuk! liefs&xoxo





_________________

    "Ik krijg hier spontaan hoofdpijn van."
    "Dat is je brein die zijn eigen achterlijkheid probeert te bevatten," snauwde Draco.

    -
    Five Minutes to Midnight
Profiel bekijkenStuur privébericht
Aya
6e jaars
6e jaars


Verdiend: 179 Sikkels
Woonplaats: Waverly Academy, Dumbarton

Aya is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Wo Sep 24, 2008 0:31 Terug naar boven Sla dit bericht op

Image

A/N: Helleuuu! Superlang hoofdstuk, ter ere van het feit dat ik vandaag, 24 september, 18 ben geworden! Wiehoeee! Vet blij natuurlijk, en niet alleen vanwege het feit dat ik nu legaal goldstrike en baileys mag kopen. Ik wil de lieve mensen die hebben gereageerd graag bedanken, en ik hoop dat jullie allemaal dit hoofdstuk ook waarderen. Kusje!

---

H o o f d s t u k 0 9

Richel kwam opgewekt teruggehuppeld van de badkamer, vervolgde neuriënd haar weg met dezelfde tred naar het raam en rukte met aan psychotisch grenzend enthousiasme de gordijnen open.
“AAHH!” hoorde ze nog geen seconde later van het bed komen; met zijn lichte ogen tot spleetjes geknepen staarde Draco vanonder de dekens naar de oorzaak van zijn abrupte wakker worden. Vrolijk keek die met groene ogen terug, en na nog een paar huppels lag Richel weer languit op bed. “Goedemorgen!”
“Waarom is de zon zo godvergeten fel?” kreunde Draco. “Dat is toch niet normaal? Dat is toch niet natuurlijk? Dat is—“
“Zei je nou godvergeten?” vroeg ze opgetogen. Met gesloten ogen rolde Draco op zijn buik. “Waarom ben je daar zo abnormaal, onnatuurlijk blij over?” mompelde hij brak in het kussen.
Richel liet zich schuin op zijn rug vallen en verborg haar neus in zijn zwarte—een vrij ongelukkig gekozen kleur met zijn vampierenhuid, maar dat zei ze maar niet—slaapshirt en snoof de geur van tandpasta, aftershave en Draco zelf op. “Dat is Dreuzeltaal,” liet ze hem blij weten. “Dat heb je van mij overgenomen!”
“Oh,” zuchtte Draco. “Nou, mocht ik ooit jouw ochtendrituelen overnemen—mensen verblinden met die verrotte Engelse zon die helemaal niet zo op je netvlies hoort te branden—dan mag je me vervloeken,” voegde hij eraan toe voor de nadruk, terwijl hij zich weer op zijn rug draaide.
“Ochtendhumeurtje?” vroeg Richel terwijl ze met haar vingers zijn mond in een vissenmondje kneep en grinnikte. “Jou humô is soo slecht,” wist hij uit te brengen; toen draaide hij zich naar haar toe en kneep haar lippen op dezelfde manier samen.
Net op dat moment vloog de deur open; samen schoten ze rechtop met hun handen nog altijd elkaars mond samendrukkend als twee verbaasde goudvissen.
“Goed. Echt heel fijn om te weten dat jullie zo ontzettend productief zijn om,” Blaise keek op zijn horloge, “half twaalf alweer! Jullie beseffen dat we vandaag alles ingepakt moeten hebben?”
“Dat besef ik mij heel goed,” antwoordde Richel ernstig nadat ze Draco’s hand weg had geduwd.
Nijdig keek Blaise haar aan. “Waarom voel ik me niet serieus genomen?”
“Dat kan hele diepe, in het verleden liggende oorzaken hebben—wil je erover praten?” ging ze vriendelijk verder, haar serieusheid compleet een ravijn inwerpend door ondertussen aan haar sloffen—twee grote Hello Kitty-hoofden—te plukken.
Blaise verplaatste zijn blik naar Draco, die met een gezicht van ‘ik heb het gevoel dat ik je begrijp, maar dat is verre van zo’ naar Richel staarde, keek weer naar Richel en zuchtte diep. “Ik hoop dat je ook beseft dat er nu het regime van Heer Voldemort heerst op Zweinstein, en dat als je zo brutaal doet tegen de Dooddoeners die ze hebben aangenomen, je op zijn minst bewusteloos vervloekt wordt.”
“Dat hoop ik ook,” zei Richel bedachtzaam.
Blaise knipperde met zijn ogen, waarschijnlijk denkend nee… dat zei ze niet… zei ze dat nou echt…?, tot de conclusie komend dat er inderdaad ook vandaag niets nuttigs uit haar mond zou komen en hij stampte weg, de deur achter zich dichtslaand.
“Volgens mij, hè,” zei Richel opgewekt, “was dat een subtiele hint.”
“En wat hield die hint volgens jou in?” vroeg Draco, half geïrriteerd, half haar vermogen Blaise zó te vermoeien bewonderend.
“Dat we moeten inpakken.” Ze wees op haar kledingstukken, die een soort pad vormden naar de badkamer. “Als jij daar nou mee begint, dan doe ik—“
“Ja, dag. Ten eerste, ik begin de dag altijd met ontbijt. Ten tweede, ik ben niet je hulpje, dus ik ga niet die… die godvergeten bende van jou opruimen.”
“Aah, toe,” zei Richel opgewekt.
“Nee, mens,” zei Draco, verbijsterd dat ze het ook maar suggereerde.
“Wat is er gebeurd met je behulpzaamheid, je mededogen—“
“Nooit gehad.”
“Kom op. Dan zal ik voor altijd aardig zijn, tegen iedereen!” verkondigde Richel met gespreide armen, op zo’n toon dat je eigenlijk al wist dat het een onmogelijke opgave was en het niet geheel serieus gemeend werd.
“Nee,” antwoordde Draco dan ook. Hij kroop onder het dekbed uit en schoof op blote voeten naar de deur. “Gooi eens mijn slippers aan—niet tegen mijn hoofd,” waarschuwde hij toen Richel met een maniakale grijns naar zijn slippers boog. “Kom je zo ook ontbijten?”
“Ja, ja,” zuchtte ze nadat ze zijn slippers in zijn richting had gesmeten. “Zorg er wel even voor dat je elfjes crackers serveren. Ik ben op dieet,” voegde ze daar aan toe met een strijdlustige stomp in de lucht.
“O ja?”
“Ja. Ik ben op een streng regime van sporten en vasten—“
“Waarom zijn er van die vier zakken chips en bak chocoladeijs die jij en de Bats kochten op de Wegisweg dan alleen de verpakkingen over?”
“… Bemoei je niet met mijn dieet!”

“Richeeeel!” Milou zwaaide dolblij met haar handen, die gevuld waren met croissants, zodra Richel haar hooggehakte voeten neerzette in de eetkamer. “Morgen weer naar school, heb je er zin in?!”
Richel trok één wenkbrauw op en ging naast Blaise zitten. “Het hele Dooddoenersregime staat me denk ik een beetje tegen, maar goed,” zuchtte ze terwijl ze haar eigen dieetregime vergat en ook naar de croissants greep. “Ik bedoel,” vervolgde Richel terwijl ze speurend rondkeek naar chocopasta, “zonder Perkie… Ik zal Perkie missen op school. Ik vind hem wel het type dat knalroze een mooie kleur vindt voor een mantel.”
Draco bonkte met zijn hoofd op de tafel. “Oh, nee. Ik was die roze mantel van je bijna vergeten.”
“Ik vind mijne gaver,” vond Milou nadat ze een halve croissant in haar mond had gepropt. “Ik bedoel, een mintgroen hartjespatroon voegt echt wat toe aan zo’n gouden mantel.”
Blaise proestte zijn thee uit en staarde Draco verontwaardigd aan. “In Merlijns naam, Malfidus, had jij ze niet tegen kunnen houden?!”
“Had ik kunnen doen—“ begon Draco snerend, maar Richels gelach onderbrak hem. “Welnee, ik wist hem bijna in een bijpassende blauwe mantel te krijgen, maar toen rende hij ervandoor en struikelde over het meetlint.”
“Het is je eigen schuld,” wees Milou hem terecht.
“Hij moest boeken kopen,” kwam Charlotte geïrriteerd voor hem op.
“Jij vindt het gewoon jammer dat je met hem mee was en nu geen coole mantel hebt, zoals wij,” verklaarde Milou, haar vork enthousiast in de lucht en heftig knikkend.
“Ja, dat is het,” zei Charlotte sarcastisch. “Sarcasme for the win.”
“Weet ik toch.” Milou knikte weer en greep tevreden naar wat magere knakworstjes; Charlotte zuchtte diep. “Hoorde je me niet zeggen—sarcasme? Sar-cas-me. Oh, laat maar,” snauwde ze.
“Nog eentje met ochtendhumeur?” informeerde Richel. “Blondje hier ook al,” zei ze met een luchtkusje naar Draco; hij grimaste en zij grinnikte.
“Nou, ik heb er dus ook geen zin in,” snauwde Charlotte, nu tegen Richel. “Dit wordt afgrijselijk. Zweinstein wordt net als dat… dat strafkamp waar we zaten na Spanje—maar dan zijn we niet met zijn achten, om over te blijven met vijf. Dan zitten we met honderden leerlingen, waarvan het merendeel een pesthekel heeft aan de Duistere Zijde.”
Richel en Milou, die met elkaar aan het kletsen waren over de voordelen van roze tegenover mintgroen en goud, vielen ineens stil; net als Draco en Blaise keken ze plotseling alle vier naar Charlotte, die zenuwachtig naar haar bord staarde. “Ik durf gewoon bijna niet meer terug.”

Richels hoofd rolde tegen Draco’s schouder; hij pakte een plukje zacht, donker haar en wikkelde het langzaam om zijn vinger. Ze zaten met zijn tweeën in de coupé; nadat Milou stennis had zitten trappen over ketelkoeken, had Blaise besloten op zoek te gaan naar ketelkoeken. Charlotte was bij aankomst op het perron al verdwenen, hoogstwaarschijnlijk op zoek naar Simon. Drie weg, eentje slapend. Het was op zich wel een verademing om eens geen getetter aan zijn oren te hebben, maar—
“Hé!” klonk vanuit de deuropening, na de harde klap van een coupédeur die open geknald werd. Richels hoofd schoot overeind, maar Draco ging snel genoeg opzij om het kruin-tegen-kin-fiasco te voorkomen.
“Drakey!” kirde Patty; ze vloog op hem af, net als de meesten al in mantel, duwde Richel van de bank en plofte neer op zijn schoot, allemaal in één beweging. “Raad eens wat ik heb?”
Richel, zittend op de grond, blies giftig haar schuine pony uit haar gezicht. “Een hinderlijk karakter?”
“Een badge!” gilde Patty vol verrukking verder.
“Oh, dat hebben mongooltjes bij ons thuis ook—en dan staat hun naam en telefoonnummer erop, zodat als ze verdwalen, men ze thuis kan brengen,” gaapte Richel, nog altijd vanaf de grond. Patty ademde diep in en uit, en duwde toen trots haast haar boezem in Draco’s gezicht. “Ik ben leerlingassistente van het schoolhoofd!”
“Wat voor debiel is dat schoolhoofd in godsnaam?” vroeg Richel terwijl ze nukkig tegenover hen ging zitten; Draco leek in zo’n shock dat hij Patty niet wegduwde en Richel hield zichzelf voor dat ze daar teveel trots op had.
“Sneep!” snauwde Patty voor het eerst tegen Richel.
“Oh, dan snap ik het—naast jou steekt hij op zich nog wel competent af,” mompelde die. Toen schoot ze overeind. “Wacht—Sneep is schoolhoofd? Pardon? Waarom? Hoe? Oh ja, dat zei Blaise! Maar Anderling dan?”
“Ik heb je gemist, Drakey-wakey,” fluisterde Patty hardop; Richel rolde met haar ogen en deed alsof ze haar vinger in haar keel stak. “Maar je had het deze zomer vast heel erg druk met alles voor de Heer van het Duister. Ik bewonder je zo… Net als de Heer, dat weet ik zeker. Heb je dit jaar weer een taak van hem?”
“Nee,” mompelde Draco—het eerste wat hij tegen haar zei.
“Heb je tijdens de vakantie hard gewerkt voor de Duistere Heer dan?”
“Hij heeft voornamelijk met mij in bed gelegen,” zei Richel opgewekt. Ze kon zien hoe Patty’s grip op Draco’s schouders verstevigde; ze glimlachte geforceerd en bleef Richel niet direct aankijken. Richels grijns werd daarentegen steeds breder en meer gemeend.
Misschien werd het toch nog een béétje een leuk jaar.

