Harry Potter Forum index
Dit forum is gesloten. Bezoek nu de vernieuwde versie van HPF!
 Harry Potter Forum gesloten  •   Inloggen

 Vier helften, twee cirkels Volgende onderwerp
Vorige onderwerp

Sla dit onderwerp op als textbestand
Poll :: Wat vinden jullie van deze Fanfic??

Yay, super, verder verder!!
57%
 57%  [ 8 ]
Leuk, schrijf nog ff door;)
28%
 28%  [ 4 ]
Hmm... heb wel eens iets slechters gelezen:)
0%
 0%  [ 0 ]
Tsjah... niet echt leuk
7%
 7%  [ 1 ]
Bah... boring
7%
 7%  [ 1 ]
STOP!! NU!!
0%
 0%  [ 0 ]
Totaal aantal stemmen : 14


Auteur Bericht
Mauwreentjj
Dreuzel
Dreuzel


Verdiend: 56 Sikkels


Mauwreentjj is offline. 
BerichtGeplaatst: Do Sep 04, 2008 12:30 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hee allemaal:D
Dit is mijn eerste fanfic, en een helemaal origineel idee(denk ikXD)
Het is Ginny/Harry Lily/James(waaah,, dat klinkt echt als romantische prutXD)
Maar plz wel ff laten weten wat je er ervan vindt!!! endan nu... [tromgeroffel]: Het Proloog:)


Proloog

‘Harry! Ron! Hermelien! Ginny! Kom beneden! Er is iemand die jullie wil spreken!’ riep Molly Wemel. Ze glimlachte even naar de Minister van Toverkunst, die bij haar in de woonkamer stond.
‘Het spijt me, Minister, ze komen eraan. Wilt u een kopje thee?’
Romeo Wolkenveldt glimlachte en knikte.
‘Graag, Molly,’ zei hij. Mevrouw Wemel liep naar de keuken en begon thee te zetten. Even later kwamen Harry Potter, Hermelien Griffel en Ron en Ginny Wemel binnen.
‘Romeo!’ zei Harry. ‘Alles goed?’
Romeo gaf ze een hand en gebaarde dat ze op de bank moesten gaan zitten.
‘Het is goed jullie weer eens te zien,’ zei hij. ‘Het is nogal druk op het Ministerie, maar verder is alles goed. Maar ik ben hier niet om gezellig bij te kletsen. Ik ben gekomen vanwege het testament van Remus Lupos.’
Het viertal keek hem verbijsterd aan.
‘Maar- maar gaat dat niet allemaal naar zijn zoontje Teddy?’ vroeg Hermelien.
‘Het grootste deel wel,’ glimlachte de Minister. ‘Maar dit deel is voor Harry Potter.’
Hij wees op vier grote papieren tassen die aan zijn voeten stonden.
‘Wat is dat?’ vroeg Harry nieuwsgierig.
‘Ik weet het niet precies,’ zei Romeo. ‘Maar ik heb hier een brief van Remus, waar het waarschijnlijk wel in staat.’
Hij overhandigde Harry een envelop, waarop Harry James Potter stond. Harry maakte hem open en vouwde een groot stuk perkament uit. Hij liet zijn ogen over de brief glijden. Langzaam trok de kleur weg uit zijn gezicht.
‘Wat is het?’ vroeg Ron. ‘Lees voor!’
‘Beste Harry’ begon Harry.

Je hebt altijd verlangd naar informatie over je ouders, dat weet ik. Sinds Sirius’ dood heb ik alle gewenste informatie in handen gehad. Wees niet boos, Harry, wees alsjeblieft niet boos. Perkamentus heeft dit uit jullie huis gehaald, een paar dagen na de dood van je ouders. Hij heeft ze nadat jullie Sirius hebben gered aan hem gegeven, maar na Sirius’ dood heb ik ze gekregen. Ik moest beloven het niet aan jou te geven voordat Voldemort dood was. En nou is Voldemort dood, dus hier is het.
Je vraagt je vast en zeker af wat het is. Harry, je moeder was een goedgeordend mens. Dit zijn de dingen die ze heeft geordend: dagboeken, brieven en fotoboeken. Alle herinneringen aan je ouders, aan je moeder. Ik moet toegeven dat ik heb gelezen, Harry. Niet hier en daar wat, maar alles. Ik hoop dat je dat niet erg vindt.
Harry, met mij, als laatste van de Marauders, is misschien alle informatie over het verleden van je ouders verdwenen. Maar misschien ook niet. Je moeder had vriendinnen op Zweinstein. Ik weet niet of ze nog leven, laat staan waar ze zijn. Maar zoek ze op, Harry, zoek ze op. Dat is het beste wat je kunt doen.
Ik weet dat James, Sirius, Peter en ik niet op ons best naar voren komen. Geloof me, we hadden ook onze goede kant, al kende Lily die niet zo goed…
Dan wil ik je nog een ding vragen. Jou, en Ron en Hermelien, en eventueel Ginny (als jullie nog samen zijn). Ik weet dat ik de oorlog tegen Voldemort niet zal overleven. Ik vind het niet erg. Ik heb genoeg van mijn ‘harige probleempje’ en ik mis mijn vrienden. Toch is er een ding, iets wat ik verschrikkelijk zal missen: het opgroeien van Teddy. Daarom vraag ik je: zorg voor hem, zo goed als je kunt. Beloof het me, Harry. Beloof het.
Je vriend en bewonderaar,
Remus Lupos


‘Ik beloof het, Remus,’ fluisterde Harry, terwijl hij naar buiten keek.
Ginny, die naast hem zat, pakte zijn hand, en Ron en Hermelien keken hem aan.
‘Harry,’ zei Ginny. Harry scheurde zich los van de brief en keek zijn vriendin aan.
‘Harry,’ herhaalde ze. ‘Dit is geweldig.’
‘Ja,’ zei Harry zacht. ‘Ja, ik weet het.’
Romeo stond op.
‘Ik moet weer verder. Bedankt voor de thee, Molly.’
En terwijl mevrouw Wemel de Minister van Toverkunst uitliet, bleven de vier tieners verbijsterd achter op de bank.

Dus,, hier het proloog:) snap je een beetje hoe ik dit ga doen?? mooi:) ik zal over een week weer posten,, dan hebben jullie de tijd om te reageren;)
XX




Profiel bekijkenStuur privébericht
Mauwreentjj
Dreuzel
Dreuzel


Verdiend: 56 Sikkels


Mauwreentjj is offline. 
BerichtGeplaatst: Do Sep 11, 2008 12:17 Terug naar boven Sla dit bericht op

Heej allemaal:-)
Vandaag het eerste hoofdstuk van mijn fanfic:) helaas moest in dit stukje een stuk uit HP7,, om het verhaal kloppend te maken,, dat zal nog wel een paar x gebeuren,, maar niet te veel;-) Ow,, btw,, ik kon niet laten om ook uit James' POV te schrijven,, maar dat komt doordat ik vind dat een L/J verhaal niet zonder James' gevoelens enzo kan:-)
mjaah,, nu het verhaal!! reacties zijn altijd welkom!!
XX Mauwreentjj


Hoofdstuk 1

Ron, Harry, Hermelien en Ginny waren de rest van de dag bezig de tassen uit te zoeken. Om half 11 kwam mevrouw Wemel binnen, toen ze net klaar waren.
‘En nou gaan jullie naar bed. Er is morgen weer genoeg te doen,’ zei ze. Harry zuchtte. Eigenlijk wilde hij nu gaan lezen, maar ergens was hij opgelucht. Opgelucht? Waarom? vroeg hij zichzelf af, terwijl ze de trap opliepen. Angst voor wat er in staat? Angst voor wat er is gebeurd? Harry schudde zijn hoofd. Voor de deur van Ginny’s kamer bleef hij staan, terwijl Ron doorliep. Hermelien liep de kamer in, maar Ginny wachtte voor wat hij ging zeggen. Harry sloot de deur en pakte zijn toverstok.
‘Murmelio’ mompelde hij, zodat Hermelien hem niet zou horen. Hij draaide zich om naar Ginny en kuste haar zacht op haar mond.
‘Ginny, ik moet je wat vragen,’ begon hij. ‘Ik weet dat dit gek zal klinken, maar- Oké, ik wil die dagboeken lezen, ik wil op dit moment niets liever. Maar toch… diep van binnen houdt iets me tegen- een soort angst, denk ik…’ Ginny keek naar hem op.
‘Angst voor de spoken uit het verleden,’ zei ze met zachte stem. Het was geen vraag, meer een stelling. Harry knikte.
‘Ja, zoiets…’ Hij staarde even voor zich uit, voordat hij zich weer op Ginny richtte.
‘Maar, wat ik dus wou vragen… Ginny, wil jij het samen met mij lezen?’ Ginny glimlachte en knikte.
‘Met liefde,’ grijnsde ze. Harry glimlachte, gaf haar nog een kus en liep toen naar boven, naar Rons kamer.

De volgende dag, na het ontbijt, nestelden Harry en Ginny zich samen op de bank. Harry had een rood boek met een stoffen kaft en een rode map met brieven bij zich. Toen ze zaten, sloeg Harry het boek open. Samen met Ginny stortte hij zich in het avontuur, het avontuur van zijn ouders…

21 juli 1970
Lief dagboek,
Vandaag is er iets vreemds gebeurd… Het begon allemaal toen ik besloot met Petunia naar de speeltuin te gaan.

De zusjes Petunia en Lily Evers verlieten opgewekt de villa van hun ouders. Terwijl Petunia vertelde over St. Julia’s School voor Jonge Dames, waar ze net haar eerste jaar had afgerond, liepen ze gearmd in de richting van de speeltuin, twee straten verderop. Ook al waren de twee zusjes, toch leken ze totaal niet op elkaar. Petunia was mager, leek op een paard en had zwart haar, grijsblauwe ogen en een lange nek. Haar kleren waren kleurloos: zwart, wit of zachtroze. Lily echter, was het meest kleurrijke meisje dat je je kon indenken. Ze was slank en elegant. Haar lange haren waren glanzen donkerrood en zacht krullend, bijna golvend, haar ogen waren amandelvormig en heldergroen en haar kleren waren altijd kleurrijk. Petunia was dof, maar Lily straalde als een heldere ster. En niet alleen qua uiterlijk, ook qua innerlijk… Petunia leefde haar leven zoals haar ouders dat zeiden: ze gedroeg zich keurig en beleefd, hoewel ze een groot talent voor roddelen en gluren had. Ook deed Petunia alleen aardig tegen mensen die ze aardig vond, oftewel: mensen waar niks geks aan was. Petunia was het standaard meisje dat je vond op een school als St. Julia’s School voor Jonge Dames. Maar Lily… Ja, Lily was interessant. Ze ‘vergat’ meestal de gedragscode van haar ouders en werd dan nieuwsgierig en brutaal. Toch was ze altijd aardig, een echte rasoptimist. Lily haalde bij de meeste mensen het beste naar boven, en wist altijd de goede kanten van de mensen te vinden… Nou ja, bijna altijd. Er was één persoon op de wereld, die zich slechter ging gedragen in haar bijzijn, en van wie Lily de goede kanten weigerde te zien. Maar die persoon is nog niet van belang in dit verhaal. Terug naar Lily. Er was nog een ding waardoor iedereen Lily Evers mocht. Ze had altijd een aura van mysterie om zich heen hangen, waardoor ze mensen intrigeerde en men haar beter wilde leren kennen.
Hoewel Petunia en Lily zo verschillend waren, waren ze toch de beste vriendinnen. Petunia was 12, en het grootste deel van het jaar weg naar het eerder genoemde internaat, terwijl Lily, met haar 10 jaar (hoewel men haar, gezien haar intelligentie, haar ouder schatte) nog een jaar op de basisschool te gaan had. Daarna zou ook zij naar een beroemd internaat vertrekken, vol met kinderen van rijke ouders.
Maar nu, na deze interessante studie van onze personages, terug naar deze 21e juli in het jaar 1970, de dag waar Lily’s dagboek begint, de dag van die vreemde gebeurtenis… Lily en Petunia waren nu aangekomen bij de speeltuin en liepen lachend naar de schommels.
“Terwijl Lily hoger en hoger schommelde, bleef Petunia op normale hoogte, terwijl ze angstig naar haar jongere zusje keek.
‘Niet doen, Lily!’ gilde Petunia.
Maat Lily had de schommel op het hoogste punt van zijn baan losgelaten, vloog letterlijk door de lucht en beschreef schateren een grote boog, als een trapezeartiest. Ze smakte niet op het harde asfalt neer, maar bleef veel te lang zweven en landde veel te lichtjes.
‘Mama zei dat dat niet mocht!’
Petunia stopte haar schommel door knarsend en knerpend met de hielen van haar sandalen over de grond te schrapen en sprong overeind, met haar handen op haar heupen.
‘Dat mocht niet van mama, Lily!’
‘Er is toch niets gebeurd?’ zei Lily giechelend. ‘Kijk eens, Tuuntje. Kijk eens wat ik nog meer kan.’
Petunia keek om zich heen. De speeltuin was verder verlaten. Lily raapte een bloem op die van een struik was gevallen. Petunia liep naar haar toe, heen en weer geslingerd tussen afkeuring en nieuwsgierigheid. Lily wachtte tot Petunia vlakbij was en het goed kon zien en strekte toen haar hand uit. De bloem lag op haar handpalm en opende en sloot zijn blaadjes als een bizarre, veelschelpige oester.
‘Hou op!’ gilde Petunia.
‘Ik doe toch niks?’ zei Lily, maar ze sloot haar vingers om de bloem en gooide hem weer op de grond.
‘Het hoort niet!’ zei Petunia, maar ze volgde de vallende bloem met haar ogen. ‘Hoe doe je dat?’ vroeg ze en er klonk iets van hunkering door in haar stem.
‘Dat is toch duidelijk?’ Achter de struiken kwam een jongen tevoorschijn. Hij was mager, zijn zwarte haar was te lang en zijn kleren waren zo’n merkwaardig mengelmoesje dat het leek alsof hij zich opzettelijk zo gekleed had: een te korte spijkerbroek, een haveloze en veel te grote jas die van een volwassene had kunnen zijn en een merkwaardig overhemd dat meer op een soort kiel leek.
Petunia gilde en holde terug naar de schommels, maar hoewel Lily schrok, bleef ze staan. De jongen had er kennelijk spijt van dat hij zich had laten zien en keek met een dofrode blos op zijn tanige wangen naar Lily.
‘Wat is duidelijk?’ vroeg Lily.
De jongen leek nerveus, maar ook opgewonden. Met een blik op Petunia, die nu naast de schommels stond, fluisterde hij: ‘Ik weet wat je bent.’
‘Hoe bedoel je?’
‘Je… je bent een heks,’ zei de jongen.
Lily keek beledigd.
‘Dat is ook niet aardig om te zeggen!’
Ze draaide zich om en liep met haar neus in de lucht terug naar haar zus.
‘Nee!’ zei de jongen. Hij was vuurrood en holde flapperend achter de meisjes aan, als een potsierlijke vleermuis.
De zusjes staarden hem afkeurend aan en hielden zich vast aan een paal van de schommel, alsof dat de buutplaats was bij tikkertje.
‘Dat ben je wel,’ zei Sneep tegen Lily. ‘Je bent echt een heks. Ik hou je al een tijdje in de gaten. Maar dat geeft niks. Mijn moeder is ook een heks, en ik ben een tovenaar.’
Petunia’s lach leek op een plens koud water.
‘Een tovenaar!’ krijste ze. Ze durfde weer, nu de eerste schrik voorbij was. ‘Ik weet heus wel wie je bent! Je bent die jongen van Sneep! Ze wonen aan de rivier, in het Weverseind,’ zei ze tegen Lily, en uit haar toon bleek duidelijk dat de jongen door het adres niet in haar achting steeg. ‘Waarom zat je naar ons te gluren?’
‘Ik zat niet te gluren!’ zei Sneep, rood en ongemakkelijk. In de felle zon viel op hoe vuil zijn haar was. ‘Naar jou zou ik niet gluren!’ voegde hij er hatelijk aan toe. ‘Jij bent een Dreuzel!’
Petunia kende dat woord niet, maar de toon van de jongen was onmiskenbaar.
‘Kom, Lily! We gaan!’ zei ze schril. Lily volgde haar zus gehoorzaam en keek nog even boos achterom naar de jongen. Die staarde hen na terwijl ze hooghartig naar de uitgang van de speeltuin marcheerden.”
(Harry Potter en de relieken van de Dood, J.K. Rowling, p. 472-473)

