Auteur |
Bericht |
Weasley_Girl
1e jaars
Verdiend:
258 Sikkels
Woonplaats: Logeert gezellig bij de Wemels
|
Geplaatst:
Di Mei 27, 2008 16:43 |
|
Heej,
Aangezien ik nog wel eens moeite heb met het minimumaantal woorden per post zijn hier twee hoofdstukjes voor jullie.
Veel leesplezier Weasley_Girl
P.S. Tips, opmerkingen en reacties zijn altijd erg welkom!
Hoofdstuk 20: Gevangen door 2 engerds
Het is al bijna twee weken geleden dat Christel het daglicht voor het laatst heeft gezien. De afgelopen week was de engste periode in haar leven. Constant was ze bang van de twee figuren die bijna elke dag bij haar cel stonden. En de dooddoeners aan wie ze een hekel heeft maar ze niet vreest stonden lachend toe te kijken. Zij moeten er wat mee te maken hebben dacht Christel.
Vandaag was ze nog banger dan anders. Niet alleen weet ze dat ze de engerds weer zou zien. Ook heeft ze gehoord dat vandaag de laatste dag van haar leven zou worden. Iets wat ze wel verwacht had dat zou gaan gebeuren, maar waar ze flink tegenop ziet. Doodsbang zat Christel huilend in een hoekje van haar cel in afwachting van haar dood die niet lang meer op zich zou laten wachten.
Angstig keek Christel naar de personen die de trap naar de kerkers afkwamen gelopen. Christel zag dat het Zabini was die gevolgd werd door de twee engerds. Christel schoof zwaar ademend zo ver mogelijk bij de tralies vandaan in de hoop zo ver mogelijk bij de engerds vandaan te komen.
“Vanavond zou je sterven,” zei Zabini, “dit is dus mijn één na laatste bezoek aan jouw. Eens kijken hoe je reageert als ze je kunnen aanraken.”
Christel keek met bange ogen hoe Zabini een spreuk mompelde en de deur van haar cel openging. Toen Korzel en Kwast langzaam naar binnenkwamen begon Christel harder te gillen dan dat ze ooit gedaan heeft. Toen één van de twee engerd haar aanraakte gebeurde er iets wat Christel niet kon verklaren. Het moet wel een vorm van ongecontroleerde magie zijn die je normaal gesproken alleen bij heksen en tovenaars ziet die nog niet hebben leren omgaan met magie. De emotie, de angst die Christel voelde toen de engerd haar aanraakte moest hier wel de oorzaak van zijn.
De engerd werd van haar afgeslingerd en de muur waar ze tegen aan zat stortte in. Christel liet deze kans niet onbenut en klom via de stenen naar boven drie dooddoeners in shock achter zich latend. Toen ze over de brokstukken geklommen was zag ze dat ze buiten was en zette het op een lopen. Ze hoorde hoe er niet verachter haar drie mensen renden die verschillende spreuken op haar afvuurden. Snel liep Christel richting het bos hopend dat de bomen de vijandelijk spreuken zouden stoppen. Zodra Christel voorbij een grote, oude eik rende waagde ze het erop. Ze probeerde te verschijnselen naar een plek waar het druk en gezellig is. Drie woedende dooddoeners liet Christel achter in het bos die later moesten gaan uitleggen hoe het mogelijk is dat zij is ontsnapt.
Christel keek voorzichtig om zich heen. Het was haar gelukt. Ze is niet langer ontvoerd. Ze is Vrij! Christel stond langzaam op en klopte het vuil van haar gewaad af. Langzaam liep de vermoeide en gewonde Christel over de Wegisweg. Ze had het gevoel dat dit de gelukkigste dag van haar leven is. Het duurde daarom ruim tien minuten voor dat ze doorhad dat mensen raar reageerde. Ze zag hoe een oude heks een tovenaar aanstoot en snel van haar wegliep. Ook zag ze hoe een moeder beschermend voor haar kinderen ging staan. Christel hoorde hoe er gefluisterd werd dat er een dooddoener liep. Christel draaide zich om keek alle mensen op de straat stuk voor stuk aan. Ze ziet helemaal geen dooddoener op de Wegisweg. Ze snapte niet waarom de mensen zich zo vreemd gedroegen.
Net toen ze besloten had het rare gedrag te negeren en gewoon verder te lopen zag ze twee figuren. Het waren twee bijna identieke mannen met rood haar. Christel wist het, het waren engerds van wie ze nachtmerries heeft gehad. Christel die vermoeid en gewond was zetten het toch weer op een lopen. Toen ze de hoek omging zag ze het al. Ze werd gevolgd.
Niet veel later werd Christel geraakt door de onschuldige beentjeplakspreuk. Langzaam liepen de verbaasde Fred en George Wemel op haar af. Totaal in paniek begon Christel te huilen en gilde naar de omstanders voor hulp die ze niet kreeg. Fred mompelde een tweede spreuk waardoor Christel als versteend op de grond bleef liggen. George die zag dat Christel de nodige aandacht van de aanwezigen had getrokken besloot iets tegen ze te zeggen.
“We brengen deze dooddoenster wel naar het ministerie van toverkunst. Wij handelen het verder wel af.”
Fred die een versteende Christel overeind hield begon zacht tegen zijn broer te fluisteren. “Waar moeten we haar heenbrengen?”
George bleef even stil en dacht na. Sint Holisto is geen optie ze is namelijk nog steeds een gezochte dooddoenster. Ook het hoofdkwartier leek hem geen goed idee aangezien Christel zich zo vreemd gedraagt. Wetend dat er nog maar een mogelijkheid was zei George: “Het Nest.”
En Fred knikte instemmend. Met ze drieën verdwijnselden ze naar Het Nest. Hopend dat ze erachter kunnen komen wat er met Christel aan de hand is.
Hoofdstuk 21: De nachtmerrie is werkelijkheid
“Ron, we hebben Christel gevonden,” zei Fred voorzichtig.
“Echt,” vroeg Ron die een ongelofelijk grote glimlach op zijn gezicht kreeg.
“Ja, ze is nu op Het Nest aangezien ze niet naar Sint Holisto kan omdat ze bekend staat als de meest gezochte dooddoener,” zei Fred.
“Maar,” begon George, “het gaat niet zo goed met haar.”
“Is ze ernstig gewond,” vroeg Ron, “ze gaat het toch wel halen?”
“Tuurlijk redt ze het wel. Ze heeft geen wonden die Ginny niet helen kan,” zei George.
“Waarom houden jullie me dan nog langer op. Ik wil naar haar toe,” zei Ron.
“Waar wonden zijn niet het ergste. Ze gedraagt zich anders,” begon George voorzichtig.
“Zou jij ook doen als je ontvoerd bent geweest. Niets ernstig dus. Wil je me er nu langs laten?”
“Nee, ik was nog niet uitgesproken,” zei George die de weg van Ron versperde.
“Ze is bang. Ze is bang van iedereen die ze kent. Iedereen die zij als vrienden zag.”
Fred zag hoe Ron wit wegtrok en hielp hem in een stoel.
Fred en George besloten hun broertje maar een beetje moed in te praten. Iets wat vrij moeilijk ging omdat de enige zin die ze uit Ron kregen was: “De nachtmerrie. Het is echt.”
Na ongeveer een half uurtje op hem in te hebben gepraat leek het als of het toch een beetje geholpen had.
“Ik ga naar haar toe,” zei Ron.
Zijn broers knikte goedkeurend hopend dat Christel anders op hem zou reageren dan dat ze op hen of mevrouw Wemel heeft gedaan.
“Bedankt voor de waarschuwing,” zei Ron die naar buiten liep en richting Het Nest verdwijnselde wat veel leek op een ziekenboeg nu Hermelien en Christel die beide gewond zijn daar verzorgd worden door Ginny en Molly Wemel.
Voorzichtig opende Ron de deur waar hij achter een vastgebonden Christel zou vinden. Molly had hem al geprobeerd uit te leggen dat ze geen keus had en haar wel heeft moeten vastbinden anders zou ze vluchten.
“Christel, ik ben het Ron,” zei Ron langzaam en ging in de deur opening staan. Ron zag dat Christel hem met bange ogen aankeek en probeert haar gerust te stellen.
“Wees maar niet bang. Ik ben het maar. Ik was een vriend van je. Ik ben een vriend van je,” zei Ron die de deur achter zich sloot en voorzichtig een stukje naar voren liep. Ron zag dat Christel probeerde te reageren en zei een spreuk waardoor de doek die voor haar mond gebonden zat verdween.
“Je bent geen vriend! Ga weg engerd! Laat me gaan,” riep Christel.
Ron liep voorzichtig een paar stapjes naar voren in de hoop naast haar te kunnen gaan zitten om haar gerust te stellen.
“Kom niet dichterbij griezel. Laat me gaan… Laat me alsjeblieft gaan,” zei Christel terwijl ze begon te huilen.
Moedeloos zette Ron een paar passen achteruit.
“Ik kom niet dichterbij als je dat niet wilt. Je kunt me vertrouwen. Ik ben een vriend van je,” zei Ron die het rot vond om de persoon om wie het meest geeft van de hele wereld te zien huilen.
“Ik kan niemand vertrouwen! Je bent geen vriend! Ik wil dat je weggaat. Ga alsjeblieft weg,” smeekte Christel huilend.
“Ik ga nog niet weg,” zei Ron kalm, “niet zolang we niet gepraat hebben.”
Langzaam ging Ron op de koude vloer zitten en wachtte totdat Christel de stilte zou verbreken. Ron zag hoe Christel zich zo ver mogelijk bij hem vandaan probeerde te komen hoe moeizaam dat ook ging met de touwen om haar lichaam.