“Geen spoor van Potter, Wemel en Griffel,” fluisterde Milou tegen Richel aan de eettafel van Slytherin. “Maar Charlotte is wel bij Griffyndor gaan zitten, naast die ene… ik weet niet,” peinsde ze terwijl ze met toegeknepen ogen naar de tafel van Griffyndor keek. “Blaise, wie is dat?”
Richel keek ondertussen met argwaan naar Patty, die aan de andere kant van Draco zat te vertellen over haar nieuwe haarcoupe. Met een klein steekje moest Richel toegeven dat het een stuk beter zat dan die suffe bob van vorig jaar; terwijl ze na begon te denken of ze misschien haar eigen haarkleur moest verven, en zo ja, welke kleur, werd ze ineens ruw onderbroken.
“Zeg, hoor je me wel?” snauwde Patty, die zich nu vooroverboog naar Richel.
Richel staarde intens terug, in een wanhopige poging haar ongeboeidheid uit te stralen zonder adem te verspillen.
“Ik zei, je kan je haar dan wel bij een ontzettend dure kapper laten doen,” Patty’s zielige lipjes (hoe zou dat kind zoenen?) vertrokken nu in een gemene grimas en haar toon werd nog neerbuigender, “maar sommige mensen hebben daar het geld niet voor, dus dan knippen ze hun eigen haar.”
“Ja, ik kan zien dat jij al miljoenen hebt bespaard,” kaatste Richel terug met een minachtende blik op Patty’s zwarte lokken, en haar hand gleed door haar eigen met een stijltang behandelde donkerbruine haar.
Patty’s mond zakte verontwaardigd open en uit die van Milou vlogen stukjes kip, omdat ze in de lach was geschoten; Patty greep haar vork en stopte een heel stuk kalkoen in haar mond om maar iets te doen hebben.
“Trouwens, als je zo dooreet, verduister je over een paar jaar de zon,” merkte Milou op zodra ze de kip had weggespoeld met wat water; en misschien was dat de druppel, want met een klap van haar bestek stond Patty op en beende weg.
“Wat ga je doen?” riep Richel haar na. “Een paar donuts en een zaklamp halen?”
High five!” zei Milou opgewekt.
“Doen we dat nog?” vroeg Richel zich hardop af terwijl hun handen tegen elkaar mepten boven hun pompoensap—dat ze allebei nog altijd het meest ranzige ter wereld vonden, op behaarde ruggen na.
“Tuurlijk,” knikte haar vriendin fanatiek; Blaise keek in verbazing toe en Draco staarde met een onbehaaglijke blik in zijn ogen voor zich uit. Richel beet op haar lip en probeerde oogcontact te maken. “Draco. Gingen we te ver?”
“Dat is het niet,” siste Draco, en knikte subtiel naar de lerarentafel, waar Patty nu overigens op afstevende. “Dooddoeners…”
“Je voelt je nog minder veilig dan vorig jaar,” zei Richel, terwijl ze peinzend in haar pasteitje prikte; ze had het bedoeld als algemenisering, maar Draco knikte langzaam. “Zelfs Park maakt me nerveus.”
“Waarom?” siste Richel terwijl ze naar Patty staarde. Irritant rotkind met haar nieuwe kapsel. Als Richel haar was, zou ze zich pas nerveus voelen—voornamelijk voor een slaapzaalgenootje met een schaar. Wat nou, magie.
“Al mijn gratie bij de Heer…” Draco gebaarde met zijn slanke, grote handen. “Weg. De enige reden die zij heeft om met me om te gaan, is vanwege de belangrijke positie die mijn familie inneemt.”
Plotseling voelde Richel zich wat minder zeker. “Waarom… vind je dat…”
“Ik vind het niet erg, of zo. Ik vraag me af… ik vraag me gewoon af hoe snel mensen erachter komen dat Malfidus nu rijmt met Lubbermans.” Zoals altijd tijdens een openbaar moment van geen totale beheersing, weigerde Draco Richel aan te kijken. “Mijn vader heeft bijna geen aanzien meer bij de Heer. Jij zal het wel nergens op vinden slaan, maar—“
“Nee,” onderbrak ze hem abrupt. “Ik begrijp het. Meisjes begrijpen dat soort dingen als geen ander. Het is als… keihard onderuit gaan tijdens een grote wedstrijd, bij je debuut als aanvoerder van de cheerleaders,” zei ze bedachtzaam, best onder de indruk van die metafoor. “Al je status, in één klap kwijt.”
“Aanvoerder van wat?”
“Laat maar,” zei Richel afwezig toen ze Patty zag terugkomen; ze trok Draco naar zich toe en wierp weer een blik op de lerarentafel. “Kijk—Sneep staat op,” fluisterde ze.
De hele zaal, nog een moment daarvoor gevuld met gefluisterd geroddel over voornamelijk Harry en Voldemort, viel stil en het gebrek aan geluid was op zich al angstaanjagend genoeg, maar toen trok Sneep ook nog eens zijn mond open.
“Goedenavond, leerlingen van Zweinstein,” zei hij; niet eens luid, maar alsnog galmde zijn stem door de Grote Zaal. “Als jullie nieuwe schoolhoofd verwelkom ik jullie dit jaar, en is het mijn genoegen om de nieuwe leraren voor te stellen…”
“Straks gaat hij mij ook naar voren roepen!” siste Patty dolblij tegen Draco. Richel keek haar vrij onvriendelijk aan en liet haar doodsblik rusten op Patty’s hand, die de binnenkant van Draco’s elleboog streelde.
“Waarom zegt hij niets over Voldemort?” siste Richel daarom maar tegen Blaise, die zijn schouders ophaalde. “Voor de mensen die Amycus en Alecto Kragge kennen is het duidelijk dat het Ministerie is gevallen, en dat Zweinstein nu in de handen van de Heer ligt,” fluisterde hij terug. “Ik heb de Profeet niet gevolgd, dus ik weet niet wat de rest weet.”
“Professor Sneep hoeft niets uit te leggen. Het spreekt toch voor zich,” bemoeide Patty zich er neerbuigend mee, net toen Sneep haar naam noemde; enthousiast veerde ze op en schreed toen vol minachting naar de rest van de afdelingen naar de lerarentafel. Geklapt werd er niet; Richel keek om zich heen en zag dat het helemaal niet zo voor zich sprak, wat er aan de hand was. De meeste leerlingen keken vol stomme verbazing naar Sneep, die in het midden zat, Anderling, die met de grootst indenkbare ingehouden woede op haar gezicht ernaast zat, en naar de rest van de leraren die met een nietszeggende uitdrukking voor zich uitstaarden.
“Dit is de leerlingassistente. Als jullie algemene vragen, problemen en dergelijke hebben kunnen jullie altijd bij haar terecht, en zij bepaalt dan of het onbenullige tienerprobleempjes zijn,” Sneep zweeg even en staarde vanachter een vettig, zwart gordijn van haar naar de leerlingen, “of dat ik jullie te woord zal staan. Voor problemen waarmee jullie liever niet naar juffrouw Park gaan, kunnen jullie naar beide professoren Kragge. Naar andere leraren gaan met problemen die niet hun vak betreffen… wordt niet op prijs gesteld.”
Richel stak haar hand op, maar Draco trok die razendsnel weer omlaag. “Niet doen!” siste hij.
“En compleet negeren dat alle andere leraren compleet genegeerd worden?” siste Richel terug, terwijl ze vanuit haar ooghoeken zag dat Blaise ook de hand van Milou had neergeslagen. Boos duwde ze Draco weg en wendde zich tot haar vriendin. “Wat wilde jij vragen?”
“Wanneer we weer door mochten gaan met eten,” zei Milou verontwaardigd. “Mijn pannenkoeken worden koud, en bovendien krijg ik hoofdpijn van zijn stem—maar dat laatste had ik denk ik wel achterwege gelaten,” voegde ze daar bedachtzaam aan toe.
“… en zodra jullie je maal beëindigd hebben, brengen de klassenoudsten de eerstejaars naar de slaapzalen…”
“Startsignaal! Aanvallen!” Milou prikte enthousiast in haar pannenkoek, maar net op het moment dat haar vork het bord raakte was die verdwenen; een grote ijscoupé vulde nu haar bord. “Oh. Nou ja, beter. Richel, ik jat even je lepel—”

“Charlotte! Godzijdank!” riep Milou toen ze Charlotte tegenkwam in het geduw en gedoe om bij de leerlingenkamers te komen. Ze greep haar arm en trok Charlotte een stille zijgang in. “Je komt nu toch wel bij Slytherin slapen, hè? Eh… Gaat… gaat het wel?”
“Nee!” snikte haar vriendin. “Nee—het is Simon—hij wil niet meer, hij mag niet meer… met me omgaan!” Charlotte haalde de rug van haar hand langs haar ogen en stortte zich min of meer bovenop Milou, die haar onhandig opving. “Rustig maar,” fluisterde ze. “Het komt wel goed—“
“Dat komt het niet,” wist Charlotte uit te brengen.
“Jawel,” zei Milou vastbesloten.
“Niet waar!”
“Wel!”
“Vind je dit nou echt de tijd om te gaan discussiëren?” jammerde Charlotte, terwijl ze zich nog altijd vastklemde aan Milou’s nek; Milou trok haar los en schudde haar ruw door elkaar. “Luister nou! Het komt met ons drietjes al de hele tijd goed, en dat blijft zo zijn!” brulde ze; ze hoorde een gilletje, keek achterom en glimlachte vriendelijk naar een eerstejaars, die ze geschokt aankeek.
“Vollebol,” siste Milou zacht, “laat ons niet voor niets leven. En Richel en ik gaan uitzoeken wat de reden is, en we hoopten dat we kunnen rekenen op jouw hersens. Dus doe ons een lol en krijg geen zenuwinzinking voordat we erachter zijn waarom… waarom wij om de een of andere reden minder nutteloos voor hem zijn dan al onze vrienden. Doe het voor onze vrienden.”
Charlotte keek haar nietszeggend aan, slikte toen hoorbaar. “Ik… ik snap niet…”
“Beloof nou maar dat je ons helpt! Voor onze vrienden!”
“Oké… Oké,” fluisterde Charlotte.
“Mooi,” zuchtte Milou. “Dan gaan we nu naar de slaapzaal. Met een beetje geluk heeft Richel Park al knock-out geslagen, want dat kind snurkt nog erger dan… dan…”
“Jij?” suggereerde Charlotte behulpzaam.

“Weet je wat ik steeds vaker denk,” zei Draco plotseling. Ze zaten in het redelijk afgezonderde studiegedeelte van de leerlingenkamer van Slytherin, waar Richel, vreemd genoeg, nauwelijks geweest was vorig jaar. Richel had door Milou’s gesnurk niet kunnen slapen en was naar beneden gelopen, Draco was nooit naar de slaapzaal vertrokken.
“Ik wist niet eens dat je dacht,” grapte Richel, maar het kwam er zo vermoeid uit dat Draco’s koude ogen alleen maar emotielozer gingen staan. “Wat?” voegde ze er met een gaap aan toe.
“Dat jullie beter kunnen vluchten. Natuurlijk is er een reden dat de Heer van het Duister jullie nog niet in koelen bloede vervloekt heeft, maar je kan beter weg zijn voordat—“
“Wacht. Wacht even,” zei Richel zacht terwijl ze op hem afliep. “Wil jij dat we weggaan en jullie achterlaten? Goed, we kunnen jullie niet… niet beschermen, maar…” haar handen schoten automatisch naar haar haren en terwijl ze haar vingers erdoor heen haalde, keek ze diep inademend naar alles behalve de blonde jongen voor haar.
“Dat wil ik niet, ik zeg alleen dat het beter is,” zei Draco mat, terwijl hij in zijn fauteuil bleef zitten.
“Je kan toch niet verwachten dat we dit alles nu ineens achter ons laten?” vroeg Richel ongelovig.
“Waarom niet?” kaatste Draco ineens boos terug. “Jullie zijn hier niet opgegroeid, jullie zijn hier ingezogen door een domme actie, jullie hebben helemaal geen bindingen. Waarom niet?”
“Wij hebben jullie—ik heb jou!” snauwde Richel. “Doe verdomme niet alsof het ons geen reet zou kunnen schelen als we vertrekken en blij doorgaan met ons leven! We zitten hier misschien niet langer dan een half jaar, maar in dat half jaar zijn we wel gehecht geraakt!”
“Aan wat? Wat is er hier waar je je leven voor zou riskeren?” schreeuwde Draco, opspringend vanuit de luie stoel. Richel staarde hem aan; vanwege haar nieuwe slaapmuiltjes met hakje (“Draco! Kijk! Ze matchen met mijn negligé—kijk dan! Hé! Hoe bedoel je, ‘ik ben niet geboeid’?!”) hoefde ze iets minder omhoog te kijken.
Hij staarde terug, seconden leken tergend langzaam te verlopen—en ze schrokken zich allebei dood toen Milou plotsklaps de kamer binnenstampte. “Zeg—hou eens allebei jullie dikke kop dicht! Niemand kan slapen—“ begon ze woest, maar toen viel haar blik op Richels outfit. “Hé, dat staat cool bij elkaar,” zei ze opgewekt. “Maar goed… sssst!” siste Milou, en stampte er weer vandoor.
“Goed, ik snap waarom je haar soms weg wil,” zei Richel ten slotte met een kleine, onderdrukte proest. Draco, met zijn lippen op elkaar geperst, leek heel hard na te denken over wat hij nu zou gaan zeggen, zuchtte toen en pakte haar handen.
“Geef antwoord op de vraag.” Nog een diepe ademhaling. “… Alsjeblieft.”
Richel zette een stap dichter bij. “We zijn gehecht geraakt aan jullie, en we zouden ons leven in gevaar brengen om jullie te helpen. Niet alleen vanwege onze aanleg om in de problemen te komen… we geven heel veel om jullie.” Ze viel even stil terwijl ze voelde hoe zijn handen op haar schouders kwamen te liggen, haar wang tegen zijn borst gedrukt werd. “En… we en jullie staan… vooral… voor ik en jou. Ik ben hier niet zo goed in als, zeg, in Toverdranken—hahaha—dus…”
Maar aan de kus die volgde merkte ze dat dat hem helemaal niet zoveel uitmaakte.

---

A/N: Zooo, en dan ben je 3710 woorden verder. Wat vonden jullie ervan? Reacties in het topic/pb worden nog altijd heel erg gewaardeerd! Ik probeer het volgende hoofdstuk er asap op te zetten. (: liefs, xoxo.





_________________

    "Ik krijg hier spontaan hoofdpijn van."
    "Dat is je brein die zijn eigen achterlijkheid probeert te bevatten," snauwde Draco.

    -
    Five Minutes to Midnight
Profiel bekijkenStuur privébericht
Aya
6e jaars
6e jaars


Verdiend: 179 Sikkels
Woonplaats: Waverly Academy, Dumbarton

Aya is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Za Sep 27, 2008 2:50 Terug naar boven Sla dit bericht op

Image

A/N: Hoi allemaal! Even snelle update, omdat ik het merendeel van het weekend weg ben. Gwendolyn, Annaaa, jackiie en Pumpkinsoup, bedankt voor de toffe reacties <3 Leesze!

---

H o o f d s t u k 1 0

“Ik heb de verplichte lectuur!” snauwde Richel tegen Alecto Kragge. “Want onder ‘verplichte lectuur’ valt dat wat er op de lijst staat die we thuis toegezonden kregen, en ik kan me niet herinneren dat er een boek getiteld “DREUZELS MOETEN DOOD” bijstond!”
“Het heet ‘Dreuzels moeten dood: de waarheid achter Dreuzelhaat’!” gilde Alecto terwijl ze (of het, dat was niet geheel duidelijk) dreigend haar toverstok op Richel wees.
“Oh, ja, ik ben hier de ongenuanceerde,” zei Richel, rollend met haar ogen.
“Wil je soms dat ik je naar het schoolhoofd stuur?” brulde Alecto.
“Voor wat? ‘te moeilijke woorden gebruiken in bijzijn van leraar met ondergemiddeld IQ’?” informeerde Richel terwijl Milou achter haar hand giechelde en Draco lijkbleek toekeek.
“KANTOOR VAN PROFESSOR SNEEP, EMANUELS! NU!”

“Na vijf minuten de les uitgestuurd—dat doet ze nog best oké,” vond Milou, terwijl ze Dreuzelkunde uitliep en een vrij uur tegemoet huppelde. “Eén van haar records, en in topvorm kan ze niet geweest zijn. Tot hoe laat waren jullie gisteren in de leerlingenkamer?” vroeg ze terwijl ze zich tot Draco wendde.
“Geen idee—niet laat,” zei hij hooghartig, onder het waakzame oog en luisterende oor van Patty.
Milou keek hem doordringend aan; haar ogen schoten naar Patty en weer terug naar Draco. Zelfs Blaise had door dat er iets was—althans, hij begon ook intens naar Draco te kijken, in de hoop dat het ging om een enorme puist of iets dergelijks.
“Kan ik je even spreken?” zei Milou even opgewekt als anders, maar met een dreigende ondertoon. Draco, die zich kon herinneren dat Richel ooit zei hoe Milou een ingenieus systeem heeft om haar zin te krijgen, namelijk mensen hard tegen hun schenen trappen, knikte nukkig en gebaarde naar Patty, Blaise, Charlotte en de rest dat ze door moesten lopen. Aangezien de afwezigheid van Harry, Ron en Hermelien nog steeds hét gespreksonderwerp was, keken mensen toch al niet bijzonder geboeid.
“Oké. Wat heb jij met pekineessmoel?” siste Milou zodra ze met zijn tweeën waren. “Dat kind is nog kleffer dan Gerard Joling en Gordon samen—laat maar,” zuchtte ze toen onbegrip over Draco’s gezicht trok. “Ze is gewoon klef, en aanhankelijk. En je pikt het! Sinds wanneer pikt Draco Malfidus klefheid? Van iemand wiens hoofd nog wel het meest wegheeft van dat van een chihuahua? Nou? Nou?” drong ze aan.
Draco zweeg, zijn uitdrukking nietszeggend, en Milou twijfelde tussen haar toverstok ergens insteken of ergens tegenaan rammen.
“Jij en Richel—“ begon ze.
“Ga ik niet over praten!” viel hij haar woest in de rede. “Nooit niet! Ik weet dat jullie meisjes houden van dat stomme geroddel over vriendjes—“
“Dus je bent haar vriendje!” gilde Milou.
“Nee! Dat zei ik niet!” gilde Draco, zijn stem hooguit een octaaf lager dan die van Milou. “Nee—je luistert niet!” vervolgde hij terwijl Milou een dansje begon uit te voeren, of in elk geval spastisch begon te bewegen, spastische bewegingen die hij herkende van in de discotheek in Spanje.
“Niets nieuws onder de zon,” zei Milou opgewekt, en gaf hem een klap op zijn schouder. “Nou, Drakeypoep, Charlotte en ik zijn naar de bibliotheek. Ik wilde je eigenlijk een preek geven over Patty en zo, maar als je al officieel Richels vriendje bent—“
“IK ZEG, DAT ZEI IK NIET—wacht, wat? Jij, naar de bibliotheek?” vroeg Draco verbouwereerd.