Om nog even terug te komen op die persoon, die Lily niet het beste naar boven deed halen, en van wie ze niet de goede kanten kon zien. Op dit moment bevond die persoon zich honderden kilometers bij Lily Evers vandaan. Sterker nog, die persoon en Lily Evers kenden elkaar niet. Nog niet. Maar voordat die elkaar kunnen leren kennen, moet ik jullie eerst even die persoon beschrijven.
Nou ja, dat maakt ook niet uit. Onze persoon was opgegroeid in het dorpje Goderic’s Eind. Hij was enig kind, en daardoor was hij zijn hele, korte, tienjarige leven vertroetelt door zijn ouders. Hij kreeg alle aandacht die hij wilde, van zijn ouders en van belangrijke bezoekers van zijn ouders. Dit maakte hem zelfverzekerd, om niet te zeggen arrogant. Omdat zijn ouders vaak druk waren, was hij veel alleen thuis, waardoor hij zijn gang kon gaan. Dit had hem verschillende trucjes en leuke grappen geleerd, die hij later nog veel zou gaan gebruiken.
Bovendien was die jongen een knappe jongen. Hij had warrig zwart haar, een bril en prachtige hazelnootbruine ogen. Hij was weliswaar op de leeftijd van 10 nogal klein en mager, dat zou veranderen zodra hij naar Zweinstein zou gaan. Maar daar hebben we het nu niet over. Het enige wat ik wou, was jullie kennis laten maken met deze jongen. Dames en heren, ik stel u voor: James Potter.


En nu is Petunia boos op mij. Ik ben zo in de war over wat die Severus zei… Ik bedoel- heksen bestaan toch niet? Maar die bloem dan? Ik zal morgen die jongen opzoeken en het hem vragen, ook al vindt Petunia het niet goed. Ik zou alles geven om niet naar dat domme St. Julia’s te hoeven… Maar ik moet nu naar bed, anders wordt mama boos.

Liefs, Lily


Harry keek Ginny even aan. Het was vreemd om over zijn moeder te lezen als een tienjarige, ook al kende hij die moeder niet. Ginny pakte zijn hand en kneep er even in. Harry glimlachte naar haar. Zo zaten ze samen op de bank, na te denken over wat ze hadden gelezen.

thnx voor lezen!!






Laatst aangepast door Mauwreentjj op Vr Okt 31, 2008 14:37; in totaal 1 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
Mauwreentjj
Dreuzel
Dreuzel


Verdiend: 56 Sikkels


Mauwreentjj is offline. 
BerichtGeplaatst: Ma Sep 15, 2008 16:17 Terug naar boven Sla dit bericht op

Heej,, hier weer een nieuw stukje... ik wou eerst vaste dagen doen,, maar dat gaat waarschijnlijk niet lukken!! Ik heb nog maar één reactie gehad:-( Plz,, mensen reageer!! Mjah nu eerst H2!!Smile
XX Mauwreentjj


Hoofdstuk 2

Zo gingen er een paar weken voorbij. Iedere dag lazen Harry en Ginny in Lily’s dagboek. Ze beschreef haar vriendschap met Sneep, haar strenge ouders en de jaloezie van Petunia. Het was interessant, maar het werd pas echt interessant toen ze, een week voor Harry’s achttiende verjaardag, lazen hoe Lily haar brief van Zweinstein kreeg, precies een jaar nadat Sneep haar had verteld dat ze een heks was…

21 juli 1971
Lief dagboek,
Vandaag was eindelijk het bewijs van Severus’ verhalen. De brief is gekomen en Petunia zag groen van jaloezie. Zoals Sev al had gezegd, kwam een leraar van Zweinstein om het uit te leggen aan papa en mama…

Lily stond op uit de zandbak waarin ze samen met Severus Sneep had zitten praten.
‘Ik moet gaan, Severus,’ zei ze. ‘Zie ik je morgen weer?’ Het gezicht van Severus lichtte even op bij het horen van zijn naam.
‘Ja, ik denk het wel,’ antwoordde hij. Lily glimlachte even.
‘Tot morgen dan. En… hou je taai, hè? Thuis?’ voegde ze eraan toe. Severus’ mond vertrok even bij het horen van het laatste woord, maar knikte toen.
‘Tot morgen,’ zei hij. Lily liep haastig de speeltuin uit. Ja, diezelfde speeltuin waar vandaag precies een jaar geleden, Sneep uit de bosjes was gesprongen en had geroepen dat Lily een heks was. Lily grijnsde bij de herinnering. Na die eerste ontmoeting had hij haar zoveel verteld over de tovenaarswereld. Maar eerst moest de brief komen. De brief! Lily’s hart sprong op bij de gedachte aan de brief. Ze liep haastig de keuken in en glimlachte naar de kokkin, Marthe, die zoveel meer moeder voor haar was dan haar echte moeder. Lily waste haar handen en begon toen Marthe te helpen met het klaarmaken van de lunch. Ze had Marthe alles verteld wat Severus haar had verteld, iets wat ze nog niet bij haar ouders had gedurfd. Lily was net bezig het brood te snijden, toen de bel ging. Ze hoorde haar moeder, Roos Evers, tegen iemand praten.
‘Lily,’ zei haar moeder, terwijl ze de keuken in kwam lopen. ‘Kom naar de salon, er is iemand die jou wil spreken.’ Snel waste Lily haar handen en liep toen naar de salon, aan de achterkant van de grote villa. Haar ouders waren allebei topadvocaat, dus ze waren nogal rijk. Zonder dat nogal dan. Ze dacht aan Severus, die haar had verteld over de school voor tovenaars en heksen. Zou dit het dan zijn? Ze haalde diep adem en deed toen de deur naar de salon open. Bij de salontafel zaten vier mensen: haar ouders, Roos en Harold Evers, haar zus Petunia en een vrouw, die ze niet kende. De vrouw had haar zwarte haar naar achteren getrokken in een strakke knot, haar grijze ogen stonden streng en haar lippen waren samengetrokken tot een smalle streep. Lily zag meteen dat je beter geen ruzie met haar kon hebben. De vrouw keek op van haar thee toen Lily plaatsnam op haar favoriete stoel bij de haard.
‘Lily Evers?’ vroeg ze streng. Lily knikte, plotseling verlegen.
‘Ik ben professor Anderling van Zweinsteins Hogeschool voor Hekserij en Hocus Pocus. Ik ben hier om u een plaats aan te bieden op Zweinstein.’ Lily keek haar met open mond aan. Dus Severus had gelijk gehad dacht ze.
‘Waarom?’ vroeg Lily nieuwsgierig.
‘Omdat u een heks bent,’ zei professor Anderling zonder omhaal. Meneer en mevrouw Evers keken elkaar verbijsterd aan.
‘Maar- maar heksen en tovenaars, die bestaan toch helemaal niet?’ stamelde meneer Evers. Professor Anderling draaide zich om. Even dacht Lily dat ze een glimlach op haar gezicht zag, maar even later was het verdwenen. Professor Anderling haalde een lange stok uit haar zak.
‘Zeker wel,’ zei ze. ‘Kijkt u maar.’ Ze wees met de stok op het lege theekopje dat voor haar stond en mompelde iets. Het kopje veranderde in een hamster, die nieuwsgierig over de tafel kroop. Mevrouw Evers slaakte een gilletje en Petunia staarde vol afschuw naar de hamster. Een zwiepje van de stok van professor Anderling en de hamster veranderde weer in het theekopje.
‘Wat voor school is het? En waar is deze school?’ vroeg mevrouw Evers.
‘Zweinstein bevindt zich in het noorden van Schotland. Het is een groot kasteel, waar de leerlingen zich het grootste deel van het jaar bevinden. In de zomervakantie gaan alle leerlingen naar huis, en in de kerst- en paasvakanties is er ook mogelijkheid om naar huis te komen. Het schooljaar begint per 1 september, dan vertrekt de Zweinsteinexpress om 11 uur vanaf perron 9¾ op King’s Cross Station.’
‘Perron 9¾?’ zei Petunia verbijsterd. ‘Dat bestaat niet!’
‘Het bestaat wel degelijk,’ antwoordde professor Anderling kalm. ‘Het bestaat wel degelijk. Het is normaal niet toegankelijk voor Dreuzels, alleen is er voor u de mogelijkheid mee te gaan om uw dochter uit te zwaaien.’
‘Dreuzels?’ vroeg meneer Evers verbijsterd. Professor Anderling knikte.
‘Niet-magische mensen,’ antwoordde ze. ‘U kunt er komen door recht op het hek tussen perron 9 en 10 af te lopen.’ Lily’s ouders knikten begrijpend.
‘Moet ik ook zo’n stok hebben?’ vroeg Lily nieuwsgierig. De magie met de bloemen en de schommel had ze zonder gedaan, maar professor Anderling knikte.
‘Jazeker. En ook boeken en gewaden.’ Lily zat zowat te springen van opwinding.
‘Waar kan ik die kopen?’ vroeg ze.
‘Op de Wegisweg. U moet naar de kroeg ‘De Lekke Ketel,’ Lily zal hem kunnen zien. Vraag naar Tom de Waard, hij zal u laten zien hoe u toegang krijgt tot de Wegisweg. Ga dan eerst naar Goudgrijp, de tovenaarsbank-’
‘Tovenaarsbank?’ onderbrak Petunia haar. Professor Anderling gaf haar een strenge blik.
‘Ja, een tovenaarsbank. Gaat u daarheen, daar kunt u uw geld omruilen voor tovenaarsgeld, waarmee u de schoolbenodigdheden voor uw dochter kunt kopen.’ Meneer en mevrouw Evers staarden professor Anderling aan, die een envelop van zwaar perkament uit haar zak haalde en die aan Lily gaf.
‘Hierin de officiële uitnodiging voor Zweinstein en de lijst met benodigdheden. Ik moet gaan. Ik zie u op 1 september op Zweinstein, mag ik hopen, juffrouw Evers?’ Ze keek even naar Lily’s ouders, die knikten. ‘Dan ga ik nu, ik heb nog meer te doen.’ Professor Anderling stond op en liep weg. Meneer en mevrouw Evers staarden haar na en Petunia keek jaloers naar Lily, die de brief openmaakte.
‘Een heks in de familie…’ zuchtte meneer Evers.

James Potter zat aan het ontbijt, terwijl zijn moeder in de keuken boterhammen voor zijn vader klaarmaakte. Opeens hoorde ze haar zoon een doordringende kreet slaken en haastig liep ze terug naar de eetkamer.
‘James? Wat is er aan de-’ Ze keek naar haar zoon die met zijn neus tegen het raam gedrukt stond.
‘Kijk, mama,’ zei hij opgewonden. ‘Een uil! Zou dat eindelijk de uil van Zweinstein zijn?’ Haastig liep Anna Potter naar het raam, waar ze het stipje langzaam groter zag worden. Snel deed ze het raam open en de uil landde in het bord havermout waarvan James even daarvoor had zitten eten.
‘Het is hem! Het is hem!’ juichte hij. James scheurde ongeduldig de envelop open. De deur van de eetkamer ging open en James’ vader, Gerard Potter, kwam binnen.
‘Papa, papa! De brief van Zweinstein is er!’ riep zijn zoon. Er verscheen een brede glimlach op het gezicht van meneer Potter.
‘Dat is mooi, jongen,’ zei hij, terwijl zijn vrouw hem zijn boterhammen aangaf. ‘Dan moeten we vandaag maar een tripje naar de Wegisweg maken, nietwaar?’


Dus nu heb ik eindelijk de brief waarover Severus zo vaak heeft verteld. We gaan zaterdag naar de Wegisweg, waar professor Anderling ons over heeft verteld. Papa en mama nemen allebei een dagje vrij, waar Petunia niet tegen kan. Toen zij naar St. Julia’s ging, ging alleen mama met haar mee om de spullen te kopen. Maar dit is wel iets anders… Maar ik moet nu gaan slapen, welterusten!

Liefs, Lily


Ginny kroop lekker tegen Harry aan.
‘Dus hier begint het grote Zweinstein avontuur voor je moeder,’ zuchtte ze. Harry grinnikte en drukte een kus op haar hoofd.
‘Ja,’ zei hij. ‘En als je er eenmaal in bent, kom je er nooit meer uit.’






