Poll :: Wat vind je van mijn verhaal? |
Geweldig! Schrijf snel verder! |
|
80% |
[ 4 ] |
Redelijk. Sommige dingen [vertel] kunnen beter. |
|
20% |
[ 1 ] |
Vreselijk! Stop ermee! |
|
0% |
[ 0 ] |
Te kort om al een mening te kunnen vormen. |
|
0% |
[ 0 ] |
|
Totaal aantal stemmen : 5 |
|
Auteur |
Bericht |
Maschine
5e jaars
![5e jaars 5e jaars](http://www.harrypotterforum.nl/hpf/images/ranks/rank2.gif)
Verdiend:
1 Sikkels
Woonplaats: Op HPF!
|
Geplaatst:
Ma Jul 14, 2008 17:59 |
![Sla dit bericht op Sla dit bericht op](templates/fiblack/images/topic_move.gif) |
Hoofdstuk 1: De Boodschap
De Sorteerhoed werd op het hoofd van het bange meisje gezet. Het ding dacht even na en riep toen heel overtuigend: "RAVENKLAUW!" Opgelucht ging het meisje van de beroemde sorteerkruk af en ze liep naar de Ravenklauw tafel. De volgende leerlinge was ook een meisje dat er nogal zenuwachtig maar wel aardig uit zag. "GRIFFOENDOR!" riep de Sorteerhoed. De Griffoendors juichten en aan de Griffse tafel juichte Charles White vrolijk mee. Hij zat in het vijfde jaar van Zweinstein's Hogeschool en was al die jaren al een trouwe Griffoendor. De jongen had nooit getwijfeld over zijn afdeling, hij had Griffoendor altijd al de beste afdeling gevonden en daar had hij nog nooit over getwijfeld. Niet dat Ravenklauw en Huffelpuf hem te min waren, integendeel. Dat vond hij ook prima afdelingen, maar door de eigenschappen sprak Griffoendor hem gewoon meer aan. Zwadderich had hij eigenlijk altijd verafschuwd. Ergens logisch, er was al tijden lang een strijd tussen Griffoendor en Zwadderich gaande. Zwadderaars waren hem te gemeen en ze lieten anderen niet in hun waarde, iets wat Charles heel belangrijk vond.
De vijfdejaars keek glazig naar de Sorteerhoed. Er waren veel eerstejaars dit jaar en het duurde al een tijdje. Hij begon zijn aandacht te verliezen. De bange eerstejaars schoven onder luid gejuich aan bij hun afdelingsgenoten en kregen een warm welkom. Zelf was Charles ook erg zenuwachtig voor zijn sortering geweest, maar hij had stiekem al geweten dat het Griffoendor zou worden. Bijna zijn hele familie had er gezeten. Plots werd de jongen opgeschrikt uit zijn dagdromen door iets dat tegen zijn hoofd aan kwam. Hij keek wat het was en zag een briefje. Het was duidelijk van een andere tafel afkomstig. Nieuwsgierig opende Charles het briefje en las het.
Geachte heer White,
Wij zijn tot de conclusie gekomen dat u nog altijd geen geluk heeft in de liefde. Daarom willen wij u graag een handje helpen door u na het openingsfeest aan een leuke jongedame te koppelen. Kom na het feest naar de Zuidertoren en wacht daar.
De Koppelclub
Charles stootte zijn vriend Pete McFinn aan die naast hem zat. "Hé Pete." siste hij. "Denk je echt dat ik nog niet bezet ben." Peter trok een gezicht en pakte het briefje aan. Nadat hij het gelezen had wendde hij zich weer tot Charles. "Ik ken het handschrift niet." zei hij. "Van wie is het?"
"Geen idee." antwoordde Charles. "Het handschrift komt mij ook niet bekend voor, maar het leek alsof het van een andere tafel afkomstig was." Hij keek Pete vragend aan. Pete was een nogal zwijgzame maar slimme jongen die een eindeloos geduld bezat. Charles daarentegen was veel ongeduldiger en ging sneller ergens op af. Pete was passiever. "Ik zou er gewoon heen gaan, kijken wat er gebeurt." zei Pete en keek hem vastberaden aan. "Het zal wel een grap zijn maar wie weet levert het een leuk stelletje op." De vrienden van Charles hadden hem maar al te vaak geplaagd met het feit dat hij nog onbezet was. Zelf hadden ze bijna allemaal al een vriendinnetje, met namen als Pamela Prescott, Cathy Craft en Eve Hall. De meisje kwamen vaak uit Griffoendor of uit Ravenklauw. Een enkele vriend had een Huffel aan de haak geslagen.
"Kom Pete." zei Charles na een heerlijke openingsmaaltijd. Hij had behoorlijk na zitten denken over het briefje en leek in een soort roes te verkeren. Dat zijn vrienden daar steeds grapjes over maakten had Charles nauwelijks gehoord. "Laten we gaan kijken wie dit hebben bedacht." En Charles en Pete liepen samen met de overige leerlingen weg uit de Grote Zaal, direct naar de Zuidertoren. Op naar de koppeling!
Hier hoofdstuk 2. Moet erbij ivm het aantal woorden.
Hoofdstuk 2: In De Zuidertoren
Pete McFinn en Charles White renden de trappen op richting de Zuidertoren. Zojuist had Charles een briefje gehad waarop stond dat hij na het Openingsfeest gekoppeld zou worden door iemand waarvan hij niet wist wie het was. Pete had hem aangeraden te gaan, hij was de enige in zijn vriendenkring zonder vriendinnetje en daar moest nodig iets aan veranderen. Dus zo kwam het dat de twee vrienden uit het vijfde jaar van Griffoendor de trap op renden richting de Zuidertoren.
Eenmaal daar aangekomen zagen ze nog niemand, maar hoorden wel een aantal stemmen. Er kwamen duidelijk meerdere mensen de trap op gelopen, en zo te horen hadden ze een hoop lol. Het zou toch niet zo zijn dat....? Charles slikte trok Pete achter een grote pilaar. "Eerst maar afwachten wie het zijn voordat ze ons te zien krijgen." zei hij en gebaarde dat Pete zijn mond moest houden. Eindelijk ging dan de deur open en een groepje leerlingen kwam binnen. Charles zag het embleem van Zwadderich op hun borst prijken en vloekte binnensmonds. Hij had dit kunnen weten! "Wat nu?" vroeg hij aan Pete. "Wat als ze ons ontdekken?" Hij wist zeker dat dit één of andere flauwe grap was en dat stelde hem teleur. Hij bekeek de Zwadderaars nog eens goed. Het waren een stuk of zes vierde-of vijfdejaars en ze hadden zo te zin veel lol. Erg knap om te zien waren ze trouwens niet. De ene had een kop vol puisten, de ander smerig haar, weer een ander was moddervet op een lelijke manier en weer een ander was graatmager met een ratachtig gezicht. Charles vroeg zich af aan wie hij gekoppeld zou worden. De Zwadderaars praatten en lachten wat en verschillende keren hoorde Charles zijn naam vallen. Toen kwam er plotseling nog iemand de trappen op gestormd. Charles dacht dat zijn hart even stilstond. Het was een meisje uit het vijfde jaar en ze was bloedmooi. Haar lange zwarte krullen staken mooi af bij haar felblauwe ogen en ze zag er goed verzorgd uit zonder overdreven opgemaakt te zijn. Haar lippen krulden zich in een smalle glimlach toen ze zag dat iedereen er was. "Iedereen aanwezig?" Zonder op een antwoord te wachten begon het meisje de anderen te commanderen. "Ik zie dat meneer White blijkbaar de tijd is vergeten." zei ze. "Pratt, Brunt, Grooves, jullie gaan hem zoeken." Het meisje liep iets dichter naar de plaats toe waar Charles en Pete zich hadden verstopt. Nu pas zag Charles dat ze in Zwadderich zat. "McWarr en Swann, blijf hier." De leerlingen deden wat hen was opgedragen, onder ook maar enig protest, alsof ze robotten waren. "En ik blijf hier tot jullie terug zijn. Als jullie hem niet vinden kost dat je 5 Galjoenen." De sadist! Charles kon zijn oren niet geloven toen het meisje dat zei. Hij bleef stil staan en keek Pete vragend aan. "Wat moeten we doen?" vroeg hij. "Ze zullen ons zeker vinden." Intussen probeerde hij niet te verliefd naar het meisje te staren. "Blijven wachten. Als dat kind ons ziet zijn we er geweest." Het was duidelijk dat het meisje nogal dominant was en hen zeker zou afkraken. Toch was ze nogal tenger van gestalte. Niet echt de persoon om de twee jongens neer te slaan. "Zullen we d'r neerslaan?" vroeg Pete agressief. Charles schudde zijn hoofd. "Laten we eerst wachten wat er gebeurt als ze terug zijn."
Al snel kwamen de leerlingen allemaal teruglopen. Geen van hen had iets gevonden, gehoord of gezien. "Goed." zei het meisje. "Dan ga ik zelf wel zoeken." Ze wilde weglopen. "M-m-aar h-h-ij i-is e-er n-n-n-nie-iet." stotterde een forse maar duidelijk niet zo slimme jongen. "Dat weet ik ook wel Swann." antwoordde het meisje. "En je weet toch dat je me juffrouw Blackmoore moet noemen? Of is dat soms in al die jaren nog steeds niet tot je botte hersens doorgedrongen, Swann?" Het meisje wendde wendde zich weer tot de leerlingen. "Jij!" blafte ze tegen een klein, dik meisje met gluiperige oogjes en een griezelig gemene blik in haar ogen. "McWarr, we gaan jou aan White koppelen." Charles rilde en wist dat Pete nu ongeveer hetzelfde moest doen. Achter hem klonken in elk geval al braakgeluiden. Hij keek om en probeerde zijn lach in te houden. Pete had écht braakgeuiden gemaakt, maar godzijdank had hij niet echt gekotst.