De rest van de dag sprak Draco vrijwel niemand. Hij negeerde Patty, Charlotte en Milou waren constant aan het fluisteren achterin de klas en in pauzes verdwenen ze naar de bibliotheek, Blaise hield zich bezig met origami maken van notitieblaadjes, Korzel en Kwast meldden hem nooit iets nuttigs en voor de rest… veel mensen op Zweinstein gingen hem toch uit de weg. En Richel was, nadat ze eruit werd gestuurd in de tweede les van het begin van het schooljaar, de hele middag niet teruggekeerd.
Met een zucht schoof hij uiteindelijk aan bij het avondmaal; even later kwam Blaise aanzetten met een verongelijkte uitdrukking op zijn gezicht. “Weet jij wat die twee de hele tijd mysterieus zitten te doen in de bibliotheek? Ze hebben me net gewoon weggestuurd!”
Draco haalde vrij ongeïnteresseerd zijn schouders op. “Misschien hebben ze besloten dat het toch niet handig is dat Emanuels en de Bats één hersencel delen en willen ze er wat bijkweken.”
“Ze zeiden iets over onderzoek,” zei Blaise, ook schouderophalend, terwijl hij wat ondefinieerbaar spul op zijn bord kwakte en fronste. “Het eten is er niet bepaald op vooruit gegaan.”
Langzaam begon iets te dagen bij Draco. “Wilden ze er niet achterkomen hoe het kwam dat zij wel magie kunnen gebruiken, en die Dreuzelvrienden van ze niet?”
“Zou kunnen,” zei Blaise twijfelend. “Ze ratelen meestal zo snel, dat ik vaak gewoon knik en lach als ze wat zeggen.”
“Als wie wat zeggen?” klonk plotseling Milou’s stem en een seconde later plofte ze naast hen neer, met een vies gezicht naar de gerechten. “Gadverdamme, dat ziet er echt uit alsof Sneep zijn haar heeft gewassen boven die pan en er vervolgens op heeft zitten kakken, en toen lekker was gaan roeren met wat snot—”
“We snappen hem,” kreunde Blaise terwijl hij wanhopig naar het uitgestalde voedsel keek. Draco schoof nu met een zuinig gezicht zijn bord een eindje van zich af.
“En… als de leraren praten,” vervolgde Blaise. “Natuurlijk. Wat waren jullie nou aan het doen in de bibliotheek? En praat rustig,” waarschuwde hij van tevoren.
“Goed, nou, we waren dus naar de bibliotheek gegaan omdat we zoiets hadden van, huh, hoe kan het nou dat wij wel kunnen toveren—het klinkt nog steeds vet vreemd om dat te zeggen, trouwens—en onze vrienden van onze vorige school,” ze nam een korte pauze om te slikken, “niet? Het is immers gewoon niet logisch, het zou moeten betekenen dat we een of andere superpower hebben en dat lijkt me niet, ik bedoel, dan had ik wiskunde ook wel zonder moeite gehaald—“
Blaise keek Milou langdurig aan, en wendde zich toen zwijgend naar Charlotte.
“We willen uitzoeken wat maakt dat wij wel magie kunnen toepassen,” zei die kort en bondig, met gedempte stem—immers, de rest van Zweinstein hoorde er nog altijd van overtuigd te zijn dat ze eigenlijk echte heksen waren, maar opgevoed als Dreuzels, iets waar ze zogenaamd niet vanaf hadden willen stappen.
“Al iets gevonden?” vroeg Blaise, met even weinig hoop in zijn stem als in zijn blik, terwijl hij nog steeds de tafel afspeurde naar iets dat wel lekker zou zijn.
“We spitten zo snel mogelijk de boeken door die we al hebben gevonden over Dreuzels, de omgang van Dreuzels met magie, enzovoorts,” zuchtte Charlotte. “Maar we hebben erg veel huiswerk, dus we zouden Richel wel kunnen gebruiken—maar ik kan haar niet vinden.”
“Waar is ze?” eiste Draco.
“Welk deel van ‘ik kan haar niet vinden’ begrijp je niet?” zei Milou, rollend met haar ogen. “Hoewel—ik maak me wel een beetje zorgen. Sneep is niet zo’n toffe peer als Perkie, en die knalroze mantel van haar in die depri kamer van Sneep—dat contrast zal-ie ook niet waarderen.”
“Zou je denken?” snauwde Draco. “Ik ga haar wel zoeken.”
“Oeh, en dan,” vroeg Milou, wiebelend met haar wenkbrauwen.
“Dan niet,” snauwde hij, en plofte weer neer. Milou rolde met haar ogen, wierp een laatste bozige blik op het voedsel en stond op. “Ik hoop voor jou en haar dat je ook een zachte kant hebt, zeg. Weet je wat—ik ga eens nuttig doen. Ik ga haar zoeken! Ja,” zei ze op bijzonder strijdlustige toon—en slofte toen op slakkengangetje weg op haar All Stars.

Milou keek op haar horloge en zuchtte wanhopig. Vijf over acht al—dat stomme kind moest toch ergens zijn. Jammer genoeg had Sneep één of andere stupide, ondoordachte regel ingesteld dat ze na acht uur stil moesten zijn op de gangen, dus ze kon niet schreeuwen.
Hoewel. Hoeveel kwaad kon dat nou doen?
“RIIIIIIIIIICHEEEEEEEEEEEEEEEEEL!” brulde Milou op haar hardst. “RICHEEEEEEEL, RIEEEEESJEEEELLUUUUHH! RIIII—wat?” vroeg ze aan Vilder, die op een debiel gangetje hijgend aan kwam gesneld, mevrouw Norks achter hem aan.
“Ken je de regels niet? Geen lawaai op de gangen na acht uur!” zei hij amechtig. Mevrouw Norks knorde, alsof ze met hem instemde en Milou keek het meewarig aan.
“Vandaag jatte ik een gelukskoekje van Richel—en weet u wat de spreuk was?”
“… Nee?” zei Vilder onzeker.
“Eerlijkheid kent geen tijd, of zoiets. Dus bij deze. Uw kat is ontzettend irritant, en lelijk, en moet dood. Niet gehandicapt, of mank—gewoon niet meer levend. En het kan me werkelijk waar geen kont schelen wat Sneperdepeep voor stomme regels heeft ingesteld, ik wil gewoon mijn vriendin vinden zodat we kunnen roddelen over Draco,” somde ze op vriendelijke toon op.
Vilders mond viel open en zijn gezicht werd langzaam paars.
“KANTOOR VAN PROFESSOR SNEEP, JIJ! NU!”

“Respecteer mijn persoonlijke ruimte!” brulde Milou toen ze door Vilder aan haar arm de trap af naar de kamer van het schoolhoofd gesleept werd. “Laat me los! DENK AAN MIJN PERSOONLIJKE RUIMTE, WIL JE? En daarmee bedoel ik, dat als je me nu niet loslaat, IK OVER JE SCHOENEN HEENKOTS!”
“Nog een lastpak, professor!” zei Vilder hysterisch terwijl hij Milou naar binnen duwde.
“Professor Sneperdepeep!” zei Milou opgewekt, Vilder geen kans gevend om uit te leggen waarom ze precies een lastpak was. “Jij weet vast waar Richel is! Ik bedoel, u,” voegde ze er snel aan toe. “Maar goed, weet u dat?”
Sneep kneep zijn ogen samen, maar dat deed niets af aan het gemak waarop Milou door zijn kantoor banjerde en gefascineerd tegen dingen aantikte. Vilder keek verbijsterd toe, totdat Sneep met een simpele beweging van zijn hand aangaf dat hij kon vertrekken.
“Juffrouw Emanuels heb ik om acht uur weggestuurd. Ze zat hier vanaf tien uur strafregels te schrijven.”
“Oh.” Milou zuchtte geïrriteerd. “Nou ja, dan ga ik ook maar. Doei, nog een fijne avo—”
Een beweging van zijn toverstok, en de deur schoot in het slot. Milou keek verontwaardigd om. “Ja, zo kan ik er niet uit!”
“Dat is ook niet de bedoeling,” zei Sneep zacht. “Ik wil graag dat je even luistert, en belangrijker, er niet doorheen praat. Geef deze boodschap ook alsjeblieft door aan je vrienden…”
“Welke?” vroeg Milou, en sloeg toen haar hand voor haar mond. “Oh. Sorry. Ik zal niet meer praten. Vanaf nu. Nu dus—oh, verdomme—nu. Ja. Nu.”
“Ik weet waar jullie deze zomer naartoe gestuurd zijn,” zei Sneep zacht. “En ik had gedacht dat jullie ervan zouden leren. Dat is overduidelijk niet zo—zelfs niet na het verliezen van jullie vrienden, het gewond raken van de heren Malfidus en Zabini, en jullie zelf… Maar verwacht niet dat die hardleerse instelling hier nog gepikt wordt. Uw vriendin heeft het al ondervonden, en als u nog één keer als lastig beschouwd wordt, zal u het ook meemaken—maar ik vertrouw erop dat mijn boodschap goed doorgegeven wordt, dus deze keer…” hij maakte een vermoeide, waaiende beweging met zijn hand, haar aansporend te vertrekken, en boog zich alvast weer over een stuk perkament.
Ze hoorde het slot openklikken en greep de deurhendel, maar draaide zich even om. “Wat moest Richel vandaag ook alweer doen?” vroeg ze.
“Strafregels.”
“We zitten niet meer in de 18e eeuw, hoor,” kon Milou het niet nalaten op te merken, maar bij Sneep brak een heel kleine scheve glimlach door, op een totaal niet geruststellende manier. “Ik kan u verzekeren, dat het geen strafregels zijn op de ouderwetse manier.”

Draco draaide zich met een ruk om, toen hij Milou “RICHEL! RICHEL! RICHEL!” scanderend vanuit de kerkers hoorde aankomen stampen; en inderdaad, even later kwam ze de op hem na verlaten leerlingenkamer binnen. “Snel! Naar de slaapkamer!” siste hij.
Milou keek hem verbaasd aan. “Zo, jij hebt zin.”
“Nee,” snauwde Draco, “niet zo! Ik kan die trap naar jullie slaapzalen niet op, misschien zit ze daar—ik wil weten wat Sneep tegen haar heeft gezegd.”
“Volgens mij wil je gewoon zoenen,” zei Milou opgewekt.
“Volgens mij wil jij er niet achter komen wat ik ga doen als je NU NIET NAAR BOVEN GAAT!” brulde Draco. Verontwaardigd wees Milou met een knalroze nagel—die echt heel onprettig kleurde met haar groen-met-goude mantel—naar Draco. “Hé! Respecteer mijn persoonlijke—“
“Wat zitten jullie nou te schreeuwen?” klonk het ineens vermoeid van halverwege de trap.
“Smurf! Daar ben je,” zei Milou blij terwijl ze de trap ophuppelde. “Kom, we gaan roddelen over jou en Drakey,” vervolgde ze terwijl ze Richels hand vastpakte en haar probeerde mee te slepen naar de slaapzaal.
“Wacht!” brulde Draco echter. “Wat is er gebeurd? Wat zei Sneep?”
“Ik moest strafregels schrijven,” zei Richel mat. “En nu staan er ineens allemaal lelijke littekens op mijn hand—het doet pijn,” voegde ze daar klaaglijk aan toe. Draco wenkte en ze ging een paar treden lager staan, haar pols naar hem uitstekend.
“Er staat—ik mag niet brutaal zijn,” mompelde Draco.
“Ik kan zelf ook wel lezen hoor,” zei Milou half verontwaardigd, half verbijsterd om wat er in Richels hand gekerfd stond. “Moest je… moest je die strafregels op je hand schrijven, of zo? Met… met een mes?”
“Nee—gewoon op perkament,” zei Richel bleekjes. “Maar met een speciale veer, eentje die je eigen bloed gebruikt als inkt. En het duurde echt oneindig, uren achter elkaar moest ik maar blijven schrijven—ik snap niet dat vloeken als Crucio verboden zijn en dit niet.”
“Dit is ook helemaal niet legaal,” zei Draco, wiens huidskleur toch al gelijk was aan die van Richel, maar toch zag hij er geschokt uit. “Zeker niet op leerlingen.”
Er viel een stilte en Richel maakte de ernstige fout zich om te draaien naar Milou, die haar met een hele grote glimlach aan het aanstaren was. “Ik weet wat helpt de pijn te doen vergeten,” zei ze met een poeslief stemmetje.
“Jouw mantel in de fik zetten?” suggereerde Richel, terwijl ze al wist wat er ging komen.
“Je dierbaarste vriendin alles vertellen over je blonde chagrijn op het witte paard!” zei Milou zangerig terwijl ze Richel weer de trap opduwde. “Wacht even!” zei Draco luid. Richel hupste nog een paar treden naar beneden in afwachting van wat hij te zeggen had; Milou rolde met haar ogen en vertrok om de tijd te verdoen naar de jongensslaapzalen.
Draco opende zijn mond zodra ze de deur dicht had geknald en ze Blaise een meisjesachtige gil van de schrik hoorden slaken.
“Over wat ik gisteren zei…” hij dempte zijn stem, “het maakte me aan het denken—en vraag nou niet, deed het pijn,” voegde hij er geïrriteerd aan toe zodra Richel haar mond opende.
Verongelijkt deed ze haar lippen weer op elkaar.
“Als de Heer van het Duister eenmaal Potter heeft vermoord, is hij zo sterk dat hij alles zelf aankan, niet meer hoeft te schuilen in Villa Malfidus—hij zal mijn familie niet meer nodig hebben.”
“De Dooddoeners heeft hij toch nog wel nodig?” fluisterde Richel.
“Ja. Maar het is vrijwel zeker dat hij degenen die ontrouw zijn geweest, of fouten hebben gemaakt, gaat lozen,” zei Draco zacht, maar scherp. Richel bleef hem zwijgend aankijken terwijl haar vingers zich krampachtig om haar beschadigde hand klemden.
“Perkamentus… hij stelde het voor, vlak voordat Sneep hem vermoordde. Vluchten.”
“We moeten wel een verdomd goed plan hebben,” mompelde ze. “Maar goed, vanaf Zweinstein ontsnappen is vast op de één of andere manier minder lastig dan vanaf het huis waar Voldie zich schuilhoudt.”
“Maak je daar geen zorgen over—ga nu maar naar je slaapzaal, ik ga naar de mijne en schop de Bats jouw kant op,” antwoordde Draco. “Ik wilde het gewoon even zeggen.”
Richel knikte, gaf hem een vlugge kus—erg aantrekkelijk kon ze er niet uitzien, of ruiken, na zo lang in één ruimte met Sneep—en met snelle passen vertrok ze naar de slaapzaal.
“Daaaaaag Blaiseywaiseypoepchineesje! Welterusten! Doeido—AU!” brulde Milou nog geen minuut later toen Draco abrupt de deur in haar gezicht dichtsmeet. “Godallemachtig, niemand hier respecteert mijn persoonlijke ruimte,” mompelde ze tegen zichzelf, terwijl ze een trap afstampte en weer opstampte naar haar eigen bed; en even nadat een complete stilte viel, klonk er ineens vals, zacht gegrinnik vanuit de donkerste hoek.