Laatst aangepast door Mauwreentjj op Vr Okt 31, 2008 14:38; in totaal 1 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
Mauwreentjj
Dreuzel
Dreuzel


Verdiend: 56 Sikkels


Mauwreentjj is offline. 
BerichtGeplaatst: Di Sep 23, 2008 15:37 Terug naar boven Sla dit bericht op

haaii^^ hier weer een nieuw stukje:-) reacties graag!
XX Maureen
P.S. Ik heb Sirius hier ff zijn Engelse achternaam gegeven, omdat anders de volgorde die in DH staat niet klopt;-)



Hoofdstuk 3

Harry’s verjaardag, een week later, werd groots gevierd, aangezien het jaar daarvoor er nauwelijks feest was geweest. Iedereen van de voormalige Orde van de Feniks, Hagrid, Marcel Lubbermans en Loena Leeflang zaten met Harry, Hermelien en alle Wemels zaten in de achtertuin van het Nest. Toen tegen negenen iedereen op huis aanging, ging Ginny met een stuk taart op de bank zitten. Harry en zij hadden nog niks gelezen vandaag, dus hij zou zo wel komen, dacht ze.
En ja hoor, een half uur later kwam Harry naast haar zitten met ook een stukje taart en een zwart boek. Ginny kroop dicht tegen hem aan toen hij het boek opensloeg. Samen begonnen ze aan het tweede dagboek van Lily Evers…

1 september 1971
Lief dagboek,

Vandaag was het eindelijk zover: 1 september, mijn vertrek naar Zweinstein. Toch verliep niet alles even lekker…


Lily liep met haar ouders over het King’s Cross Station. Petunia liep een paar meter achter hen, met een chagrijnig gezicht. Meneer Evers duwde een karretje met een kooi met een prachtige steenuil en een mand met een jonge lapjeskat er boven op. Bij het hek tussen perron 9 en 10 aangekomen bleef het gezin staan.
‘Ga jij eerst, Lily? Papa gaat wel met je mee,’ zei mevrouw Evers. Lily knikte en liep samen met haar vader zenuwachtig op het hek af. Ze begonnen steeds sneller te lopen, tot het rennen werd. Lily sloot haar ogen, wachtend op de klap, maar die kwam niet. Ze renden gewoon door. Lily opende haar ogen en keek om zich heen. Ze stond op een perron, en op het spoor stond een vuurrode trein. Lily keek op de klok, precies op het moment dat haar moeder en haar zus het perron op kwamen. Het was kwart over 10, ze had nog drie kwartier tot de trein vertrok. Ze liep naar haar oudere zus toe, niet goed wetend wat te zeggen.
‘Tuuntje…’ begon ze, maar Petunia draaide zich om.
“‘Het spijt me. Tuuntje. Het spijt me echt! Hoor eens-’ Ze pakte de hand van haar zus (die zich weer had omgedraaid) en hield die stevig vast, ook al probeerde Petunia zich los te rukken. ‘Als ik er eenmaal ben – nee, luister nou! Als ik er eenmaal ben, kan ik aan professor Perkamentus vragen of hij zich wil bedenken!’
‘Ik – wil – helemaal – niet gaan!’ zei Petunia en ze trok haar hand los. ‘Denk je dat ik echt naar een of ander stom kasteel wil gaan om te leren hoe ik een – een –’
Haar bleke ogen gleden over het perron, over de katten die miauwden in de armen van hun eigenaars, over de uilen die fladderden en naar elkaar krasten in hun kooien en over de leerlingen. Sommigen droegen hun lange zwarte gewaden al en laadden hun hutkoffers in de vuurrode stoomtrein, of begroetten hun vrienden vrolijk na de lange zomervakantie.
‘- denk je dat ik een – een monster wil worden?’
De tranen sprongen in Lily’s ogen.
‘Ik ben geen monster!’ zei ze. ‘Wie zegt nou zoiets?’
‘Daar ga je anders wel heen,’ zei Petunia vol leedvermaak. ‘Een speciale monsterschool. Jij en die jongen van Sneep… een stelletje gedrochten, dat zijn jullie. Het is maar goed dat jullie apart worden gehouden van de normale mensen. Dat is voor onze eigen veiligheid.’
Lily keek even naar haar ouders, die het tafereel op het perron goed in zich opnamen en echt genoten van wat ze zagen, en zei toen zacht maar fel tegen haar zus:
‘Je vond het anders niet zo’n heel erge monsterschool toen je het schoolhoofd in die brief smeekte om ook te mogen komen!’
Petunia werd vuurrood.
‘Smeekte? Ik heb helemaal niet gesmeekt!’
‘Ik heb zijn antwoord gelezen. Dat was heel vriendelijk.’
‘Je had mijn brief niet –’ fluisterde Petunia. ‘Dat was mijn post – hoe kon je -?’
Lily verraadde zichzelf door even naar Severus te kijken, die niet ver bij hen vandaan stond. Petunia snakte naar adem.
‘Die jongen heeft hem gevonden! Jij en die jongen hebben stiekem in mijn kamer gekeken!’
‘Nee – niet stiekem –’ Nu werd Lily in de verdediging gedrongen. ‘Severus zag gewoon de envelop liggen en kon niet geloven dar een Dreuzel contact had opgenomen met Zweinstein. Dat is alles! Hij zegt dat er tovenaars als spionnen bij de post moeten werken –’
‘Ik weet nu wel dat tovenaars echt overal hun neus in steken!’ zei Petunia, die niet meer rood zag maar bleek. ‘Monster!’ snauwde ze tegen haar zus en ze liep hooghartig terug naar haar ouders…”
(J.K. Rowling, Harry Potter en de Relieken van de dood, p. 475-476)
Lily keek droevig naar haar oudere zus, toen boos naar Severus en liep toen naar haar ouders.
‘Ik ga een plaatsje zoeken in de trein,’ zei ze met een blik op de klok die inmiddels op half 11 stond. Ze omhelsde haar ouders uitgebreid en liep toen samen met haar vader naar de trein. Meneer Evers zette de hutkoffer, de kooi en het mandje in de trein, gaf zijn dochter een laatste kus en liep toen terug naar zijn vrouw en oudste dochter. Lily liep nog even mee, omhelsde haar moeder nog een keer en liep toen nog een keer naar haar zus toe.
‘Tuuntje…’ probeerde ze, maar Petunia draaide zich weer om. Lily haalde verdrietig haar schouders op en liep naar de trein. Ze sleepte haar spullen achter zich aan, op zoek naar een coupé, maar vond geen lege meer en plofte uiteindelijk maar bij twee nogal drukke
jongens neer. Lily kroop in het hoekje van de coupé en negeerde de tranen die over haar wangen liepen. Ze staarde voor zich uit, niet merkend dat de ene jongen steeds even naar haar keek…

Het meisje in de coupé… Er was iets aan haar, hij kon zijn ogen niet van haar af houden. Hij wierp nog een blik in haar richting. Ze staarde droevig voor zich uit en leek hem en zijn nieuwe vriend niet op te merken. Hij bekeek haar nog eens goed. Ze was slank, misschien iets langer dan hij. Haar donkerrode haar viel in golven over haar schouders en uit haar smaragdgroene, amandelvormige ogen drupte af en toe een traan. Waarom was ze zo verdrietig? James had de vreemde drang om haar te beschermen, haar te troosten. Er was iets aan haar wat hem aantrok.
De trein begon te rijden. Snel keek James weer uit het raam en zwaaide opgewonden naar zijn ouders. Hij grijsde naar zijn nieuwe vriend, Sirius Zwarts. Dit was het! Ze waren weg!
De deur van de coupé gleed open en Sirius gaf James een schop en grijnsde even. In de deuropening stond een jongen van hun leeftijd, alvast in zijn Zweinsteingewaad. Hij had een lange kromme neus en zijn zwarte haar was te lang en te vet. Hij keek even naar het meisje en ging tegenover haar zitten.
“‘Ik wil niet met je praten,’ zei ze met gesmoorde stem.
‘Waarom niet?’
‘Tuuntje heeft nu een h-hekel aan me. Omdat we die brief van Perkamentus hebben gelezen.’
‘Nou en?’
Ze keek hem vol afkeer aan.
‘Nou en? Ze is mijn zus!’
‘Ze is maar een –’ De jongen zweeg abrupt, maar het meisje probeerde onopvallend haar ogen te drogen en had hem niet gehoord.
‘Maar wij zijn onderweg!’ zei hij en hij kon de vreugde in zijn stem niet verhullen. ‘Dit is de grote dag! We zijn op weg naar Zweinstein!’
Ze knikte en veegde haar ogen af. Onwillekeurig moest ze toch een beetje glimlachen.
‘Ik hoop dat je in Zwadderich komt,’ zei de jongen, bemoedigd omdat ze weer een beetje was opgevrolijkt.
‘Zwadderich?’
James keek op toen hij dat woord hoorde.
‘Wie wil er nou bij Zwadderich? Ik denk dat ik meteen weer van school zou gaan, jij niet?’ vroeg hij aan de jongen die tegen over hem zat. Sirius lachte niet.
‘Mijn hele familie heeft op Zwadderich gezeten,’ zei hij.
‘Allemachtig,’zei James. ‘En je leek me best aardig!’
Nu grijnsde Sirius.
‘Misschien breek ik wel met de traditie. Waar zou jij voor gaan, als je kon kiezen?’
James hief een denkbeeldig zwaard op.
‘“Griffoendor, bekend om zijn dapperheid!” Net als mijn vader.’
De jongen naast hen maakte een schamper geluidje en James keek hem aan.
‘Heb je daar problemen mee?’
‘Nee,’ zei de jongen, ook al bleek dat niet uit zijn nogal minachtende uitdrukking. ‘Als je liever sterk dan slim wilt zijn –’
‘En waar wil jij dan heen? Volgens mij ben jij geen van beide!’ viel Sirius hem in de rede.
James schaterde het uit. Het meisje kreeg een kleur, ging rechtop zitten en keek vol afkeer naar James en Sirius.
‘Kom, Severus, dan zoeken we een andere coupé.’
‘Oooooo…’
James en Sirius imiteerden haar hooghartige toon en James probeerde de jongen pootje te lichten toen hij langsschuifelde.
‘We zien je nog wel, Secretus!’ riep Sirius, terwijl de coupédeur dichtsloeg.”
(J.K. Rowling, Harry Potter en de relieken van de dood, p. 477-478)
James zuchtte even en keek naar de plaats waar het meisje verdwenen was. Hij hoopte dat ze niet in Zwadderich belandde, al wist hij niet precies waarom. Hij draaide zich om naar Sirius.
‘Hoe zit het nou met jouw Zwadderich familie?’

Een uur later zat Lily rustig te kletsen met Severus. Opeens klonk er een zachte, nogal onzekere stem.
‘Lily Evers?’
Lily keek op. Haar mond viel bijna open bij het zien van het meisje dat in de deuropening van de coupé stond. Het meisje had steil bruin haar tot aan het onderste deel van haar rug en haar ogen waren helder bruin.
‘Tiffany O’Brien?’ zei Lily. Het meisje knikte. Tiffany O’Brien was de dochter van Robert O’Brien, de zakenpartner van meneer Evers. Lily kende Tiffany van de maandelijkse dinertjes die hun vaders hielden, om orde op zaken te stellen. Lily had een hekel aan die dinertjes en ze had vroeger regelmatig samen met Tiffany grappen uitgehaald, om ‘de boel een beetje op te fleuren’. Het enige probleem was, was dat hun vaders daar niet zo blij mee waren. Lily had vanaf haar zevende tot haar negende iedere maand twee weken huisarrest gehad. Toen, op haar negende, had haar vader gezegd dat als ze nog zo’n grap uithaalde, ze e zes maanden huisarrest zou krijgen. Toen was het snel afgelopen.
Lily klopte naast zich op de bank.
‘Kom zitten,’ zei ze. ‘Ik wist niet dat jij ook naar Zweinstein ging. Dat is trouwens Severus Sneep, mijn beste vriend.’ Severus glimlachte niet, maar keek haar alleen maar aan. Tiffany staarde terug.
‘Sev,’ zei Lily. ‘Dit is Tiffany O’Brien. Ik heb je verteld over meneer O’Brien, toch?’ Severus knikte even. Lily kletste een tijdje met Tiffany, dan weer even met Severus en dan weer met Tiffany. Beiden weigerden met elkaar te spreken. Toen het begon te schemeren, trok Lily Tiffany mee naar een andere coupé om hun gewaden aan te trekken. Een uur later minderde de trein vaart en kwam langzaam tot stilstand. Zenuwachtig stapte Lily samen met haar twee vrienden uit. Op het perron keek ze om zich heen.
‘Eerstejaars hierzo! Eerstejaars!’ stond een enorme gestalte te roepen. Tiffany leek even terug te deinzen bij het zien van de enorme man, maar Lily pakte haar hand en trok haar mee. Ze volgden de man naar een enorm meer, waar enorme bootjes aan de kant lagen. Iedereen stapte in en de bootjes voeren over het meer, in de richting van het enorme kasteel. Aan de overkant aangekomen, stapten de eerstejaars uit en volgden de reus naar de grote houten deur. De reus klopte aan en professor Anderling deed de deur open.
‘Ah, Hagrid, de eerstejaars. Volgt u mij maar.’ Ze volgden professor Anderling naar een kamer, waar ze een inleidend praatje hield, maar Lily luisterde niet. Ze stond zenuwachtig om zich heen te kijken en besefte dat de schilderijen aan de muur bewogen en fluisterden. Professor Anderling liep weg en de eerstejaars keken elkaar nerveus aan.
‘Tiff,’ fluisterde Lily. ‘Tiffany, kijk, de schilderijen bewegen.’ Tiffany staarde verbaasd naar de schilderijen. De deur van de kamer ging weer open en professor Anderling kwam binnen.
‘De Sorteerceremonie gaat beginnen. Ga allemaal in een rij staan en volg mij.’ Lily ging tussen Severus en Tiffany in staan en ze marcheerden een enorme zaal in, waar de rest van de leerlingen zaten. Lily voelde honderden blikken op haar gericht en ze werd er nog nerveuzer door. Professor Anderling zette een krukje neer en daarboven op legde ze een rafelige hoed. Lily staarde naar de hoed, toen een scheur aan de rand openging en de hoed begon te zingen. Lily staarde verbijsterd naar de hoed en besefte pas dat de hoed was gestopt met zingen toen ze het applaus van de rest van de zaal hoorde. Professor Anderling pakte een lijst uit haar zak en begon namen op te noemen. Lily keek hoe één voor één een leerling naar voren werd geroepen, de hoed opzette en de hoed een afdeling riep.
‘Black, Sirius,’ riep professor Anderling en de jongen uit de trein kwam arrogant naar voren gestapt. Er klonk zacht geroezemoes bij het horen van die naam en iedereen aan de tafel van Zwadderich ging rechtop zitten. Sirius zat lange tijd met de hoed op zijn hoofd, totdat de hoed uiteindelijk riep: ‘GRIFFOENDOR!’ De hele zaal werd doodstil en staarde naar Sirius. Sirius zelf keek ook verbaasd, maar toen begon Perkamentus te klappen. Toen barstte de tafel van Griffoendor te juichen en de Zwadderaars begonnen te joelen. Op het gezicht van Sirius brak een grijns door en hij liep naar de Griffoendor tafel. Lily snapte eerst niet waar deze commotie over was, maar toen dacht ze aan Sirius’ woorden in de trein.
‘Mijn hele familie heeft op Zwadderich gezeten,’ had hij gezegd.
‘Evers, Lily,’ zei professor Anderling, en zenuwachtig liep Lily naar voren. “Ze ging met trillende benen op het gammele krukje zitten. Professor Anderling zette de hoed op haar hoofd en nauwelijks een seconde nadat de hoed haar donkerrode haar had aangeraakt, riep hij al: ‘GRIFFOENDOR!’ Lily deed de hoed af, gaf hem terug aan professor Anderling en liep vlug naar de juichende Griffoendors, maar onderweg keek ze even achterom naar Severus met een triest glimlachje op haar gezicht. Sirius schoof een plaats op om plaats voor haar te maken op de bank. Lily sloeg haar armen over elkaar heen en keerde hem gedecideerd de rug toe.”
(J.K. Rowling, Harry Potter en de relieken van de dood, p.478)
Rustig wachtte Lily de rest van de Sorteerceremonie af. Ze hield haar adem even in bij het Sorteren van Severus, maar zoals ze al had verwacht, werd hij bij Zwadderich ingedeeld. Gelukkig zat Tiffany wel bij haar. Tijdens het wonderbaarlijke feestmaal maakte ze kennis met de andere nieuwe Griffoendors. Bij de meisjes waren dat Tiff, Marlène Magister, een meisje met lang blond haar en zachte blauwe ogen, Lies Smith, een meisje met een rond gezicht en bruin haar en Emmeline Vonk, met dikke bruine krullen en blauwe ogen. Bij de jongens waren er Sirius Zwarts, met zijn zwarte haar en grijze ogen, de andere jongen uit de trein die James Potter heette en warrig zwart haar, hazelnootbruine ogen en een bril had, Remus Lupos, een jongen met zandkleurig haar en blauwe ogen met grote wallen eronder, Peter Pippeling, een kleine, dikke ratachtige jongen en Frank Lubbermans, met zwart haar, die binnen een minuut zijn pompoensap wist om te gooien.
Na het feestmaal werden ze door de klassenoudste naar boven geleid, waar hen de slaapzaal werd geweest. Lily viel op haar hemelbed neer, om er tot de volgende morgen niet meer af te komen…