“Waarom ben je eigenlijk bang voor me. Ik heb je nooit pijn gedaan en dat zou ik nooit doen,” verbrak Ron de ongemakkelijke stilte.
“Ik moet niet naar hem luisteren. Hij is een engerd hij is niet te vertrouwen,” zei Christel tegen zichzelf, “het enige dat helpt is amor omnia vincit. Amor omnia vincit, amor omnia vincit…”
Ron zag hoe Christel hem niet vertrouwde maar hoorde ook hoe ze een oplossing heeft. Zou het werken? Zou het echt werken?
Ron stond op en liep naar Christel toe.
“Ga weg! Laat me met rust! Ga toch alsjeblieft weg,” schreeuwde Christel die duidelijk in paniek was.
Ron die nu nog maar een meter van haar verwijderd was trok zijn toverstok. Zodra Christel de toverstok zag, zette ze het op een gillen.
“Silencio,” zei Ron die stilte nodig had om te kunnen horen of hij de volgende spreuk goed uit zou spreken. “Amor omnia vincit, amor omnia vincit, amor omnia vincit,” herhaalde Ron driemaal. “Ik ken het. Op hoop van zegen,” zei Ron zie zijn toverstok op de huilende Christel richtte, “Amor omnia vincit,” zei Ron luid.
Geduldig wachtte Ron op wat er zou gebeuren maar helaas gebeurde er helemaal niets. Niet goed wetend wat hij nu moest doe hief Ron de Silencio spreuk op en liep naar de deur. Net toen hij de deurklink vastpakte draaide hij zich nog één keer naar de schreeuwende Christel om, “Ik zie je morgen,” zei Ron zacht met een droevig gezicht.
Moedeloos en teleurgesteld liep Ron richting de keuken van het huis waar via het haarvuur van plan was om terug te reizen naar het hoofdkwartier. Net toen hij zijn hand met brandstof vulde hoorde hij dat iemand zijn naam riep. In de hoop dat het Christel was liep hij voorzichtig terug naar de deur van haar kamer. Hij wachtte even om er zeker van te zijn dat Christel hem riep. Maar Ron hoorde dat degene die hem riep niet in de kamer voor hem zat maar in de kamer achter hem.
“Hermelien,” zei Ron licht teleurgesteld terwijl hij de deur van de kamer tegen over die van Christel opende.
“Ron, ik wil precies weten wat Christel je verteld heeft.”
“Ze zij vooral dat ik een engerd ben en dat ik haar met rust moet laten,” zei Ron met pijn in zijn hart.
“Dat bedoel ik niet,” zei Hermelien, “wat zei Christel over Amor omnia vincit.”
“Ze mompelde dat tegen zichzelf,” zei Ron, “ze zei dat het de enig oplossing is. Maar het helpt niet. De spreuk werkt niet Hermelien.”
“Jij en Christel kunnen zeker geen Latijn,” zei Hermelien met glimlach op haar gezicht.
“Is het Latijn dan? Ik dacht dat het Grieks was ofzo. Wat betekend het eigenlijk?”
“Liefde overwint alles. Dat is de betekenis. Als je haar kan overtuigen dat je van haar houdt en zij van jouw net als voor de ontvoering, dan zou de bezwering waar ze onderzit niet meer werken,” zei Hermelien glimlachend.
Toen Ron dit hoorde kan hij haar wel zoenen.
“Bedankt Hermelien. Ik dacht even dat ze zo zou blijven,” zei Ron die de hoop weer had teruggevonden.
“Onthoud wel dat het niet gemakkelijk zou zijn. En dat het volgens haar de enige oplossing is,” zei Hermelien met een serieus gezicht.
“Dit gaat me wel lukken,” zei Ron die er vurig van overtuigt was dat hij dit wel kon.
Ron besloot na dit gesprek om op Het Nest te blijven en ging naar zijn oude kamer. |
|
|
|
|
Weasley_Girl
1e jaars
Verdiend:
258 Sikkels
Woonplaats: Logeert gezellig bij de Wemels
|
Geplaatst:
Ma Jun 16, 2008 19:04 |
|
Heej lezers,
Ik ben erg trots dat het me gelukt is om de eerste pagina te vullen.
Ik beloof jullie dat ik ook mijn best ga doen om ook deze pagina te vullen.
Ik hoop dat jullie het verhaal een beetje leuk vinden.
Als dat wel of niet zo is laat het me alsjeblieft weten. Ik vindt het namelijk heel leuk om tips of een reactie te krijgen. Vooral omdat ik dit nog helemaal niet heb gehad.
Veel leesplezier!
Weasley_Girl
Hoofdstuk 22: Bezoek van een broer
Vol goede moed was Ron vanochtend bij Christel geweest. Hij had echt gehoopt dat hij tot haar door kon dringen maar het mocht niet baten. Met een triest gezicht dacht hij terug aan het vernederende moment dat Fred en George, Christel hebben moeten beheksen omdat ze anders ontsnapt was. Hij dacht terug aan de ongecontroleerde magie die Christel tegen hem gebruikt had zodra hij zijn hand op haar schouder gelegd had. Zo moet ze dus ook aan de dooddoeners ontsnapt zijn. Ze heeft ongecontroleerde magie tegen hen gebruikt.
Triest kijk Ron door het raam naar buiten in de hoop dat hij daar een oplossing voor zijn probleem zou zien. Het was dan misschien niet een oplossing die hij zag maar het kwam aardig in de buurt. Ron zag hoe Bill naar de voordeur van Het Nest liep. Nog voor dat Bill kon kloppen had Ron de deur al open gedaan.
“Heej, broertje,” zei Bill vrolijk, “wat is precies het probleem. Sorry dat het zo lang duurde maar je weet hoe claimerig Fleur soms kan zijn. Je hebt me wel nieuwsgierig gemaakt met die cryptische brief van je. Het is vast belangrijk anders had je me niet gevraagd mijn meisjes thuis te laten.”
Ron keek Bill aan die tegenoverhem aan de keukentafel zat. Was het wel zou slim om aan Bill te vragen om Harry te vervangen? Twee weken geleden had het een goed idee geleken maar nu twijfelde Ron. Is het wel verstandig om iemand die drie maanden geleden vader is geworden van een tweeling zo’n groot risico te laten lopen. Onwillekeurig dacht Ron aan Fleur en de kleine Fiona en Daphne.
“Ga je het me nog vertellen of niet,” zei Bill die Ron uit zijn gedachten haalde.
Ron hakte de knoop door. Het hem vertellen kan toch niet zo veel kwaad en hij is er nu toch.
Ron deed zijn verhaal en vertelde Bill alles. Hij vertelde hem over de confrontatie dat Harry verdween. Hij vertelde dat hij zich als Harry heeft voorgedaan bij de vorige confrontatie. Ook vertelde hij over de ontvoering van Ginny en later van Christel. Ook vertelde hij dat hij van Christel houdt en dat de enige manier om Christel weer normaal te krijgen is, haar duidelijk te maken dan zij ook van hem houdt.
Nauwkeurig heeft Bill geluisterd naar het verhaal van Ron. Jeetje er gebeurt hier echt veel meer dan in Frankrijk dacht hij.
“Het is goed dat je me geschreven hebt. Ik doe het,” zei Bill vastbesloten.
“Weet je het zeker? Wil dit risico wel lopen, net nu je twee kleine kinderen hebt,” zei Ron, “als je het niet wil doen begrijp ik dat heus wel.”
“Ik wil het doen. Ik ben blij dat ik eindelijk weer eens in actie kan komen. In Frankrijk gebeurt er de laatste tijd niet veel. Ik er trots op dat ik degene ben die het tegen Voldemort gaat opnemen nu Harry er niet is.”
Enigszins opgelucht keek Ron naar zijn oudere broer Bill. Hij is blij dat hij zich niet langer als Harry hoeft voor te doen.
“En wat Christel betreft, het gaat je heus wel lukken om haar te overtuigen van jouw liefde voor haar,” zei Bill.
“Waar wat als ze niet van mij houdt dan heeft het geen zin,” zei Ron moedeloos.
“Daar hoef je dus totaal geen zorgen over te maken. Het was vanaf het begin al duidelijk dat jullie elkaars type waren, alleen wilde jullie dat zelf toen nog niet zien.”
“Hoe weet jij dat dan,” onderbrak Ron Bill.
“Tja broertje, zoiets zien alleen de buitenstaanders.”
“Hoe weet je dan zo zeker dat ze op mij verliefd is dan,” vroeg Ron die hoopte dat Christel net zo veel van hem houdt als hij van haar.
“Jullie trokken voor de ontvoering altijd met elkaar op. Jullie waren onafscheidelijk en delen volgens mij meerdere geheimen.”
Ron keek zijn broer vreemd aan. Welke geheimen zou hij bedoelen.
“Ik bedoel jullie planden samen van alles waar de rest van de orde niets van afwist. Hermelien’s surpriseparty en de wisseldrank bij confrontaties.” Bill zag dat Ron nog niet volledig overtuigt was dus sprak hij verder.
“En ze heeft mij eens verteld, dat ze alleen geheimen met iemand zou delen, als ze die persoon totaal vertrouwd, en hem als meer ziet als een vriend. Kortom broertje ze is smoorverliefd op je.”
Ron keek zijn broer met een warme glimlach op zijn gezicht aan. Bill wist altijd precies wat hij wilde horen als hij een peptalk nodig had. Ondanks het leeftijdsverschil was Bill de broer die Ron het beste begreep.