---

A/N: Reacties zijn nog steeds heel erg welkom! Ik update snel weer ^_^ tot het volgde hoofdstuk! xoxo, R.





_________________

    "Ik krijg hier spontaan hoofdpijn van."
    "Dat is je brein die zijn eigen achterlijkheid probeert te bevatten," snauwde Draco.

    -
    Five Minutes to Midnight
Profiel bekijkenStuur privébericht
Aya
6e jaars
6e jaars


Verdiend: 179 Sikkels
Woonplaats: Waverly Academy, Dumbarton

Aya is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Vr Okt 03, 2008 15:39 Terug naar boven Sla dit bericht op

Image

A/N: *steekt hand op* Hier is dan het nieuwste hoofdstuk! LieffJ, jackiie en Patricia, bedankt voor de lieve reacties! En Pat, de inspiratie voor het Blanesstuk... jij weet precieees waar het vandaan komt :')

---

H o o f d s t u k 1 1

“Richel… Richel!”
Geen reactie.
“Richel…? Engerd, word eens wakker,” siste Milou, en porde met haar toverstok in Richels zij; ze stootte een giecheltje uit en rolde om. Langzaam kroop er een grijns op Milou’s gezicht; ze porde nog een keer, en Richel rolde weer om, gevaarlijk dichtbij de rand. Milou porde nogmaals, en—
“Au! Godverjezus!”
“Mooi, je bent wakker, dan kunnen we nu kletsen over Draco,” fluisterde Milou blij. Ze sprong op Richels bed en Richel krabbelde, met haar haren overeind en wat eyeliner op haar wang, erbij. “Wat heb jij toch een irritante persoonlijkheid,” kreunde ze terwijl ze weer ging liggen.
“Maar in elk geval een persoonlijkheid,” zei Milou opgewekt. “Kom op, roddelen over Drakey! De sfeer is er helemaal goed voor…” ze zette een ‘zwoele’ stem op, wat erop neerkwam dat ze klonk alsof ze al veertig jaar de ene sigaret aanstak met de andere. “De maan schijnt door het raam…”
“Wat wil je horen?” fluisterde Richel.
“Hebben jullie het al gedaan?”
“Voel je vrij om echt elke persoonlijke vraag te stellen,” zei Richel sarcastisch. Milou keek haar onbegrijpend aan. “Dat doe ik toch ook. Nou ja,” vervolgde ze. “Ik heb een lijst.” Ze zwaaide met een stuk perkament.
“Oh, Jezus op een houtvlot. Dat is mijn hele pu—laat maar,” grinnikte ze toen Milou haar nog onbegrijpender aankeek. “En nee,” eindigde Richel met rode wangen. “Jij toch ook niet met Blaise?” siste ze plotseling.
“Nee joh. Waarom jij niet?” fluisterde Milou terwijl ze Richel onderzoekend aankeek.
“Ik ben toch geen slet—hou je mond,” fluisterde Richel gepikeerd toen ze Milou’s grijns zag.
“Grapje. Wat hebben jullie wel ge—“
“HOU EENS JULLIE MOND!” brulde iemand in de hoek, waarschijnlijk Margriet Bullemans, aangezien het meer bulderen was dan Patty’s schrille gegil.
“Sorry, hoor,”zuchtten Milou en Richel in koor.
“Stelletje aso’s. Iedereen in deze kamer neemt een voorbeeld aan Patty, maar jullie hulpjes van Draco Malfidus voelen je er zeker boven verheven,” snauwde Daphne Goedleers, in het bed naast dat van Richel. “Waarom zijn jullie niet meer zoals zij?!”
Richel wierp een meewarige blik in haar richting. “Omdat we dan ook alleen oud worden.”

“Leren handschoentjes?” vroeg Blaise verbaasd toen Richel aanschoof voor ontbijt.
“Lang verhaal,” zei Richel. “Hou het er maar op dat ik mezelf sinds gisteren een wat meer bedekte kledingstijl heb aangemeten. Oh, hou toch op,” voegde ze daar geïrriteerd aan toe toen de blik van Blaise subtiel van haar met eyeliner aangezette ogen naar haar bovenaan open geknoopte blouse gleed.
“Oh, oké. Ja, het werd me gisteren uitgebreid uitgelegd,” zei Blaise met een even geïrriteerd hoofd naar Milou; die haalde opgewekt haar schouders op. “Ik vroeg nog, ‘of wil je misschien de korte versie?’”
“Dat zei je na een half uur dooremmeren,” siste Blaise.
“Ben je daar nog steeds niet aan gewend dan?” vroeg Richel verbaasd, terwijl ze een grote hap muesli met yoghurt nam.
“Slap hoor,” vond Milou, en pikte wat crackers van Richels bord. “Waar is Charlotte trouwens? Weer slijmen bij Simon?” vroeg ze, rollend met haar ogen. Richel haalde haar schouders op. “Zou goed kunnen. Nadat we gisteren aan het lezen waren en jij in slaap viel boven ‘Dreuzelmagie’ zeurde ze nog een tijdje door over hoe hij haar had genegeerd.”
Milou grinnikte, Richel stopte haar lepel in de kom en stond op. “Nou ja, na twee uur lang boeken doorspitten wilde ik niets liever dan lekker liggen en dromen over Draco—“
Draco keek haar ouderwets arrogant grijnzend aan toen ze zich op dat moment omdraaide, en Richel keek even peinzend alsof ze zocht naar een weg om zich eruit te kletsen, haalde toen haar schouders op en klopte op de zijne. “Doei!”
“Waar gaat die heen?” vroeg Draco aan Blaise. “Bibliotheek,” antwoordde hij. “Maar jij was gisteren ook nog aardig wat leeswerk aan het doen, zeg. Je hield me wakker met je gemompel—”
“Drakey! Leeswerk! Goed van je!” prees Milou hem, totaal geen acht slaand op het verhaal van Blaise; Draco keek fronsend terug. “Het is niet hetzelfde als jullie, hoor.”
“Nee, ik bedoel dat je kan lezen,” grinnikte ze met opgestoken duimen; toen stond ze snel op en hobbelde ze Richel achterna. Blaise schudde met zijn hoofd.
“Wat?” snauwde Draco.
“Die had je zó moeten zien aankomen.”

“Hier staat misschien iets,” zei Richel nadenkend terwijl ze met haar smalle wijsvinger op een pagina tikte, en Charlotte hoopvol opkeek. “Dreuzels hebben geslachtsgemeenschap op geheel andere manieren dan Dreuzels. Wilt u uw magische partner zover krijgen dit ook te—“
“Volgende!” snauwde Charlotte. Richel haalde beledigd haar schouders op en boog zich naar Milou. “Zou toch een vette prank zijn voor Park? We koppelen haar aan Korzel, geven hem dit boek—“
“IK ZEI, VOLGENDE!” brulde Charlotte.
“Stilte!” siste madame Rommella, die plotseling achter ze kwam opdagen. “Of ik schop jullie eruit, stelletje vuile herrietrappers!”
“Weet je,” fluisterde Milou, “ik hoorde dat Rommella en Vilder ook weleens—“ ze hield abrupt haar mond en stopte met het maken het obscene gebaren toen ze Charlottes gezicht zag, en focuste zich met een schijnheilige uitdrukking weer op haar eigen boek.
Charlotte kreunde. “Kom op, mensen. We hebben nog maar een uurtje totdat Toverdranken begint en ik wil écht eens iets vinden—kijk!” zei ze ineens verbijsterd. “Dit gaat over Dreuzels en magie! Mooi!”
“Tarot en dat soort kermistroep, zeker,” gaapte Richel. “Kijk, ik kan een hartje kneden van mijn kauwgom,” liet ze Milou zien, die zich geïnteresseerd naar Richel toeboog; Charlotte gaf een harde mep tegen Richels hand en haar kauwgompje vloog tegen het hoofd van een eerstejaars aan, die een verschrikt kreetje uitstootte. Treurig keek Richel haar kauwgompje in het haar van de weglopende eerstejaars na, totdat Charlotte haar met haar stropdas in de juiste richting trok.
Kijk, stelletje dozen! Allerlei manieren waarop Dreuzels aan magie kunnen komen, en hoe ze dat moeten doen—wat is dit echt voor boek, dat Sneep dit niet allang op de brandstapel gegooid heeft—“
“Maar dat is allemaal geforceerd. Wij hebben niets geforceerd,” zei Milou bedenkelijk. “Tenzij we het onbedoeld hebben geforceerd, maar dat is dan weer een heel ander gebeuren, bovendien kwalificeert zwaaien met een stuk hout—“
Nog een goedgeplaatste mep van Charlotte en Milou hield, haar armen nukkig over elkaar geslagen, haar mond. “—Én, een subparagraaf—“
“Bestaat dat?” vroeg Milou verbaasd. Richel knikte heftig en Charlotte keek giftig.
“Een subparagraaf,” siste ze (Milou keek onbegrijpend), “waarin ze het hebben,” het topje van haar vinger ging aandachtig langs de regels—
“Emanuels. Kan ik je even spreken?”
“Nee,” zei Richel automatisch voor ze zich omdraaide; toen zag ze Patty staan. “Oh… nee.”
“Nu,” zei Patty dreigend.
“Ammenooitniet,” gaf Richel terug.
“Als je nu niet meegaat, krijg ik je te pakken, het zal pijn doen, ik zal lachen, jij zal huilen—“
“Als je zo wanhopig doorpraat, ga ik sowieso wel huilen, dus prima, het zal wel,” zuchtte Richel terwijl ze opstond. “Wat moet je?” vroeg ze toen ze een stuk of acht meter verderop waren gaan staan; ze zag vanuit haar ooghoeken Milou totaal niet subtiel staren, met nog net geen bak popcorn erbij, en ze zou zweren dat ze Milou tegen Charlotte hoorde fluisteren hoe je popcorn uit het niets tovert.
“Ik wilde je even van een feit op de hoogte stellen,” fluisterde Patty kil.
“Je gaat van school af,” fluisterde Richel verrukt; vanuit haar ooghoeken zag ze Milou nu zwaaien met een briefje waarop in blokletters “PRAAT EENS WAT HARDER ALS JE ME LIEFHEBT” stond en ze sloeg haar ogen ten hemel.
“Mocht je willen—weet je wat, ik voeg er nog een paar feiten aan toe, puur omdat je zo onnozel bent,” glimlachte Patty vals. “Ten eerste, ik zie jullie wel aanrommelen... Maar Draco Malfidus zal nooit van jou zijn. Ik weet niet wat jullie aan het opzoeken zijn in die boeken, maar je bent vast nog niet tegengekomen dat oude toverfamilies bonden met elkaar sluiten over kinderen die later met elkaar zullen trouwen. En dat heeft hij je vást ook nog niet verteld.”
Richels lachje zakte weg en Milou zwaaide nog agressiever met haar briefje; Patty duwde Richel achter een boekenkast zodat ze nog minder opvielen, en grijnsde. “En ik ben niet eens je enige competitie—er staan meer mensen op de lijst voor hem.”
“Dat zal me allemaal aan m’n reet roesten,” snauwde Richel; Patty streek een donkere lok haar achter Richels oor en glimlachte. “Je lijkt er anders best om te geven.”
Venijnig mepte Richel Patty weg. “Blijf van me af. Jij vindt hem alleen maar leuk omdat zijn familie rijk is en invloed heeft—“
“Had,” verbeterde Patty haar, nog altijd zacht pratend, terwijl Richel haar stem aan het verheffen was. “Door alle negatieve publiciteit voelen zelfs Korzel en Kwast zich te goed om directe bevelen van mijn Draco,” Richels ogen vernauwden zich, “aan te nemen. Weinig mensen snappen waarom hij überhaupt het lef had om terug te komen, maar goed, thuisblijven was voor hem dodelijk geweest, neem ik aan. Eigenlijk voel ik me ook te goed voor hem, het is dat hij er leuk uitziet—“
“Wat zei je daar?” fluisterde Richel.
Patty grijnsde breed. “Ik voel me te goed voor hem. Hij is in aanzien en in waarde gedaald, en dan gaat hij ook nog met het laagste van het laagste om hier—wat zit je aan mijn stropdas,” zei ze ineens wantrouwig, en plotseling gaf Richel er een ruk aan, draaide Patty om, sloeg haar arm om Patty’s nek en manoeuvreerde haar andere arm zo dat ze haar in de houdgreep had.
“Je houdt je kleine, pekineesachtige rotkop over Draco, mijn vrienden en mij, of ik bespring je in je slaap—dat zal pijn doen, ik zal lachen, jij zal huilen. Misschien ben ik geen genie met magie, maar ik ken een heleboel andere manieren om mensen pijn te doen. Vertel nou maar gewoon wat je in eerste instantie wilde vertellen,” siste Richel.
Patty worstelde zich met een rood hoofd los en keek vlug of er niemand aankwam; toen richtte ze zich weer tot Richel. “Ik wilde je waarschuwen,” fluisterde ze.
“Voor wat?” snauwde Richel.
Patty kreeg met moeite haar grijns weer op haar gezicht. “Ik dacht erover om specifiek te zijn, maar… laat maar zitten. Het enige wat je verdient te weten is dat je moet oppassen. Ik weet alles wat er speelt in de leerlingenkamer en als ik naar Sneep stap… is hij niet blij. Wat grijns je?” siste ze.
“Nou… dat lijkt me voor zich spreken dat hij niet blij is als je naar hem toegaat,” zei Richel met een totaal niet overtuigend neutraal gezicht. “En vertel het nou maar. Wat weet jij, dat ervoor kan zorgen dat ik problemen krijg?”
Patty grijnsde nu weer breeduit naar Richel. “Dat zei ik net—alles in de leerlingenkamer.”
“Oh god, dus je hebt ook gezien hoe Draco en ik naakt voor het haardvuur lagen, en—“ begon Richel quasigeschokt, maar Patty kapte haar ruw af. “Je krijgt me niet jaloers, Emanuels, want ik krijg Draco als ik dat wil, en zelfs nu ik het niet zo graag wil—niks mis met een vriendje,” zei ze opgewekt.
“Jij zei alleen trouwen! Je kan hem niet aan jezelf toe-eigenen!” siste Richel.
“Zegt wie?”
“Ik, hoor je dat dan niet,” zei Richel gepikeerd. “En het kan me niet sch—“
Plotseling begon er iets te dagen. “Perkamentus… hij stelde het voor, vlak voordat Sneep hem vermoordde. Vluchten.” “Je hebt dat gesprek over vluchten gehoord,” fluisterde Richel.
“En zodra ik ook maar het minste of geringste merk, iets dat weggeeft dat jullie niet meer op Zweinstein vertoeven of dat dat zeer binnenkort het geval is…” fluisterde Patty.
“Jij gunt mensen ook helemaal niks,” siste Richel.
“En jij wel? Jij pikte Draco in,” snauwde Patty.
“Dat vond je niet erg! Hij is in waarde gedaald, of zo!” gilde Richel haast; een panisch “ssshh” van Patty deed haar haar stem weer verzachten. “Doe niet zo hysterisch, dom kind! Je snapt het niet—Draco moet op Zweinstein blijven voor zijn eigen veiligheid!”
Richel zweeg even. “Is dat een grapje?” vroeg ze uiteindelijk. “Heb je ergens lachopnames verstopt?” Twijfelend keek ze nog even om zich heen, en kreeg bijna een hartaanval toen ze Milou’s grote blauwe oog door een kier tussen boeken in de boekenkast zag staren, maar hield haar mond.
“Het is nu veiliger op Zweinstein. Potter is hier niet, en Potter is waar de Heer van het Duister achterna zit.”
“Ja, maar daarna zal de “Heer” flink wat hervormingen willen gaan uitvoeren. En waar begint hij? Daar waar zijn toekomstige gevolg wordt gekweekt, dus op de scholen. Wat treft hij daar aan? Een Malfidusje, een van de troon geschopte prins omdat hij weigerde iemand te vermoorden, een persoon met nog een beetje normen en waarden—of misschien was hij te schijterig,” ze maakte aanhalingstekens in de lucht, “om Perkamentus leed te toe te brengen, wie zal het zeggen,” siste Richel. “En wat doet hij dan?”
“Dat weet ik ook niet! Maar overtuig Draco ervan dat het beter op Zweinstein is dan erbuiten!”
“Waarom?” snauwde Richel.
“Omdat ik gewoon weet dat jij hem meesleept naar de Dreuzelwereld, waar jullie anoniem kunnen zijn, en ik weiger te accepteren dat Draco Malfidus met een verdomde Dreuzel ervandoor gaat!” siste Patty. “Hij heeft toch nog wel een beetje trots?!”
“Ja,” zei plotseling een onvaste stem achter Patty. “Moeten jullie kijken.”
Patty draaide zich geërgerd om en Richel keek Charlotte verbaasd aan. “Wat, ja?”
“Ja, hij heeft nog trots—ook volgens Parks standaard—want wij zijn geen Dreuzels.” Charlotte omklemde een dik, oud boek en keek ze allebei opgewonden aan.
In your face!” klonk het opgetogen vanachter de boekenkast; wat gestommel en Milou kwam er met een rood hoofd achter vandaan. Richel staarde haar eerst aan en toen keek ze weer naar Charlotte. “… Maar… wat zijn we dan wel, en zeg alsjeblieft niet kobold?”