Ja, lief dagboek, het is een lange inspannende dag geweest. Morgen beginnen de lessen en ik kan niet wachten. Ik ga nu slapen, anders stoot ik het inktpotje om van vermoeidheid.

Liefs, Lily.


‘Dus,’ lachte Ginny. Harry glimlachte even.
‘Het is moeilijk om te lezen hoe mijn moeder vanaf het begin een hekel aan mijn vader had,’ zuchtte hij. Ginny keek even naar zijn gezicht, voordat ze het in haar handen nam.
‘Harry,’ zei ze. ‘Je ouders zijn uiteindelijk getrouwd, vergeet dat niet. Geen zorgen, er komt een happy end.’ Harry grijnsde en trok haar dichter tegen zich aan. Ze omhelsde hem en hij trok haar in een lange, zoete kus.
Na een paar minuten maakte Harry zich hijgend los.
‘Net als ons happy end?’ grijnsde hij en hij kuste haar opnieuw.






Laatst aangepast door Mauwreentjj op Vr Okt 31, 2008 14:40; in totaal 1 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
Mauwreentjj
Dreuzel
Dreuzel


Verdiend: 56 Sikkels


Mauwreentjj is offline. 
BerichtGeplaatst: Ma Sep 29, 2008 15:12 Terug naar boven Sla dit bericht op

Heej allemaal:-) Hier weer een nieuw stukje!! Maar jullie moeten echt meer gaan reageren, heb een beetje het gevoel dat ik voor Jan met de korte Achternaam aan het schrijven ben!! Dus: reageer!!
XX Mauwreentjj


Hoofdstuk 4

Harry zat een week later met Ginny, Ron en Hermelien aan het ontbijt, toen er vier uilen de keuken binnen kwamen gevlogen. Hermelien gaf een gilletje toen ze de uilen zag.
‘Brieven van Zweinstein!’ zei ze opgewonden. ‘Ik dacht dat wij niet meer zouden worden toegelaten.’ Ze grepen alle vier hun eigen brief. Harry’s brief voelde vreemd dik. Hij opende hem en zag iets glinsteren… en nog iets… Hij hield de brief onderste boven en er vielen twee badges uit. Hermelien gilde nog een keer.
‘Ik ben Hoofdmonitor! Kijk!’ Ze hield een badge omhoog. Ron keek naar Harry, die naar de twee badges voor zijn neus staarde.
‘Harry? Heb jij twee badges? Hoofdmonitor en aanvoerder?’ Iedereen staarde naar Harry. Harry haalde zijn schouders op.
‘Anderling zal wel niet om hem heen hebben gekund na zijn overwinning op Voldemort,’ grijnsde Ginny. Iedereen glimlachte even. Mevrouw Wemel kwam binnen.
‘Wat is er? Oh…’ Ze viel stil toen ze de badges zag en er brak een brede glimlach op haar gezicht door. ‘Gefeliciteerd Harry! Hoofdmonitor en aanvoerder van het Zwerkbalteam! En dan ben je niet eens klassenoudste geweest! Er is maar een keer eerder zoiets gebeurd… en dat was je vader.’ Harry staarde haar aan.
‘Mijn vader was óók geen klassenoudste, maar wel Hoofdmonitor?’ zei hij verbaasd. Mevrouw Wemel knikte.
‘En aanvoerder van het Zwerkbalteam,’ voegde ze eraan toe. Er brak een brede grijns op Harry’s gezicht door. ‘Nou, eet je ontbijt op. We gaan zaterdag naar de Wegisweg.’ De vier knikten en aten snel door.

Die middag ploften Harry en Ginny op het bankje in de tuin. Ze zaten even te genieten van de zon en van elkaar, toen Ginny over Harry’s Hoofdmonitorschap begon.
‘Dus, meneer de Hoofdmonitor,’ lachte ze. ‘In de voetsporen van je vader nietwaar?’ Harry lachte ook en trok toen het zwarte boek weer tevoorschijn. Ginny glimlachte en ging dicht tegen hem aan zitten, terwijl Harry de goede bladzijde opensloeg…

23 september 1971
Lief dagboek,
Ik kan je verzekeren dat Zweinstein ge-wel-dig is. Het is een prachtig kasteel, met zoveel magie. En de lessen zijn geweldig…

‘Liiiiiiiiily!’ Lily kreunde. ‘Lily! Het is half 8! We hebben nog een half uur tot ontbijt!’
‘Tiff,’ mompelde Lily. ‘Hou je mond.’ Ze kwam overeind en strompelde naar de badkamer. De derde week van school was begonnen.
Later liep Lily met Tiff, Emmeline, Lies en Marlène naar de Grote Zaal voor ontbijt, toen een grote groep mensen de gang blokkeerde. Met z’n vijven drongen ze zich door de menigte. Toen ze eenmaal in het midden van de cirkel van lachende mensen waren, viel Lily’s mond open. Severus was net getroffen door de Vloek van Beentjeplak, terwijl Potter en Zwarts bijna in hun broek plasten van het lachen. Hun twee beste vrienden, Remus Lupos en Peter Pippeling stonden er naast. Lupos keek half afkeurend, half lachend hoe Severus in de lucht wankelend op zijn voeten stond, en Pippeling keek bewonderend naar zijn vrienden.
‘Niet weer…’ zuchtte Lily tegen Tiff. ‘Ik vrees dat ik Severus even moet bevrijden.’ Tiff haalde haar schouders op.
‘Je doet maar,’ mompelde ze. Tiff hield zich aan de regel van Griffoendor vs. Zwadderich en had een hekel aan Severus. Lily keek even nijdig naar haar vriend, ze had ten minste op een beetje steun gerekend, maar maakte zich toen los uit de menigte. Ze haalde diep adem en deed toen haar mond open.
‘Maak hem los. Nu.’ Lily maakte haar stem zo ijzig mogelijk. Potter en Zwarts draaiden zich onmiddellijk om en begonnen te grijnzen bij het zien van Lily.
‘Evers,’ glimlachte Potter. ‘Alles goed?’ Lily knarsetandde.
‘Nee, aangezien dat mijn beste vriend is, die jullie daar vervloekt hebben.’ Lily wees op Severus, die haar dankbaar aankeek.
‘Oooh…’ lachte Zwarts. ‘Ik wist niet dat jij op smerige kleine Zwadderaartjes viel.’ De vier lachten.
‘Ik wist niet dat jij zo’n leeghoofd was,’ zei Lily ogenschijnlijk kalm. Vanbinnen kookte ze. ‘Mag ik je erop wijzen dat meisjes ook met jongens omgaan. En bovendien is er geen regel die zegt dat Griffoendors niet met Zwadderaars om mogen gaan.’
‘Tut tut,’ zei Potter. ‘Er is misschien geen geschreven regel, maar er is wel degelijk de ongeschreven regel.’ Lily trok haar wenkbrauw op.
‘Kan mij die regel wat schelen. Maak mijn vriend los, nu!’ Potter lachte.
‘Maar waarom zouden we dat doen?’ De omstanders keken geamuseerd toe. Het was altijd leuk wanneer de drie populairste eerstejaars weer eens in een woordstrijd waren verwikkeld.
‘Omdat ik huiswerk maak. En geloof me, dan kom je hele interessante spreuken tegen,’ zei Lily, terwijl ze haar toverstok uit haar zak haalde. Ze had geen idee welke spreuk ze moest gaan gebruiken, het was pure bluf geweest en ze hoopte dat dit al genoeg was. En ja hoor, de gezichten van de jongens verbleekten. James wees met zijn toverstok op Severus en diens benen schoten los. Doordat hij onverwacht weer normaal op zijn benen kon staan, verloor hij zijn evenwicht en viel hij op zijn kont. De omstanders lachten.
‘Nou, was dat nou zo moeilijk? Volgende keer iets sneller, goed?’ zei Lily met een babystemmetje tegen Potter en Zwarts. Ze trok Severus overeind en sleurde hem mee.
Een paar gangen verder stopte ze.
‘Severus, dit is al de derde keer dat ik je heb moeten redden! Leer nou toch eens voor jezelf opkomen,’ zuchtte Lily. Severus haalde zijn schouders op.
‘Ik kan er toch ook niets aan doen dat ze mij steeds pakken,’ mompelde hij. Lily zuchtte nog een keer.
‘Dat komt doordat je een makkelijk slachtoffer bent, Severus! Je moet niet, als zij komen, vast braaf gaan liggen. Trek gewoon die mond een keer open!’ Severus keek haar woedend aan.
‘Oh ja, ik ga altijd heerlijk klaar liggen, zodat zij alleen nog maar de vloek hoeven uit te spreken. Denk je echt dat ik me zo makkelijk overgeef?’ Hij draaide zich om en stormde weg, in de richting van de kerkers. Lily keek hem na.
‘Dat bedoelde ik helemaal niet,’ zei ze tegen niemand in het bijzonder. Toen zette ze zich af tegen de muur en liep naar de Grote Zaal.

‘Hé James, ga je mee? Ik heb honger.’ James scheurde zijn blik los van de plek waar Evers was verdwenen.
‘Echt, James, wat zie je in Evers?’ vroeg Sirius. James keek hem geschokt aan. Was hij zo duidelijk geweest? Hij wilde niet dat Evers het wist!
‘Niks, hoe kom je daar nou bij?’ loog hij. Remus lachte spottend.
‘Ja vast, en je keek haar net ook niet na ofzo? En die geschokte uitdrukking is zeker ook gespeeld? Kom op, Jamesie, zelfs Peter heeft het door.’ Hij keek even naar Peter, die heftig ‘Wat? Wat?’ stond te piepen.
‘Oké, misschien niet Peter. Maar iedereen met een beetje hersens wel,’ zei Sirius. James haalde zijn schouders op.
‘Ik wil het er niet over hebben,’ zei hij. Zijn vrienden draaiden zich om en liepen in de richting van de Grote Zaal. James wilde net zijn vrienden volgen, toen hij professor Anderling hoorde roepen.
‘Potter! Zwarts!’ James zuchtte. Wedden dat Evers hun verraden had?
‘Is het waar dat jullie de Vloek van Beentjeplak over meneer Sneep hebben uitgesproken?’ vroeg Anderling streng. James en Sirius wisselden een blik, voordat ze allebei hun onschuldigste puppy-blik opzetten.
‘Dat hangt ervan af van wie u die inlichtingen heeft, professor,’ zei Sirius met zijn meest charmante glimlach.
‘Deze inlichtingen, zoals u ze noemt, meneer Zwarts, komen van juffrouw O’Brien. En nou zou ik graag willen weten of ze kloppen,’ zei ze. James en Sirius begonnen heftig met hun hoofd te schudden. Professor Anderling zuchtte.
‘Nou, vooruit dan maar. Maar volgende keer zal ik niet zo soepel zijn!’ zei ze waarschuwend en ze liep weg. James en Sirius grijnsden en renden haastig door naar de Grote Zaal, waar ze nog net het laatste beetje ontbijt konden meepikken
.

Waarom doen ze dat? Waarom moeten ze zo nodig mijn beste vriend vervloeken? Met ‘ze’ bedoel ik natuurlijk the Marauders. Ja, ik noem ze the Marauders. In het Nederlands is het vagebond. Vind je die niet goed gevonden? Maar ik zal nu even mijn Geschiedenis afmaken!
Liefs, Lily


‘Leerden wij de Vloek van Beentjeplak pas na de Kerstvakantie?’ zei Ginny. Harry lachte.
‘Ja, natuurlijk. Maar Remus zei altijd dat mijn vader en Sirius de slimste leerlingen van hun jaar waren, toch? Ik denk dat ze hem al eerder hadden geleerd.’ Ginny lachte ook. En samen zaten ze lachend op de bank.