“Zal ik een met haar praten,” stelde Bill voor.
“Van mij mag je. Ik hoop dat je boven haar geschreeuw uitkomt,” zei Ron. Hij wist dat het niet echt aardig klonk maar het was nu eenmaal niet anders. Telkens als er iemand tegen Christel probeerde te praten begon ze schreeuwen.
Met grote vastberaden stappen liep Bill naar de deur van de kamer die naar Christel zou leiden. In plaats van dat Bill de deur opende ging hij tegen de deur aan zitten.
“Christel? Ik wil dat je goed luistert naar mijn stem. Je weet nu misschien nog niet wie ik ben maar je kent me weldegelijk. Ik ben een soort vriend van je.”
Bill hoorde hoe Christel stopte met gillen en hem nu dus zeker kon horen.
“Christel, ik wil dat je naar me luistert. Ik weet dat je ontvoerd bent geweest en die gedachte vind ik verschrikkelijk. Zoiets wens ik niemand toe. Geen vrienden en zeker jij niet. Maar als er iemand is met doorzettingsvermogen en lef om hier overheen te komen ben jij het. Jij redt het wel ook kan ik je nu niet helpen. Ik herinner je als een roekeloos maar enorm dapper meisje. Ook ben je nergens bang voor. Dat dacht ik dan te minste.”
Bill wist door de stilte aan de andere kant van de deur dat Christel niet bang voor hem is en hem niet vreest. Hij wist dat zijn plannetje een kans van slagen had.
“Christel die bang is? Als iemand me dat een paar maanden geleden verteld had, had ik hem vierkant uitgelachen. Het is misschien wel normaal dat je veranderd bent nadat er zoiets ingrijpendst met je gebeurt is. Maar je moet je realiseren dat je je nu anders gedraagt dan voorheen. Dat vind je toch zelf ook wel.”
“Ja,” hoorde Bill en Ron, Christel zacht antwoorden.
Met open mond zat Ron op stoel van een afstand toe te kijken. Hoe doet hij dat toch vroeg Ron zich af.
“Ik dacht al dat je dat ook zou vinden. Maar nu je zelf ontsnapt bent waarmee je lef en doorzettingsvermogen wel hebt bewezen moet je doorgaan. Je moet nu niet opgeven je moet doorgaan met vechten, vechten tegen je angst. Je zult je angsten onder ogen moeten komen zou je ooit willen dat je weer netzo als de oude en vertrouwde Christel word. Je moet je ontvoerders, die verschrikkelijke dooddoeners, niet nog steeds je leven laten bepalen. Het is hun schuld dat je nu bang bent. Je moet ze niet de voldoening geven om bang te blijven. Je begrijpt toch wel dat zij schuldig zijn aan het feit dat je nu zo angstig bent?”
Christel die aan de deur had zitten luisteren twijfelde. Moest ze de stem geloven ondanks dat ze niet weet wie het is. Hij klink aardig, zelfs vertrouwd. Maar kan ik hem wel vertrouwen? Zijn de dooddoeners wel schuldig of komt het door de engerds of misschien wel door de eigenaar van de stem. Christel wist het niet, het kwam op één twijfel neer, vertouw ik de stem of niet.
Toen er geen antwoord kwam sprak Bill verder. “Je twijfelt. Anders zou je allang geantwoord hebben. Misschien helpt als we je iets vertellen wat alleen de mensen weten om wie je echt geeft. Een soort geheim of zo.”
Als een bezetene begon Bill zijn broertje te wenken.
“Nu moet je me een handje helpen broertje,” fluisterde Bill in Ron’s oor.
“Vertel maar,” zei Christel achter de deur vandaan.
Ron’s hersenen werkten op topsnelheid. Wat moest hij nu aan Christel vertellen? In Ron’s hoofd kwamen een paar herinneringen. Toen ze het dagboek van Hermelien kraakte of toen ze George en Hermelien moesten voor liegen op de Wegisweg of toch toen ze werkelijk bezorgt om hem leek toen hij voorstelde om zich voor te doen als Harry.
Ron schudde zacht met zijn hoofd. Geen van deze herinneringen was bruikbaar want al deze personen ziet ze als engerds.
Als gebrek aan echte geheimen begon Ron wat feitjes op te noemen.
“Je uil heet Akropolis. Je houdt niet van opruimen. Je bent net als ik bang voor spinnen. Je houdt van zwerkbal en was vroeger drijver. Je vindt het moeilijk om Roodkapjes te verslaan. Je neemt nooit blind orders aan. Je bent zwaar verslaafd aan chocolade en je drinkt liever een vuurwhisky dan een boterbiertje,” ratelde Ron achter elkaar.
“Ik geloof dat jullie me kennen maar ik weet nog steeds niet of jullie te vertrouwen zijn,” zei Christel die vond dat als ze de eerste stem vertrouwd de twee de stem ook te vertrouwen moest zijn.
“Je zult het niet leuk vinden als ik dit hardop vertel maar je was vroeger smoorverliefd op Gladianus Smalhart en niemand mocht dat ooit te weten komen,” zei Ron, “je vond dat, dat slecht was voor je stoere imago. Je hebt nog altijd een handtekening van hem die je onder je bed bewaard.”
Een inmiddels blozende Christel zat achter de deur en zei; “Oké, ik geloof jullie. Willen jullie nu ophouden met gênante verhalen over mij te vertellen.”
Ron keek Bill lachend aan en zei: “Bedankt.”
“Graag gedaan hoor broertje, graag gedaan.”
“Hé, nog niet weggaan jullie twee. Ik wil eerst weten hoe jullie heten?”
“Ik ben Bill,” hoorde Christel de eerste stem zeggen.
“En ik ben Ron,” vulde Ron zijn broer aan.
“Waarom komen jullie niet binnen,” vroeg Christel.
Ron wilde dolgraag naar binnengaan maar wist dat hij dat beter niet kon doen.
“Dat is beter van niet. De dooddoeners hebben er voor gezorgd dat je doodsbang voor ons bent. Morgen komen we misschien wel even binnen,” beloofde Bill aan Christel. |
|
|
|
|
Weasley_Girl
1e jaars
Verdiend:
258 Sikkels
Woonplaats: Logeert gezellig bij de Wemels
|
Geplaatst:
Wo Jul 16, 2008 18:21 |
|
Hoofdstuk 23: Vechten tegen de angst
Belofte maakt schuld. En als een Wemel iets beloofd komt hij dat ook na, zo ook Bill en Ron. Na een vroeg ontbijt gingen ze weer aan de deur van Christel zitten en begonnen wat met elkaar te praten.
Zenuwachtig legde Ron zijn hand op de deurklink nadat hij van Christel weer toestemming had gekregen om binnen te komen. Aan de ene kant wilde hij zielsgraag naar Christel toe maar aan de andere kant weer hij nog hoe rampzalig zijn voorgaande bezoekjes aan haar geweest zijn. Zou het dit keer anders zijn? Zou ze ons niet langer als engerds zien nu ze onze namen en stemmen herkent? Zou ze echt beter reageren als bij de voorgaande bezoekjes?
“Ga je de deur nog openen of niet,” vroeg Bill die een tijdje geamuseerd naar Ron stond te kijken die de deurklink vasthield maar nog niet de intentie had om hem daadwerkelijk te openen.
Ron werd wakker geschud van zijn gedachtes door de stem van Bill. Heel langzaam en heel voorzichtig opende hij de deur. De deur stond nu op een kier. Opgelucht door het feit dat Christel nog niet begonnen is met gillen en in de hoop dat ze dit keer niet bang voor hem zou zijn opende Ron de deur iets verder en keek met zijn hoofd langs de deur die nu half geopend was.
Zodra Christel het gezicht van de grootste griezel van allemaal zag begon ze te gillen.
“Ga weg! Jij mag niet binnenkomen! Ga alsjeblieft weg,” schreeuwde Christel die duidelijk in paniek was.
Geschrokken van Christel’s reactie zette Ron een stap achter uit en sloot de deur weer.
“Tja broertje. Zolang je niet naar binnengaat kan je haar ook niet overtuigen van je liefde,” zei Bill.
“Maar ze wil niet dat ik binnenkom. Dat hoorde jij toch ook,” zei Ron beteuterd.
“Tuurlijk hoorde ik dat. Ron, je moet nog een hoop leren. Als je iemand wil overtuigen moet je je niet zo gemakkelijk weglaten sturen,” zei Bill kalm.
Ron knikte, Bill heeft weer eens gelijk.
“Christel, we komen nog een keer binnen. Probeer niet in paniek te raken. Kijk anders maar de andere kant op als dat helpt,” zei Ron.
Weer opende Ron voorzichtig de deur. Ook deze keer was de reactie van Christel niet veel beter.
Nadat Ron en Bill 9 keer gepogingen gewaagd hadden om naar Christel te gaan zonder dat ze in paniek zou raken, die elk faalde verloor Bill zijn geduld.
“Volgens mij probeer je het niet eens! Je stelt me teleur Christel. Je vecht niet eens tegen je angst. Je bent gewoon laf!” Riep Bill kwaad die vervolgens Het Nest uitstormde.
“Hij meende het vast niet zo,” zei Ron, “je bent niet laf en we blijven het net zolang proberen tot het lukt.”
Nadat Ron dit zei bleef het even stil aan de ander kant van de deur.
“Nee Ron. Bill heeft gelijk, ik ben laf. Ik vocht inderdaad te weinig tegen mijn angst.”
“Mooi,” zei Ron.