Helaas, net toen Charles zich had omgedraaid leek de knappe Zwadderaarster iets gehoord te hebben en liep ze precies naar de plek toe waar de twee Griffoendors stonden. "Aha, daar ben je White." zei ze. Charles draaide zich om en wilde Pete een duw geven zodat hij onzichtbaar was voor het meisje, maar ze had hen allebei al gezien. "En neem die vriend van je ook mee." Het meisje liep weer terug. "McWarr, dit is Charles White. Hij zit in Griffoendor.." Het meisje leek dat laatste woord echt uit te kotsen. "...en ik heb gehoord dat hij je erg leuk vindt." McWarr begon hikkerig te giechelen en liep knalrood aan. "..Dus wil ik jullie aan elkaar koppelen." Ze sleurde McWarr mee en zette naar neer vlakbij Charles. Die deed vlug een stap achteruit. Een walm van parfum was zojuist zijn neus binnengedrongen en hij kreeg het er benauwd van. "Blijf staan White. Ik wil een test doen om te zien of jullie echt bij elkaar passen. O ja, ik zal me even voorstellen." Het meisje deed een stap achteruit. Charles zag nu pas echt hoe knap ze was. "Mijn naam is Mary Blackmoore en ik ben de aanvoerster van de Koppelclub. Wij koppelen leerlingen die zo zielig zijn dat ze nog steeds geen ware liefde hebben gevonden." Charles vroeg zich af of het meisje misschien zelf al bezet was. En jij? wilde hij vragen. Heb jij al een vriendje? Maar Charles zweeg en Pete ook. Hij zag vanuit zijn ooghoeken dat Pete het nu ongeveer in zijn broek moest doen. Arme Pete, hij had zich altijd zo moedig voorgedaan. Mary grijnste en pakte McWarr stevig bij haar haren. Vervolgens voelde Charles hoe hij bij zijn haren werd gepakt. "Eens kijken hoe dat bij elkaar staat." Met haar krachtige handen duwde Mary de hoofden van Charles en McWarr naar elkaar toe. Charles deed zijn hoofd nog wel naar beneden, maar kwam toen met een klap tegen de neus van McWarr aan. De overige leerlingen juichten. McWarr begon te huilen en probeerde haar neus te verbergen. "Nu ben je een clowntje." zei Blackmoore en de anderen lachten nog harder. Pete stapte naar voren en liep naar Mary toe. "Vind je dat grappig?" vroeg hij. "Heel grappig." luidde het antwoord. Charles smolt bijna van de onschuldige blik in haar mooie ogen. Als ze lachte had ze een kuiltje in haar rechterwang, wat er schattig uitzag. "Dit is hét perfecte stel, jammer dat White zo'n oen is dat hij het meteen moet verpesten." Pete kon zich niet langer inhouden. Charles greep naar het gewaad van zijn vriend en probeerde hem nog tegen te houden maar tevergeefs. Hij sloeg en toen Charles kon zien wat er gebeurd was had Mary Blackmoore een blauw oog dat bloedde. "Ik krijg je nog wel!" siste ze. Mary liep kwaad naar de deur en sloeg die met een klap achter zich dicht. De ander Zwadderaars bleven kwaad staan. "Kom." zei Charles. "We gaan." Hij sleurde Pete mee en ging de trap af. De deur viel dicht. Het was een vreselijke afknapper geweest. Maar één ding was duidelijk. Charles was eindelijk verliefd! |
_________________ Maschine - Ex-Moderator HPA
Laatst aangepast door Maschine op Ma Jul 14, 2008 18:04; in totaal 1 keer bewerkt |
|
![Profiel bekijken Profiel bekijken](templates/fiblack/images/lang_english/icon_profile.gif) ![Stuur privébericht Stuur privébericht](templates/fiblack/images/lang_english/icon_pm.gif) |
![](images/spacer.gif) |
Maschine
5e jaars
![5e jaars 5e jaars](http://www.harrypotterforum.nl/hpf/images/ranks/rank2.gif)
Verdiend:
1 Sikkels
Woonplaats: Op HPF!
|
Geplaatst:
Ma Jul 14, 2008 18:00 |
![Sla dit bericht op Sla dit bericht op](templates/fiblack/images/topic_move.gif) |
Hoofdstuk 3: De Ontkoppelaars
"Wat een kreng zeg!" hijgde Pete terwijl hij achter Charles de trap af stormde. Charles antwoordde niet. Hij was in gedachten nog steeds bij het knappe meisje. Was hij maar weggegaan. Had hij maar nooit geweten hoe vreselijk ze was, had hij haar maar nooit gezien. Dan had hij ook nooit zo'n spijt gehad van het feit dat hij erin was getrapt. Zwadderaars. Hij hád het kunnen weten, maar hij had het stemmetje in zijn hoofd genegeerd. De twee Griffoendors besloten naar de leerlingenkamer te gaan. "Dan kunnen we uitgebreid over die zogenaamde koppenclub praten." zei Charles. Peter liep woedend naast hem. "Hoe kón ze?" brieste hij en wandelde kwaad achter Charles aan. "Een beetje mensen koppelen alsof het beesten zijn!" Normaal was Pete erg passief, maar eenmaal boos was hij ook écht boos en kon je hem moeilijk geruststellen. Dus deed Charles dat niet, uit ervaring wist hij dat dit weinig zin zou hebben.
Eenmaal in de Griffoendortoren aangekomen bleven ze voor de Dikke Dame staan. "Wachtwoord?" vroeg ze nuffig en keek hen streng aan. "Ehh.." zei Charles. "Fisteldistel." antwoordde Pete moeiteloos en de Dikke Dame zwaaide open. Ze stapten de leerlingenkamer in door het ronde portretgat en ploften neer op een stel versleten stoelen. Na het openingsfeest waren er veel leerlingen in de leerlingenkamers. Ze zaten in groepjes te kletsen of alleen te lezen. De sfeer was ontspannen en Charles voelde zich slaperig worden. "Zullen we naar de slaapzalen gaan?" In het bijzijn van zoveel afdelingsgenoten wilde hij liever niet over zijn gênante ervaring praten. "Is goed." zei Pete en ze liepen er heen.
"Wat denk je?" vroeg Charles. "Zouden we andere Griffoendors moeten waarschuwen? Of ook Huffel en Raven?" Pete dacht na. "Lijkt me een goed idee. We zouden pamfletten kunnen verspreiden of zoiets. Weet jij hun namen nog?" Charles vreesde van niet. Hij had alleen maar naar het knappe gezichtje van Mary Blackmoore gekeken en verder nergens anders aan kunnen denken. "Nee." zei hij. "Sorry, maar ik heb geen enkele naam onthouden." zei hij. "Ik wel." zei Pete. "Ik weet alleen nog McWarr, waar jij een gekoppeld werd. En Swan, die rat. En natuurlijk Mary Blackmoore." Charles viste een stuk perkament, een veer en wat inkt uit zijn tas en begon te schrijven.
!! Leerlingen Opgelet !!
Wij hebben vernomen dat er een groepje leerlingen is dat zich bezighoudt met het koppelen van anderen. Wij hebben gemerkt dat dit niet erg aangenaam is om mee te maken, dus willen we jullie waarschuwen voor de leden op te passen. Het zijn allemaal Zwadderaars uit het vierde of vijfde jaar. Hieronder bevinden zich een meisje met de achternaam McWarr en een jongen genaamd Swann. De club wordt geleid door Mary Blackmoore, signalement: Krullend zwart haar, blauwe ogen, tenger postuur. Wij hopen jullie voldoende te hebben geïnformeerd.
C. White en P. McFinn, vijfdejaars Griffoendor
"En?" vroeg Charles terwijl hij het stuk perkament onder de neus van Pete schoof. Die las het en gaf het weer terug. "Ik weet niet." mompelde hij. "Weet je zeker dat dit wel zo verstandig is?"
"Hoezo?"
"Nou, zij kunnen het zelf ook lezen. Dus kan het zijn dat we problemen krijgen. We moeten het anders zien op te lossen."
"Hoe dan?"
"We vertellen het aan al die mensen die in de leerlingenkamer zijn. Dan weet half Griffoendor het en die verraden heus niks."
Daar had Charles nog helemaal niet aan gedacht. Dat het wel eens gevaarlijk of wellicht kinderachtig zou kunnen zijn. "En leraren kunnen het ook zien." zei hij langzaam. "Dat kost ons punten." Hij bedacht zich nu pas dat hij iets schreef tegen een meisje waar hij verliefd op was. "Dit is niet verstandig nee." zei Charles snel. Hij wilde haar niet te schande maken, ookal zat ze in de afdeling die hij het meest verachtte. Plots kreeg Charles een idee. Als ze nu eens... "Ik heb het!" riep hij, zodat verschillende leerlingen hem verbaasd aankeken. "We richten een club op. Een anti-koppelclub!" Hij keek Pete indringend aan. "Ehm.." De lange jongen richtte zijn blik op Charles en zijn blauwe ogen hadden een strenge blik. Het nette blonde kapsel met een scheiding perfect in het midden gaf hem iets ouderwets. Charles daarentegen had ietwat rommelig haar dat donkerblond was van kleur. Zijn ogen waren lichtblauw en hij kon je onschuldig aankijken. Hij was van normale grootte en postuur, maar Pete was erg fors en lang. "Ik weet niet hoor.." mompelde Pete en werd roood. "Je bedoelt een antikoppelclubclub?"