Laatst aangepast door Mauwreentjj op Vr Okt 31, 2008 14:40; in totaal 1 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
Mauwreentjj
Dreuzel
Dreuzel


Verdiend: 56 Sikkels


Mauwreentjj is offline. 
BerichtGeplaatst: Wo Okt 08, 2008 18:29 Terug naar boven Sla dit bericht op

Heej:) hier weer stukje!! Reacties nog steeds zeer welkom! XX

Hoofdstuk 5

‘Harry! Ron! Hermelien!’ Zodra het ‘Gouden Trio’ perron 9¾ op kwam, werden ze omcirkeld door mensen, leerlingen die hun naam schreeuwden, wapperden met papiertjes en een pen, een hand probeerden te geven. Harry wisselde een blik met Ron en Hermelien uit die betekende ‘als dit het hele jaar zo door gaat, worden we gek.’ Ginny glimlachte naar een paar meisjes die jaloers naar haar hand keken, die in Harry’s hand lag. Terwijl ze zich met hun karretjes naar de trein worstelden, pikten ze Marcel, Loena – die samen met Daan Tomas, haar nieuwe vriend was – en nog een paar vrienden op. Terwijl Ginny met Marcel en Loena een coupé ging zoeken, probeerden de andere drie zich naar de voorste coupé te werken. Eenmaal daar aangekomen glipten ze de coupé in en Hermelien deed de deur dicht.
‘Gelukkig kunnen ze hier niet komen,’ zuchtte ze. ‘Ik word nog gek als dit de rest van het jaar zo doorgaat.’ Ze ging naast Ron zitten, die meteen haar hand pakte.
‘We vragen wel aan Anderling of ze er een oplossing voor heeft,’ zei Harry. Terwijl de rest van de klassenoudsten langzaam de coupé binnenkwam, ging de rest van de leerlingen een coupé zoeken, zodat de rust een beetje terugkwam. Behalve dan dat Harry zich dood ergerde aan de starende blikken van de klassenoudsten. Om klokslag 11 uur begon de trein te rijden. Harry grijnsde. Eindelijk begon hij aan zijn laatste jaar op Zweinstein!

Tegen enen glipte Harry met Hermelien onder de onzichtbaarheidsmantel de coupé van Ginny, Marcel en Loena binnen. Hij had Ron er al heen gebracht, en was daarna Hermelien gaan halen, zodat ze een beetje normaal door de trein konden komen. Harry plofte naast Ginny, kuste haar op haar wang – waarbij Ron even de andere kant op keek – en viste toen het dagboek van zijn moeder uit zijn dagboek. Ginny grijnsde toen hij het boekje opendeed. Eens kijken hoe het zijn moeder verging!

15 november 1971
Lief dagboek,
Helaas heeft iedereen nu de naam Marauders overgenomen. Zelfs de Marauders zelf, en wat nog erger is: ze dragen hem met trots. Maar dat is niet het belangrijkste nieuws: vandaag was de eerste Zwerkbalwedstrijd van het seizoen, en de eerste wedstrijd die ik zal zien!

‘Lils, kijk! Daar zijn ze!’ Marlène stootte Lily aan toen het Zwerkbalteam van Griffoendor de Grote Zaal binnenkwam. Samen met de rest van de Griffoendors juichten ze hun team toe.
Toen Lily, Tiff, Emmeline, Lies en Marlène naar het Zwerkbalstadion liepen, waren ze allemaal opgewonden. Voor Tiff en Lily was het hun eerste wedstrijd.
‘Evers,’ zei een stem achter hun. Lily kreunde en draaide zich om.
‘Potter,’ zei ze kil. Even leek het of Potter huiverde, maar het was zo snel, dat ze dacht dat ze het zich verbeeld had.
‘Lilyflower! Alles goed?’ Zwarts kwam naast Potter staan en grijnsde vrolijk. Lily kreunde nog een keer en keek even hulpeloos naar haar vriendinnen.
‘Punt Eén, Zwarts: Mijn naam is Lily Evers, ik heb nergens een ‘flower’ gevonden. Trouwens, wat is er mis met Evers? Punt Twee: Vind je het nodig mijn vrije zaterdag te verpesten met jouw aanwezigheid?’ Zwarts keek even geschokt bij de vijandigheid van het antwoord, maar haalde toen zijn schouders op en trok Potter mee naar het stadion. Lupos en Pippeling volgden als twee hondjes.

‘Welkom! Bij de eerste wedstrijd van het nieuwe Zwerkbalseizoen! Griffoendor tegen Zwadderich!’ Het hele stadion juichte toen de commentator met de wedstrijd begon.
‘EN hier is het team van Zwadderich: Ravenwoud, Roselier, Noot, Korzel, Kwast, Totelaer en Malfidus!’
Het groene vak juichte terwijl zeven groene vlekken het veld op zoefden.
‘En dan nu het team van Griffoendor: Deemster, Obscura, Fijnwijk, Protser, Protser, Plank ennn Magister!’ James juichte samen met de rest van de Griffoendors. Hij wist dat het team van dit jaar niet veel soeps was, maar een beetje aanmoediging was best leuk.
‘En daar is Madame Hooch, de scheidsrechter! Ze blaast op haar fluitje, de wedstrijd is begonnen!
En Ravenwoud van Zwadderich heeft de Slurk. Fabian Protser stuurt een Beuker, maar hij ontwijkt, gooit naar Noot, Noot naar Roselier, Roselier naar voren, mikt- nee- Plank heeft hem.’
En zo ging het door. Na een half uur was het 70-10 voor Zwadderich. James had het idee dat ze voor Griffoendor hard nieuwe Jagers nodig hadden. De Wachter, Plank, was wel goed, maar de Jagers bakten er niks van. Hij keek naar de meisjes voor hem, Evers en haar vriendinnen. Evers en O’Brien zaten allebei verwonderd te kijken en James herinnerde zich dat het allebei Dreuzeltelgen waren. Ineens snakte het hele stadion naar adem. James keek snel op en hij zag dat Malfidus en Magister achter de Snaai aanjoegen. Magister, de broer van Marlène, lag beter op zijn bezem, maarde bezem van Malfidus was sneller. James kreunden toen hij zag dat Malfidus een voorsprong kreeg en alle Griffoendors kreunden met hem mee toen ze zagen hoe Malfidus zijn hand uitstak en met zijn arm omhoog zijn bezem op trok en een rondje boven het juichende vak van Zwadderich.
‘En Zwadderich wint met 220 tegen 10!’ riep de commentator, terwijl langzaam de tribunes leegstroomden. Alle Zwadderaars renden het veld op, terwijl de rest terug ging naar de school. Toen ze over het pad richting de deur liepen, zag James dat hij achter Evers & co liep. Hij stootte Sirius aan en wees met zijn hoofd richting het groepje voor hen. Sirius grijnsde en ze begonnen sneller te lopen, om de meisjes in te halen.
‘En Evers, blij?’ vroeg Sirius, met een valse grijns op zijn gezicht.
‘Blij? Bedoel je of ik de wedstrijd leuk vond? Nou, ja, Zwerkbal lijkt me een leuke sport. Beetje ruw misschien…’ James zuchtte, alsof ze iets heel doms had gezegd.
‘Nee, Evers, blij met de uitslag. Jouw Secreetje heeft gewonnen, dus ben je blij?’ vroeg hij. Evers keek hem chagrijnig aan.
‘Hij heet Severus, Potter. Se-ve-rus. Is dat nou zo moeilijk te begrijpen? En het is niet mijn Severus. En bovendien, wat maakt die uitslag uit?’ Sirius en James keken haar geschokt aan, net als Magister.
‘Evers toch,’ zei Sirius bestraffend. ‘Het gaat toch juist om de uitslag?’ Evers haalde haar schouders op.
‘Meedoen is belangrijker dan winnen, toch? Nou, als jullie me willen excuseren, ik moet nog even wat aan Sev vragen over Toverdranken.’ En weg was ze. James keek haar na, terwijl haar vriendinnen aan een tafel in de Grote Zaal gingen zitten.
Wat was er toch met dat meisje? Waarom deed ze dat toch met hem?


Zwerkbal is geweldig… En jammer dan dat we niet hebben gewonnen. “Meedoen is belangrijker dan winnen” zoals Pierre de Coubertin zei, toch?
Oh, en die Potter! Ik kan hem wel slaan… Maar toch is het vreemd, iedereen zegt dat ik altijd het beste in iemand zie en dat ik het beste in iemand naar boven haal… Waarom zie ik het niet bij Potter? En waarom haal ik niet het beste naar boven? Ik weet zeker dat er iets beters is…

Liefs, Lily


Harry stond samen met de rest op en pakte de hand van Ginny. Hand in hand liepen ze uit de coupé, uit de trein, hun laatste jaar op Zweinstein tegemoet.






Laatst aangepast door Mauwreentjj op Vr Okt 31, 2008 14:41; in totaal 1 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
Mauwreentjj
Dreuzel
Dreuzel


Verdiend: 56 Sikkels


Mauwreentjj is offline. 
BerichtGeplaatst: Wo Okt 22, 2008 18:42 Terug naar boven Sla dit bericht op

Sorry, dit hoofdstuk duurde nogal lang,, maar dat is omdat ik het steeds herschreef!! Maar nu ben ik er togh tevredegn mee:)
Voldemort doet zijn intrede!! Het eerste stuk was omdat ik dacht dat ze niet zomaar over de oorlog heen zouden stappen... Nou jah,, je leest het wel:)
Thnx voor Strongestwizard voor de leuke reactie!! Ze zijn nog steeds welkom:)
Ik klets weer teveel,, dus nu hier het stukje!!
XX Mauwreentjj
P.S. de kleur wilde niet zoals ik hem wil!! dus dan maar zo:)


Hoofdstuk 6

Het rumoer in de Grote Zaal verstomde toen professor Anderling opstond.
‘Welkom allemaal voor een nieuw jaar op Zweinstein!’ begon ze. ‘Voordat jullie naar jullie slaapzalen vertrekken, wil ik graag nog een paar mededelingen doen. Ten eerste is het Verboden Bos nog steeds verboden voor leerlingen. Ten tweede hebben we een paar nieuwe leraren: voor Verweer tegen de Zwarte Kunsten: Hecuba Jacobs.’ De Grote Zaal juichte voor het ex-Ordelid. Professor Anderling wachtte even tot het weer rustig werd, en nam toen weer het woord. ‘Voor Dreuzelkunde is benoemd: Tania Gerards.’ Opnieuw klapte de Grote Zaal. ‘En als laatste, voor Transfiguratie: Severijn Zonderland!’ En nogmaals juichten de leerlingen, voor een ander ex-Ordelid. Toen het weer stil was geworden, begon het schoolhoofd weer te spreken. ‘Als laatste wil ik nog iets zeggen over Heer Voldemort, die in mei eindelijk definitief verslagen is.’ Alle hoofden draaiden naar Harry. ‘Heer Voldemort,’ zei professor Anderling. ‘heeft vele mensen vermoord. Tovenaars, heksen en Dreuzels. Natuurlijk zijn al deze mensen betreurd en herdacht. Door vrienden, familie, geliefden. Door de nabestaanden dus. Toch vonden wij -’ ze gebaarde naar de leraren aan de oppertafel ‘- en het Ministerie het gepast om alle slachtoffers van deze Duistere Tovenaar en zijn volgelingen nogmaals te herdenken.’ Ze klapte in haar handen en het werd doodstil in de Grote Zaal. Er klonk een gerommel en achter de Oppertafel rees een wand op. Toen Harry beter keek, zag hij dat hij volhing met foto’s, en namen er onder geschreven. Voor de wand was een lange tafel die vol stond met simpele theelichtjes. ‘Welnu,’ zei professor Anderling. ‘iedereen die het nodig heeft, kan hier een kaars opsteken. Voor iemand die hij of zij verloren heeft – zoals iedereen hier wel minstens een iemand heeft – of gewoon voor ieder slachtoffer van Heer Voldemort.’ De hele Grote Zaal zweeg. Toen verbrak professor Anderling – opnieuw – de stilte. ‘Dan is het nu tijd om naar bed te gaan. Klassenoudsten, begeleid de eerstejaars naar de leerlingenkamers!’ Het geschraap van banken klonk en Harry pakte Ginny’s hand.
‘Zullen we even gaan kijken?’ fluisterde ze in Harry’s oor. Zonder op een antwoord te wachten, trok ze hem mee naar de wand, waar de eerste leerlingen zich al verdrongen om even naar de foto’s te kunnen kijken of om een kaarsje aan te steken. Harry keek naar de foto’s en zag vele bekende gezichten. Hij zag zijn ouders, Sirius, Remus, Tops, Fred, Perkamentus, Alastor Dolleman en vele anderen, die allemaal op verschrikkelijke wijze waren gestorven. Toen zag hij aan de linkerkant een klein vlak staan, een beetje gescheiden van de andere foto’s. Hij liep er naar toe en zag Marcel staan, die verblind naar twee foto’s staarde. Harry volgde zijn blik en zag twee gezichten die hem vaag bekend voorkamen, maar hij kon ze niet direct plaatsen. Hij keek naar het onderschrift.
Frank en Lies Lubbermans, las hij. Gemarteld met de Cruciatusvloek met krankzinnigheid tot gevolg. Harry keek naar Marcels gezicht, dat was vertrokken van woede. Harry legde zijn hand even op zijn schouder en keek toen naar de andere foto’s. Hij kende de meeste niet, maar aan de onderschriften te lezen, hadden ze allemaal ongeveer hetzelfde lot als meneer en mevrouw Lubbermans: niet dood, maar net zo goed verloren. Harry haalde zijn hand van Marcels schouder en liep naar de tafel met kaarsen. Hij pakte een kaarsje en stak hem aan. Ginny kwam naast hem staan en samen keken ze naar de vlam.
Voor mijn ouders, dacht Harry. En voor die van Marcel. En voor Sirius, voor Remus, voor Fred. Voor iedereen die hier een plaatsje op de wand heeft. Voor alle gezinnen die verscheurd zijn. Voor alle vriendschappen die zijn verbroken. Voor iedereen, omdat iedereen heeft geleden onder het regime van Voldemort.