“Wat,” vroeg Christel die geen idee had waar Ron’s reactie opsloeg.
“Je zei vocht. Dus dat betekend dat je daar nu verandering in gaat brengen.”
Onbewust begon Christel te glimlachen, “ik ga het in ieder geval wel proberen.”
Vol goede moed opende Ron de deur van Christel’s kamer en liep naar binnen.
Dit gaat goed dacht Ron opgelucht toen Christel stil bleef.
Christel stond te kijken naar de deur die weer openging.
Ik moet rustig blijven, niet gillen. Hij is niet eng. Ik moet vechten tegen mijn angst.
Dacht Christel. Toen de Ron binnenkwam merkte dat ze bang werd maar ze vocht tegen haar angst. Christel kon haar hart voelen kloppen in haar keel en zetten en stap naar achteren. Toen Ron langzaam een stap naar voren zetten werd de angst haar te veel en begon ze weer te gillen.
Snel verliet Ron de kamer en ging tegen de deur zitten. Hij merkte dat Christel echt haar best deed. Ron was toch zeker een kleine halve minuut in haar kamer geweest voordat ze begon te gillen. Oké het is misschien niet veel maar het is een begin. Vanaf zal het alleen maar beter gaan dacht Ron.
Toen Christel weer een beetje gekalmeerd was verbrak ze de stilte:
“Sorry Ron, ik wilde echt niet weer zo gaan schreeuwen.”
“Maakt niet uit joh,” zei Ron, “ik weet toch dat je je best doet. Er moet toch een manier zijn hoe ik lange dan een halve minuut bij je in de buurt kan zijn.”
Nadenkend over een oplossing bleef het een tijdje stil.
“Misschien kan je je vermommen, misschien raak ik dan minder in paniek.”
“Goed plan. Ik ben zo terug,” zei Ron die zich herinnerde dat Ginny het niet kon laten om ‘monster in poedervorm’ cadeau te geven aan Hermelien op haar verjaardag.
“Hermelien,” zei Ron die zojuist Ginny’s oude kamer was binnengestormd, “mag ik je ‘monster in poedervorm’ lenen.”
Hermelien keek op van haar boek en knikte terwijl ze zich afvroeg waar voor hij het wilde gebruiken. Voor dat ze die vraag kon stellen rende Ron alweer de kamer met ‘het monster in poedervorm’ in zijn hand.
“Oké, ik hoop niet dat je schrikt of me uitlacht als ik binnenkom. Maar ik net ‘monster in poedervorm’ opgedronken,” zei Ron.
“Kom maar binnen zodra het werkt,” zei Christel lachend die terug dacht aan Ron’s reactie toen hij posters van zichzelf als monster zag. Vreemd eigenlijk, als me Ron herinner ben ik niet bang van hem.
Voordat Christel hier verder over kon nadenken kwam het grote, rode, logge monster dat Ron voor moest stellen de kamer binnen.
Christel probeerde haar gelach te onderdrukken waar ze hopeloos in faalde. Maar ja wie zal er nu niet lachen als er rood glimlachend monster de kamer binnenkwam gewaggeld.
“Wat ben je voor een vriendin? Je zit me gewoon in mijn gezicht uit te lachen,” zei Ron plagend die een verontwaardigt gezicht trok.
Dit zorgde er alleen maar voor dat Christel alleen nog maar harder begon te lachen tot dat ze er buikpijn van kreeg. Die blik op Ron’s monstergezicht was werkelijk onbetaalbaar.
“Hoelang werkt het poeder eigenlijk,” vroeg Christel toen ze uit gelachen was.
“De verpakking zei dat het ongeveer 2 uur werkt. Dus we hebben nog alle tijd,” antwoordde Ron die ondertussen naast Christel was gaan zitten.
Niet goedwetend wat nu te doen of te zeggen zaten Christel en Ron naast elkaar.
“Weet je wat ik gemist heb,” verbrak Christel de stilte, “onze potjes toverschaak.”
“Ja, dat mis ik ook,” zuchtte Ron.
“Wat,” vroeg Christel afwezig.
“Onze potjes toverschaak,” zei Ron snel, “zal ik de schaakspullen halen?”
Christel knikte.
Snel liep Ron blozend de kamer uit en de trap op. Hij was zo dichtbij geweest. Bijna had hij haar verteld wat hij echt voor haar voelt en dat hij haar enorm gemist heeft. Bijna had hij ‘Jou’ geantwoord toen Christel hem vroeg wat hij mistte. Maar hij durfde het niet. Hij vreesde dat het gevoel niet wederzijds is. Ron was altijd al slecht in het praten over zijn gevoelens dus het was aan Christel om eerst haar gevoelens aan hem duidelijk te maken. Ron liep naar zijn bureau en pakte de schaakspullen.
Hoe kon ik zo stom zijn dacht Christel. Hoe ik er nu bij om ‘onze potjes toverschaak’ te zeggen? Christel kon zichzelf wel voor haar hoofd slaan. Hoe komt het toch dat ik telkens onzin uitkraam als ik hem wil vertellen wat ik voor hem voel. Ik ga hem vandaag nog vertellen wat ik voor en voel dacht Christel vastbesloten.
“De schaakspullen,” zei Ron met een glimlach die de kamer kwam binnenlopen, “wil je zwart of wit zijn?” |
|
|
|
|
Weasley_Girl
1e jaars
Verdiend:
258 Sikkels
Woonplaats: Logeert gezellig bij de Wemels
|
Geplaatst:
Ma Aug 04, 2008 17:15 |
|
Hoofdstuk 24: Angst overwonnen
Na een paar potjes toverschaak te hebben gespeeld die Ron allemaal gewonnen had besloot Ron de stilte te verbreken.
“Weetje, dat jij de enige bent die ooit van mij gewonnen heeft met toverschaak.”
“Echt? Ik weet dat je goed bent maar heeft Harry of één van je broers nooit van je gewonnen,” vroeg Christel verbaasd.
“Nee,” knikte Ron glimlachend, “jij bent de enige die me ooit heeft verslagen met toverschaak. Op een of andere manier weet je me altijd te verrassen met je tactiek.”
Na dat ook dit gesprek doodgebloed was en Ron haar weer verslagen had met toverschaak wist Christel dat dit haar kans was. Als ze Ron nog wilde vertellen hoe ze echt voor hem voelde moest ze het nu doen anders zou het ‘monster in poedervorm’ uitgewerkt zijn.
“Eh, Ron,” zei Christel die begon te blozen.
Geweldig dacht Christel ik heb al een hoofd als een biet voordat echt iets zinnigs heb gezegd.
“Ik weet dat ik het eigenlijk al eerder moest vertellen maar khouvajou.”
Met een vragend gezicht keek Ron, Christel aan.
Oh geweldig nou moet ik het nog gaan herhalen ook dacht Christel.
“Ik hou van je,” zei Christel op een verstaanbare manier.
Net toen Christel spijt begon te krijgen van haar beslissing om Ron te vertellen wat ze voor hem voelt zag ze hoe het vragende gezicht van Ron plaats maakte voor een warme glimlach.
“Ik hou ook van jou,” antwoordde Ron lichtblozend.
Na deze bevestiging van hun liefde stonden ze op en Ron nam zijn geliefde Christel in zijn armen en begon haar te zoenen. Christel was in het begin lichtverbaasd door zij actie maar zoende hem terug terwijl ze zijn harige, monsterarmen om haar middel voelde.
Toen ze elkaar loslieten en een stap naar achteren zetten, begon Christel zich het pas echt te realiseren. Hij houdt ook van mij, het is goed, deze zoen, dit moment, het is echt.
Voordat ze langer van dit moment kon genieten veranderde Ron terug in zichzelf. Niet langer stond er een roodharige, maar toch ook wel lief monster voor haar. Voor haar stond de jongen waarop ze al maanden geleden verliefd was geworden en van wie ze zielsveel houdt.
“Ik moet gaan,” zei Ron die snel naar de deur liep. Hij vreesde dat Christel weer bang voor hem zou zijn zoals ze de afgelopen dagen was geweest.
“Nee,” zei Christel en pakte Ron’s hand. Voor een seconde dacht ze dat de angst te terug zou komen maar die kwam niet. Haar liefde voor hem was sterker dan welke angst dan ook. Christel legde haar handen in Ron’s nek en begon hem gepassioneerd te zoen terwijl ze met haar vingers door zijn vlammend rode haar ging.
“Christel,” zei Bill toen hij naar haar kamerdeur liep, “ik wil mijn excu…”
Verbaasd door wat hij zag besloot hij deze zin niet af te maken. Bill schraapte zijn keel sprak nu iets harder zodat de tortelduifjes hem zeker zouden horen.
“Stoor ik?”
Snel zette zowel Ron als Christel een stap naar achteren en probeerde te doen alsof er niets gebeurd was. Beide faalde hier hopeloos in omdat ze enorm stonden te blozen.
“Nou, volgens mij is het gelukt broertje,” zei Bill.
“Wat gelukt,” vroeg Christel verward.
“Oh, je hebt haar nog niet verteld,” reageerde Bill.
Christel wierp een verwijtende blik op Ron waaruit viel af te lezen: hoe durf je nu al geheimen voor mij te hebben.
“Ik denk dat ik jullie maar even alleen laat, want Ron heeft je nog wat uit te leggen,” zei Bill die zich omdraaide om de kamer te verlaten.
“Oh nee, jij gaat nergens heen,” zei Christel die haar handen in haar zij zette en boos richting een verbaasde Bill keek.