---

A/N: En dat was hoofdstuk 11! ^__^ Ik hoop dat jullie het leuk vonden, laat me alsjeblieft weten wat jullie vinden in het topic/PB! Nu ga ik mijn studentenkamertje pimpen :') Tot het volgende hoofdstuk! XO XO.





_________________

    "Ik krijg hier spontaan hoofdpijn van."
    "Dat is je brein die zijn eigen achterlijkheid probeert te bevatten," snauwde Draco.

    -
    Five Minutes to Midnight
Profiel bekijkenStuur privébericht
Aya
6e jaars
6e jaars


Verdiend: 179 Sikkels
Woonplaats: Waverly Academy, Dumbarton

Aya is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Zo Okt 05, 2008 3:19 Terug naar boven Sla dit bericht op

Image

A/N: Lily_Evans, jackiie, bedankt voor jullie reacties in het topic, Sislon bedankt voor je pb'tje en je leuke pushy msnnaam, Genner bedankt voor je reactie in de chat xD En Pat voor haar eeuwige support natuurlijk. Jullie zijn allemaal lief en ik heb extra opgeschoten dit keer <3 Leesze!

---

H o o f d s t u k 1 2

“Als jullie geen Dreuzels zijn… wat dan wel?”
“Je kijkt bijna bang, weet je dat,” zei Milou opmerkzaam tegen Blaise, met één opgetrokken wenkbrauw. Toen zuchtte ze. “Het valt me dan ook zwaar dat ik je moet vertellen… dat wij… Richel, Milou, en Charlotte… afstammen van… DRRRRAAAAKEEENN!” Spastisch flapte ze met haar armen.
Iedereen staarde Milou aan.
“Hoe dan ook…” mompelde Draco, terwijl Milou de beweging nadeed in Draco’s spiegel, waarschijnlijk verwonderend waarom ze allemaal niet krijsend weggestormd waren uit pure doodsangst.
Charlotte plofte neer. “Het is niet zo moeilijk te begrijpen—ten eerste, in vrijwel elk boek dat ik tegengekomen ben staat dat Dreuzels op geen enkele manier magie kunnen bedrijven. Daarom liet Heer Voldemort ons gewoon aanklooien met onze vrienden, want hij wist dat het toch wel ging mislukken. En sommige mensen hebben er nou eenmaal lol in anderen te zien falen…”
Alleen Draco zag even een flits van ‘oh nee, wat heb ik nou weer gedaan’ over Richels gezicht trekken en om de een of andere stomme reden kreeg hij er een domme glimlach van op zijn gezicht; nijdig probeerde hij zijn mond in de plooi te houden.
“Je kijkt alsof je heel erg nodig naar de wc moet,” fluisterde Richel toen liefjes, terwijl Charlotte aan het nadenken was, zittende op het bed van Blaise.
“Ten tweede… Ik had in meerdere boeken gelezen dat veel tovenaarouders in de tijd van Voldemorts regime hun kinderen beheksten, zodat ze geen magie aan zouden trekken, als het ware. Vervolgens lieten ze hun kinderen achter bij Dreuzels in andere landen, bijvoorbeeld dus Nederland; op die manier wisten ze dat in elk geval hun kleintjes veilig waren, want Voldemorts eerste oorlog woedde voornamelijk in Engeland. Dit gebeurde dus in de tijd voordat Harry Potter er was.”
“En wij zijn ouder dan Harry, dus dat sluit aan,” zei Milou wijselijk. Richel knikte instemmend en gaf een klap op Draco’s rug om aan te geven dat hij ook moest knikken en instemmen; hij rolde alleen maar met zijn ogen en luisterde verder naar Charlotte.
“Eerst ging ik ervan uit dat het niet op ons kon slaan, omdat wij immers ook magie… aangetrokken hebben; maar toen las ik in die subparagraaf—Milou, ik zeg bij voorbaat, houd je mond—dat, als een op die manier behekste heks of tovenaar een toverstok overhandigt wordt, de vloek wordt opgeheven,” zei Charlotte. “En verder… kijk.”
Draco nam het boek over en begon te lezen; Richel en Milou hingen aan weerszijden van zijn schouders om mee te kijken. “De tovenaars die in onwetendheid onder deze vloek leven, voelen dit op een onderliggend niveau aan en worden naar elkaar toegetrokken. Bij vrijwel elk geval van tovenaars die pas bij aanraking van een toverstok erachter kwamen wat hun werkelijke afkomst is, bleek dat één of enkelen van hun vrienden ook behekst waren.
“Zie je? Dat slaat allebei op ons!” zei Charlotte.
“Dus jullie zijn geen Dreuzels die toevallig magie kunnen beoefenen, maar behekste heksen,” zei Draco op ondefineerbare toon.
“Of DRRAAA—sorry,” mompelde Milou toen ze Richels blik zag.
“Dat moet wel,” antwoordde Charlotte. “Er is geen andere verklaring.”
“Het lijkt me wel een heel wanhopige manier om van je kind af te komen—er zijn toch veel meer spreuken om jezelf en je gezin te beschermen tegen de Heer van het Duister?” vroeg Blaise.
“Ja, maar die zijn ook veel moeilijker. En als je even bedenkt van wat voor ouders die twee in het echt afstammen…” zei Charlotte, knikkend naar Milou en Richel, die nu met hun tong hun neuzen probeerden aan te raken. “Die Dreuzels zijn als het ware onze adoptieouders, maar er staat verder niks over of onze ouders ervan afweten, of dat die zo behekst zijn dat ze denken dat wij hun echte kinderen zijn… ik ga maar uit van het tweede… het is ook echt vreemd om te beseffen dat ik eigenlijk gewoon geadopteerd ben—”
“Hé! Het telt niet als je je neus naar beneden drukt!” zei Milou furieus; Draco, aan wie ze nog altijd hing, duwde haar geïrriteerd van zijn bed en gaf het boek terug aan Charlotte. “Het klinkt zo… vreemd. Ik dacht altijd dat het gewoon puur toeval was, of dat het aan de toverstokken lag.”
“Ja, dag. Ik wed dat jij dacht, ‘ik heb drie meisjes toverkracht geschonken—het is waar, ik bén god’,” zei Richel meewarig.
“Vandaar je arrogantie en ego,” vulde Milou aan.
“Maar ik heb me altijd meer heks gevoeld dan Dreuzel—mijn opbeurende persoonlijkheid is pure magie,” ging Richel opgewekt verder. “En nu hopen dat ik bij een oude toverfamilie hoor, want anders,” nu keek ze woest naar Draco en wees met een uit verveling gemanicuurde nagel naar hem, “kan ik niet met jou trouwen later!”
“Stel je niet aan. … Wacht—wat?” vroeg Draco verbouwereerd.
“Mag ik bruidsmeisje zijn?” informeerde Milou ondertussen.
“Ja, hoor—maar wel in een lelijke jurk met een Park-kapsel, ik moet mooi afsteken, het is wel mijn dag—“
“Waar hebben jullie het in Merlijns naam over?” vielen Draco en Blaise hen tegelijk bruusk in de reden. “Volgens één of ander bond ga je trouwen met een puurbloed heks en niet met die halve Chinees hier,” verklaarde Milou.
“Ik vraag me wel af wie mijn echte ouders zijn… of waren,” zei Richel plotseling.
Draco stootte een droge, humorloze lach uit. “Die bonden zijn om de reputatie hoog te houden—nou, geloof me, er is heel weinig over van de reputatie van de Malfidussen.”
“Vergelijk Lucius met Britney Spears—op die manier is hun reputatie verpest, alleen sloeg Luus natuurlijk niet met een paraplu naar een auto enzo,” verklaarde Richel aan Milou, die met een niet al te snuggere blik naar Draco staarde.
Milou grinnikte. “Dan kan je het beter aanleggen met iemand die wel een beetje populair is. Hoewel Richelle Malfidus wel leuk klinkt,” voegde ze daar nadenkend aan toe.
“Jullie zijn ineens heksen, de Bats zit mijn huwelijk te plannen… ik moet even weg.” Een paar passen—meer stampen—de deur sloeg dicht, en Charlotte, Milou, Blaise en Richel zaten alleen in de slaapzaal van de jongens.
“Ik maakte maar een grapje,” zei Milou kleintjes.
“Ik ook,” fluisterde Richel.
“Daar gaat het niet om,” zei Blaise hard. “Jullie begrijpen het niet—hij verliest grip hier.”
Voor de eerste keer vonden Richel en Milou elkaars onbegrijpende uitdrukkingen en grote ogen niet amuserend; ze bleven Blaise stil aankijken.
“Malfidus is zijn hele leven de populairste geweest, de rijkste, degene met het meeste aanzien, en dat is al allemaal in duigen gevallen vorig jaar. Zijn leven klopte al niet meer, en nu klopt hoe het met jullie zit ook al niet.”

Morrend sloeg Richel haar boek open toen Anderling hen dat beval ergens aan het einde van de volgende dag; Milou trok Richels boek naar zich toe en deed alsof ze meekeek, maar boog zich alleen maar voorover naar haar om te kunnen praten. “Wat ga je doen aan jeweetwel? En waarom is-ie er vandaag niet?”
“Ik weet het niet. Dit is geen grotere shock dan wat er voor de rest allemaal is gebeurd, en ik vind het echt geen big deal of we nou Dreuzels met toverkracht zijn of heksen,” fluisterde Richel terug. “We doen toch al een flinke tijd alsof we ‘echte’ heksen zijn. Hij had geen probleem met heel Zweinstein laten denken dat we eigenlijk altijd heksen zijn geweest.”
“Het was voor hem waarschijnlijk de druppel, dat—“ begon Milou.
“Dit is de druppel!” brulde Anderling net op dat moment. “Willen de juffrouwen achterin opletten of de les uitgaan en nooit meer terugkomen? Nu ben ik het zat!”
“Sorry, professor Anderling,” zeiden ze in koor en zuchtten er tegelijk achteraan. “Dit wordt een lange les,” voegde Richel daar zacht aan toe.
“JUFFROUW EMANUELS!”
“Of niet,” proestte Milou.
“EN HAAR BUURVROUW—ERUIT! EN AAN HET EINDE VAN DE DAG WIL IK JULLIE SPREKEN!”
Het laatste wat ze zagen was een hoofdschuddende Charlotte.

“Ik ga wat huiswerk maken met Blaisey,” zei Milou tegen Richel, toen Blaise aan kwam lopen nadat de Transformatieles afgelopen was; ze mepte haar vriendin ter afscheid, en liep met hem mee vanuit de Grote Hal richting de bibliotheek. Even liepen ze zwijgend naast elkaar, toen opende Milou toch haar mond. “Hoef ik niet op te passen dat jij ook een mentale breakdown krijgt omdat we heksen blijken te zijn? Want ik vind het gewoon een leuke bijkomstigheid dat ik mezelf officieel heks mag noemen…”
Blaise schudde grinnikend zijn hoofd. “Nee. Ten eerste kropt Malfidus de laatste tijd alles op wat hij vindt, terwijl hij het normaal altijd tegen mij, Park, Korzel en Kwast aanschreeuwt, dus ‘snel op zijn teentjes getrapt’ is het heel subtiel zeggen. Ten tweede… ik dacht altijd wel dat er iets was.”
“Hoezo?” vroeg Milou verbaasd.
“Ergens… viel het toch allemaal vreemd goed op z’n plek?”
“Wat?”
“Dat zeg ik—alles. Dat Malfidus’ ma het goed vond, dat we jullie school ervan wisten te overtuigen dat het een uitwisseling betrof, dat jullie met een toverstok om wisten te gaan…”
Milou vergat zelfs te grinniken om die woordspeling en keek peinzend voor zich uit. “En je denkt dat Voldie ook weet hoe het komt dat wij aan toverkracht komen?”
“Dat weet ik wel zeker. En aangezien hij jullie niet meteen vervloekte, zal hij wel meer weten. Misschien wel wie jullie echte ouders zijn.”
Een lange stilte viel terwijl hun voetstappen door de verlaten gangen galmden, en uiteindelijk keek Milou weer op naar Blaise. “Ik had er nog niet eens zo over nagedacht dat ik eigenlijk geadopteerd ben. Best een vreemd idee—maar het verklaart in elk geval waarom geen van ons drieën heel erg op onze familie lijken, ik bedoel, Richels broertje is net een pinda,” zei ze schouderophalend. “Gaan we trouwens echt huiswerk maken?” voegde ze daar grijnzend aan toe.
“Er zijn meer dingen om te doen in de bibliotheek,” zei Blaise met een scheve grijns terwijl ze door de grote eiken deur liepen.
“Trouwens, weet je wat ik hoorde,” zei Milou, dolblij dat Charlotte er nu niet was om roddels in de kiem te smoren en dat Blaise het al had opgegeven haar haar mond te laten houden.
“Ik heb het idee dat ik het straks wel weet,” kreunde Blaise.
“Nou, de roddels gaan dat Vilder en Rommella het… dáár,” ze liepen inmiddels tussen de boekenkasten door en Milou wees op een ver hoekje, grotendeels uit het zicht ontnomen door stapels oude boeken, “hebben gedaan! Seks! Hanky-panky! Vilder en Rommella, rampetampen in de bibliotheek, waar jij al zeven jaar lang minstens een paar keer per maand komt! Hé, waarom trek je bleek weg?”