"Zoiets ja." knikte Charles. "We verzamelen gewoon wat mensen en dan houden we bijeenkomsten over het bestrijden van de club. We bespioneren ze en "Als we weten wat ze uitvoeren waarschuwen we de slachtoffers." Pete knikte langzaam. "Dat is wel een idee ja. We hebben alleen nog een naam nodig." Charles dacht na. "De Ontkoppelaars?" vroeg hij. "Goed idee." grijnsde Charles. "Maar wat gaan we zeggen als ze vragen stellen?" Pete probeerde een smoes te bedenken. "Dan..." Hij zweeg even. "Dan zeggen we dat we een groepsopdracht moeten doen voor Verweer. We moeten kijken welke spreuken het beste effect hebben op onschuldige leerlingen." Soms kon Pete erg vreemde dingen zeggen. "We zeggen dat we voor Geschiedenis moeten uitzoeken hoe de Zwadderaars zich sindsdien zijn gaan gedragen." Pete keek hem aan. "Je bent briljant!" Charles stond op. "Laten we beginnen!"
En hier H4 ook ivm het aantal woorden...
Hoofdstuk 4: Liefdesdromen
De twee Griffoendors liepen de slaapzalen uit en gingen naar de leerlingenkamer. Er zaten nog steeds groepjes leerlingen te kletsen. Charles's oog viel op een groepje met jongens en meisjes, allemaal vierde- of vijfdejaars. Het was een vrij groot groepje. Hij stootte Peter aan. "Die kunnen we proberen." Pete knikte. "Is goed. Kom mee!" Charles werd meegesleurd en Pete liep op het groepje af. "Beste mensen." begon hij op luide en duidelijk toon, zodat de leerlingen hem aanstaarden. "Wij hebben vernomen dat er op Zweinstein een Koppelclub actief is. Deze club bestaat uit een paar Zwadderaars. Nu willen wij ze in de gaten houden en te weten komen wie er gekoppeld gaat worden. We hebben namelijk gezien dat het koppelen niet erg fijn is." Dat laatste klopte niet helemaal, maar niemand hoefde te weten dat ze zelf het slachtoffer van de club waren geweest. "Onze vraag is: Zijn jullie bereid aan dit plan mee te werken?" De leerlingen keken ekaar aan en begonnen te overleggen. Uiteindelijk stapte er een kleine jongen met bruin haar, bruine ogen en een klein brilletje naar voren. "We willen graag meedoen. Toch?" De groep knikte instemmend. "Oké." zei Pete. "Dan spreken we morgen om vijf uur af in de leerlingenkamer bij de open haard." De leerlingen gingen weer door met kletsen en Pete en Charles liepen terug naar hun slaapzalen. Vermoeid ploften de jongens op hun bed neer. Pete geeuwde en staarde naar het plafond. "Ik bedenk me net dat we morgen ons rooster krijgen." Charles was inmiddels ook op zijn bed gaan liggen en kreunde. "Hopelijk hebben we niet te vaak Geschiedenis, ik heb echt een hekel aan Kist. Godzijdank heb je Fabeldieren nog." De jongens hadden allebei dezelfde vakken gekozen, zodat ze steeds bij elkaar zouden zitten. Bovendien vonden ze dezelfde vakken interessant. Pete en Charles waren best slim, maar hielden wel van een geintje op zijn tijd.
Charles staarde naar het plafond, terwijl er allerlei beelden van het knappe meisje uit Zwadderich voor zijn ogen spookten. De Griffoendor sloot zijn ogen.
Haar ogen keken hem telkens doordringend aan, hij kon de blik maar moeilijk van zich af schudden. Haar prachtige zwarte krullen glansten in het zonlicht. Ze had een lelieblanke huid, een rank lijf en mooie gevormde wenkbrauwen. Haar gewaad wapperde als ze liep, nu pas zag hij hoe mooi haar benen waren: Slank en de haartjes waren nauwelijks zichtbaar. Ze stond tegenover hem en wenkte naar hem. Haar lippen vormden woorden, maar Charles kon niet verstaan wat ze zei. Hij keek haar diep in de ogen. Haar gestalte vervaagde langzaam...
"Charles! Word wakker man! Het is ochtend!" Iemand schudde hem zachtjes wakker, maar Charles had geen zin om zijn ogen open te doen. "Ik kom al." mompelde hij slaperig en hij hoorde hoe Pete wegslofte. O ja. Gisteren was het Openingsfeest geweest en nu was het alweer de volgende dag. "O nee." kreunde Charles. Hij was zich ervan bewust dat hij zometeen zijn rooster zou krijgen. Zuchtend stapte hij uit bed en liep met Pete mee richting de Grote Zaal voor het ontbijt en zijn rooster. Ze zochten een plaatsje aan de tafel van Griffoendor en Charles zijn blik ging stiekem de zaal rond, op zoek naar Mary Blackmoore. Aan de Zwadderich tafel zat ze in elk geval niet. Eigenlijk was ze nog helemaal niet aanwezig in de Grote Zaal, maar dat had Charles niet in de gaten en dat wilde hij ook hélemaal niet weten. Hij kauwde traag op zijn toast en probeerde naar Pete te luisteren, die nu allemaal enge fantasieën kreeg over hun rooster dit jaar, de examens en de docenten. "Jaja..." momelde hij en probeerde zich de droom van vannacht te herinneren. Dat lukte niet echt als er iemand naast je zat die tegen je praatte alsof je aandachtig naar hem luisterde. "Wat is er man?" vroeg Pete. "Ben je wel helemaal lekker?" Pete keek hem vragend aan terwijl Charles zuchtte. "Ik voel me prima Pete, maak je geen zorgen." zei hij. Blijkbaar had Pete zijn afwezige gedrag opgemerkt. Normaal was Charles altijd erg betrokken bij anderen en hij praatte ook graag met ze. Vandaag dus niet.
Na het ontbijt krege de jongens hun rooster. Charles zag tot zijn schrik dat ze dit jaar wel drie uur in de week Kist zouden hebben. En twee keer een blokuur van professor Sneep, het afdelingshoofd van Zwadderich. Hij stootte Pete aan en wees hem op de lessen Geschiedenis en Toverdranken. "Al gezien?" Pete keek op zijn rooster. "gedoe.." mompelde hij. "Nu kunnen we dus nooit goed overleggen. Gelukkig kan dat bij Kist wel. Niemand die daar oplet." Charles slikte en zag dat ze Toverdranken hadden samen met Zwadderich, evenals Geschiedenis en Transfiguratie. Dat werd nog wat. De twee slenterden de Grote Zaal uit, op naar de eerste les: Geschiedenis van de Toverkunst.
Daar aangekomen begon Kist direct met de les. Vreemd genoeg was Mary er nog steeds niet. Pete en Charles waren net hun plannen voor de ontkoppelclub aan het doornemen toen ze binnen kwam stormen. "Verslapen." was alles wat ze zei voordat ze hijgend neerplofte. Het leek erop dat ze Charles niet had gezien -of ze negeerde hem gewoon. Charles keek even spottend naar haar maar wendde toen snel zijn blik weer af. Het mocht niet opvallen, voordat mensen gingen kletsen. "We verzamelen dus in de leerlingenkamer bij de open haard." zei hij zachtjes tegen Pete. "Dan stellen we ons voor en zeggen we wat we gaan doen. We sturen iedereen in groepjes de gangen op en laten ze op zoek gaan naar de Zwadderaars. We geven ze namen en signalementen van hen mee, zodat het voor iedereen duidelijk is wie we zoeken. Dan gaan we.."
"Ja? Wat gaan jullie?" Geschrokken draaide Charles zich om. Het was Swann, de dikke maar dom uitziende jongen van de Koppelclub. "Dat gaat je niks aan en nou ophoepelen." zei Charles geïrriteerd en de Zwadderaar liep weg. Gelukkig werden ze de verdere les niet meer lastig gevallen en konden ze rustig alles bespreken. Aan het eind van de dag liepen de twee Griffoendors naar de leerlingenkamer. Op naar de eerste officiële bijeenkomst van de Ontkoppelclub! |
_________________ Maschine - Ex-Moderator HPA |
|
![Profiel bekijken Profiel bekijken](templates/fiblack/images/lang_english/icon_profile.gif) ![Stuur privébericht Stuur privébericht](templates/fiblack/images/lang_english/icon_pm.gif) |
![](images/spacer.gif) |
Maschine
5e jaars
![5e jaars 5e jaars](http://www.harrypotterforum.nl/hpf/images/ranks/rank2.gif)
Verdiend:
1 Sikkels
Woonplaats: Op HPF!
|
Geplaatst:
Ma Jul 14, 2008 18:00 |
![Sla dit bericht op Sla dit bericht op](templates/fiblack/images/topic_move.gif) |
Hoofdstuk 5: De Bijeenkomst
Na afloop van hun lessen liepen Pete en Charles naar de leerlingenkamer voor de eerste bijeenkomst van de Ontkoppelaars, zoals ze de club noemden die de Koppelaars bestreed. De jongens liepen meteen naar de open haard die zich in de leerlingenkamer bevond. Veel leerlingen waren er nog niet, maar bij de open haard had zich wel al een klein groepje verzameld. "Hé Charles!" Charles herkende de jongen die het woord had gevoerd. "Hoi!" zei hij terug. De twee gingen zitten en wachtten op de rest. "Hebben we alles?" vroeg Pete. "Inkt? Perkament? Veren? Signalementen?" Charles knikte, hij had alles in zijn tas gestopt, maar wachtte nog even met het pakken ervan. Leerlingen moesten geen argwaan krijgen. Hij zag dat de overige leerlingen nu ook binnen kwamen. Pete ging staan. "Is iedereen er?" vroeg hij. De jongen die vorige keer het woord had gehad telde. "Ja, iedereen is er." Charles ging ook staan. "We hebben eerst al jullie namen nodig en een verklaring dat jullie mee willen doen. Daarna gaan we beginnen." Hij pakte een groot stuk perkament en schreef zijn naam en die van Pete bovenaan. Vervolgens gaf hij de veer aan de voorste leerling en begon iedereen zijn naam op te schrijven en een handtekening er naast te zetten. Toen dit was gebeurd pakte Charles de lijst en bekeek hem. De jongen die de leiding in het groepje bleek te hebben heette John Hunter. Alle leerlingen bleken net als Charles en Pete in het vijfde jaar te zitten. Geen bekende namen, maar iedereen leek enthousiast.