“Jij gaat me nu eerst vertellen wat Ron achterhoud of anders…”
“Anders wat,” reageerde Bill geamuseerd, “ga je me dan beheksen? Je hebt geen eens een toverstok meer.”
“Wie zegt dat ik die nodig heb? Op de dreuzelmanier kan ik je gemakkelijk verwonden,” zei Christel die het oogcontact in stand probeerde te houden om zo haar antwoord uit zijn herinnering te halen.
Bill merkte dit en verbrak het oogcontact.
“Als je nog één keer liglimentie op mij probeert zal ik je vervloeken,” zei Bill kwaad.
“Je vervloekt haar niet,” zei Ron die net als zijn broer zijn toverstok in zijn hand hield.
“Oh geweldig,” zei Bil, “nog amper een uur samen en je gedraagt je nu al als een overbezorgd vriendje,”
“Gaat iemand me nog vertellen wat jullie achterhouden,” zei Christel geïrriteerd die tussen de twee broers in ging staan om zo te voorkomen dat ze elkaar aanvielen.
Beseffend hoe onnozel het was om over zoiets kleins ruzie te maken lieten zowel Ron als Bill hun toverstok zakken.
“Ben je nog bang,” vroeg Ron op serieuze toon.
“Nee,” antwoordde Christel.
“Mooi, dan heeft het dus gewerkt,” zei Bill.
“Wat,” vroeg Christel die er nog steeds geen bal van snapte.
“Weet je nog dat je het zinnetje: Amor omnia vincit, telkens bleef herhalen,” vroeg Ron.
“Ja,” antwoordde Christel die niet begreep wat er zo interessant aan dat zinnetje kon zijn.
“Hermelien vertelde me dat dat zinnetje liefde overwint alles betekend. Dus als je je zou herinneren dat van me houdt zou je niet langer bang zijn.”
Christel knikte terwijl ze alle nieuwe informatie eens goed tot zich door liet dringen.
“Het enige dat ik moest doen was je overtuigen dat je van me houdt,” zei Ron met een speelse glimlach.
“Dat heb je dan lekker gedaan,” zei Christel sarcastisch. “Mag ik je er dan even aan herinneren dat ik degene was die zei verliefd te zijn. Jij hebt daar alleen maar opgereageerd.”
Bill begon te lachen, wat een kluns is dat broertje van hem toch.
“Wat,” zei Ron geïrriteerd die Bill een blik toewierp van ‘wat doe je eigenlijk nog hier’.
“Uh…Ik moet maar eens gaan,” zei Bill die richting de deur liep. “Ik zie je vanavond op de Grimboudplein 12 voor de bijeenkomst. Het begint om 8 uur. Niet vergeten hè, broertje.” Ron knikte en keerde zich richting Christel toen Bill uit het zicht verdwenen was.
“Ik ga mee vanavond Ron. Of je wil of niet. Ik heb al genoeg gemist de afgelopen weken.”
Ron die dit eigenlijk niet wilde ging niet tegen Christel in. Als Christel eenmaal ergens haar zinnen op heeft gezet laat ze zich niet ompraten. |
|
|
|
|
Weasley_Girl
1e jaars
Verdiend:
258 Sikkels
Woonplaats: Logeert gezellig bij de Wemels
|
Geplaatst:
Di Aug 26, 2008 14:44 |
|
Hoofdstuk 25: De bijeenkomst
“Weet je zeker dat je echt mee wilt,” vroeg Ron.
“JA,” zei Christel voor de duizendste keer.
Ondanks de verwoede pogingen van Ron was het hem niet gelukt om Christel op Het Nest achter te laten.
“Oké dan,” zei Ron met tegenzin.
Allebei pakte ze een handje brandstof en gingen in het haardvuur staan. Christel pakte met haar rechter hand Ron’s linker hand vast. Samen stonden ze nu in het haardvuur en gooide met de andere hand de brandstof in het vuur.
“Grimboudplein 12,” zeiden ze in koor.
Toen Christel samen met Ron uit het haardvuur stapte keek ze op de klok die tegenover haar hing. Weer te laat, dacht Christel terwijl ze zag dat het is al tien over 8 was. De anderen zijn vast al begonnen. Zonder Ron’s hand los te laten liep ze vlug richting de keuken en sleurde Ron achter zich aan.
“Christel,” zei Fred verbaasd toen Ron en Christel de keuken binnenkwamen.
“Ja,” zei Christel die naar het vreemde gedrag van Fred en George keek. Fred en George waren namelijk opgestaan en liepen zo voorzichtig op haar af als of ze een alien was die elk moment kon gaan aanvallen. Christel draaide geïrriteerd met haar ogen. Konden die twee dan nooit eens normaal doen?
“Is ze nog gevaarlijk,” fluisterde George richting Ron.
“Nee, ik ben niet gevaarlijk,” schreeuwde Christel geïrriteerd tegen de tweeling.
Van schrik zette Fred en George een grote stap achteruit.
Christel merkte dat Ron die naast haar stond in de lach was geschoten. Christel keek de kamer rond en zag dat hij niet de enige was. Christel keek weer richting Fred en George die elkaar met bleke geschrokken gezichten elkaar aankeken.
“Ik zei toch dat ik niet gevaarlijk ben,” zei Christel die een stap naar voren zette.
Lichtelijk geschrokken zetten Fred en George allebei weer een pasje naar achteren.
“En als ik zeg dat ik niet gevaarlijk ben,” zei Christel die nog een stap naar voren zette. “Ben ik ook niet gevaarlijk,” zei Christel die nog een stap naar voren zette en zag dat de tweeling nu met hun ruggen tegen de muur kwamen te staan. “Begrepen,” zei Christel op lichtdreigende toon die nu vlak voor de tweeling ging staan.
“Ja, mevrouw,” piepte Fred en George.
Deze reactie zorgde voor een nieuwe lachsalvo van Bill en een lachbui bij de anderen. Christel liep weer terug en pakte Ron’s hand vast.
“Ik geloof niet dat ze me helemaal geloven. Zou jij ze het straks misschien uit willen leggen?”
“Tuurlijk,” zei Ron die vluchtig haar wang kuste voor hij zich tot zijn broers wendde.
“Fred! George! Helpen jullie me even met het boterbier in de keuken?”
Vlug volgde Fred en George Ron de keuken waar hij hen alles zou uitleggen.
“Goed je weer terug te hebben, meid,” bromde de stem van Dolleman.
“Alastor, wat doe jij hier? Jij was toch Harry aan het zoeken,” vroeg Christel.
“Ja, maar dat joch is verdraaide lastig te vinden.”
Christel zag aan zijn ogen dat hij het niet alleen onhandig vond. In zijn ogen zat een glans dat verraadde dat hij stiekem ook een beetjes trots was. Hij had Harry ten slotte geleerd hoe hij zou moeten vluchten mocht er het totaal verkeerd aflopen met de orde.
“Eerst zat hij in Frankrijk dat weet ik zeker. Jammer dat niemand toen van zijn verdwijning wist anders hadden we hem daar zeker teruggevonden. Hierna leidde er een spoor naar Italië. Net toen ik hem dacht gevonden te hebben kon een dreuzel me vertellen dat hij daar weg was gegaan. De dreuzel had het over Amerika maar naar wat zoekwerk kwam ik er achter dat hij naar Rusland was gegaan. Tja, daar was het zoeken naar een spelt in een hooiberg. Maar daar is hij nu niet meer hoor. Nu zit hij in Spanje daar ga ik ook straks weer naar toe. Hij had een ticket vanuit Moskou onder de naam James Evers geboekt. Toen wist ik dat hij het was. De voornaam van zijn vader en de achternaam van zijn moeder. Briljant toch gewoon! Jammer alleen dat hij sinds Frankrijk niet meer getoverd heeft anders zou het zoeken een stuk makkelijker zijn. Maar nu genoeg over mijn zoektocht. Hoe heeft Ron je van je angsten af geholpen.”
“Amor omnia vincit,” antwoordde Christel die Dolleman zag knikken dat hij het begreep.
Christel hoorde hoe Hermelien en Bill aan de andere kant van de tafel uitlegde hoe het kwam dat ze nu weer normaal is. Met een tevreden glimlach keek ze nu ook de andere kant op waar ze Ron gevolgd door een van schaamte blozende Fred en George naar binnenkwamen lopen. Toe die drie iedereen een boterbiertje hadden gegeven vroeg Lupos om stilte. Vlug ging Ron naast haar zitten en legde een arm om haar middel.
“Nu iedereen wat te drinken heeft, zou ik graag aan deze bijeenkomst willen beginnen. Christel ik hoopte dat je aan ons kon vertellen wat er precies gebeurt is tijdens jouw ontvoering.”
Christel slikte dit had ze niet verwacht.
“Ik weet dat het moeilijk voor je is maar je weet dat deze informatie erg belangrijk voor ons kan zijn,” zei Lupos met kalme stem.
Christel slikte nogmaals en keek naar het bemoedigende gezicht van Remus en Tops die naast hem zat.
Christel begon te vertellen hoe ze Ginny had gered. Ze vertelde dat ze zich voordeed als Draco Malfidus. Ze vertelde over de weddenschappen die werden gesloten over wie de echte Draco Malfidus zou zijn. Ze verteld hoe de plaats eruit zag waar ze was. Ze vertelde over de dooddoeners die ze herkent had en hoeveel er ongeveer in totaal geweest waren. Ze vertelde over de martelingen van de eerste nacht. Ze vertelde over de liglimentie pogingen van Draco Malfidus en Sneep. Ze vertelde over de andere martelingen over de toverdrank en bezwering waardoor ze altijd bang zou moeten zijn. Ook vertelde ze dat ze als ze die avond niet ontsnapt was ze vermoord zou worden. Christel merkte dat het praten over wat er daar gebeurt was haar opluchtte.