Een paar weken later zaten de vier aan een tafel in de leerlingenkamer van Griffoendor. Ron worstelde met een werkstuk voor Verweer tegen de Zwarte Kunsten, terwijl Ginny net de laatste zin van haar Toverdrankenopstel opschreef.
‘Waarom zijn we ooit aan dit jaar begonnen?’ kreunde Ron. Hermelien keek op van haar Transfiguratieboek, waarin ze had zitten lezen, en glimlachte even lief naar hem.
‘Ron, ik weet dat we zo ook naar de Schouwersopleiding hadden gekund, maar dan hadden we achterstand op allerlei vakken! Die hadden we dan alsnog moeten inhalen hoor.’ Ze pakte zijn hand en kneep er even in. Ginny, die haar opstel oprolde, glimlachte even naar Harry. Ron en Hermelien waren nu al weken aan het flirten, zonder aan een serieuze relatie te beginnen. Dit was een van de momenten dat ze heel close waren… Toen Ginny hem bleef aan kijken, bedacht Harry iets. Hij grijnsde en haalde uit zijn tas het zwarte boekje…

30 januari 1972
Lief Dagboek,
Ja, je hebt het goed, vandaag ben ik jarig! Eindelijk 12! Petunia zegt altijd dat 12 worden geweldig is. Maar dat zei ze ook over 11 worden. En over 10 worden ook…
Toch ben ik zeker dat mijn 12e verjaardag stukken beter is dan die van Petunia was! Die van mij is op Zweinstein…

‘Lang zal ze leven, lang zal ze leven, lang zal ze leven in de gloria. In de gloooriiia, in de gloriaaaaa. Hieperdepiep Hoera! Hieperdepiep Hoera! Hieperdepiep HOERA!’
Lily lachte toen haar vriendinnen haar toezongen. Vandaag was haar twaalfde verjaardag en ze gingen er een feestje van maken. Het was zaterdag, dus ze hadden de hele dag vrij.
Met z’n allen liepen ze naar de Grote Zaal, terwijl Lily door verschillende mensen werd gefeliciteerd. Ze was in haar eerste paar maanden redelijk bekend geworden, voornamelijk omdat zij de enige was die tegen Potter en Zwarts opstond.
Toen ze in de Grote Zaal aankwamen, kwam Severus op haar afgerend. Hij omhelsde haar snel en gaf haar toen een pakje.
‘Gefeliciteerd,’ zei hij.
‘Bedankt, Sev,’ antwoordde Lily. ‘Kom je bij ons zitten?’ Lily had graag een paar keer ontbeten met Severus, maar hij weigerde altijd. Niet zo gek, als je bedenkt dat hij een Zwadderaar was, en zij een Griffoendor, afkomstig uit een Dreuzelfamilie.
‘Nee,’ zei Sev. ‘Arduin en Schoorvoet zouden me wat laten zien… Ik zie je bij Toverdranken, goed?’ Lily haalde haar schouders op.
‘Oké dan, zie je later,’ en ze volgde haar vriendinnen, die al aan de tafel van Griffoendor zaten. Toen ze keek met wie ze zaten, zuchtte ze. De Marauders. Niet op haar verjaardag.
Ze plofte naast Tiff aan de tafel en glimlachte even.
‘Hé Lily,’ zei Remus Lupos, de enige Marauder die ze wel mocht.
‘Hé Remus,’ glimlachte ze.
‘Gefeliciteerd met je verjaardag,’ zei hij.
‘Be-’ begon ze, maar ze werd onderbroken door Zwarts.
‘Is dat een cadeautje van Secretus?’ vroeg hij, terwijl hij naar het pakje in Lily’s hand knikte.
‘Nee,’ zei ze. ‘Het is een pakje van Severus.’ Zwarts haalde zijn schouders op.
‘Whatever. Maar het verbaast me dat er geen vetvegen op zitten. Ik zou maar oppassen met openmaken, Evers, je weet nooit wat zo’n Zwadderaar er in heeft gestopt.’ De Marauders lachten, en Lily’s bloed begon te koken.
‘Ach, als het niks is, geeft ze het toch aan jou, Zwarts?’ zei Emmeline opgewekt. ‘Jij hebt, geloof ik, altijd al iets gehad vieze en plakkerige dingen.’ Ze wees op de muffin die hij net in zijn gezicht duwde, om hem maar zo snel mogelijk weg te krijgen. Nu lachten de meisjes.
‘Gefeliciteerd, Lily,’ zei Frank Lubbermans, die naast Remus plofte.
‘Dank je, Frank,’ zei Lily met een stralende glimlach. Bij het horen van die naam keek Lies met een schok op.
‘Hi Frank,’ zei ze. Frank keek haar even aan.
‘Oh hallo, Lies. Hé, jij bent goed in Transfiguratie, toch?’ Lies knikte verlegen. ‘Mooi! Kun je me helpen met die theorie van vorige les? Ik snapte er niet zoveel van…’ Lies lachte even.
‘Tuurlijk, maar we moeten eerst Lils’ verjaardag vieren. Zullen we het anders morgen doen?’ Frank knikte.
De post kwam de Grote Zaal binnengevlogen. Een krant landde op Remus’ bord, die hem onmiddellijk opende. Een blik op de krant deed Remus’ ogen groot worden van schrik. Hij verslikte zich in zijn toast en begon luid te hoesten.
‘James, Sirius, moet je dit zien,’ zei hij. Potter en Zwars bogen zich nu ook over de krant. Zwarts, die net een slok pompoensap in zijn mond had, proestte het uit en Potter vloekte.
‘Wat is er aan de hand?’ vroeg Tiffany nieuwsgierig. Potter legde de krant plat op tafel en iedereen, behalve Tiffany en Lily, snakte naar adem.
HEER VOLDEMORT SLAAT OPNIEUW TOE luidde de kop van het artikel. Onderaan stond een foto van een ruïne van een huis, met erboven een grote schedel, waarbij uit de mond een slang kwam gekropen.
‘Wie is Heer Voldemort?’ vroeg Lily nieuwsgierig. Zwarts wierp een duistere blik naar de tafel van Zwadderich.
‘Evers, je moet weten, dat niet alle tovenaars even goed zijn,’ begon hij. ‘Deze heer Voldemort is een duistere tovenaar. De duisterste, zegt men. Hij zat jaren geleden in Zwadderich. Het schijnt dat hij een populaire jongen was, favoriet van alle leraren, maar nadat hij van Zweinstein kwam, is hij jaren van de aardbodem verdwenen. Niemand weet waar hij is geweest. Ja, misschien een paar van zijn vertrouwelingen… Maar, waar het om gaat… Evers, en jij ook, toch O’Brien? Jullie zijn Dreuzeltelgen. Op zich niks mis mee, maar jullie hebben vast gemerkt dat er mensen – over het algemeen Zwadderaars – jullie minderwaardig aan hen zelf vinden. Ook mijn familie.’ Zwarts’ gezicht werd even donker, en Lily herinnerde zich wat hij had gezegd, toen ze hem in de trein voor het eerst ontmoette:

‘Wie wil er nou bij Zwadderich? Ik denk dat ik meteen weer van school zou gaan, jij niet?’ vroeg hij aan de jongen die tegen over hem zat. Sirius lachte niet.
‘Mijn hele familie heeft op Zwadderich gezeten,’ zei hij.
‘Voldemort is net zo’n gek. Alleen is hij nogal… extreem, om het zacht uit te drukken. Hij is machtsbelust en is bereid heel ver te gaan voor die macht en voor het uitroeien van de Dreuzeltelgen, “het tovenaarsras zuiveren” noemen ze dat. Anderhalf jaar geleden, ongeveer, is hij terug gekomen. Zijn eerste moorden waren mysterieus, niemand wist wie er achter zat. De overeenkomst was dat boven de plaats delict altijd dit teken hing.’ Zwarts wees op de foto. ‘Het Duistere Teken. Toen heeft iemand gezegd dat ene Heer Voldemort er achter zat, samen met zijn volgelingen, de Dooddoeners. En nu heeft hij opnieuw toegeslagen, terwijl het eigenlijk al heel lang rustig is geweest…’ Iedereen zweeg. Lily pakte de krant en las het artikel.
Londen – Gisteravond, 29 januari 1972, is opnieuw het Duistere Teken gesignaleerd. Het gaat dit maal om de familie Pals. Dirk Pals was werkzaam op het Ministerie van Toverkunst en is getrouwd met een Dreuzelvrouw. Hij, zijn echtgenote en zijn kinderen van 3 en 5 jaar zijn waarschijnlijk gemarteld en vermoord door de zogenoemde Dooddoeners, de volgelingen van Heer Voldemort.
De hele tovenaarswereld is geschokt door het nieuws van de dood van deze familie. Dirk Pals was een populaire man. Vele mensen dachten dat de dreiging van de Duistere Tovenaar voorbij was, na de aanval van 5 mei 1971, maar Perkamentus, het huidige schoolhoofd van Zweinstein, beweert dat het slechts zo lang heeft geduurd, om de voorzichtigheid en oplettendheid van de tovenaars te laten zakken.
‘We mogen Voldemort niet onderschatten,’ aldus Perkamentus. ‘Hij is een machtig tovenaar, machtiger dan het Ministerie denkt, en dat maakt hem gevaarlijk. Maar, Voldemort heeft ook grote zwaktes. Op deze zwaktes moeten we hem bestrijden.’ Welke zwaktes het schoolhoofd precies bedoelt, wilde hij niet zeggen.
Vele mensen weigeren, na deze aanval, ook nog maar de naam van de Heer van het Duister te noemen, of te horen. Daarom, uit respect voor de angst van deze mensen, zal De Ochtendprofeet hem voortaan aanduiden als Jeweetwel of Hij-die-niet-genoem-mag-worden. Dit op verzoek van het Ministerie van Toverkunst.
Meer over de aanval op p. 2 t/m 18
Lily keek op van de krant.
‘Dat is toch belachelijk,’ zei ze. ‘Het blijft ook maar een persoon. Ik snap persoonlijk niet waarom iemand bang kan zijn voor een naam.’ Potter en Zwarts knikten, maar Pippeling keek haar angstig aan.
‘Dat komt omdat jij niet weet hoe het is. Ik vind het een behoorlijk enge naam!’ piepte hij. Lily keek hem even minachtend aan, maar ging toen verder met haar ontbijt.
‘Zullen we nu dan maar gaan feest vieren?’ vroeg Marlène. De meiden stonden op.
‘Hé Evers, zijn wij ook uitgenodigd?’ vroeg Potter. Lily grijnsde.
‘Alleen als je het voor elkaar krijgt op onze slaapzaal te komen…’ Toen draaide zich om en liep met haar vriendinnen de Grote Zaal uit.

Hij volgde haar met zijn blik, tot ze uit de Grote Zaal uit was.
‘Hé James, dat zie ik als een uitdaging.’ zei Sirius. James keerde zijn blik naar hem.
‘Hmm… Dan moeten we het maar proberen, toch?’ lachte James. De Marauders zetten lachend hun typische Marauders lach. Ze stonden op en liepen naar de leerlingenkamer. Enkele uren later lagen ze onder aan de trap naar de meisjesslaapzalen.
‘Weet je,’ zei Remus. ‘Misschien is het makkelijker om de keukens te vinden.’ Sirius sprong onmiddellijk op.
‘Dat is inderdaad een beter idee. Die slaapzalen komen wel als we beter in magie zijn!’ James liep meteen achter hem aan. Remus kreunde.
‘Zo bedoelde ik het helemaal niet.’


Verder heb ik een geweldige verjaardag gehad. De Marauders zijn gelukkig niet gekomen… Van Severus kreeg ik een ketting, die hij zelf gemaakt had (lief hè?), van Tiff een paar oorbellen en een boek, van Lies een magische borstel, die meteen je haar in het gewenste model brengt, en van Marlène en Emmeline een magische sieradenkist! Van pap en mam heb ik nog een hele dure ketting gekregen… maar van Petunia niks… zou ze nog steeds boos op me zijn? Met Kerst gedroeg ze zich ook al raar!

Liefs, Lily


Harry stond voor de zwarte wand in de Grote Zaal. In het krantenknipsel in het dagboek van zijn moeder stond de naam Pals, en dat was precies waar hij nu naar zocht. Na een tijdje zoeken zag hij ze staan: Dirk Pals, een vriendelijk uitziende, mollige man zonder haar, zijn vrouw Mieke Pals, een vrouw met lang blond haar, op een Dreuzelfoto. Hun kinderen stonderen er vlak onder: een meisje van een jaar of 5, lachend op een fietsje en een jongentje van 3, die met een schepje in de zandbak zat. Harry liep opnieuw naar de Kaarsentafel en stak een kaarsje aan. Voor de familie Pals, een van de eerste families die slachtoffer werden van Voldemorts terreur.





Profiel bekijkenStuur privébericht
Mauwreentjj
Dreuzel
Dreuzel


Verdiend: 56 Sikkels


Mauwreentjj is offline. 
BerichtGeplaatst: Zo Nov 02, 2008 11:46 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hee:L nieuw stukje!! Ik weet dat ik normaal maar een dag uit het leven van Lily en James beschrijf, maar dit hoorde nou eenmaal aan elkaar;)
Owjaah heb de '*lily*' en '*James*' dingen weggehaald, ik acht jullie intelligent genoeg om dat zelf te snappen!!XD Nou,, veel leesplezier:)
XX
P.S. reacties nog altijd welkom!!
P.P.S. Dit is het laatste stukje van jaar 1,, volgende hoofdstuk wordt de zomervakantie!! (in het L/J stuk dan;))