Richel zat in de schaduw tegen een boom aangeleund, uitkijkend over het meer. Haar boek lag nutteloos naast haar in het gras, en ze draaide krullen in haar haar terwijl ze liedjes afspeelde in haar hoofd en zichzelf ervan weerhield mee te zingen—voor de trommelvliezen van heel Zweinstein.
“Hé, wat doe je?” klonk plotseling een stem achter haar.
“Ik werk aan mijn kernfysica,” zei ze automatisch sarcastisch—ze vond het altijd zo’n stomme vraag, je kan toch zien wat iemand aan het doen is. Ze keek omhoog en trok haar boek weg om plaats te maken toen ze Draco zag. “Je bent er weer,” constateerde ze het overduidelijke.
“Ja.”
“Weet je, het heldert in elk geval misschien op waarom ik totaal geen band voel met mijn ouders,” zei ze vanuit het niets. “Niet dat dat geld voor alle geadopteerde mensen, maar het zou kunnen.”
“Ik voel in elk geval geen band meer met mijn vader,” zei Draco; hij bleef staan en de schaduw viel zó dat ze zijn ogen niet kon zien.
“Bij mij is dat nooit het geval geweest,” antwoordde Richel.
“Zou je je echte ouders willen ontmoeten?” vroeg hij toonloos terwijl Richel weer voor zich uitstaarde. Ze haalde haar schouders op en bond haar lange haren samen in een staart om tijd te rekken.
“Als ze redenen hadden om hun kind in het buitenland bij vreemden achter te laten, moest hun eigen situatie wel bar wreed zijn. Ik neem niet aan dat ze nog leven.” Ze voelde vingers aarzelend, troostend, langs haar haren strelen en ze keek op met een halve glimlach. “Kom toch zitten, stom joch.”
“Misschien ben je wel puurbloed.”
Richel maakte een snuivend geluidje. “Dan zouden ze toch niets te vrezen hebben gehad—oh nee, kijk maar naar de Wemels,” zei ze nadenkend. “Ik weet het niet. Er moet toch een reden zijn dat Voldie…” Richel keek weer op, pakte zijn hand en voor een moment keek hij haar verbaasd aan—toen trok ze hem hard naar beneden. “Braaf,” mompelde ze toen hij met een soort zucht naast haar neerplofte en over zijn vingers wreef.
“Ik heb allang geluk dat de Heer mijn ouders nog niet heeft vermoord,” zei Draco zonder enige aantoonbare emotie in zijn stem. “Niemand weet ooit zijn redenen om mensen levend te houden, maar zijn redenen voor moord zijn simpel. Als hij niets meer aan je heeft, ga je eraan.”
Richel keek hem verschrikt aan. “Oh, mijn god. Milou en Richel, dat rijmt niet met nuttig! Als hij verwacht dat we nuttig gaan zitten zijn, zijn we sowieso ongelooflijk hard de—”
“Maak je geen zorgen,” onderbrak Draco haar, herhalend wat hij eerder zei.
“Dat zei je eerder al,” liet ze hem weten. “En eh… ik moet je wat vertellen… Ik heb een lang gesprek gehad met je aanstaande. En het was niet erg geruststellend. Wat ze zei. Je aanstaande.”
Draco gaf haar met een boos hoofd een zet, ze grinnikte en prikte in zijn zij; hij duwde haar harder, Richel viel opzij en Draco ging op haar achterwerk zitten. “Verdomme!” protesteerde ze genuanceerd en probeerde zich eruit te worstelen, maar Draco duwde haar ontblote voeten naar beneden—keek even fronsend naar haar dieproze teennagels—en hield haar polsen vast.
“Zitten blijven. En vertel maar.”
“Ik lig hier gras te happen!”
“Hou je je in elk geval weer eens aan je dieet,” grinnikte hij; ze proestte en liet haar benen slap in het gras vallen. “Goed, goed. In elk geval fijn om te horen… zien… dat je… je weet wel, weer…”
“Het gaat prima,” hoorde ze nukkig van boven zich en een seconde later stak haar met zorg gestijlde haar alle kanten op dankzij Draco’s vrije hand.
“Nou! Nu vertel ik het niet meer, als straf,” zei ze gesmoord.
“Wat Park zegt is toch nooit zo boeiend,” zei Draco, en Richel kon gewoon aan zijn stem horen dat hij nu breeduit grijnsde.
“Dit wel! Dit wil je horen, en het is toevallig heel boeiend—maar ik hou mijn mond.”
“Dat is nooit je sterkste kant geweest,” fluisterde Draco voorovergebogen in haar oor.
“Mmmpphf,” mompelde ze in een soort Richel-vorm van protest, maar toen voelde ze zijn lippen—warm voor iemand die zo koud overkomt—onder haar oor, in haar hals, en huiverde. Hij streek haar haren weg en kuste lager in haar hals, en nog lager… “Open je je mond al?”
Waarvoor? wilde Richel verleidelijk vragen, maar net op dat moment keek ze omhoog en gooide Draco in één keer van zich af toen ze professor Anderling zag staan, met een behoorlijke afkeurende blik op haar gezicht.
“Je hoeft je niet dood te schamen—ze betrapte mij en Blaise ook,” zei Milou, die ernaast stond, met een zucht.
“Ik wil jullie allebei spreken,” zei Anderling kalm. “Kijk niet zo bang,” voegde ze er licht geïrriteerd aan toe. “Het is voor jullie bestwil.”
Draco, voor het eerst in de historie van de mensheid met een beetje rode wangen, kwam overeind en gaf Richel een zetje richting Anderling ter afscheid.
“Maar dat werd ook altijd gezegd als ik huisarrest kreeg,” mompelde Richel. “Maar misschien kan je me vanavond verder overhalen om te vertellen wat Park zei,” grijnsde ze naar de lange, blonde jongen naast haar, die nu allesbehalve bleek was. “Als je snapt wat ik bedoel. Snap je wat ik be—“
“Meekomen, juffrouw Emanuels!”

---

A/N: Oké ik hoop heeeeel erg dat dit deeltje van het plot jullie zint haha :') Reacties zijn dit keer zo mogelijk nog welkomer, let me know what you think *winks* kusje en tot volgende week! XO





_________________

    "Ik krijg hier spontaan hoofdpijn van."
    "Dat is je brein die zijn eigen achterlijkheid probeert te bevatten," snauwde Draco.

    -
    Five Minutes to Midnight
Profiel bekijkenStuur privébericht
Aya
6e jaars
6e jaars


Verdiend: 179 Sikkels
Woonplaats: Waverly Academy, Dumbarton

Aya is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Di Okt 07, 2008 22:22 Terug naar boven Sla dit bericht op

Image

A/N: Lieverdjes, weer bedankt voor de reacties! Reacties --> inspiratie, en hier is het nieuwe hoofdstuk <3 Hope you like it~~

---

H o o f d s t u k 1 3

“Ga zitten,” zei Anderling op autoritaire toon; Richel en Milou namen onmiddellijk plaats en Richel verviel ook direct in de gewoonte van het krullen draaien in haar haren.
“Hou daarmee op,” corrigeerde Anderling haar en Richels handen vielen slap in haar schoot. “Ik heb jullie hier niet geroepen om jullie te bestraffen,” vervolgde ze. “Ik ben misschien streng, maar wel rechtvaardig, en jullie zijn hoogstwaarschijnlijk genoeg bestraft in de zomer—klopt deze aanname?”
“Nou, in Spanje hadden we wel heel erg veel lol, maar goed, toen kwamen natuurlijk de Dooddoe—“ begon Milou, maar Anderling schudde haar hoofd. “Gewoon ja of nee.”
“Ja,” mompelden ze na een korte stilte in koor. “Niet lullig bedoeld naar Draco enzo,” wist Richel er toch nog snel achter te proppen.
Anderling knikte. “Wat ik graag van jullie wil weten… is wat jullie weten. Ik snap uiteraard dat jullie trouw ligt bij de heer Malfidus en de heer Zabini, maar naar ik hoop niet bij de Heer van het Duister.”
“U bedoelt… wat zijn plannen zijn?” vroeg Milou verbaasd; Anderling knikte kort en Milou maakte een afwimpelend gebaar met haar hand. “Details zou ik niet weten. Echt niet.”
“Het komt neer op het gebruikelijke plan van een gestoord persoon die de wereld over wil nemen—gewoon, de wereld overnemen,” zei Richel. “Alleen…” ze aarzelde.
“Het verschil is dat hij eerst Harry Potter wil,” zei Anderling; Richel knikte zenuwachtig. “Ik snap dat jullie je niet comfortabel voelen te praten over dingen die jullie waarschijnlijk in vertrouwen hebben gehoord, maar ik verwacht wel dat jullie begrijpen dat veiligheid van de leerlingen prioriteit nummer één is—en jullie blijven uiteraard leerlingen hier.”
Milou begon op haar nagel te bijten totdat Richel haar hand geërgerd naar beneden mepte. “En waar is Charlotte? Wilt u niet met haar spreken?”
“Ik heb haar al gesproken,” antwoordde Anderling.
“Wat heeft ze gezegd?” vroegen ze tegelijk, voor het eerst nieuwsgierig naar wat een professor te vertellen had. Anderling deed iets met haar mond wat iets weg had van een glimlach en vouwde haar door leeftijd getekende, dunne vingers in elkaar. “Dat heeft zij mij ook in vertrouwen verteld en zullen jullie aan haar moeten vragen. Ik stel het op prijs als jullie zouden bespreken wat jullie doen met de al dan niet geringe kennis van de plannen van de Heer—dan kan ik nu verder met een andere prioriteit,” voegde ze daar kordaat aan toe.
Richel en Milou bleven haar aankijken, zij het een stuk minder geboeid.
“Ik wil ook dat jullie gaan nadenken over wat jullie na dit jaar gaan doen,” vervolgde Anderling; onzeker keken ze nu elkaar aan. “Dat… ik weet het niet,” zei Richel verbouwereerd.
“Professor Perkamentus heeft me vorig jaar al verteld wat hij vermoedde dat jullie situatie is, iets wat juffrouw Out zojuist heeft bevestigd,” ging Anderling verder; Milou keek nogal in de war. “Maar… maar…”
“Maar insinueert u nu dat we een toekomst zouden kunnen hebben in de magische wereld?” vroeg Richel in haar plaats, en Anderling knikte. “Maar… maar… we hebben maar anderhalf jaar dit soort onderwijs gehad dan,” zei Richel met haar wenkbrauwen haast in een knoop, stomverbaasd.
“Een optie is bijvoorbeeld kantoorwerk op het Ministerie, of de reguliere winkelbaantjes achter de kassa in de winkels op de Wegisweg,” suggereerde Anderling. “En dan cursussen om jullie helemaal bij te spijkeren.”
“U praat… u praat alsof het allemaal gewoon doorgaat, als Voldie—Voldemort helemaal aan de macht is,” zei Richel aarzelend.
“Merkt u hoe u zelf ‘als’ zegt in plaats van ‘wanneer’ of ‘zodra’?” merkte Anderling scherp op. “Dus waar liggen jullie interesses?” ging ze verder alsof er geen onderbreking was geweest, streng over haar brilletje kijkend.
“Public relations,” zei Richel schouderophalend. “De reclamewereld, het liefst in de modesectie…”
“… Drakenkwekerij!” zei Milou met een schittering in haar ogen.
“Je kijkt een beetje maniakaal,” merkte Richel op.
“Dat is het,” fluisterde Milou met een bijzonder enge gezichtsuitdrukking; ze stond op en spreidde haar armen. “Ik heb een droom…”
Richel zuchtte, haakte een vinger in een riemlus aan Milou’s broek en trok haar weer naar beneden, op haar stoel. Anderling keek nu naar wat papieren op haar bureau alsof ze even moest laten bezinken met wat voor leerlingen ze precies zat opgescheept, en keek toen weer op. “Hier hebben jullie wat folders,” zei ze terwijl ze de papieren op haar bureau aan Milou en Richel overhandigde.
“En denk er goed over na.”
“Hoe wil ze dat nou controleren,” siste Milou tegen Richel toen ze waren opgestaan en richting de deur liepen; net toen ze Anderlings kantoor verliepen, riep ze hen na.
“En volgende week wil ik concrete plannen horen!”
“Ah, poep,” mompelde Milou.