Toen ze klaar was keek ze naar de geschrokken, verbaasde en boze gezichten van vrienden. Er hing een grimmige, kille sfeer in het hoofdkwartier. Toen Christel zag dat Hermelien geschrokken en geroerd een traantje wegpinkte besloot ze de stilte die na haar verhaal was ontstaan te doorbreken.
“Ik ben nog niet dood hoor.”
“Gelukkig niet,” zei Ron zacht die Christel nog iets dichter tegen zich aantrok.
“Ik weet niet hoe het met jullie zit maar ik wil ze graag allemaal nog en lesje leren. Dus de volgende confrontatie ben ik er gewoon bij.”
Na deze uitspraak volgde vele steunbetuigingen. Iedereen bevestigde door te willen vechten. Bij de volgende confrontatie zal Christel laten zien dat ze zich niet klein laat krijgen ook niet door een drankje en een bezwering waar je bang van word. Ze zal laten zien dat ze niet klein valt te krijgen door een paar dooddoeners. Nog strijdlustiger dan ooit te voren vertrokken de orde toen de bijeenkomst afgelopen was. Wat Christel allemaal gemist had zou Ron haar later nog wel vertellen want die informatieheeft ze die avond niet gehad.
Zo de eerste 25 hoofdstukken zitten erop!
Dat betekend dat ik zeker over de helft van mijn verhaal ben beland.
Voor zo ver ik nog niet helemaal duidelijk ben geweest zou ik het echt geweldig vinden om een reactie te krijgen wat deze ook mag zijn.
Want een reactie heb ik nog van helemaal niemand gehad.
Dus lieve lezer(s) laat alsjeblieft iets van je horen.
Liefs Weasley_Girl |
|
|
|
|
Weasley_Girl
1e jaars
Verdiend:
258 Sikkels
Woonplaats: Logeert gezellig bij de Wemels
|
Geplaatst:
Wo Sep 17, 2008 18:33 |
|
Hoofdstuk 26: Ontbijt op bed
Met een glimlach keek Ron naar het nog slapende gezicht van Christel en zette het speciaal voor haar gemaakte ontbijtje op het bureau. Ron liep naar het raam en opende de gordijnen. De zonnestralen die door het raam naar binnen vielen streelde Christel zacht over haar gezicht en deden haar ontwaken.
“Ron, wat doe jij nu al op. Het is nog maar kwart over acht,” vroeg Christel verbaasd.
“Ik heb een ontbijtje voor je gemaakt,” zei Ron die het dienblad van het bureau pakte en na haar toe liep.
Verbaasd ging Christel wat rechter op in bed zitten toen Ron haar het dienblad gaf. Op het dienblad stond een glas versgeperste sinasappelsap, een gekookt eitje en diverse gesmeerde broodjes.
“Waaraan heb ik dat verdient,” vroeg Christel verbaasd.
“Gewoon. Omdat je m’n vriendinnetje bent,” antwoordde Ron.
“Ach, heerlijk zo’n vriendje,” zei Christel met een grote glimlach op haar gezicht, “kom er toch bij zitten.” Christel schoof naar de ene kant van het bed zodat er net genoeg ruimte was voor Ron om er naast te komen zitten.
Ron die besloot om op haar uitnodiging in te gaan ging naast haar op het bed zitten.
“Als je maar niet denkt dat ik elke dag een ontbijtje voor je ga maken.”
“Dan zal ik wel een erg verwend nest worden als je dat zou doen. Bedankt voor het ontbijtje,” zei Christel die Ron hier na een kort zoen op zijn mond gaf.
Samen ontbeten ze verder.
“Wat heb ik eigenlijk gemist,” vroeg Christel.
Ron die deze vraag eindelijk al verwacht had antwoordde; “niet veel eigenlijk.”
Christel keek Ron met een indringende blik aan, dat wilde zeggen: zo gemakkelijk ben je er niet van af.
“Goed, waar zal ik beginnen. Dwaaloog zoekt nog steeds naar Harry en Remus mengt zich niet meer onder weerwolven.”
“Waarom niet,” vroeg Christel verbaasd. Het spioneren onder de weerwolven was altijd een nuttige informatiebron geweest.
“Zijn er achter dat hij de weerwolf is die de informatie lekt. Hij heeft de woedende weerwolven nog maar net kunnen ontlopen voordat ze hem konden vermoorden,”
Christel knikte geschokt.
“Is er nog meer.”
Ron knikte en ging verder: “Hagrid en Groemp proberen een groep reuzen over te halen om voor ons te gaan vechten. Het lijkt erop dat ze onze kans zullen gaan kiezen.”
Christel knikte glimlachend eindelijk weer eens positief nieuws.
“Angelique en Alicia de vriendinnetjes van Fred en George horen nu ook bij de orde. Omdat er steeds meer dooddoeners komen wilde Remus dat we opzoek gaan naar betrouwbare nieuwe leden.”
Christel knikte en liet alle nieuwe informatie eens goed bezinken. En dan durft hij nog te zeggen dat er niet veel gebeurt is?
“Wat wil je gaan doen vanmiddag,” vroeg Ron aan Christel die in gedachten verzonken was.
“Een toverstok kopen. Ik weet alleen niet waar.”
Ron begon breed te glimlachen. “Wat dacht je van bij Oliviander?”
“Die is toch al jaren weg.”
“Hij is tijdelijk weer terug. Wat laatste spullen ophalen vertelde Remus.”
“Mooi, dan gegaan we daarheen.”
“Niet zo. Je bent de meest gezochte dooddoenster,” zei Ron.
“Wisseldrank,” was het enige wat Christel zei.
“Als wie?”
“Niet weer als man. Dat is gewoon te vreemd,” zei Christel.
“Als wie dan wel,” vroeg Ron.
“Hermelien,” zei Christel.
“Als Hermelien? Kan je niet als iemand anders gaan. Dit vind ik vreemd.”
“Als wie dan? Wilde je soms gezellig hand in hand rondgaan lopen met je moeder. Of je zusje.”
Ron knikte hevig nee.
“Dan blijft alleen Hermelien nog over. Zij is nu ook in Het Nest. Als jij nu even gaat afwassen. Kleed ik me even aan en regel een haar.”
Zonder te kloppen liep Christel de kamer van Hermelien. Waarom zou ze kloppen? Hermelien is ten slotte altijd vroeg wakker.
“Hermelien, ik wil je…,” begon Christel zonder haar vraag af te maken.
“Stoor ik,” vroeg Christel aan een blozende Hermelien voor het haardvuur ging staan waar ze zojuist nog tegen iemand stond te praten.
“Als je wil dat ik later terugkom als jij en Viktor zijn uitgepraat moet je dat zeggen,” zei Christel die zag dat deze opmerking een schot in de roos was om dat Hermelien nog erger begon te blozen. Dus Hermelien is helemaal over Harry heen en ziet Viktor weer helemaal zitten. Geweldig! Dit moet Ron weten.
“Dan ga ik maar weer,” zei Christel die zich omdraaide en langzaam richting de deur liep.
Voordat Christel de deur bereikte voelde ze hoe een gespierde arm om haar nek werd gelegd die haar half wurgde.
“Lamelos,” riep Christel woedend.
“Viktor laat haar los,” zei nu ook Hermelien.
“Waarom? Ze is een dooddoener. Ze had je wel iets aan kunnen doen,” zei Viktor Kruml die zijn grip om de nek van een tegenstribbelend Christel versterkte.
Een woedende Christel vond dat de aanval de beste verdediging was en gaf hem een elleboogstoot op een voor hem zeer pijnlijke plek. Viktor liet haar los terwijl hij kreunde van pijn. Christel rolde met haar ogen toen ze een aanstellende Victor Kruml zag. En hij was één van die getalenteerde kampioenen die meedeed aan het Toverschool Toernooi. Wat een watje.
Christel liep nu voor de tweede keer richting de deur zonder hem daadwerkelijk te bereiken.
Door een voor haar onbekende spreuk werd ze hard tegen een muur aangegooid.
“Idioot! Snap je nog steeds niet dat we aan dezelfde kant staan,” schreeuwde Christel boos die nu maar wat graag een toverstok had willen hebben.
Toen de vloek door Viktor werd opgeheven, die niet wist of hij haar kon geloven, rende Christel boos op hem af en ontweek één van de spreuken die Viktor had afgevuurd en sloeg hem hard voor zijn neus. Dat zal hem leren om te sollen met iemand die een schouweropleiding heeft gehad. Voordat ze verder iets kon doen werd ze geraakt door een spreuk waardoor ze allerlei sneeën op haar armen kreeg. Christel kookte van woede maar voor dat ze hem weer kon aanvallen werd Viktor hard tegen de muur gegooid door een spreuk de afgevuurd was door iemand die achter haar stond.
Achter haar stond een zeer boze Ron Wemel. Christel ging naast hem staan en sloeg een arm om hem heen.
“Hermelien, vlucht! Ga hulp halen! De Wemel werkt samen met die dooddoenster!”
“Ach, houd toch je mond,” zei Christel.
Voor dat Victor verder kon spreken had Ron hem al met een simpele Silencio het zwijgen opgelegd.
“Hermelien, ik wilde je vragen of ik een haar van je kon lenen voor in de Wisseldrank. Ik moet namelijk een toverstok gaan kopen,” zei Christel.
Hermelien knikte en gaf haar een haar.