Charles richtte zich tot het groepje Griffoendors en begon met de uitleg. "Wat we vandaag gaan doen is door de gangen lopen, goed opletten en notities maken. Pete en ik hebben op stukken perkament het signalement van de clubleden geschreven. Jullie krijgen ieder zo'n stuk mee. Verder heb je schrijfspullen nodig. Met het signalement en de schrijfspullen gaan jullie in groepjes van twee of drie door de gangen lopen. Je kijkt of je clubleden ziet, let goed op je signalement. Als je ze ziet, probeer dan vooral niet op te vallen, maak aantekeningen van wat ze doen en zeggen. Het is de bedoeling dat we achterhalen wie er de volgende keer gekoppeld worden en waar en wanneer dat gebeurt. Dan kunnen we daar heen gaan en ze betrappen. Zijn er nog vragen?" Charles keek rond, terwijl Pete de signalementen begon uit te delen. Een meisje met blond haar en een overdosis oogschaduw stak haar hand op. "Wat als iemand ons ontdekt?" Charles dacht na. "Dan zeg je dat je voor Geschiedenis moet uitzoeken hoe de leerlingen zich sinds de oprichting zijn gaan gedragen." Hij zei expres geen 'Zwadderaars' zoals ze haden afgesproken. Anders kregen leraren alleen maar argwaan. "Verder nog vragen?" Pete keek rond, op zoek naar leerlingen met een vraag. Niemand te zien. "Goed, dan wens ik jullie veel succes." De leerlingen begonnen groepjes van twee of drie te vormen. "Jullie hebben een uur de tijd!" riep Charles. De leerlingen begonnen de gangen op te gaan. Uiteindelijk stond er alleen nog maar een bruinharig meisje, dat duidelijk nog niemand had. Ze was nogal klein en tenger voor haar leeftijd. Het meisje had een smal gezicht met sproetjes en bruine ogen. "Jij gaat met ons mee." zei Pete en het meisje liep achter de twee jongens aan.
"Wat is je naam?" vroeg Charles terwijl ze door de gangen liepen, de spullen in de hand en druk speurend naar leden van de Koppelclub. "Anna Halbury." antwoordde het meisje en ging weer verder met haar speurwerk. Charles zag dat ze nogal snel rondspeurde, misschien iets té snel. Zo viel ze wel erg op. "Probeer iets rustiger om je heen te kijken, zo valt het te veel op." Charles wees haar op een groepjes Huffelpuffers dat hen enigszins verbaasd aanstaarde. "Oké." zei Anna. "Doe ik." Ze leek nogal eigenwijs, maar wel meewerkend. De drie liepen verder en gingen de hoek om. Daar staarde Vilder hen met een griezelige blik aan. Dat mevrouw Norks hen zojuist voorbij was gelopen hadden de drie niet door. Ook niet toen ze aan het gewaad van Pete snuffelde. "Pete!" siste ze. "Achter je!" Pete draaide zich om en probeerde Norks af te schudden. "Kom dan!" riep Vilder met een kinderlijke stem. "Poespoespoespoes!" De drie liepen snel door, terwijl mevrouw Norks waarschuwend miauwde. Vilder staarde hen nog wel even na maar vervolgde toen zijn weg door de gangen. "Op het nippertje." mompelde Charles. Zo liepen ze nog een tijdje door, maar geen spoor van de Koppelclub. Charles keek op zijn horloge en zag dat het tijd was. "Laten we teruggaan." mompelde hij. "Het is tijd." De drie begonnen terug naar de leerlingenkamer van Griffoendor te lopen.
Daar aangekomen zagen ze dat iedereen er al was. Charles richtte zich tot het groepje. "Ik wil dat iedereen zijn notities aan mij geeft. De signalementen mag je houden, bewaar ze goed en zorg dat niemand anders ze te zien krijgt." De leerlingen gaven hem hun notities. "Jullie kunnen gaan, dit was het voor deze keer. De volgende bijeenkomst is over twee weken, zelfde plaats en tijd." Het moest niet te vaak zijn, anders konden leerlingen en/of leraren weleens argwaan krijgen. Vooral Vilder. En mevrouw Norks niet te vergeten. De leerlingen vertrokken en Charles en Pete bleven achter met de notities van de leerlingen. Het was duidelijk dat de eerste bijeenkomst van de Ontkoppelaars een succes was geweest. |
_________________ Maschine - Ex-Moderator HPA |
|
![Profiel bekijken Profiel bekijken](templates/fiblack/images/lang_english/icon_profile.gif) ![Stuur privébericht Stuur privébericht](templates/fiblack/images/lang_english/icon_pm.gif) |
![](images/spacer.gif) |
Maschine
5e jaars
![5e jaars 5e jaars](http://www.harrypotterforum.nl/hpf/images/ranks/rank2.gif)
Verdiend:
1 Sikkels
Woonplaats: Op HPF!
|
Geplaatst:
Di Jul 29, 2008 17:36 |
![Sla dit bericht op Sla dit bericht op](templates/fiblack/images/topic_move.gif) |
Hoofdstuk 6: De Pijlen Van Cupido
"Niet veel." concludeerde Charles toen hij de notities van de leerlingen bekeek. "Ja, iets over roddelende Zwadderaars, maar nergens staat dat ze aan het signalement voldeden."
"Daar hebben we dus niets aan." zei Pete. Hij bekeek de overige notities nauwkeurig. Sommige blaadjes waren leeg of bevatten tekeningen die leerlingen hadden gemaakt uit verveling. Weer een ander had meer zin in Galgje, te zien aan de letters op de puntjes en de galg op het stukje perkament. Toen hij alles had doorgewerkt leunde Charles vermoeid achterover. "Tot nu toe zijn we weinig opgeschoten. We vinden ze vast nooit."
"Kop op joh, dit was pas de eerste bijeenkomst. En we moeten de leerlingen volgende keer beter verdelen. Eén groepje per verdieping." zei Pete. "Dat is waar." bedacht Charles zich. "We maken wel een soort patrouillelijst ofzo." Pete knikte. "Goed idee." zei hij. "Kom, we gaan eten." zei Charles en stond op. De jongens ruimden hun spullen op en snelden naar de Grote Zaal.
De dag erna hadden ze Toverdranken van professor Sneep. Een blokuur welteverstaan. Met een gezicht als een oorwum waren Charles en Pete het klaslokaal binnen gekomen en hadden hun spullen gepakt. "Stilte graag." Sneep gebaarde dat ze stil moesten zijn. "Vandaag.." Hij keek de leerlingen indringend aan. "..gaan wij ons bezighouden met het brouwen van de liefdesdrank Amortentia. De ingrediënten staan..." Hij gebaarde met zijn toverstaf. "..op het bord." Daar verschenen nu de instructies voor het brouwen van de drank. Pete en Charles pakten hun ingrediënten, maar hadden weinig zin om de drank te brouwen. Charles loerde vanuit zijn ooghoeken het lokaal in. Het was donker, maar hij kon nog net Mary Blackmoore onderscheiden. Iemand porde hem in zijn zij. Het was Pete. "Kom op man, ze wil je toch niet." siste hij om Charles te plagen en begon met het maken van zijn drank. Ze wil je toch niet. dacht Charles en hij keek naar zijn liefdesdrank.
Dát was het! Dát moest hij doen!
De perfecte combinatie: Liefdesdrank + leuk meisje = verliefdheid. Zeker weten! Hij zou gewoon een scheut Amortentia in haar pompoensap doen en voilà ze was verliefd. Alleen nog even haar sadistische karakter negeren. "Pete!" Charles gaf zijn vriend een por. "Pete! We kunnen die liefdesdrank in haar pompoensap doen. Dan wordt ze verliefd op mij!"
"Over wie heb je het?" Charles zuchtte. "Over háár natuurlijk! Mary Blackmoore!" Plots besefte hij dat Pete helemaal niets van zijn verliefdheid af wist. "Ik ben verliefd op haar en dan wordt zij het ook." zei hij tegen Pete. "Ehm..." zei Pete. "Jij brouwt die liefdesdrank en giet hem in haar pompoensap. Ze wordt verliefd op je, alleen ik vraag me af of je dat wel zeker weten wilt met dat sadistische karakter van d'r."
"Tuurlijk." zei Charles die helemaal op ging in zijn roze wolk.
"Dus jij valt op vurige types?" Pete grijnsde. "Nooit geweten." Charles voelde dat hij rood werd. "Ze is gewoon.. Nouja... Ze heeft uitstraling."
"Uitstraling??!!" Pete begon zachtjes te lachen. "Uítstraling, m'n hoela!" Charles besloot zijn mond maar te houden. Vrienden...
De volgende dag ging Charles met zijn gebrouwen Liefdesdrank naar de Grote Zaal. Hij had de drank gewoon ongezien mee kunnen smokkelen. Gelukkig was het drankje goed gelukt, wat de kansen op verliefdheid weer vergrootte. Charles liep de Grote Zaal in en sloop zo onopvallend mogelijk richting de tafel van Zwaddderich. Hij was erg vroeg gegaan, zodat de zaal nog leeg was. Zijn ogen gleden over de tafel, op zoek naar de plek waar Mary Blackmoore altijd zat. Hij sloop er naar toe en deed vlug een paar druppels in de beker die klaarstond. "Yes!" fluisterde hij en deed een rondedansje. Vervolgens liep hij weer richting de Griffoendor tafel.