Hoofdstuk 7

~Flashback~
‘Meester, Knijster moet meester wakker maken!’ Harry kwam overeind, zette zijn bril op en keek om zich heen. Toen hij zijn slaapzaal op Zweinstein herkende, vroeg hij zich af hoe hij hier kwam. Hij dacht aan de vorige avond en hij herinnerde het zich weer. Voldemort was verslagen! Toen dacht hij aan alles wat hem vandaag waarschijnlijk te wachten stond en hij zakte weer terug in zijn kussens.
‘Knijster, zou je wat toast voor me willen maken en hier heen brengen?’ Knijster boog diep.
‘Jawel meester, het komt eraan.’ En met een knalletje verdween de huiself. Harry zuchtte diep en dacht aan alle mensen die hij vandaag moest spreken. Het waren er veel. Toen dacht hij aan Ginny. Die moest hij vandaag ook spreken. Hij had haar een jaar niet gezien, hij moest met haar praten… Al kon hij bijna niets over zijn jaar vertellen. Hoewel, Voldemort was nu verslagen, niemand kon hem meer tegenhouden op zijn reis. Bovendien waren er mensen die recht hadden op de waarheid… De Wemels, Marcel, Loena… Mensen die hadden bewezen dat ze te vertrouwen waren, net zoals Ron en Hermelien dat jaren geleden al hadden gedaan. En daarbij… Hadden het schoolhoofd en de Minister van Toverkunst, op dit moment professor Anderling en Romeo Wolkenveldt daar ook niet recht op? Zij moesten ook weten wat Voldemorts precieze leven was geweest. Harry zuchtte. Hij zou het er later met Ron en Hermelien over hebben.
Knijster kwam terug met een ontbijt en Harry genoot even in stilte van zijn toast en zijn eieren met spek. Toen stond hij op, kleedde zich om in de simpele witte gewaden van zwaar linnen, die Knijster voor hem had klaargelegd. Hij liep rustig de trap af en kwam uit in de vertrouwde leerlingenkamer. Deze was op dat moment verlaten en Harry was dankbaar voor het momentje rust. Op dat moment zwaaide het portretgat open en Harry hield even zijn adem in, maar het waren Ron en Hermelien, samen met Ginny, Marcel en Loena. Harry grijnsde naar zijn vrienden, die naar hem toekwamen. Met z’n allen gingen ze bij de brandende haard zitten. Allen zwegen, woorden waren overbodig. Toen verbrak Loena de stilte.
‘Harry,’ zei ze aarzelend. ‘Hoe komt het dat Voldemort dacht dat je dood was? Hoe komt het dat iedereen dacht dat je dood was?’ Harry aarzelde. Zou hij het vertellen? Dan moest hij alles vertellen, ook van de profetie en de Gruzielementen…
‘Ik weet niet of ik het kan vertellen… het is nogal een lang verhaal. Bovendien heb ik Perkamentus ooit beloofd het aan niemand te vertellen… Alleen aan Ron en Hermelien, trouwens,’ en hij richtte zich tot zijn twee beste vrienden, ‘kan ik jullie even spreken? Onder vier ogen?’ Ze knikten, en de drie stonden op. Harry liep naar de trap die naar de jongensslaapzalen leidde en liep naar de vertrouwde slaapzaal. Ron en Hermelien volgden hem naar binnen en Harry sloot de deur. Hij pakte zijn toverstaf en wees op de deur.
‘Murmelio.’ Toen wendde hij zich naar de twee personen op de wereld, die hij het meest vertrouwde. Harry schraapte zijn keel.
‘Ik vind dat we het moeten vertellen. Alles.’ Ron keek hem geschokt aan, maar Hermelien knikte.
‘Je hebt gelijk. Ze hebben het recht het te weten,’ zei ze.
‘De hele wereld heeft het recht te weten van Voldemorts grootste geheim? En Harry, je had Perkamentus beloofd het niet te vertellen,’ wierp Ron tegen.
‘Ik weet wat ik Perkamentus heb beloofd. Maar was dat niet meer zodat het niet uit zou lekken dat ik wist van de Gruzielementen? Bovendien hoeft niet iedereen het te weten, alleen de mensen die hebben bewezen dat ze te vertrouwen zijn.’
‘En wie bedoel je daarmee?’ vroeg Hermelien.
‘Rons ouders, ten eerste. Ze moeten weten waar Ron, en wij, het hele jaar hebben uitgehangen, waarom we onze opleiding niet hebben afgemaakt. Ten tweede: Ginny, Marcel en Loena; zij hebben hun leven op het spel gezet in hun steun aan ons. Bill en Fleur, die ons hebben opgevangen nadat we ontsnapt waren bij Malfidus. George; zijn tweelingbroer is gestorven in de strijd, we zijn hem een verklaring schuldig. Charlie, als Wemelbroer, die ook de Orde heeft aangehangen. En Anderling, als vervangend schoolhoofd, eventueel de afdelingshoofden en Romeo Wolkenveldt, de minister.’
‘En Percy?’ vroeg Ron aarzelend. Hermelien schudde haar hoofd.
‘Die heeft pas op het laatste moment onze kant gekozen. Bovendien is hij te ambitieus om zijn mond te houden. Het spijt me voor je broer, Ron, maar hij voldoet niet aan de eisen.’ Ron haalde zijn schouders op.
‘Dat had ik wel verwacht,’ mompelde hij. Harry stond op van Rons bed.
‘Laten we naar Anderling gaan. Daar is Romeo nu ook. Het is nu het moment om ons verhaal te vertellen,’ zei hij. Ron en Hermelien volgden hem. In de leerlingenkamer bleef Harry even staan.
‘We moeten nu naar Anderling. Jullie zullen het verhaal horen, alles. Vanaf het allereerste begin. Maar later,’ zei hij tegen Loena, Marcel en Ginny. Toen wendde hij zich tot Ginny alleen. ‘Kan ik je om-’ hij keek op zijn horloge ‘-half 3 zien bij het meer? Dus over ongeveer 2 uur. Ik wil je spreken, apart.’ Ginny keek hem even aan, maar knikte toen. Harry haalde opgelucht adem en liep toen het portretgat uit.

De zon scheen op haar rode haar, terwijl ze naar het meer keek. Hij zuchtte toen hij besefte hoe veel hij haar gemist had. Hij liep naar haar toe en ging naast haar staan, zodat zijn schaduw over haar heen viel. Ze keek naar hem op en glimlachte.
‘Hee,’ zei Ginny.
‘Hoi,’ zei Harry, terwijl hij naast haar neer plofte.
‘Ga je- ga je me vertellen waar je bent geweest?’ vroeg Ginny een beetje nieuwsgierig. Harry zuchtte. Dit had hij al verwacht.
‘Niet nu. Later.’ Met zijn hand maande hij haar tot stilte, toen Ginny haar mond opende. ‘Het is moeilijk voor me geweest, Ginny. Begrijp dat. Ik heb het net aan Anderling en aan Romeo verteld en dat was heel zwaar. Bovendien heb ik Ron en Hermelien nodig, als ik het wil vertellen. Als steun en voor het aanvullen voor onvolledige stukken.’
‘Wanneer ben je van plan het me te vertellen?’ vroeg Ginny zacht.
‘Als iedereen waarvan wij hebben besloten dat ze recht hebben op de waarheid, er bij is. Ik wil dit niet te vaak moeten vertellen.’ Ginny knikte en Harry wist dat ze hem begreep. Het was zwaar geweest, in Anderlings kantoortje. Zij en de Minister hadden hen niet gestoord tijdens hun verhaal, maar eigenlijk had Harry gewild dat in de stoel van het schoolhoofd Perkamentus zat. En bij het grootste deel van het verhaal hadden Ron en Hermelien wat kunnen aanvullen, maar de herinneringen van Sneep en de periode in het bos had hij alleen moeten doen. Het moeilijkste stuk, terwijl hij alles weer voor zijn ogen zag. Zijn moeder, bevriend met Sneep, zijn eigen dood, zijn ouders, teruggebracht door de Steen van Wederkeer en toen Voldemort, zijn gesprek met Perkamentus…
‘Waarom wou je me spreken?’ onderbrak Ginny zijn gedachten. Harry keek haar aan.
‘Ik heb je gemist. In de tijd dat ik meer gevaar liep dan jij, maakte ik me meer zorgen over jouw veiligheid dan die van mij. Ik hoopte dat je op me zou wachten, ook al had ik gezegd dat je door moest gaan met je eigen leven. En nu ben ik terug, klaar om een leven met zekerheden te beginnen. Ginny, ik vraag je: heb je op me gewacht?’ Ginny keek hem alleen maar aan. Oh nee, dacht Harry, ze heeft niet op me gewacht, ze heeft een ander, iemand op wie ze kon rekenen.
‘Harry, ik heb jou ook gemist en ik weet dat je me gezegd hebt niet te wachten. Maar ik heb het toch gedaan, Harry. Zolang ik wist dat jij nog in leven was, kon ik me niet met mijn eigen leven bezig houden.’ Harry begon te grijnzen, terwijl hij haar naar zich toe trok. Hij boog zich voorover en…


‘Hé.’ Harry schrok op uit de herinnering aan zijn hereniging met Ginny. Daar stond de echte Ginny voor hem, met een groen boekje in haar hand.
‘Ik heb alvast het volgende dagboek van je moeder gepakt. Ben je klaar?’ Ze wees op zijn boek Kruidenkunde, dat op zijn schoot lag. Harry knikte en legde het boek snel weg. Ginny ging op zijn schoot zitten en sloeg het boekje open. Harry legde zijn kin op haar hoofd en ze begonnen te lezen…

14 mei 1972
Lief dagboek,
Kan je geloven dat het al bijna examentijd is? Ons eerste jaar zit er al bijna op. Ik snap niet hoe de tijd zo snel gegaan kan zijn! En dan twee maanden zomervakantie… Ik hoop dat Petunia inmiddels een beetje is bij getrokken. Ze heeft me de hele kerstvakantie genegeerd. En pap en mam maar niet begrijpen waarom…
Er is iets vreemds aan Remus Lupos… Hij was vandaag alweer ziek, dat is hij minstens iedere maand! Ik vraag me af wat er met hem aan de hand is…

Het was vreemd om die morgen maar drie Marauders aan tafel te zien. Meestal waren ze onafscheidelijk.
‘Hé, Lils, waar denk je dat Remus is?’ vroeg Marlène, die naast Lily aan de ontbijttafel zat. Lily haalde haar schouders op.
‘Hij zal wel weer ziek zijn. Of zijn moeder. Of zijn oma. Hij komt uit een zwakke familie, dat weet je.’ Marlène knikte. Remus miste regelmatig, omdat iemand uit zijn familie ziek was…

‘Hé, James, waar zei Remus ook al weer dat hij heen was?’ vroeg Sirius, die naast James aan de ontbijttafel zat.
‘Naar zijn moeder in het St. Holisto. Ze is weer ziek.’
‘Alweer?’ vroeg Peter. James haalde zijn schouders op. Remus was vaak ziek, net als zijn familie. Een of twee dagen per maand was hij weg, omdat hij of zijn moeder of iemand anders uit zijn familie ziek was.
Die avond lag James in zijn bed op de slaapzaal, denkend aan Remus. Hij was gewoon te vaak ziek. James stond op uit zijn bed en staarde uit het raam. Het was volle maan. Opeens hoorde hij een luide huil uit de richting van Zweinsveld komen. Hij rilde. Weerwolven. Toen dacht hij aan Remus. Hij was er elke maand een of twee dagen niet… Elke maand… Wat als? James schudde zijn hoofd. Nee, dat kon niet. Maar toch… Moest hij het Sirius vertellen? Nee, hij zou nog een maand wachten, om zijn theorie te bevestigen. En dan konden ze altijd nog Remus er mee confronteren.

Een maand later, Remus was opnieuw ziek. James porde Sirius, terwijl ze aan de ontbijttafel zaten.
‘Wat?’ zei Sirius chagrijnig.
‘Is- is het vanavond volle maan?’ vroeg James onzeker. Sirius dacht even na.
‘Volgens mij wel. Wat is er dan?’ vroeg hij nieuwsgierig, toen hij James’ geschrokken gezicht zag.
‘Remus… Zijn ziekte elke maand… en dan is het nu volle maan… net als vorige maand…’ Sirius schrok.
‘Je denkt dat hij een w-’
‘Ssst’ onderbrak James hem. ‘Ik denk niet dat hij wil dat het bekend wordt.’ Sirius knikte.
‘We moeten hem er mee confronteren,’ fluisterde James. Sirius knikte.

‘Hé Remus, kunnen we je even spreken?’ Remus keek zijn vrienden even angstig aan, maar knikte toen. James liep een leeg klaslokaal in en wendde zich toen tot Remus.
‘We weten je geheim,’ viel hij met de deur in huis. Remus schrok en liep naar de deur, maar Sirius blokkeerde de weg.
‘Nee, Remus, even luisteren, we weten wat je bent, je bent een w-’
‘Ssst,’ siste Remus, angstvallig om zich heen kijkend. ‘Niet zo hard.’ James en Sirius keken hem aan.
‘Hoe komt het?’ vroeg James nieuwsgierig. Remus haalde diep adem.
‘Ik werd gebeten toen ik heel klein was. Sindsdien verander ik elke maand in een- een monster. Mijn ouders dachten dat ik nooit zou toegelaten worden op Zweinstein, maar toen werd Perkamentus schoolhoofd en hij liet me toe… Hoor eens, ik snap het best als jullie nu geen vrienden meer met me willen zijn…’ Hij keek hen smekend aan.
‘Remus,’ zuchtte Sirius. ‘Waarom zouden we geen vrienden met je willen zijn? Van wie zouden we dan het huiswerk moet en overschrijven?’ Remus grijnsde even. ‘Bovendien ben je niet veranderd, toch? Je bent nog steeds Remus! Hé, waar ga je eigenlijk heen voor de transformaties?’ Remus keek zijn vrienden dankbaar aan.
‘De Beukwilg. Als je met een stok de knoest op de stam aanraakt, verstijft hij. Er onder is een geheime gang. Die leidt naar het Krijsende Krot in Zweinsveld. De inwoners denken dat het spookt, maar dat ben ik.’ Sirius en James staarden hem aan.
‘Vet…’


Remus is er gewoon te vaak niet, op het ongelovige af… Nou ja, ik maak me er niet al te veel druk over!
Liefs, Lily


‘Ik heb nooit geloofd dat het geloofwaardig was, al dat ziek zijn van hem’ lachte Ginny. Harry glimlachte, en dacht aan Remus en hoeveel hij hem miste. Hij had nu geen levende link meer met zijn vader… Alleen dit dagboek kon hem nog de verhalen vertellen…
‘Waar dacht je aan, toen ik binnenkwam?’ vroeg Ginny.
‘Aan de dag nadat Voldemort verslagen was,’ zei Harry. Ginny knikte en Harry wist dat zij er nu ook aan dacht…




Profiel bekijkenStuur privébericht
Mauwreentjj
Dreuzel
Dreuzel


Verdiend: 56 Sikkels


Mauwreentjj is offline. 
BerichtGeplaatst: Do Nov 13, 2008 16:30 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hee iedereen!!
Hier weer nieuw stukje!! Reacties zijn nog steeds welkom, ik krijg egt veel te weinig!!
Liefs


‘Gefeliciteerd.’ Harry kuste Ginny op de wang. ‘Achttien hè?’ Ginny lachtte. ‘Hier, een cadeautje.’ Ginny nam het aan en maakte het pakje nieuwsgierig open.
‘Oooh,’ zei ze bewonderend. In haar hand had ze een simpele zilveren ketting, met een hartje onderaan. In het hartje stond ‘Harry’ met krullerige letters gegraveerd.
‘Hermelien heeft me geholpen het uit te zoeken,’ fluisterde Harry in het oor van de jarige. Ginny lachte.
‘Kom, als we opschieten kunnen we nog even lezen.’ Ginny lachte en volgde haar vriend naar de leerlingenkamer.

12 juli 1972
Lief dagboek
Dus ik heb mijn eerste jaar op Zweinstein afgesloten met de beste cijfers van de klas. Nou ja, samen met Potter en Zwarts.
Ik mis Zweinstein ontzettend, zeker met de situatie die thuis ontstaan is… Gelukkig komt Tiff over een paar dagen logeren. Bovendien heb ik een vriendje! Hij woont hier in de buurt en ik heb hem een paar dagen geleden ontmoet. Zijn naam is Thom…

‘Hé, schatje.’ Lily voelde hoe iemand een kus in haar nek drukte.
‘Thom!’ Ze lachte. De veertienjarige jongen pakte haar hand en trok haar mee.
‘Hé, waar gaan we heen?’ Thom grijnsde.
‘Oh, we vinden wel een plekje,’ antwoordde hij. Lily trok een gezicht.
‘Thom, nu niet. Ik heb met Sev afgesproken in het speeltuintje,’ zei ze.
‘Sev? Severus Sneep bedoel je? Wat moet je daar nou weer mee?’ Lily zuchtte.
‘Sev is mijn beste vriend, Thom. Hij zit bij mij op school en over een paar dagen komt Tiffany, een vriendin van me, en zullen we elkaar niet veel meer zien. Dus ga ik nu naar het speeltuintje, om nog een paar dagen met hem op te trekken.’ Thom haalde zijn schouders op.
‘Oké, schatje, rustig maar! Maar eh- waarom zul je hem niet veel zien als die Tiffany er is?’ Lily keek hem even aan.
‘Tiff mag hem niet. Maar dat komt doordat ze hem niet kent.’ Thom trok zijn wenkbrauw op.
‘Of misschien mag ze hem niet omdat het een slijmerig stuk verdriet is?’ mompelde hij, net iets te hard, zodat Lily hem hoorde.
‘Ja, wat jij wilt. Zie je, Thom.’ En zonder een afscheidskus draaide ze zich om en liep weg.