“Volgens mij moet je hem nog een hoop uitleggen,” zei Ron.
Ron hief de spreuk die er voor zorgde dat Viktor tegen de muur hing op en liep samen met Christel richting de keuken.
Nadat Ron met een paar simpele spreuken Christel had opgelapt en Christel de wisseldrank gedronken had konden ze eindelijk op weg naar de Wegisweg. |
|
|
|
|
Weasley_Girl
1e jaars
Verdiend:
258 Sikkels
Woonplaats: Logeert gezellig bij de Wemels
|
Geplaatst:
Zo Okt 05, 2008 16:30 |
|
Hoofdstuk 27: De nieuwe minister van Toverkunst
Voltrots liep Christel Het Nest in met haar nieuwe toverstok. Wat is die Oliviander goed zeg. Deze stok is nog beter dan m’n vorige stok. Toen ze binnen gekomen was besloot ze maar gelijk haar spullen in te gaan pakken. Molly is wel een aardig vrouw maar soms ook wel een beetje opdringerig. En bemoeizucht nu het net officieel aan is tussen haar en Ron kan ze niet echt gebruiken. Samen met Ron had ze besloten dat vandaag weer terug te verhuizen naar Grimboudplein 12. Net toen Ron en Christel op het punt stonden om te vertrekken kwam iemand de kamer in gelopen.
“Ron, Christel, het spijt me van eerder vanmiddag. Ik dacht echt dat je een dooddoener was,” zei Viktor Kruml die zich tot Christel richtte, “het spijt me echt enorm.”
“Excuses aanvaard,” zei Christel.
Viktor haalde opgelucht adem.
“Maar jij moet nog flink oefenen met duelleren,” zei Christel, “ je reactievermogen was echt te laag en je vervloeking veel te slap.”
“Ik zal erop letten,” mompelde Viktor beschaamd.
“We zien je later nog wel,” zei Ron die met zijn spullen in het haardvuur stapte en verdween naar Grimboudplein 12.
“Ja, tot ziens,” zei Viktor.
“Tot ziens,” zei Christel die nu ook verdween naar Grimboudplein 12.
Nog voor dat Ron en Christel hun spullen naar boven, naar hun kamers gesleept hadden merkte ze dat het onrustig was in het hoofdkwartier. Beneden zagen ze hoe een groep mensen chaotisch door elkaar heenliepen. Ook zagen ze dat Bill verandert was in het evenbeeld van Harry. Dit kon maar één ding betekenen. Er is een confrontatie.
“Waar is de confrontatie,” vroeg Ron in het algemeen.
“Het Ministerie van Toverkunst,” antwoordde Tops.
“Iemand moet Hermelien en Viktor nog inlichten,” zei Christel.
“Ik ga wel,” zei Ginny die verrast keek bij het horen van de naam Viktor. Snel liep Ginny naar het haardvuur en verdween.
Nog voordat Ron aan Christel de vraag kon stellen die bij hem opkwam beantwoordde Christel hem al.
“Ik ga gewoon mee Ron.”
Ron en Christel verdwijnselde samen naar de straat waar de ingang van het Ministerie van Toverkunst was gevestigd. Toen Christel richting de ingang begon te lopen merkte ze dat Ron elke beweging die ze maakte volgde.
“Ron. Je hoeft mij niet in de gaten te houden. Ik red me wel. Let jij straks maar op Ginny,” zei Christel die zich herinnerde hoe slecht zij dit zelf de vorige keer gedaan heeft.
Ron knikte.
“Zullen we dan maar,” zei Ron.
“Ja,” antwoordde Christel die Ron het Ministerie van Toverkunst in volgde.
Het is druk hier dacht Christel toen ze met de dichtstbijzijnde dooddoener begon te duelleren. Druk is misschien niet het juiste woord. Het is hier heel druk. Christel zag elke dooddoener die ze kende en van wie werd vermoede dat het een dooddoener is. Ook zag ze verschillende schouwers die tegen ze aan het duelleren waren. De dooddoeners zijn duidelijk in de meerderheid maar dat zal niet meer het geval zijn als de rest van de Orde arriveert.
Met een simpele spreuk bond ze de dooddoener waarmee ze aan het duelleren was vast. Christel stapte over hem heen opzoek naar haar volgende slachtoffer.
Ook Ron schakelde enkele wat minder begaafde dooddoeners uit. Met een tevreden glimlach keek Ron even naar zijn vriendin. Het gaat goed met Christel. Ze is fanatieker dan anders.
“Hé! Hoe gaat het met het angsthaasje,” hoorde Ron de lijzig stem van Blaise Zabini.
Een steek van woede geen door Ron’s lijf. Graag had hij ook de aanval op Zabini geopend, maar helaas had hij nu zijn handen vol aan Lucius Malfidus.
“Angsthaasje? Ik?,” zei Christel die net haar tegenstander had verstijfd.
“Ja jij. Bang voor Korzel en Kwast,” zei Blaise lachend die begon te duelleren met Christel.
“Dacht het niet,” zei Christel die een vervloeking ontweek en naar de verstijfde lichamen wees die naast haar lagen.
Verbaasd keek Blaise naar de verstijfde lichamen van Korzel, Kwast en nog een dooddoener. Blijkbaar was het experiment toch niet zo geslaagd als hij had gedacht.
Christel zag hoe de rest van de Orde inclusief ‘Harry’ het ministerie in kwamen. Christel zag dat Ginny gelijk werd aangevallen door Antonin Dolochov, die waarschijnlijk wel de beste duelleerder is aan de dooddoenerszijde. Christel liet de verbaasde Zabini alleen achter en nam het duel van Ginny over.
Lange tijd duelleerde Christel met Dolochov en zag vanuit haar ooghoeken dat het ook goed ging met Ron en Ginny die aan het duelleren waren. Ook zag ze dat Bill het erg goed deed als Harry. Net toen ze dit dacht zag ze hoe ‘Harry’ omver werd geworpen door een spreuk en met z’n rug richting Voldemort lag. Nee, dit kan niet waar zijn dacht Christel toen ze zag hoe Voldemort de vloek des doods uitsprak. Geschokt zag Christel hoe de groene straal Bill in zijn rug raakte die net was opgestaan.
Nee, dit kan niet. Dit mag niet. Wat een laffe daad om iemand met z’n rug naar je toe te vermoorden. Geschokt bleef Christel staan, doof voor de juichende dooddoeners om haar heen.
Juichend verzamelde de dooddoeners zich om hun meester en begonnen hun eigen feestje.
“Eindelijk is dat snotjong van een Potter dood,” riep één van de dooddoeners.
“Meester,” zei Wormstaart die aan de mouw van Voldemort’s mantel trok.
“Niet nu Wormstaart.”
“Maar meester. Kijk,” zei Wormstaart met een kleine piepstem.
Voldemort draaide zich om en zag tot zijn ontzetting niet langer het lijk van Potter liggen maar dat van een Wemel.
“Wat! Bedrog! Waar is Potter,” riep een woedende Voldemort.
“Je vermoorde m’n broer. Je zal boeten,” zei Ron geëmotioneerd.
Voldemort besteedde geen aandacht aan hem maar scande de kamer af opzoek naar Potter.
Ron hief zijn toverstok op en riep de ergste spreuk waarvan hij wist dat hem uit kon voeren: “Sectumsempra!”
“Vermoord die Wemel,” riep de woedende, hevig bloedende Voldemort, “vermoord alle Wemels.”
Na dit bevel vuurde een drietal dooddoeners de vloek des doods op Ron af.
“Nee,” gilde Christel.
Tot haar opluchting zag ze dat Ron niet geraakt werd om dat Hermelien hem net op tijd mee trok naar de grond en met hem uit de hal van het Ministerie van Toverkunst verdwijnselde.
Alle duels barstte weer in alle hevigheid los maar Christel kon haar gedachten er niet bij houden baande zich een weg naar Remus en Ginny.
“Ginny je moet nu gaan. Het is hier niet veilig meer. Ga naar Het Nest. Net als Fred en George.”
“Maar Bill dan,” zei een huilende Ginny.
“Die breng ik wel,” zei Christel met een brok in haar keel.
Remus knikte en ging weer duelleren. Ginny verdwijnselde.
Met de nodige schildspreuken lukte het Christel met moeite om bij het lichaam van Bill te komen. Het is allemaal zo onwerkelijk. Het gebeurde ook zo snel. Christel knielde naast het koele lichaam van Bill. Ze probeerde om haar armen om zijn lichaam heen te slaan. Als een hoop log vlees voelde het lichaam aan dat een paar minuten geleden nog zo energiek duelleerde.
Christel verdwijnselde met tranen in haar ogen naar Het Nest. De wil om Bill thuis te brengen overwon haar afkeer van dode mensen. Op het terrein van Het Nest aangekomen legde ze zijn lichaam voorzichtig neer om hem vervolgens nog een keer op te pakken. Christel probeerde hem op te tillen maar zijn lange benen bleven over de grond slepen toen ze naar de voordeur van Het Nest liep. Terwijl de tranen over haar wangen liepen klopte ze op de deur…
Een huilende Molly opende de deur.
“Ik heb Bill meegenomen,” was het enige wat eruit de mond van Christel kwam.
Fred leviteerde het lichaam naar zijn oude kamer en legde het op het bed.
De stilte en het verdriet dat er in Het Nest heerste vormde het grootst mogelijke, denkbare contrast met de vreugde die er normaal gesproken heerste.
Huilend zaten Hermelien, Christel en de familie Wemel bij elkaar niet in staat om ook maar een woord uit te brengen. Na ongeveer een half uur huilen verbrak George de stilte: “Iemand moet Charlie en Fleur nog inlichten.”