"Wat doe jij hier White? Wil je soms naar Zwadderich?"
Geschrokken draaide Charles zich om. Het was Mary Blackmoore. "I-ik.." begon hij. "Ik dacht dat ik Haast Onthoofde Henk zag." Hij glimlachte liefjes. "Hoepel alsjeblieft op, je verpest mijn uitzicht." Charles liep snel terug naar de Griffoendor tafel. "Gelukt!" zei hij tegen Pete. "Mooi zo." antwoordde zijn vriend. "En nu maar hopen dat ze het ook echt opdrinkt." Inmiddels was de Grote Zaal al aardig volgestroomd met leerlingen die kwamen ontbijten. Pete wierp een gekwelde blik op zijn rooster. "Geschiedenis.." kreunde hij. "Wel twéé uur lang. Twéé uur hoor je me? Ónbegrijpelijk dat ze ons zo kunnen martelen." Charles fleurde op. "Dan kunnen we de Koppelaars bespioneren!" Zijn vriend keek hem geërgerd aan. "Wat kunnen mij die Koppelaars schelen? Geschiedenis is gewoon een regelrechte marteling!" Charles stond op. "Kom, we gaan." Samen liepen ze richting het lokaal van Geschiedenis. Charles opgewekt. Pete met lood in zijn schoenen.
De twee gingen zitten en al snel kwam Mary binnen. Ze glimlachte liefjes naar Charles en ging zitten. Mary was tenslotte verliefd op Charles, dus het was logisch dat ze hem nu niet langer negeerde. Toen iedereen binnen was begon professor Kist te vertellen. Pete deed alsof hij sliep, maar Charles had intussen iets interessants opgevangen uit de richting van Mary Blackmoore. "Echt, het is geweldig daar! Je moest eens weten hoe goed de Heer is. Hij doet tenminste écht wat de mensen willen. Dat had ik nooit durven hopen toen ik Dooddoener werd." Dromerig luisterde Charles naar het zwoele geluid van Mary's stem. Dooddoeners.. Mary had het over de Duistere Zijde! Bij menig leerling zou er nu een lichtje moeten gaan branden. Hij zou zich bewust worden van het feit dat ze slecht bezig was, dat Mary Blackmoore aan de verkeerde kant stond. Maar Charles was nog steeds smoorverliefd op Mary en haar woorden klonken hem als muziek in de oren. "Het is jammer dat White nog steeds niet aan de kant van de Heer staat. Hij zou het er geweldig vinden. We zouden samen over de Heer kunnen praten, elkaar zeggen hoe geweldig hij is en de beste manier kunnen verzinnen om onze trouw aan hem te bewijzen." Pas nu drong het tot de smoorverliefde Charles door hoe slecht Mary moest zijn om de Heer van het Duister te aanbidden. Maar ze is zo knap. En zo lief.. zei een stemmetje in zijn hoofd. Dit is de kans om haar te krijgen, anders lukt het je nooit. "Hé Charles!" Pete gaf hem een por. "De les is afgelopen hoor, we kunnen gaan." Charles keek glazig voor zich uit. "Ja... Ik kom al." zei hij helderder. En ze sloften naar hun volgende les.
In de slaapzalen van Griffoendor plofte Charles op zijn bed neer en dacht na. Mary had de Duistere Zijde verheerlijkt. Ze was te leuk om nu niet meer van haar te houden. Mary was een Dooddoener. Nou en? zei het stemmetje weer. Ze is anders wel het leukste meisje van de school! Charles zuchtte. Het was waar. Hij vond haar leuk, niets kon zijn liefde voor haar stoppen. Toch deed het verhaal over de Duistere Zijde hem twijfelen. Wat moest hij nu...? |
_________________ Maschine - Ex-Moderator HPA |
|
![Profiel bekijken Profiel bekijken](templates/fiblack/images/lang_english/icon_profile.gif) ![Stuur privébericht Stuur privébericht](templates/fiblack/images/lang_english/icon_pm.gif) |
![](images/spacer.gif) |
Maschine
5e jaars
![5e jaars 5e jaars](http://www.harrypotterforum.nl/hpf/images/ranks/rank2.gif)
Verdiend:
1 Sikkels
Woonplaats: Op HPF!
|
Geplaatst:
Zo Aug 24, 2008 20:03 |
![Sla dit bericht op Sla dit bericht op](templates/fiblack/images/topic_move.gif) |
Hoofdstuk 7: Alles Is Liefde... Of Niet..?
"Lekker geslapen?" Pete ging tegenover hem zitten. Charles geeuwde langgerekt en streek zijn haren naar achteren. "Jaaawhooo!" luidde het slaperige antwoord. Pete boog zich naar Charles toe. "Nog over je grote liefde gedroomd?" vroeg hij zacht. "Nee..." mompelde Charles en voelde hoe hij rood werd. Pete hoefde toch niet alles te weten? In werkelijkheid had hij een droom gehad waarin Mary Voldemort toestemming vroeg om met Charles te mogen trouwen. Voldemort stemde toe. Charles was uiteindelijk badend in het zweet wakker geworden. Belachelijke droom natuurlijk. Wie droomde nou zoiets? Vast niemand. Charles dronk zijn pompoensap op en belandde met zijn gedachten bij Mary. De combinatie van haar slechtheid met haar schoonheid maakte haar een intrigerend persoon. Slecht, maar toch zo mooi. Een femme fatale dacht Charles en dat had hij helemaal niet zo verkeerd gedacht. Weet je al of je Dooddoener wilt worden? Charles probeerde het irritante stemmetje in zijn hoofd te negeren. "Wanneer is eigenlijk de volgende bijeenkomst?" vroeg Pete. Charles dacht na. "Ik zou het echt niet weten." kreunde hij en probeerde niet te laten merken dat hij zo ongeveer alles vergat, behalve Mary Blackmoore. De jongens aten zwijgend hun ontbijt, allebei verzonken in hun eigen gedachten. De laatste tijd bemoeiden ze zich minder met elkaar. Pete wist maar weinig over de verliefdheid van Charles. Hij hield er meer van om over andere dingen te praten, zoals Zwerkbal, het laatste nieuws, roddels en wie er dit jaar de Afdelingscup zou gaan winnen.
Na de maaltijd zei Charles tegen Pete dat hij al kon gaan. Hij had gezegd dat hij nog even naar de wc moest, maar in werkelijkheid was hij op zoek naar Mary Blackmoore. De Griffoendor voelde zich verliefder dan ooit. Charles rende door de gangen en duwde verontwaardigde leerlingen opzij, terwijl zijn ogen speurden naar de zwarte coupe en het lange gekrulde haar van zijn geliefde Mary. Aha. Daar was ze. Alleen. "Mary!" riep hij. Mary draaide zich om en glimlachte naar hem. Charles rende naar haar toe en probeerde vooral nonchalant te klinken. "Ik..." stamelde hij, niet wetend waar te beginnen. Langzaam voelde de jongen dat hij rood werd. Mary zou hem vast uitlachen. Maar dat deed ze niet. Ze glimlachte alleen maar, onder diepe invloed van de liefdesdrank. "Wat is er Charles?" Ze noemde hem nooit bij zijn voornaam en nu deed ze het wel. Charles had niet door dat zij hem had teruggepakt door hem ook liefdesdrank te geven. Het enige verschil met eerst was dat ze nóg liever was dan eerst. "Zullen we... Zullen we na de lessen met elkaar afspreken? Ik moet je iets vertellen. Het is... belangrijk." In werkelijkheid wilde Charles alleen maar zeggen hoeveel hij van haar hield, hoe lief hij haar vond, maar dat maakte niet uit. "Is goed Charles." zei Mary. "Graag zelfs." Ze glimlachte en Charles voelde hoe hij van binnen week werd. "Oké." zei Charles weer. "Om 5 uur vanmiddag in de Zuidertoren. Akkoord?" Hij keek haar smekend aan. "Akkoord!" antwoordde Mary en Charles moest de neiging om haar spontaan om de nek te vliegen onderdrukken. "Ik ga weer hoor!" zei Charles en liep weg. "Tot vanavond!" riep hij. "Tot vanavond!" En hij rende weg, op naar de les.
Eindelijk was het zover. Zenuwachtig kwam Charles de trap van de Zuidertoren op gelopen. Hij stond nu op de plek waar hij haar voor het eerst had ontmoet. Toen was ze nog gemeen geweest, maar nu leek alles anders. Ze was veel liever geworden. Charles floot een neutraal deuntje en ijsbeerde wat rond toen hij voetstappen hoorde. Daar was ze. Zijn prinsesje. "Hoi Charles." Ze glimlachte. De vlinders in Charles zijn buik begonnen weer te fladderen. Hij liep naar haar toe. "Ik denk de hele tijd aan je." flapte hij er uit. "Ik ook aan jou." antwoordde ze met een dromerige blik in haar ogen. Charles liep weg. "Even wat stoelen halen." Even later kwam hij terug met twee houten stoelen. Hij sleurde een tafel uit een verweerd lokaal en zette die tussen de stoelen in. "Ga zitten." gebaarde hij en ze gingen zitten. "Zoals ik al zei had ik je iets te vertellen." zei Charles. "Ik moet namelijk bekennen dat ik je het leukste meisje vind dat ik ken. En dat wil wat zeggen." Mary giechelde. "Weet je." zei ze. "Ik vind jou ook de leukste jongen die ik ken. "
"Komt dat even goed uit." zei Charles vrolijk. "Maar ik moet je iets bekennen." zei Mary. "Ik heb me namelijk een tijdje geleden bij de Dooddoeners aangesloten." Charles deed of hij schrok. In werkelijkheid had hij dit nieuws al eerder gehoord. "Ik..ehhh.." begon hij. "Geen probleem hoor."