‘Hé Sev, sorry dat ik laat ben!,’ zei Lily hijgend, terwijl ze naast hem in de zandbak plofte.
‘Is al goed,’ antwoordde hij, terwijl zijn ogen haar bewegingen volgden. ‘Waar was je eigenlijk?’ vroeg hij nieuwsgierig. Lily’s ogen begonnen te glanzen.
‘Thom,’ zei ze. Severus knikte, terwijl zijn glimlach wat verstrakte.
‘Lily?’ zei Severus na een poosje stilte.
‘Hmm?’ antwoordde ze.
‘Wat zie je eigenlijk in die Thom?’ Lily keek hem chagrijnig aan.
‘Dat heb ik je al een keer of dertig verteld, Severus, en ik heb geen zin het nog een keer te doen. Zie je morgen weer.’ En ze sprong op en liep de speeltuin uit. Severus keek haar na met teleurstelling op zijn gezicht.

‘Hé Tiff, zullen we een wandeling door het dorp gaan maken?’ vroeg Lily een paar dagen later. Tiffany kwam overeind van haar handdoek.
‘Waar wou je heen dan?’ vroeg ze.
‘Hmm, weet niet… Even langs het speeltuintje… en even over het dorpsplein…’ Samen lagen ze in de tuin van de familie Evers, naast het zwembad.
‘Sprak jij niet altijd met Sneep af in het speeltuintje? En waar had je die Thom van je ook weer ontmoet? Was dat niet op het dorpsplein?’ Lily lachte.
‘Oké, oké, je hebt me door! Nou ga je mee of niet?’ Tiffany kwam overeind en snel trokken ze wat kleren over hun bikini’s aan. Ze liepen de villawijk uit, naar de wijk met kleinere huizen. Toen ze langs het speeltuintje kwamen, zag Lily Severus zitten.
‘Hé Sev!’ riep ze. Hij keek hoopvol op, maar toen hij Tiff zag, verdween hij weer.
‘Hé Lily, Tiffany,’ antwoordde hij. Tiffany keek hem aan.
‘Severus,’ knikte ze. Toen trok ze Lily mee, de volgende straat in. ‘Kom op, geen zin om een hele dag met hem op te trekken.’ Lily keek haar vriendin even aan, maar haalde toen haar schouders op.
‘Kom, dan laat ik je meteen het hele dorp zien.’ Tiff lachte en liet zich mee trekken.
Even later liepen de meisjes door het achterbuurtje van het dorp, waar vlak op de achtergrond een grote fabriek enorme rookwolken uitbraakte. Toen ze door de achterste straat van het dorp liepen, wees Lily op een huisje, waar luid geschreeuw uit kwam.
‘Kijk, daar woont Sev.’ Tiff keek haar vriendin geschokt aan.
‘Zijn dat zijn ouders? Kun je die altijd horen?’ Lily knikte somber. ‘Tjeee…’ Toen begon Lily te grijnzen.
‘Kom, we gaan naar het dorpsplein!’ Tiffany lachte.
‘Oooh… wie vinden we daar ook al weer?’ Lachend liepen ze verder.
‘Lily, schatje, wat heb je daar voor een lekker ding bij je?’ Een jongen met kort zwart haar en bruine ogen kwam op het meisje af en omhelsde haar.
‘Hé Lils, die is leuk,’ fluisterde Tiff in Lily’s oor. Lily keek haar vriendin nep-boos aan en kuste haar vriendje. Vervolgens trok Thom hen beiden mee naar zijn vrienden, waar ze de rest van de middag bleven hangen.

‘James Potter en Sirius Zwarts! Nu opstaan!’ Kreunend kwamen de twee jongens uit bed. Sinds ze het geheim van Remus hadden ontdekt, waren ze op zoek naar een manier om hem te helpen en ze waren de hele nacht bezig geweest om te zoeken in de bibliotheek van de Potters.
‘James, je vader en ik hebben een verrassing voor je als jullie binnen een kwartier beneden zijn. Dus opschieten nu!’
Tien minuten later stonden de Potters en Sirius bij de ontbijttafel.
‘We hebben een verrassing voor je, James. We hebben het afgelopen jaar zoveel brieven van Zweinstein gehad, dat we hebben besloten je een handje te helpen.’ Mevrouw Potter keek haar man streng aan, toen ze haar zoon een groot bobbelig pak gaf. James en Sirius scheurden onmiddellijk het papier er af. Toen James de glibberige stof openvouwde, keek hij teleurgesteld naar zijn cadeau.
‘Een mantel?’ Hij keek zijn ouders verontwaardigd aan. ‘Wat moet ik daar nou weer mee?’ Meneer Potter lachte om de teleurstelling van zijn zoon en diens beste vriend.
‘Niet zomaar een mantel, jongen. Doe hem maar eens om.’ James deed de mantel om en keek naar zijn lichaam. Het was weg. James slaakt een juichende kreet.
‘Een onzichtbaarheidsmantel!’ Lachend bekeken meneer en mevrouw Potter hun zoon.
‘Doe voorzicht, James, jongen! Hij is nog van mijn vader geweest!’ riep meneer Potter zijn zoon na.


Oh man, ik hou van vakantie. Twee hele maanden zonder Potter. En Petunia neem ik daarbij op de koop toe. Ik weet alleen niet hoe ik het met Thom ga regelen als ik terug moet naar Zweinstein…
Liefs, Lily


‘Weet je wat je nu mag?’ zei Harry, terwijl hij zich uitstrekte op de bank.
‘Nee…’ zei Ginny nieuwsgierig.
‘Volgens de Dreuzelwet wordt je vandaag pas meerderjarig… en dus mag je autorijden, een huis kopen, sterke drank drinken, stemmen…’ Ginny grijnsde.
‘Echt waar? Hmm… dus ik kan een huis kopen? Waarom zou ik? Jij hebt al een huis.’ Harry glimlachte bij de herinnering aan Grimboudplein 12.
‘Daar ben je altijd welkom hoor. Maar het is nu niet bewoonbaar genoeg, dus ik was eigenlijk niet van plan er voorlopig in te wonen.’ Ginny lachte.
‘Misschien moet je dan eerst maar Zweinstein afmaken…’




Profiel bekijkenStuur privébericht
Mauwreentjj
Dreuzel
Dreuzel


Verdiend: 56 Sikkels


Mauwreentjj is offline. 
BerichtGeplaatst: Za Dec 13, 2008 16:39 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hee, weer een nieuw stukje!! Omdat ik mijn verhaal echt te saai vond worden, ben ik soort van overnieuw begonnen (in Lily/James) en heb een paar jaar overgeslagen(A)
Ik las mijn verhaal laatst na, en bedacht me dat ik nogal wat belangrijke dingen vergeet. Dus iemand die mijn beta wil worden: laat fv een pbtje achter;)
omdat dit dus een beetje een overgangsstukje is, is het dus alleen dagboek, verder geen verhaal van James, dat komt het volgende hoofdstuk wel weer!!
En reacties blijven welkom!!
XX


Hoofdstuk 9

Terwijl op het terrein van Zweinstein zachte sneeuwvlokken vielen, maakten in het kasteel de leerlingen zich op voor een dagje Zweinsveld. Onze held, de enige echte Harry Potter, zat zojuist aan de ontbijttafel voor een goed en stevig ontbijt, na een lange, zware Zwerkbaltraining. Met zijn vrienden en zijn vriendin was hij plannen aan het maken voor hun dag, die ze in het magische dorpje verderop zouden doorbrengen.
Ron wilde naar Tovertweelings Topfopshop, dat het pand van Zonko had overgenomen, maar Hermelien vond dat zij en Harry daar niet gezien mochten worden, aangezien ze Hoofdmonitoren waren. Terwijl Hermelien en Ron kibbelden, zaten Harry en Ginny met hun ogen te rollen.
‘Wat als we gewoon naar Zacharinus gaan en daarna naar de Drie Bezemstelen. En dan beslissen we dan wel wat we verder gaan doen.’ Toen Harry dat had gezegd, knipoogde hij even naar Ginny, die grijnsde.

Een paar uur later glipten Harry en Ginny snel Zacharinus uit, moe van het voortdurende gekibbel van Ron en Hermelien. Snel liepen ze naar het einde van het dorp, de bergen in. Ze glipten een spleet in en kwamen in de grot waar Sirius Zwarts zich vier jaar geleden had verborgen voor de Dementors. Samen zonken ze neer op een steen en Harry pakte het dagboek van zijn moeder. Hij sloeg het open en begon samen met Ginny te lezen.

30 augustus 1976

Ah, ze gaat bijna terug voor haar tweede jaar, dacht Harry. Nee, wacht- 1976? Dat kan niet. Het was nog maar 1972!
‘Weet je zeker dat dit het goede boekje is?’ vroeg Ginny. Harry sloeg een bladzijde terug en keek naar de datum. 12 juli 1972 las hij. Hij sloeg de bladzijde weer om.

30 augustus 1976
Harry keek Ginny aan en haalde zijn schouders op. Toen begonnen ze samen te lezen.

Lief dagboek,

Ik kan gewoon niet geloven dat ik je gewoon vier jaar niet heb gebruikt. Toen ik mijn eerste dagboek kreeg, van pap en mam (toen ze nog niet elke avond ruzie hadden) had ik gezworen mijn leven vast te leggen en dagboeken. Kijk uit met wat je zweert. Want op een gegeven moment, of eigenlijk op de dag dat mijn eerste vriendje me dumpte ben ik gestopt met schrijven. (ongelooflijk toch, dat zoiets stoms als een jongen je zo van je stuk kan brengen? Hij was het niet eens waard…)
En nou ben ik 16. Over twee dagen begin ik aan mijn zesde jaar op Zweinstein, vorig jaar ben ik tot klassenoudste benoemd. Deze zomer was zo raar, ik ben zo vaak langs de speeltuin gelopen, en altijd zat Sneep daar en ik ben niet één keer gestopt…
Dat klopt. Sev en ik zijn geen vrienden meer. Sinds het einde van ons vijfde jaar van Zweinstein.
Waarom niet, vraag je. De Marauders vervloekten hem. Of eigenlijk: James Potter vervloekte hem. En toen ik hem – alweer – te hulp schoot, schold Sneep me uit voor Modderbloedje. Dat was voor mij de druppel. En ik weet dat het ook de schuld van Potter was, en dat heb ik ‘Jamesie’ gezegd, toen hij om vergiffenis kwam smeken. Ik heb hem verteld, dat ik hem pas zou vergeven, als hij mijn leven zou redden. Vervolgens probeerden zijn stoere vriendjes me in allerlei ‘levensbedreigende situaties’ te lokken, waaruit hij me dan weer zou redden. Gelukkig had hij al snel door dat het niet werkte, want hij ging na een week over op z’n oude tactiek: mij voortdurend mee uit vragen. Sneu figuur is die James Potter toch. Ik wil toch niet met hem uit. Nooit.
Bovendien heb ik al een vriendje, sinds februari. Michael Pax van Ravenklauw. Numero vier, inmiddels, maar wel de langste. Tenzij je Bram Verstraten meetelt, maar telt het als je elkaar in de kerstvakantie ontmoet, hij vervolgens vreemdgaat met een stuk of tien verschillende meisjes omdat je elkaar maanden niet ziet, dan twee maanden zomervakantie waarin je een leuke tijd hebt en er dan achter komt dat ie al die tijd nog een paar liefjes had? Wat een zak was dat. Maar ik heb geen traan om hem gehuild. Allemaal dankzij dat verhaal over jongens van Marthe. Nadat Thom me had gedumpt, vertelde ze me erover:
Huil nooit om een jongen, hij is het niet waard. Er is maar een jongen op de wereld die het waard is: je enige ware liefde. En hij is het, als hij je laat huilen, zonder dat je het merkt, laat staan dat je je tranen kunt stoppen. En natuurlijk zijn er anderen, maar die zijn voor de lol, en voor het vinden van die ene. Gaaf toch?
Terug naar Michael. Hij heeft warrig, zwart haar, helderblauwe ogen en is aanvoerder van het Zwerkbalteam van Ravenklauw. Oftewel: status uiterlijk: lekker ding. Cijfer: 9½.
Verder is het echt een schatje. Hij is lief, bezorgd, maar wel jaloers… Oh, heb ik al gezegd dat het een echte heer is? Zo gaaf. Status innerlijk: Cutie. Cijfer:8½. Gemiddeld eindcijfer: 9.
Wat hem ergens boven aan de lijst zet. De lijst van jongens die absoluut het daten waard zijn. Ik maak hem elk jaar met Tiff, Lies, Marlène en Emmeline, sinds ons derde jaar. We laten jongens met wie we al wat hebben gehad buiten beschouwing, en jongens die we te jong vinden ook. Het is echt te cool om te doen! Als iemand een jongen op het oog heeft, kijkt ze gewoon even op de lijst, waar alle waarnemingen (ja, we spioneren!), roddels en eindbeoordelingen op staan. Eigenlijk is het het leukst om de lijst te maken. We checken iedere jongen, delen roddels over hem en zo gaan we elke jongen af. Eigenlijk zijn we daar het hele jaar mee bezig, maar dan hebben we het jaar daarna een redelijk kloppende lijst. Of eigenlijk een top 100, alles daarbuiten is niet geschikt om te daten.
Oh, man, hoe langer ik doorga, hoe meer ik begin te zwammen. Dus wordt het tijd om te stoppen, ik moet toch nog mijn kamer opruimen, zoals ik mam beloofd had.
Liefs, Lily


Toen Harry opkeek, zag hij dat het al begon te schemeren. Snel trok hij Ginny overeind, Hermelien en Ron waren vast al naar ze op zoek. Snel renden ze terug naar Zweinsveld, tot ze bij de Drie Bezemstelen Ron en Hermelien zagen. De rest van de weg terug kregen ze een preek van Hermelien over zich heen gestort.




Profiel bekijkenStuur privébericht
Berichten van afgelopen:      


 Ga naar:   


Sla dit onderwerp op als textbestand

Volgende onderwerp
Vorige onderwerp
Je mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen in dit subforum
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Je mag je berichten niet bewerken in dit subforum
Je mag je berichten niet verwijderen in dit subforum
Je mag niet stemmen in polls in dit subforum



Powered by phpBB © 2001/3 phpBB Group :: FI Theme :: Tijden zijn in GMT + 1 uur :: Disclaimer