Would you mind if I kiiiiiiiilled yoooou,” kweelde Charlotte mee met Within Temptation, net toen Milou de slaapzaal binnenliep; het was rond negen uur, het was donker buiten en vrijwel iedereen zat in de leerlingenkamer. Inclusief Draco, bij wie Milou Richel had moeten wegsleuren.
“Eigenlijk wel,” zei Milou tegen Charlotte’s rug; geschrokken draaide die zich om en Milou grijnsde.
“HÉ! OUT! Wat heb je tegen Anderling gez—AAAHH!” brulde Richel toen ze achter Milou aankwam, maar met gespreide armen vol op haar gezicht ging, trippend over de drempel. “Sheisshausen! Ik ging voor de dramatische entree,” legde ze uit aan Charlotte, die verbijsterd op haar neerkeek.
“Oké—nou—jullie zullen niet blij zijn,” fluisterde Charlotte zenuwachtig en een beetje bedremmeld.
“Waarom heb je je spullen ingepakt?” vroeg Richel, die er met haar neus bijna tegenaan gestoten was; Charlotte werd nog roder en begon nerveus aan haar pony te plukken. “Nou?” drong ze aan.
“Ik… ga terug naar de slaapzaal van Gryffindor.”
“Wat? Huh?” zei Milou perplex. “Wat?”
“Ik heb gesproken met professor Anderling. Ik wil dit niet meer,” zei Charlotte; ze rechtte haar rug en stak daarmee een flink stuk boven zowel Richel als Milou uit. “Ik ben klaar met alles wat te maken heeft met de Heer van het Duister.”
“Laat je ons gewoon in de steek?” viel Richel nijdig uit. “Je kan niet zomaar overlopen!”
“Dat is het punt. Dat kan wel. Niemand hier kan het hier wat schelen,” antwoordde Charlotte ferm. “En Simon kan het wel wat schelen als ik naar zijn kant kom—bovendien, ik strijd liever voor hun zijde dan dat ik bij de Heer van het Duister hoor!”
“Het kan ons wat schelen!” gilde Milou verontwaardigd. “Je kan me niet achterlaten met iemand die denkt dat tenenkaas een echte soort kaas is!”
“Dat vroeg ik één keer, gewoon om te checken!” zei Richel op haar teentjes getrapt. “Bovendien, jij wist het verschil niet tussen de Verenigde Staten en de Verenigde Naties!”
“Daar gaat het nu niet om,” zei Milou nuffig. “Het gaat om het feit dat jij ons achterlaat voor een jongen!” vervolgde ze, zich weer tot Charlotte wendend.
“Kom op! Jullie zouden Draco en Blaise ook zo achterna hobbelen!” snauwde Charlotte beledigd. “En daar gaat het niet om, het gaat ook om principes—zeg niet dat jullie zo blij zijn dat jullie bij de Duistere Zijde horen!”
“Nou, je weet wat ze zeggen,” zei Richel beledigd, “if you want it to be good, girl, get yourself a bad boy!”
“DAT IS EEN LIEDJE VAN DE BACKSTREET BOYS!” gilde Charlotte. “Dat kan je niet als één of andere inspirerende quote gebruiken!”
Richel sloeg haar armen over elkaar en droomde onbedoeld even weg over Draco—toen keek ze Charlotte weer boos aan. “Ik hoef ook helemaal geen verantwoording af te leggen over wat ik doe!”
“En ik wel?” vroeg Charlotte triomfantelijk, een zwakte gevonden in Richels toch al niet zo sterke argumentatie.
“Ja!” zei Milou beslist. “Als… verstandigste van de groep, om het goede voorbeeld te geven,” voegde ze daar snel en best inventief aan toe toen ze zag hoe giftig Charlotte nu naar haar keek. Er viel een stilte waarin niemand goed wist wat ze moesten zeggen.
“Dus…” zei Richel uiteindelijk, aarzelend. “Dus je hebt Anderling ook alles gezegd wat je weet?”
Charlotte knikte, bukte en ritste haar hutkoffer dicht. “Maar ik weet niet veel—vrijwel niets dat ze niet zelf al wist.”
“Charlot, kom op. Je kan gewoon niet zomaar… de andere kant kiezen,” zei Milou ongelovig. “Wat dan als dinges uiteindelijk naar Zweinstein komt? Wat als hij hier alle anti-Voldies komt uitmoorden?”
“Dan heb ik pech gehad. Maar ik vlucht niet,” ze wierp een merkwaardige blik op Richel, “en ik blijf ook niet bij de kant van een dictator.”
“Ik doe het niet vanwege de lol, hoor,” zei Richel pinnig. “Bovendien wil ik niet dood! En ik wil Draco niet in de steek laten!”
“Dat zeg ik ook niet,” zei Charlotte, proberend luchtig te klinken, maar dat wekte alleen maar meer woede op. “Nee, maar in feite zeg je wel dat wij gewoon niet principieel genoeg zijn om voor de “goede” kant te kiezen!” zei Milou beledigd. “En bovendien laat je ons wel in de steek!”
Op dat moment werd de kamerdeur opengesmeten en stapte Margriet Bullemans binnen. “Dat gekrijs van jullie is van buiten de deur te horen—wees blij dat het rumoerig is in de leerlingenkamer,” snauwde ze.
“Ik was nog blijer geweest als je daar was gebleven, maar goed,” zei Richel chagrijnig. “Blijkbaar kunnen we niet alles hebben—principes, geluk, en zo. Nou ja, op deze manier,” ze knikte eenmaal naar Margriet, die een paar bedden verderop fronsend in de spiegel keek, “kunnen we toch voor geen meter praten. Ik zie je nog wel,” voegde ze daar weinig overtuigend aan toe, en even later konden ze vanuit de slaapzaal horen hoe Richel de trap naar de leerlingenkamer afdenderde.
“Kom hier—hé, je mag de gangen niet—“ begon Draco dominant toen ze langs hem heen stampte, maar voordat hij zijn zin kon eindigen was ze alweer de leerlingenkamer uitgestormd.
Ze haatte het als mensen haar zagen huilen.

“Je had best normaal kunnen doen!” beet Simon Milou toe, die bij Toverdranken er weer een ongelooflijke bende van had gemaakt, tot irritatie van vrijwel iedereen—behalve Richel, die wel de humor inzag van een paars plafond, muren, banken, stoeltjes en vloer.
“Ja, en jij had best een normaal gevormd hoofd kunnen hebben,” kaatste Richel terug. “Maar dat is ook niet het geval, en daar hoor je ons ook niet over zeiken.” Ze beende in de Grote Hal van hen weg, door naar de tafel van Slytherin, smeet haar tas naast zich neer en plofte op de bank, waar Draco, Blaise, Patty en nog wat mensen uit andere jaren al zaten voor de lunch.
“Wat héb jij toch?” vroeg Blaise na een stilte waarin Richel agressief kipfilet op boterhammen zat te rammen, terwijl Draco haar alleen maar aankeek.
“Niks,” snauwde ze. “Bemoei je voor de verandering eens met je eigen zaken.”
“Hoor wie het zegt,” zei Blaise verbijsterd. “Nogmaals, wat heb je?”
“Ben je ongesteld, of zo?” informeerde Patty, die tegenover haar zat; een messenscherpe blik van Richel later en ze deinsde haast terug.
“Als een meisje hoor je te weten dat je dat nooit aan een meisje moet vragen… maar… nou ja,” zei Milou opgewekt na een observerende blik. “Je bent dan ook een twijfelgeval.”
Patty rolde met haar ogen. “Nou, ik heb hier geen zin in.” Ze stond op, haar hand vervaarlijk op Draco’s schouder gezien het broodmes dat Richel nu vasthield, en liep weg. Ondertussen mepte Richel nog een sneetje brood op haar kipfilet-met-brood-creatie, zaagde het in tweeën met het broodmes en smeet het mes neer.
“Wat is er aan de hand?” drong Blaise aan.
“Gaat het?” fluisterde Milou.
“Nee,” mompelde Richel; ze had met eyeliner en foundation het beste proberen te maken van haar rode ogen, maar een beste vriendin zag overal doorheen. Milou dacht even na—wat best griezelig was om te zien—en kwam toen blijkbaar tot een besluit. “Weet je, we hebben straks alleen nog Geschiedenis van de Toverkunst. Mocht die slome ernaar vragen, dan zeg ik wel gewoon dat je inderdaad… oma op bezoek hebt. Hier, neem je broodje mee,” voegde ze eraan toe terwijl ze het pakketje in Richels handen duwde.
“Waar gaat dit nou over?” zeurde Blaise.
“Ze heeft jou gisteren naakt gezien in de douches en nu heeft ze een trauma,” antwoordde Milou voordat Richel het broodje naar zijn hoofd gooide uit frustratie; Richel griste haar tas van de grond, knikte na een aarzeling naar Draco en Blaise en liep de Grote Hal uit.
Tevreden begon Milou ook een broodje te smeren, en toen ze vijf minuten later opkeek zaten zowel Draco als Blaise haar intensief aan te staren. “Wah?” vroeg ze met haar mond vol chocopasta. “Zit er chocola om mijn mond?” Milou keek met één toegeknepen oog in haar zilveren mes om de mogelijke chocola te lokaliseren.
“Nee, stomme—ik bedoel,” verbeterde Blaise zichzelf haastig toen Milou’s toegeknepen oog zich op hem richtte. “Wat is er aan de hand? Hebben jullie ruzie gehad met Out?”
Milou boog zich voorover en wenkte Blaise en Draco dichterbij te komen, die tegenover haar zaten. “Charlotte houdt ermee op,” fluisterde ze. “En het wordt niet al te goed opgenomen. We hebben niet helemaal dezelfde humor, maar we vertrouwden wel altijd op haar. En... en nu houdt ze ermee op.”
“Met… wat?” vroeg Blaise fronsend. Milou zuchtte geërgerd. “Met bij ons horen,” siste ze zachtjes, hoewel de meeste mensen inmiddels naar buiten waren gegaan in een poging nog van het mooie weer te genieten, voordat oktober zijn intrede maakte. “Ze is vertrokken naar de toren van Gryffindor, ze is het weer aan het goedmaken met Simon… en ze wil niets meer te maken hebben met de Duistere Zijde. Ze heeft Anderling allerlei dingen verteld, maar gelukkig nog niets wat ze zelf nog niet wisten, althans—“
“HÉ! MILOU!”
Een diepe ademhaling, een klap van een tas op de vloer en een wat minder harde bonk van Richel die zich liet neerploffen op de bank, volgden. “Ik bedacht me net wat!”
De angstige uitdrukking op Richels gezicht maakte dat ze onmiddellijk de aandacht trok, en gelukkig waren Draco, Blaise en Milou de enigen die het zagen; wat Blaise en Milou niet zagen, was dat Draco ongemerkt zijn hand verplaatste en op die van Richel legde.
“Wat dan?” vroeg Milou langzaam.
“Er is wel iets dat Charlotte weet, wat zij niet weten,” fluisterde Richel, terwijl warmte naar haar wangen steeg op het moment dat lange vingers zich met de hare verstrengelden.
Bij Blaise begon nu ook iets te dagen en hij kon zichzelf er nog net van weerhouden om zijn handen met een gilletje voor zijn mond te slaan; Draco’s gezicht trok voor de zoveelste keer nog bleker weg dan het al was.
Milou keek nog altijd niet-begrijpend. “Huh?”
Richel bracht het volume van haar stem tot het ultieme minimum. “Ze weet dat Voldemort in Villa Malfidus zit.”
“O, nee,” zei Milou; ze draaide zich vol afgrijzen om naar Draco. “Wat nu?”
“Ze zal wel het rooster van de Gryffindors over hebben genomen, dus vandaag spreken we haar niet meer—ik ga morgen wel naar haar toe,” zei Draco griezelig kalm. Richel liet zijn hand met enige tegenzin weer los en stond op, aanstalten makend om het laatste uurtje te spijbelen. “En jij blijft hier,” voegde hij daaraan toe.
“Inderd—hoezo?” vroeg Milou verbaasd. “Ik weet niet hoe blind jullie denken dat we zijn,” snauwde Draco, “maar ik haat het als er geheimen voor me worden gehouden, dus ik wil haar spreken.”
“Ook goed,” zei Milou schouderophalend. “Kom, Blaiseypoeperd—oh, zet je erover heen,” rolde ze met haar ogen toen hij zijn lippen op elkaar perste bij het horen van die bijnaam.
Draco stond op en keek neer op Richel. “Nu ga je doen wat je al een tijd geleden had moeten doen.”
“Me bezatten?” suggereerde ze hoopvol.
“Nee,” zei Draco, hoewel ze zou zweren dat hij even twijfelde. “Niets voor mij verborgen houden.”
“Ook goed.”

---

A/N: Hopelijk vonden jullie het leeeeuk! Als je tijd en zin hebt, laat een reactie achter in het topic ^__^ Ik weet niet zeker hoe snel ik weer post vanwege tentamenweek next week, maar ik doe m'n best! kusje XOXO Richel.





_________________

    "Ik krijg hier spontaan hoofdpijn van."
    "Dat is je brein die zijn eigen achterlijkheid probeert te bevatten," snauwde Draco.

    -
    Five Minutes to Midnight
Profiel bekijkenStuur privébericht
Aya
6e jaars
6e jaars


Verdiend: 179 Sikkels
Woonplaats: Waverly Academy, Dumbarton

Aya is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Wo Okt 15, 2008 12:53 Terug naar boven Sla dit bericht op

Image

A/N: Hartstikke bedankt voor de leuke reacties! Ik moet even snel tussen tentamens door uploaden (straks heb ik management information systems, aah) dus ik kan geen namen opzoeken, maarrr jullie weten natuurlijk wie ik bedoel!


---

H o o f d s t u k 1 4

“Juffrouw Emanuels—waar denkt u dat u mee bezig bent?” vroeg Sneep misprijzend. Hij griste het blaadje dat tussen haar en Milou het afgelopen uur Zwarte Kunsten heen en weer was gegaan onder haar in verontwaardiging gerimpelde neus weg, en bracht het naar zijn gezicht. “Waar gaat dit over?”
“Over hoe grappig en creatief wij zijn?” droeg Milou aarzelend als optie aan.
Laten we het boek tegen zijn dikke neus aansmijten, misschien wordt het daar wat kleiner van,” las Sneep even koel voor als hoe koel Richel vermoedde dat hij ze straks zou vermoorden.
“Oh—het wordt grappiger en creatiever,” fluisterde Sneep toen, terwijl de hele klas—bestaand uit zevendejaars Slytherin en Gryffindor—in doodse stilte toekeek, hoewel ze wel allemaal geanimeerde gezichtsuitdrukkingen hadden. Uit leedvermaak, uiteraard, en ook voornamelijk de Gryffindors.
Milou begroef wanhopig haar gezicht in haar handen en Richel probeerde zich nog wanhopiger uit alle macht te bedenken wat daarna kwam.
We moeten er dan wel een servetje bijsluiten, het boek bevat natuurlijk niet genoeg papier om het vet van die gok van ‘m af te vegen,” vervolgde Sneep; de klas moest nu wat meer zijn best doen om niet eerder in hysterisch gegiechel uit te barsten.
“Oh ja, dat,” mompelde Richel op het toppunt van wanhoop.
“Hoe komt het toch dat jullie gepromoveerde Snullen denken dat je overal mee weg kan komen?” siste Sneep terwijl hij het papiertje verfrommelde. “Hoe komt het toch dat jullie er zo heilig van overtuigd zijn dat dit soort gedrag gepikt wordt hier?
Richel staarde hem met ernstige hoofdpijn van het nadenken aan. “… Volgende vraag?” vroeg ze benepen. Sneep sloeg met zijn handen op haar tafeltje en boog zijn niet al te aantrekkelijke gezicht naar het hare. “Waarom heeft u een strakke spijkerbroek aan en geen zwarte mantel, terwijl er duidelijk in de schoolvoorschriften staat dat een zwarte, bedekkende mantel gedragen dient te worden?”
“Het zijn skinnyjeans—“ begon Richel, maar op dat moment wist ze eigenlijk niet meer hoe dat precies een manier van zichzelf verdedigen zou kunnen zijn.
“Dat is omdat ze vindt dat haar kont er goed uitziet vandaag, zoals ze vanmorgen tegen me zei in de badkamer,” zei Milou, trots dat ze deze vraag wist, en prompt was het Richel die haar gezicht in haar handen verborg. “Ik ben het met je eens, hoor,” voegde ze eraan toe terwijl ze Richel vriendschappelijk op haar schouder klopte. “Je zag Drakey ook helemaal kijken—en weet je, die omaonderbroeken van je—“
“Ik wil dood,” kreunde Richel.
“Ik denk dat professor Sneep dat zo wel gaat regelen,” fluisterde Patty, die grijnzend achter haar zat.
“Geeft niet, hoor. Jouw aanwezigheid wekt bij mij toch de neiging op een ijspriem door mijn hart te steken,” siste Richel terug met een vrij oncomplimenteus handgebaar—en op dat moment kwamen Draco en Blaise, die erop uit waren gestuurd om proefdieren te halen om de Zwarte Kunsten op te oefenen, naar binnen—Korzel en Kwast werden inmiddels niet meer als de slaafjes gebruikt.
“Meneer Malfidus,” zei Sneep ijzig. “Heeft u hier misschien een verklaring voor?” Hij zwaaide met zijn toverstok en het papiertje van Milou en Richel bleef stilhangen voor zijn gezicht.
Draco keek naar het papiertje en toen met een uitdrukkingsloos gezicht naar Richel, die quasinonchalant vals fluitend uit een denkbeeldig raam staarde; vervolgens keek hij naar Milou, maar die was alweer afgeleid door een haakje aan haar linkerduimnagel.