"Maar ik heb de Heer Van Het Duister beloofd dat als ik een vriend had, die ook Dooddoener zou worden. Voordat je meteen weigert zal ik je vertellen wat er zo goed is aan de Duistere Zijde." Charles had aandachtig geluisterd. Hij had haar in zijn geheugen opgenomen en denkbeeldige foto's van haar gemaakt. Mary met haar mooie lange krullen, zwart als de nacht en zo zacht als satijn. Haar felblauwe ogen die je zo lief konden aankijken. Ze was erg gevoelig, alles viel uit haar ogen af te lezen. Als ze verdrietig was, iets van plan was maar ook als ze blij was. Nu zag hij blijheid maar ergens ook een beetje verdriet. Natuurlijk vond ze het erg dat hij in Griffoendor zat. Natuurlijk had ze het liefst een Zwadderaar als vriend gehad. Iemand die wél van de duistere zijde hield en bereid was een Dooddoener te zijn -als hij dat niet al was tenminste. Mary zuchtte diep. "Wat mij altijd zo heeft aangetrokken in de Duistere Zijde is dat het hoopt geeft op een betere wereld. Een wereld zonder Dreuzels en ander ongedierte zoals Modderbloedjes. Als Dooddoener ben je De Heer Van Het Duister trouw en doe je wat hij zegt. Wat je ervoor terugkrijgt is een betere wereld. Je valt de Heer nooit af, zeker niet in zijn bijzijn. Ook als je eigenlijk iets niets durft wat hij van je vraagt, doe je het. Jouw stem telt niet, alleen de zijne. Het goede daarvan is is dat we allemaal op één lijn zitten en dat hij ons een betere toekomst geeft. Een toekomst zonder alles wat niet zuiver is en dus niet in deze wereld thuishoort. Dooddoeners zijn dus hele trouwe mensen. Je zegt niet zomaar tegen iedereen dat je er één bent, alleen je allerbeste vrienden mogen het weten. Het is fijn om bij iemand te mogen horen die zo machtig is, die zoveel invloed heeft in de tovenaarswereld. Iemand die een sterke wil heeft en alles en iedereen opzij zet om zijn doel te kunnen bereiken. Zwadderich is een afdeling die dat heel goed begrijpt, daar zitten dan ook de meeste Dooddoeners of ze hebben er gezeten. Ik weet dat je niet van afdeling kunt veranderen Charles.." Ze keek hem aan en Charles smeltte van binnen. "...maar ik zou het heel fijn vinden als jij ook Dooddoener werd. Doe het voor mij. Oké?" Ze keek hem smekend aan en pakte zijn arm vast. "Beloof je dat?" Charles dacht na. Hij kon toch niet zomaar toestemmen. "Wacht even.." zei hij. "Ik wil er eerst nog over nadenken voordat ik zomaar toestem." Mary knikte. "Dan stel ik voor dat we vanavond in de Kamer van de Hoge Nood afspreken. Ik neem dan wat vrienden mee, zij zijn ook Dooddoeners. Ze kunnen je nog meer over het Dooddoener-zijn vertellen."Charles knikte. "Dat is dan akkoord." zei hij. "Morgenavond om acht uur in de Kamer van de Hoge Nood." Hij stond op. "Dan zie ik je daar." Een beetje klungelig stond het kersverse stelletje op. "Is goed." zei Mary. Ze schudde hem de hand, als zakenpartners die tot een goede deal zijn gekomen. Haar hand voelde warm en een beetje zweterig aan, net als die van Charles zelf trouwens. De twee liepen de trappen af en gingen vervolgens ieder hun eigen weg.
"Waar was je?"
Pete keek hem bezorgd aan. "Charles, ik moet eens goed met je praten." Ze waren in de slaapzalen. Pete had Charles er heen gesleurd en gebood hem te gaan zitten. Charles plofte op zijn bed neer en zuchtte. "Ik heb dus met haar afgesproken." bekende hij. "En?" vroeg Pete. "Niets bijzonders hoor. We hebben wat gekletst, gewoon wat jij en ik ook doen. Ik heb geen bijzondere dingen gemerkt. Morgenavond heb ik weer met haar afgesproken." Pete zuchtte. "Charles, ik vind dat je onze vriendschap verwaarloost. Eerst gaan we zo goed met elkaar om en nu denk je alleen maar aan die... die trut. Je vond haar niet eens aardig. Ik zág gewoon dat ze je haatte. Waarom dan zij?" Pete keek hem onderzoekend aan. Charles zuchtte. "Omdat.. Nouja je snapt het toch niet. Iedere liefde is anders en wat je ook zegt, ik hou gewoon van haar."
"Het kan niet." mompelde Pete. "Hoe kun je houden van iemand die je zo vernedert, iemand die het leuk vindt om met je te spotten. Charles, ze gebrúíkt je! Zie je het dan niet? Ze gebruikt jou om anderen te vermaken, om je voor gek te zetten waar massa's Zwadderaars bij zijn. Is dat dan wat je wilt?" Charles kreunde. "Nee.." mompelde hij. "Nee, dat wil ik niet. Maar ze is zo... Ze heeft iets dat haar aantrekkelijk maakt, maar ik weet niet precies wat."
"Charles." zei Pete vastberaden. "Charles, dat kind is gevaarlijk, hoor je me. Geváárlijk!"
Pete wist niet half hoe erg hij gelijk had. |
_________________ Maschine - Ex-Moderator HPA |
|
![Profiel bekijken Profiel bekijken](templates/fiblack/images/lang_english/icon_profile.gif) ![Stuur privébericht Stuur privébericht](templates/fiblack/images/lang_english/icon_pm.gif) |
![](images/spacer.gif) |
Maschine
5e jaars
![5e jaars 5e jaars](http://www.harrypotterforum.nl/hpf/images/ranks/rank2.gif)
Verdiend:
1 Sikkels
Woonplaats: Op HPF!
|
Geplaatst:
Wo Sep 17, 2008 18:12 |
![Sla dit bericht op Sla dit bericht op](templates/fiblack/images/topic_move.gif) |
Hoofdstuk 8: Goed Of Kwaad?
Charles nam de laatste trap naar de verdieping waar de Kamer van de Hoge Nood lag. Het scheen vlakbij Barabas De Onbenullige te zijn. Na even zoeken had Charles het al gevonden -al zou hij zweren dat die deur er daarnet nog niet was. En nu? Nu moest hij naar binnen, want de anderen die er waren hadden al bepaald hoe de kamer er nu uit zou zien. Charles stapte naar binnen en zag een rechthoekige tafel staan, samen met een aantal stoelen. Er zaten wat Zwadderaars die hij ook al van de Zuidertoren kende, inclusief Mary. Behalve deze Zwadderaars zaten er ook twee figuren met een kap over hun hoofd, het gezicht was onzichtbaar en je zag alleen een vage omtrek. Charles vermoedde dat dit degenen waren die Mary naar de Dark Side hadden gelokt. Hij vermoedde althans dat ze gelokt was. De vijfdejaars liep naar binnen en ging bij de rest van de leerlingen zitten.
Mary nam de leiding. "We gaan beginnen." zei ze. "Charles, ik zal je voorstellen aan mijn vrienden. Dit is George Swann. Ze wees naar een nogal forse jongen die als een volslagen idioot de wereld in staarde. George, dit is Charles." De jongen verroerde geen vin en keek Charles alleen maar onheilspellend aan. "Charles, dit is McWarr." Mary knikte naar het dikke meisje van vorige keer, dat aan Charles 'gekoppeld was op een nogal onaangename manier. "En dit is Grooves." Mary wees naar een graatmagere jongen met een kippennek en een klein, vierkant brilletje op zijn neus. "En natuurlijk moet ik je nog aan een aantal echte Dooddoeners voorstellen. Charles, dit is Smith." Smith was één van de gedaantes met een bedekt gezicht. Zijn gestalte was lang, mager en slungelig. "En als laatste hebben we hier mevrouw Jones." Ze knikte naar de laatste gedaante, een lang en dik meisje met een pafferig, rood aanlopend gezicht. Ze had haar kap af gedaan. "Dan gaan we nu beginnen." Behalve Mary en Charles hadden de anderen nog niets gezegd. "Swann, vertel jij eens wat er zo goed is aan de Duistere Zijde." zei Mary en keek Swann onderzoekend aan. "N-n-nou, i-i-ik.." begon Swann. "Zég het, jij uilskuiken, of moet ik je soms meteen al wegsturen?" snauwde Mary en Swann hervond zichzelf. Hij richtte zich tot Charles. "Mary heeft me laten zien wat er precies zo goed aan is. De Heer is namelijk iemand die voor ons opkomt. Hij komt op voor degenen van zuiver bloed of tovenaars die gewoon willen dat de wereld wordt gezuiverd van onreine personen." Swann dacht even na. "Slim gezegd Swann." zei Mary spottend. "Nooit geweten dat je hersens had in plaats van zaagsel. Maar ga door." Swann vervolgde zijn verhaal. "Door Dooddoener te worden hoop ik dat de wereld beter zal worden. Dat was het wel." eindigde hij. "Volgende." zei Mary ongeduldig. "Jij bent, McWarr." Het dikke meisje keek dommig uit haar ronde ogen en begon te praten. "Ik ben Dooddoener omdat ik de andere Dooddoeners heel aardig vind en de Heer is degene die alles kan veranderen." begon het meisje zacht. "Harder, McWarr, denk je soms dat White je zo kan verstaan? Nou?" McWarr werd rood en praatte verder, nu op hardere toon. "Ik vind de Heer dus iemand die alles kan veranderen en die snapt dat tovenaars van zuiver bloed beter zijn dan Modderbloedjes en halfbloeden." piepte ze. "We hebben genoeg gehoord McWarr." snauwde Mary. "Grooves?" De graatmagere jongen schraapte zijn keel en hield zijn praatje. "De Heer is iemand die de wereld wil veranderen. Hij komt op voor degenen met zuiver bloed." zei de jongen. "Dat was het?" vroeg Mary. Zonder op zijn antwoord te wachten wendde ze zich tot de volgende persoon: Smith. "Ik ben al zo'n beetje het langste Dooddoener. Sinds mijn tweede jaar wist ik zeker dat de Duistere Zijde de beste was van de twee. Ik heb echt totaal niets met de andere kant. Bovendien heeft de Heer van het Duister me altijd al gefascineerd. Hij is groot, erg groot en doet grootse dingen. Dingen die lang niet iedereen kan. Bovendien is hij erg slim en weet hij wat hij wil." eindigde Smith. "Jones?" vroeg Mary. Het pafferige meisje hield haar verhaal. "Ik ben vlak na Jones Dooddoener geworden. Hij haalde me over. Eerst wilde ik eigenlijk niet, maar toen hij me alles tot in detail vertelde was ik meteen om. Voldemort is iemand die ziet wat er werkelijk speelt en hij doet daar ook echt iets aan. Zijn volgelingen zullen hem altijd trouw blijven, wat er ook gebeurt. Voor mij is hij een soort god geworden." eindigde het meisje.