“Ik ga wel,” zei Hermelien die zich hier een toch beetje ongemakkelijk voelde.
De gehele nacht zaten ze bij elkaar samen met Fleur en de kleine Fiona en Daphne en natuurlijk Charlie. Rouwend om het verlies van Bill. Remus was later die avond ook nog even langs geweest. Hij condoleerde ons. Toen pas besefte Ron werkelijk dat Bill, zijn favoriete broer, voorgoed weg is.
“Hoe is de confrontatie afgelopen,” vroeg Hermelien aan Remus.
“We hebben een nieuwe Minister van Toverkunst. Jeweetwel,” antwoordde Remus verbitterd. |
|
|
|
|
Weasley_Girl
1e jaars
Verdiend:
258 Sikkels
Woonplaats: Logeert gezellig bij de Wemels
|
Geplaatst:
Do Nov 13, 2008 18:14 |
|
Hoofdstuk 28: De begrafenis
Het is twee dagen geleden dat die bizarre avond zich heeft afgespeeld. Ik kan het nog steeds niet bevatten dat iemand in staat is een ander te vermoorden als die met de rug naar je toe staat. Het is telkens weer hartverscheurend om het droevige gezicht van Ron en zijn familie te zien. Telkens weer voel ik ook bij mezelf weer de tranen opkomen. Bill heeft het niet verdient te sterven. Hij heeft het niet verdient om nu al gescheiden te worden van zijn vrouw en zijn twee kleine dochtertjes. Hij heeft het niet verdient om op zo’n laffe manier vermoord te worden.
Ik voel een traan over mijn wang glijden als Charlie’s speech op de begrafenis hoor. Het is niet eerlijk. Niet voor Bill. En niet voor de rest van de Wemels. Ik vind het knap dat het Charlie lukt om wat te zeggen. Ik denk niet dat ik in staat zou zijn ook maar een zinnig woord uit te brengen.
“Het is niet eerlijk, Bill. Je had het me beloofd. Je heb me beloofd dat jij, als mijn oudere broer, er altijd voor me zal zijn. Waar ben je nu dan,” roept Charlie die hysterisch begint te huilen. “Ik heb je nodig. Waar ben je. Je hebt het beloofd,” zegt Charlie snikkend die door Tops weg wordt begeleid. Weg van het podiumpje waar hij zijn speech hield.
Nu nemen Fred en George het woord over. Ook zij hebben het zwaar. De afgelopen dagen leken ze amper op zichzelf. Zo serieus maar intens verdrietig heb ik de tweeling nog nooit meegemaakt. Samen lukt het ze om toch nog een paar woorden te spreken over het verlies van hun broer Bill. Nu is het de beurt aan Ron om wat te gaan zeggen.
“Kom je alsjeblieft mee,” vraagt Ron met een klein stemmetje.
Ik knik en loop zonder Ron’s hand los te laten naar het podiumpje.
“Hij was niet zomaar een broer, hij was mijn oudste broer. Hij was mij lievelingsbroer,” sprak Ron. “Sorry, Fred, George en Charlie maar zo zag ik hem wel. Hij was degene met wie ik alles kon delen. Hij was ervoor me als Fred en George weer eens vervelend tegen me waren. Hij was ervoor me als Charlie weer eens gevaarlijke dingen wilde doen maar ik niet durfde. Hij er altijd voor me. Ik mocht hem graag. We hielden van de zelfde muziek. En we houden beide van een dappere, knappe vrouw.”
Terwijl hij dit zei, keek in de heldere blauwe betraande ogen. Ik zie dat hij het moeilijk heeft. Bemoedigend knijp ik hem zachtjes in zijn hand.
“Mam, zei het vroeger altijd al. Ronald, van al je broers lijk je het meest op Bill. Maar als je ook je haar laat groeien zorg ik er persoonlijk voor dat het niet langer wordt dan je oren,” zei Ron met een waterige lach als hij terugdenkt aan de zoveelste discussie tussen zijn moeder en Bill over zijn haar.
“Maar Bill, ik mis je zo. Ik voel me schuldig. Ik had je nooit moeten vragen of je je voorwilde doen als Harry. Het spijt me zo. Ik denk niet dat het mezelf ooit kan vergeven. Door mij ben je nu dood. Door mij voelt het als of er een deel van onszelf ontbreekt dat we voorgoed moeten missen,” zei Ron die nu in tranen is uitgebarsten.
“Het is niet jouw schuld Ron. Bill wilde zelf helpen. Hij wilde zich graag als Harry voordoen. Zoals is Bill nu eenmaal. Dapper, nergens bang voor en nooit te beroert om te helpen,” zei Christel.
“Weet ik. Maar het voelt wel zo,” zei Ron.
“Het is niet meer jouw schuld dan mijn schuld. Het was ten slotte mijn idee dat iemand zich voor moest doen als Harry,” zei Christel.
Christel kijkt in de verbaasde gezichten van de genodigden. Ze heeft helemaal niet in de gaten gehad dat iedereen mee kon luisteren.
“Ginny, volgens mij mag jij nu wat zeggen,” zei Christel.
Terwijl Ginny begint te praten loost Christel Ron naar zijn plaats. Zag ze dat nou goed? Keek Fleur echt boos? Ik zou me wel vergist hebben dacht Christel. Fleur kan nu toch onmogelijk boos zijn? Christel zette deze vreemde gedachte van zich af. Fleur is nu toch veel te verdrietig om boos te kunnen zijn.
Aandachtig luistert Christel naar wat Ginny en Arthur te vertellen hebben. Ook Molly probeert iets te zeggen maar faalt hier hopeloos in. Arthur is de enige persoon die Molly de afgelopen dagen een beetje heeft kunnen kalmeren.
De laatste die naar het podium loopt is Fleur, Bill’s vrouw. Ook zij houdt een mooi speech over Bill. Christel en Ron kunnen zich duidelijk vinden in alles wat zij zegt.
“Het is jammer dat we hem nu moeten missen,” zegt Fleur. “Maar het is een schande, dat we hem nu moeten missen omdat hij een laf jong broertje heeft. Het is zijn schuld dat hij er nu niet meer is.”
De genodigden reageren geschokt. Wil ze echt iemand anders naast Jeweetwel de schuld van Bill’s dood geven. Probeert ze echt, Ron de schuld te geven?
“Het is zijn schuld samen met dat laffe schouwervriendinnetje van hem. Christel en Ron zijn de ware reden dat hij dood. Ik wil ze dus nooit meer in mijn leven zien of spreken. Ik eis dat ze nu van de begrafenis worden verwijderd,” roept Fleur boos.
Verbaasd laat Christel zich meevoeren door een bewaker. Naast haar wordt ook Ron door een paar bewakers afgevoerd.
“Ik heb het recht hier te zijn,” roept Ron, “Bill is mijn broer.”
Stil en nog steeds in shock zit Ron op een stoel in Het Nest. Ben ik echt zojuist van de begrafenis van Bill verwijdert? Vind Fleur mij echt schuldig aan de dood van Bill?
Ben ik schuldig aan Bill’s dood?
“Wil je zo nog langs zijn graf,” vraagt Christel met een bezorgde toon in haar stem.
“Ja.”
Samen loop met Christel naar het graf dat aan de rand van het dorp ligt. Het is er stil. Het moet al uren geleden zijn dat de begrafenis afgelopen is. Een begrafenis die ik maar half bij heb kunnen wonen dacht Ron bitter.
Voorzichtig leggen Christel en Ron beide hun witte lelies op het graf bij de rest van de lelies. Elke lelie is neergelegd door een van de mensen die bij de begrafenis aanwezig waren.
“Dag Bill. Ik zal je missen. Ik zal je nooit vergeten,” zei Ron die zich naar de steen van het graf toeboog.
“Ron. Ik dacht al dat je hier zou zijn,” zei Ginny.
“Ik wil je laten weten dat wij, je broers, je ouders en ik, je niet zien als schuldige. Ik denk dat niemand je als schuldige ziet behalve Fleur. Ik denk dat het niet lang zal duren voordat ze beseft dat jij en Christel niet schuldig zijn aan Bill’s dood.”
“Dank je,” zei Ron zacht.
“Ik hoop dat deze rare gedachte bij Zeur snel verdwijnt,” zei Ginny.
“Wees daar maar niet zo zeker van,” zei Gabrielle het zusje van Fleur en tevens een goede vriendin van Ginny die met haar mee was gelopen. “Fleur is namelijk nog al koppig. Als je maar weet dat niemand anders jullie als schuldigen ziet,” zei Gabrielle.
“Zullen we nu ook maar teruggaan,” vroeg Christel na ongeveer twee uur bij het graf van Bill te hebben gestaan. Christel wreef nogmaals of haar armen. Het was een stuk kouder geworden en ook donkerder.
“Ga jij maar, ik blijf nog even,” zei Ron die naast het graf van Bill was gaan zitten.
“Weet je zeker dat je niet mee wilt,” vroeg Christel.
“Ik weet het zeker,” antwoordde Ron met een vastberaden stem.
Langzaam liep Christel terug naar Het Nest terwijl ze een verkleumde Ron op de begraafplaats achterliet. Christel maakt zich zorgen om hem. Hij zal zich toch niet nog steeds schuldig voelen? Vastbesloten om hem dit de volgende morgen uit zijn hooft te praten liep Christel Het Nest in. Naar het drinken van een paar vuurwhisky, ging ze net als de rest emotioneel uitgeput naar bed. |
|
|
|
|
|
|