“Wat kijk je boos,” zei Richel dagen later terwijl ze met haar vork in wat worstjes prikte en ze tot grote irritatie van een gestreste Draco in zijn mond probeerde te schuiven. “En eet eens wat, je wordt steeds dunner. Hapje voor Riesje…”
“Zo zou ik ook kijken als ik zijn herseninhoud had en alsnog probeerde te denken,” zei Milou opgewekt, wat tot een duivelse blik en een worstje tegen haar hoofd leidde; Richel schoot in de lach en proestte daarbij ook een half worstje uit.
“2-0,” gaf Milou teleurgesteld toe terwijl ze wat saus van haar gezicht veegde; Blaise keek alleen maar verbaasd dat er niets teruggesmeten werd.
Foodfight!” zei Richel enthousiast—Blaise’ vermoeden kwam uit—terwijl ze een kommetje yoghurt aan Draco overhandigde, die niet tot in het minst geïnteresseerd keek, hoewel hij toch echt was begonnen, door het worstje tegen Milou’s hoofd aan te smijten. “Jij begon—je gooide je worstje tegen Milou’s hoofd,” wees ze hem er dan ook vriendelijk op, wat tot de slappe lach van een doordenkende Milou leidde.
“Als jij dat kommetje niet tegen je eigen kop wil, zou ik ophouden,” vertaalde Blaise wat er op Draco’s gezichtsuitdrukking te lezen viel. Draco keek haar inderdaad vrij nijdig aan. “Welnee. Ik vind het ontzettend fijn dat jullie weer vrolijk zijn. Echt super. Alleen een beetje jammer dat het ten koste van mijn vrije tijd gaat, aangezien we dezelfde straf als jullie kregen.”
Richel haalde sikkeneurig haar schouders op. “In je vrije tijd doe jij toch niet zoveel. Schreef je nou gedichten voor me, of deed je aan serenades of gitaarspelen… oké. Maar rondhangen in de bieb en gillend naar de badkamer rennen als ik tijdens een dutje van je een gezichtsmaskertje op je hoofd smeer…”
“Ja—daarover gesproken—waarom werd ik wakker met bananenprak op m’n gezicht?!” siste Blaise tegen Milou, die deed alsof ze oost-indisch doof was en het gesprek tussen Draco en Richel extreem geboeid gadesloeg, schijnheilig haar tanden zettend in een zojuist gepelde banaan.
“Je huid ziet er anders wel goed uit dankzij dat aardbeienmasker,” verdedigde Richel zich net op dat moment, op hetzelfde moment met een vinger strelend over haar eigen gladde wang.
“Ik was toevallig van plan in mijn vrije tijd met Out te praten,” siste Draco in één adem.
Richel gaapte demonstratief.
“Ik heb haar al dagen nauwelijks gezien—alleen in de lessen, en dan ontloopt ze ons, echt heel flauw,” zei Milou klaaglijk. “Ik voel me zo genegeerd.”
“Het werd hoog tijd dat iemand dat eens deed,” mompelde Blaise, wat hem een gewelddadige klap tegen zijn achterhoofd opleverde; terwijl hij daar geërgerd over wreef keek Draco onderzoekend de Grote Hal rond. Het was nog niet zo donker buiten, maar al vrij laat; de meesten waren al vertrokken naar de bibliotheek of de leerlingenkamer, aangezien ’s avonds na een bepaalde tijd buitenkomen niet meer mocht.
Richel en Milou hadden die regel overigens nog een paar keer geprobeerd te omzeilen door Satan, de onderontwikkelde uil met overgewicht van Richel, voor hen uit te laten lopen (meer waggelen) om te checken of de kust veilig was; elke keer raakte Satan echter in strijd met mevrouw Norks, en Richel en Milou vervolgens met Vilder.
“Ze is vast naar de leerlingenkamer van die losers van Gryffindor, waar ze bijeenkomsten houden om Harry te vereren,” zei Richel vijandig terwijl ze de tafel rondkeek naar een lekker toetje.
“Misschien moeten we eens op onderzoek uit,” zei Milou, plotseling strijdlustig. “Ja! We gaan de leerlingenkamer van Gryffindor zoeken! En dan knuppelen we ze allemaal neer!”
Richel staarde haar vanaf de andere kant van de tafel met opgetrokken wenkbrauwen aan en Draco deed mee. “Denk eens aan de grappigheid,” zei Milou opgewekt. “The Vollebollers strike again!”
“Ik denk eerder aan de straf die we krijgen,” snauwde Draco.
“Als je niet kan denken aan de grappigheid, denk dan aan hoe ik jou nog makkelijker neer kan knuppelen als je niet meedoet,” suggereerde Milou.
Blaise mompelde iets waarbij het enige verstaanbare ‘onverklaarbaar gewelddadig’ was, besloot zich niet in het gesprek te mengen en viel de chocolademousse aan.
“Dat werkt niet bij iemand die je met één spreuk en een zwaai van een stokje naar de andere kant van de kamer kan laten vliegen,” liet Richel Milou met rollende ogen weten. “Hoewel we het waarschijnlijk al geweten hadden als het zo was… we kunnen haar in elk geval na de les wel een keer volgen om te checken of ze echt tegen Anderling heeft gezegd bij wie thuis onze kale vriend rondhangt en handenwrijvend plannetjes tegen Harry beraamt.”
“En de sfeer verpest,” voegde Milou eraan toe.
“Dat doe ík, begrepen,” zei Draco terwijl hij een laatste slok pompoensap nam en opstond.
“De sfeer verpesten?” vroeg Milou.
“MET—OUT—PRATEN!”
“Hé, zeg! Say it, don’t spray it!” zei Milou verontwaardigd; Richel keek hem na terwijl hij richting de kerkers stampte, zijn mantel achter hem aanwaaiend voor het dramatische effect en zuchtte. “Als dit zo doorgaat, hebben we binnenkort dat achterlijke leren drakenpak weer nodig, maar dan om ons tegen zijn humeur te beschermen.”

“Denk je niet eens aan beginnen met schrobben?” vroeg Blaise een avond later geïrriteerd aan Richel, die in de kerkers tegen de muur aanleunend vredig haar nagels aan het doen was en verbaasd om zo’n stomme vraag opkeek.
“Eh… Niet echt, nee.”
In zijn agressie trapte Blaise haast een emmer sop om. “Het was geen suggestie!”
“Wat was het dan?” vroeg Milou, terwijl ze met zeep en een sponsje hartjes aan het vormen was op de donkere, smerige muren. “Help nou maar mee!” siste Blaise. “Ik snap niet dat Sneep mij en Malfidus zo nodig ook moest bestraffen, en nou voeren jullie ook nog eens al de hele tijd geen klap uit!”
“Ik weet het wel—het is vanwege jullie slechte invloed,” grinnikte Richel. “Ach, kom op, dit is toch de stomste straf ooit? We moeten een week lang de kerkers schoonmaken zonder magie. We hebben al vier dagen geschrobd, nu nog maar drie daagjes. Makkelijk. Een kind kan de was doen, of zo.” Ze keek observerend door haar wimpers, die ze zojuist gekruld en opgemaakt had, naar haar handen.
“Ik kan gewoon niet geloven dat Sneep mij nu zo behandeld,” zei Draco nijdig. “En nee, wij hebben al vier dagen geschrobd,” verbeterde hij haar. “Jij zegt elke dag dat je de volgende dag wel wat gaat doen, en dan doe je alsnog niks.” Hij liet zijn spons tegen de muur knallen en zijn humeur leek hen haast terug te brengen naar vorig jaar, toen het ongeveer non-stop zo was.
“Ik zeg altijd maar zo, stel nooit tot morgen uit wat je ook helemaal laten kunt,” bracht Richel haar wijsheid over aan de wereld. “Bovendien, nagelriemen terugduwen is niet niks. Het is een heel precies werkje. Trouwens—over plichten en zo gesproken, we moeten nog naar Anderling overmorgen.”
“In Merlijns naam, wat voor onmetelijk kinderachtigs hebben jullie nou weer geflikt?” vroeg Draco, niet op zijn vriendelijkste toon. Milou stopte even met hartjes en kusjes tekenen op de muur om zich om te draaien en keek hem in oprechte verbazing aan. “Je gaat wel altijd van het slechtste uit, zeg.”
“Dat komt omdat jullie het altijd voor elkaar krijgen het ergste te doen!”
“Het is een talent,” zei Richel met een kleine buiging.
“En een zegen, op een zekere grappige manier,” voegde Milou eraan toe.
“En het brengt óns ook in de problemen,” snauwde Blaise. “Waren jullie zo ook op jullie Dreuzelschool? Want dan snap ik niet hoe jullie het voor elkaar kregen er zes jaar op te zitten zonder eraf getrapt te worden—het verbaast me dat Sneep jullie er nog niet afgetrapt heeft, trouwens.”
“Wij hielden het humorpeil daar op niveau. En blijkbaar zijn we hier ook de enigen die die taak op ons kunnen nemen,” zei Milou met rollende ogen. “Chagrijn.”
Richel borg haar potjes nagellak weer op, stond op en klopte het vuil van haar schoolrokje die ze voor de verandering eens aan had gedaan. “We moeten alleen maar naar Anderling omdat ze wilde weten wat we voor plannen hebben—je weet wel, wat we willen doen na school. Daarvoor wilde ze ons vorige week ook spreken.”
“Hoe bedoel je, na school?” Draco had zich met een ruk omgedraaid. Richel was druk bezig met doen alsof ze de muren aan het inspecteren en had pas na eventjes door hoe zijn stem had geklonken.
“Nou, wij blijven mooi wel in de tovenaarswereld,” zei Richel enthousiast. “Alleen Anderling lijkt er op de een of andere manier vanuit te gaan dat Voldemorts volledige macht… dat dat er nooit van gaat komen,” zei ze fronsend. “Ik weet niet wat Harry aan het doen is dit jaar, maar blijkbaar hebben mensen er vertrouwen in dat hij met zijn queeste het voor elkaar krijgt de oorlog tot een definitief einde te brengen.”
“Queeste?” vroeg Blaise fronsend.
Richel rolde met haar ogen. “Ja, of hoe het ook heet als een stel mensen rondstampen met een bepaald doel, op zoek naar iets. Zoals in Lord of the Rings, met die ene ring, die poepige elf en nog wat kneuzen.”
“Nou, elke debiel kan bedenken dat zij op zoek zijn naar een of ander wapen tegen… de Heer van het Duister,” zei Milou met een onmiskenbaar griezelig bedoelde toon, wat eruit kwam alsof ze gewoon hele erge maagkrampen had.
Richel knikte instemmend en fronste toen nadenkend. “Heeft er eigenlijk nooit iemand geprobeerd hem gewoon overhoop te knallen met een bazooka? Dat zou hem toch gewoon het hoekje om kunnen helpen? Onsterfelijk of niet, ik betwijfel of-ie nog zo’n grote mond heeft als zijn lichaam in tienduizend stukjes verdeeld is.”
Draco staarde haar blanco aan.
“Mitrailleur?” probeerde Richel op de toon van iemand die een Teletubbie de relativiteitstheorie probeert uit te leggen. “Je weet wel—zo drrrrtt—“
“Ik weet wat je bedoelt,” beet hij haast haar hoofd eraf, “maar ik… ben ik nou te lang in hun gezelschap geweest of klinkt dat logisch?” vroeg hij met enigszins verslagen uitdrukking aan Blaise, die onwetend zijn schouders ophaalde en zich met enige fascinatie naar Richel keerde.
“Waar kun je die dingen kopen?”
“Oh, elke supermarkt wel,” zei Richel luchtig.
“Echt?” vroeg Draco stomverbaasd. Ze rolde met haar ogen. “In Dracoland wel, hoor. Maar goed, zullen we het voor vandaag voor gezien houden? Ik wil een lang bad om mijn spa-uurtjes af te maken,” besloot ze.
“En ik wil een eenhoorn—het leven is hard,” zei Milou bot. “Ik heb harder gewerkt, ik mag eerst!”
Onder het kibbelen, zeuren en jengelen liepen Milou en Richel blindelings terug naar de leerlingenkamer, de sponzen en emmers sop achterlatend; Draco en Blaise staarden ze na aangezien het niet helemaal tot hen doordring hoe laks mensen echt konden zijn met hun taken. Blaise herstelde zich als eerst en wilde nukkig achter ze aanwandelen, maar Draco greep zijn arm vast. “Zabini, wacht.”
“Wat?” informeerde Blaise.
“Ik wilde het niet zeggen waar Doos en Doziger bijwaren, maar vind je het niet vreemd dat Sneep ons in de kerkers ons gang laat gaan, tot ver na de tijd waarop we eigenlijk niet meer door de gangen mogen—zelfs al is het als straf?” siste Draco. “Dat kan niet zonder reden zijn.”
Blaise haalde vrij ongeboeid zijn schouders op. “Het is niet vreemder dan dammen als codewoord voor seks gebruiken, zoals sommigen onder ons. Die twee maken me immuun voor vreemdheid.” Draco staarde hem geërgerd aan. “Snap het dan—ik denk dat er nog krediet van de Heer terug te winnen valt, het is vast een test,” snauwde hij zacht maar scherp. “Sneeps kantoortje is hier vlakbij, onbemand, omdat hij nu in het oude kantoor van Perkamentus zit. Dat is niet zomaar. Daar moet iets in zitten…”
“Er zit niets in. Net als in je hoofd, overigens,” zei Blaise met rollende ogen. “Je wordt paranoïde, Malfidus. Bovendien, als de Heer je nodig heeft, dan merk je dat toch vanzelf? En ik ook…” Hij gebaarde naar Draco’s onderarm na een pijnlijke blik op de zijne.
Draco negeerde hem en begon in de tegenovergestelde richting van de leerlingenkamer te lopen. “Malfidus, wat ga je doen?” riep Blaise hem na, hoewel hij het antwoord allang wist; wat Draco ook wist, dus Blaise werd genegeerd, Draco wandelde met ferme passen door en Blaise slaakte een zucht, voordat hij met een sprintje achter Draco aanging.

---

A/N:
Ik hoop dat jullie het leuk vonden en een reactie achterlaten ^__^ Nu ga ik hobbelen naar de Zuidtangent om naar de HES te vertrekken! Kusjes & doeeei! xx Richel





_________________

    "Ik krijg hier spontaan hoofdpijn van."
    "Dat is je brein die zijn eigen achterlijkheid probeert te bevatten," snauwde Draco.

    -
    Five Minutes to Midnight
Profiel bekijkenStuur privébericht
Berichten van afgelopen:      


 Ga naar:   


Sla dit onderwerp op als textbestand

Volgende onderwerp
Vorige onderwerp
Je mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen in dit subforum
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Je mag je berichten niet bewerken in dit subforum
Je mag je berichten niet verwijderen in dit subforum
Je mag niet stemmen in polls in dit subforum



Powered by phpBB © 2001/3 phpBB Group :: FI Theme :: Tijden zijn in GMT + 1 uur :: Disclaimer