"Dat was het." zei Mary. "Charles, wat denk je ervan?" Overdonderd zat Charles op zijn stoel. "Ik-" begon hij. "Ik wil er nog eens goed over nadenken. Jullie hebben me nog niet echt overtuigd." zei hij. "Wil je een korte demonstratie?" vroeg Smith. Charles knikte. Smith stond op, Jones ook. De twee gingen tegenover elkaar staan. Ze trokken beide hun toverstok. "Je kunt veel macht hebben met de spreuken die de Heer gebruikt." zei Smith en richtte zijn toverstok op Jones. "Hou je haaks, meid." grijnsde Smith vanonder zijn Dooddoenerskap. "Imperio!" Een flits schoot uit zijn toverstok en raakte Jones. Het meisje bleef stokstijf staan. "Aanbid de Heer!" gebood Smith. Jones liep naar voren, totdat ze voor de anderen stond. "Heer..." mompelde ze. "Heer, ik zal u altijd trouw blijven. Dat beloof ik u." Langzaam zakte Jones door haar knieën, totdat ze geknield en met gebogen hoofd voor hen zat. "Heer, als ik u niet trouw ben mag u mij uit het Dooddoenerschap ontheffen, doden of net zo lang pijnigen totdat ik u wel trouw ben. Heer, ik heb alles voor u over. Ik mij offeren voor u. Alleen voor u." De bezwering werd kennelijk opgeheven, want Jones kwam langzaam overeind en plofte vermoeid in haar stoel neer. "Dit is dus wat je kunt doen als Dooddoener. Dit is wat je moet doen voor de Heer. Want hij heeft zoveel voor ons gedaan. Wij moeten hem trouw blijven tot in de eeuwigheid." sprak Jones. De vloek gebruikt werd was illegaal geweest, maar dat was Charles totaal ontgaan.
Charles had kunnen gaan twijfelen, maar de liefdesdrank deed zijn werk. Mary keek hem aan. "En, Charles?" vroeg ze. "Weet je al of je je bij ons wilt aansluiten of niet?" Charles' hersens leken week, bedwelmd door de liefdesdrank. De jongen kon nauwelijks helder denken. Toch probeerde hij alles op een rijtje te zetten en zijn conclusies te trekken. Ze vonden allemaal dat Voldemort dingen deed die goed waren, dat hij inzag wat er werkelijk speelde en er iets aan wilde doen. Ze vonden hem geweldig, aanbaden hem alsof hij God zelf was en zworen hem eeuwige trouw. Want hij heeft zoveel voor ons gedaan. De woorden van Jones galmden nog na in zijn hoofd. Het was waar. Voldemort zou de wereld verlossen van mensen die er niet thuishoorden, die een schande waren voor de tovenaarswereld. Hij zou dingen doen die iemand anders deed of zelfs maar zou kunnen. Als Dooddoeners zou hij één van de grootste tovenaars op aarde kunnen dienen, trouw zijn, aanbidden. Dat was een hele eer.
Charles ademde diep in. Hij had de beslissing genomen. "Ja." zei hij luid. "Ik sluit me bij jullie aan." |
_________________ Maschine - Ex-Moderator HPA |
|
![Profiel bekijken Profiel bekijken](templates/fiblack/images/lang_english/icon_profile.gif) ![Stuur privébericht Stuur privébericht](templates/fiblack/images/lang_english/icon_pm.gif) |
![](images/spacer.gif) |
Maschine
5e jaars
![5e jaars 5e jaars](http://www.harrypotterforum.nl/hpf/images/ranks/rank2.gif)
Verdiend:
1 Sikkels
Woonplaats: Op HPF!
|
Geplaatst:
Do Sep 18, 2008 17:47 |
![Sla dit bericht op Sla dit bericht op](templates/fiblack/images/topic_move.gif) |
Hoofdstuk 9: Jantje Lacht, Jantje Huilt
Door de gangen van Zweinstein liep een blije maar tegelijkertijd ook een verbitterde Griffoendor. Charles had zich zojuist bij de Dooddoeners aangesloten. Hij zag het Dooddoenerschap als iets definitiefs. Een aantal Zwadderaars -allen Dooddoeners- hadden hem overgehaald dit te doen. En hij had ja gezegd. Waarschijnlijk was hij de eerste leerling uit Griffoendor die Dooddoener was geworden. Wat Peter hiervan zou denken kon hem op dit moment bitter weinig schelen. Charles had zich nooit een Zwadderaar gevoeld, maar nu... Door een simpel liefdesdrankje hoorde hij nu bij de duisterste tovenaars uit de tovenaarswereld. Charles was zo goed als overgehaald, maar had nu al spijt van zijn beslissing om Dooddoener te worden. Hij was toch een Griffoendor? Of niet soms? Hoorde hij dan toch in Zwadderich? Had de Sorteerhoed hem verkeerd ingedeeld? Hij wist het niet, maar vermoedde van wel. Griffoendors en Zwadderaars, nee dat ging totaal niet samen. Dat hóórde gewoon niet samen te gaan. En toch was het zo. Dat viel niet terug te draaien. Dit alles was gekomen door de persoon die hij liefhad en tegelijktijd verachtte. Mary had hem overgehaald, hem meegesleurd in een wereld die niet de zijne was en dat ook nooit echt zou zijn. Hoe zeer ze ook haar best zou doen. Nog steeds kon Charles het nauwelijks bevatten, maar het was nu definitief: Door een Dooddoener te worden had hij zich aangesloten bij de Duistere Zijde.
"Charles." Een stem klonk vaag tot hem door. "Hé Charles! Joehoeee!" Charles hief zijn hoofd op. De laatste tijd hadden ze vrij veel huiswerk gehad en daarom was Charles naar de leerlingenkamer gegaan om het af te maken. Hij was met zijn hoofd bovenop alle paperassen in slaap gevallen. "Ik- Wat?" zei hij verward en schudde met zijn hoofd. Hij was in een droomloze slaap gevallen en had niet gemerkt dat Pete was gearriveerd. "Lekker geslapen?" grijnsde Pete en Charles bromde iets. Het kon hem weinig schelen wat Pete dacht of zei. Sinds de verliefdheid van Charles waren de twee steeds meer uit elkaar gegroeid. "Wat heb je toch?" vroeg Pete. "Het lijkt wel alsof je niet wilt dat ik er ben." zei Pete. Charles kreunde. Hoe kon hij dit ooit uitleggen? Pete zou hem nooit vergeven. Hij besloot over iets anders te beginnen. "Sorry." verontschuldigde hij zich. "Ik word echt duf van al dat huiswerk." Pete keek hem doordringend aan. "Charles, wat is er aan de hand? Waarom heb je nu plotseling helemaal geen tijd meer voor me? Hou alsjeblieft op met om te gaan met dat meisje, hoor je me? Ze brengt niets dan ellende." Charles zuchtte. "Ik houd van Mary en ben niet van plan om plotseling helemaal niet meer met haar om te gaan." zei hij resoluut. "Waar ben je mee bezig, Charles? Wil je je vriendschap met mij dan opgeven voor zo'n kreng, dat bovendien ook nog eens in de walgelijkste afdeling van de hele school zit? Je hebt toch met je eigen ogen gezien hoe erg ze is?" Charles stond op, smeet zijn boeken in zijn tas en liep kwaad weg. "Ik doe wat ik wil." zei hij.
In de slaapzalen legde Charles zijn tas met boeken weg. Vervolgens ging hij op weg naar de Kerkers, in de hoop ergens Mary tegen te komen. De Griffoendor liep stevig door en lette niet op waar hij liep. "Kijk uit waar je loopt!" riep een landheer op een schilderij toen Charles tegen hem aan stootte. "Hou je mond!" riep Charles hem toe en liep weer verder. "Op je teentjes getrapt?" vroeg een ridder op een wit paard. Charles antwoordde niet. "Gegroet, simpele zielen!" riep de ridder en galoppeerde met Charles mee. "Zeg jongeman, vertel mij eens, wat doe je zoal in je vrije tijd? Zwaardvechten? Naar de vrouwtjes kijken?" Het was de ridder weer. "Gaat je niks aan." zei Charles bot en liep weer door. "Zoals ik altijd zeg.." riep de ridder, maar knalde toen tegen een tafel op waaraan twee tovenaars zaten te knalpokeren. Ze renden gillend weg, recht op een heks af die op de brandstapel was veroordeeld. Het geschrokken paard rende achter de tovenaars aan. Op die manier ontstond er een soort kettingreactie tussen alle schilderijen. "Houd de dief!" brulde een ridder die Charles te voet probeerde bij te houden. Helaas had hij de oude, breiende heks niet gezien die op een stoel zat en bijna spieste hij haar. "Uit de weg, ouwe toverkol! De plicht roept!" riep de ridder en galoppeerde weer verder. Charles begon te rennen. Steeds sneller rende hij, zonder te weten waarheen. Door de lucht die langs hem stroomde begonnen zijn ogen te tranen. Hij rende trappen af, nog meer trappen.. Automatisch rende hij naar een openstaande deur en gooide die open.
Hijgend bleef Charles stilstaan. Waar was hij beland? Hij keek om zich heen en zag toiletten. Meisjestoiletten, want er kwam al iemand aanzweven. Het was Jammerende Jenny. "Eruit!" gilde ze met een hoog piepstemmetje. "Alleen meisjes mogen hier komen. Ze zwaaide wat met haar armen en probeerde hem zo weg te jagen, maar Charles bleef staan totdat hij weer op adem was gekomen. "Ik zoek iemand." zei hij. "Daar op de derde wc van links zit iemand te huilen. Ik weet niet wie, maar ze is erg verdrietig. Charles wilde er heen lopen. "Ze is van Zwadderich." voegde Jenny er aan toe. "Dat maakt niet uit." zei Charles snel. "Hoe zag ze er uit?" Jenny dacht na. "Lang, zwart haar, krullen, slank en best lang." zei Jenny langzaam. Charles rende naar de wc deur en wilde die open gooien, maar hij zat op slot. "Mary?" vroeg hij zacht. "Mary, ben je daar?" Van achter de deur klonk alleen maar wat gesnik. "Alohomora!" riep hij en de deur vloog open. Voor hem zat Mary. Haar haren hingen er futloos bij en haar ogen waren rood. "Charles, ga weg." zei ze. "Je snapt het toch niet." Hij trok een wenkbrauw op en ging op zijn hurken voor haar zitten. "Mary." fluisterde hij. "Wat is er, meisje?" Bezorgd bleef hij voor haar zitten. Mary keek hem aan met waterige ogen. "Je snapt het niet. Je zult het nooit begrijpen, want je hebt het nooit meegemaakt." zei ze. "Wat heb ik nooit meegemaakt Mary?" vroeg Charles. "Vertel het me. Doe het voor mij. Alsjeblieft?" vroeg hij en keek haar zo onschuldig mogelijk aan. "Ooooo hebben jullie geheimpjes?" giechelde Jenny en ze grijnsde naar hen door haar stokoude bril, terwijl ze het schouwspel op haar gemak bekeek vanaf de wand van het toilet. "Jenny ga weg, dit is privé." siste Charles en giechelend zweefde Jenny weg. Charles hoorde hoe Jenny zich een breuk lachte om iets wat klaarblijkelijk grappig moest zijn. Het gelach van Jenny werd weer iets luider toen ze met een luide plons in één van de wc's dook. "Die gaat het meer in." zei Charles. "Ze is weg, dus vertel me alsjeblieft wat je op je hart hebt, anders word ik ook verdrietig." zei hij en glimlachte naar haar. "Ik.." mompelde ze. "Het spijt me van de koppeling tussen jou en McWarr. Ik weet hoe het is om vernederd te worden in het bijzijn van anderen en pijn te lijden waar iedereen bij staat." zei ze. Charles schrok. "Wat...?" stamelde hij. "Het komt door.." zei Mary voorzichtig. "Weet je, mijn vader mocht mij niet. Omdat hij en mijn moeder allebei in Griffoendor zaten. Hij was laaiend toen ik in Zwadderich terecht kwam. Sindsdien sloeg hij me altijd met vanalles, ook met behulp van spreuken. Ik ben een keer heel hard tussen de deur gekomen en een andere keer was ik zo bont en blauw dat ik een week niet kon lopen." snotterde ze. "Maar.." begon Charles. "En je moeder dan?" vroeg hij. "Die stond er altijd bij, maar zei of deed niets. Soms lachte ze als mijn vader me sloeg." zei ze. "En nu doe ik het zelf dus ook." Ze begon weer te huilen en Charles kon het niet verdragen haar zo te zien. "Sindsdien koppel ik dus mensen. Als zij maar bij elkaar komen. Als ik zelf maar niet gekoppeld wordt." zei ze. "Dan is het goed. Liever zij dan ik." zei ze. "Heb je wel eens eerder een vriendje gehad?" vroeg Charles nieuwsgierig. "Ja, één keer." zei ze. "Hij zat ook in Zwadderich. Maar hij was dominant. Ik moest alles doen wat hij zei, anders zou hij mij in elkaar slaan en iedereen vertellen dat mijn vader me sloeg. Dus toen heb ik het uitgemaakt, zo snel als ik het durfde. Ik droeg altijd lange mouwen zodat niemand de wonden zou zien. Om mezelf te beschermen heb ik me aangesloten bij de Dooddoeners." zei ze. Geschrokken staarde Charles haar aan. Wat moest hij zeggen? "Ik..." stamelde hij. "Ik vind het heel erg voor je. Kan... Kan ik nog iets voor je doen?" vroeg hij voorzichtig. Voorzichtig sloeg hij zijn armen om haar heen en zij deed hetzelfde bij hem. Zo zaten ze een tijdje, terwijl Mary langzaam haar tranen droogde. Charles voelde zich rottig. Niet alleen omdat ze zo verdrietig was, maar ook omdat hij dit nooit had verwacht. "Maar je bent nu niet thuis." fluisterde hij. "Je bent op Zweinstein, en samen gaan we de leukste tijd van ons leven hebben. Allebei als Dooddoeners." Charles knikte. "We zullen altijd bij elkaar blijven." zei hij en kuste haar op haar wang. "Altijd.." |
_________________ Maschine - Ex-Moderator HPA |
|
![Profiel bekijken Profiel bekijken](templates/fiblack/images/lang_english/icon_profile.gif) ![Stuur privébericht Stuur privébericht](templates/fiblack/images/lang_english/icon_pm.gif) |
![](images/spacer.gif) |
Maschine
5e jaars
![5e jaars 5e jaars](http://www.harrypotterforum.nl/hpf/images/ranks/rank2.gif)
Verdiend:
1 Sikkels
Woonplaats: Op HPF!
|
Geplaatst:
Wo Okt 22, 2008 14:05 |
![Sla dit bericht op Sla dit bericht op](templates/fiblack/images/topic_move.gif) |
Hoofdstuk 10: Een Nieuw Begin
Het was alweer een paar weken geleden dat Charles een huilende Mary op de meisjestoiletten had aangetroffen. Ze had hem alles verteld over haar jeugd en hij begon bepaalde dingen die ze deed of zei nu beter te begrijpen. Eigenlijk begon hij háár beter te begrijpen. In de paar weken die inmiddels verstreken waren had Charles grotendeels alleen in de leerlingenkamer gezeten, intussen aan zijn huiswerk werkend -of gedaan alsof- en nagedacht over Mary, de Dooddoeners en hoe het nu verder moest. Hij zat in de leerlingenkamer -alleen- en voor hem lag een leeg stuk perkament. Charles sabbelde nadenkend op het puntje van zijn ganzenveer en dacht na. Hij wilde opschrijven wat hij dacht dat er zou gebeuren, zodat hij zijn aantekeningen zou kunnen raadplegen als er iets gebeurde wat hij niet voorzien had. Je wist maar nooit. Goed. Hij hoorde nu dus officieel bij de Dooddoeners. Mary ook. Pete niet. Wat zou er kunnen gebeuren? Normaal gesproken deed Charles dit nooit, maar in het bijzijn van Dooddoeners moest hij zich grondig op alles voorbereiden wat gebeurde of zou kunnen gebeuren. Oké dan. Hij was nu een Dooddoener. Over een paar dagen zou hun eerste bijeenkomst zijn. Wat er zou gebeuren was vaag gebleven. Charles doopte zijn veer in de zwarte inkt en schreef met met grote hanepoten het woord DOODDOENERS bovenaan het perkament. Toen zuchtte hij en probeerde te bedenken wat hij zou opschrijven. Noodplan schreef hij in kleinere letters onder het eerder opgeschreven woord. Wat te doen bij ontdekking? Mocht iemand doorkrijgen dat hij Dooddoener was en diegene mocht het eigenlijk niet weten, dan wilde hij op papier hebben wat hij zou kunnen zeggen en/of doen. Charles dacht nogmaals na over de verschillende manieren van ontdekking en schreef ze allemaal op. Erg moeilijk te bedenken was het niet, maar des te enger als het zou gebeuren. Want hij mocht dan een ware Griffoendor zijn, toch was Charles bang om ontdekt te worden. Het zou hem niet geliefd maken in Griffoendor.
Zo. Plan gereed. Het perkament zag er nu zo uit.
DOODDOENERS
Noodplan
Wat te doen bij ontdekking?
Indien iemand ontdekt dat ik Dooddoener ben zal ik die persoon de mond snoeren door hem te vertellen dat hij nu niet langer veilig is. Ik zal hem zeggen dat ik mensen ken die hem de mond zullen snoeren indien hij te veel zegt of weet.
Wat te doen als het al te laat is?
Indien de persoon alles al heeft doorverteld aan iedereen als ik er achter kom, dan zal ik hem persoonlijk opwachten, eventueel samen met de andere Dooddoeners. Hij zal ervan langs krijgen zoals hij nog nooit gehad heeft. Een illegale vloek is daarbij niet uitgesloten.
Wat te doen bij verstoring van een bijeenkomst?
Mocht er iemand onverwacht binnen komen vallen als we bijeenkomen, dan zal zijn geheugen worden gemodificeerd en zal hij voor de zekerheid worden gemarteld.
Wat te doen als de schooleiding er achter komt?
Waarschijnlijk zullen we meteen van school geschopt worden, dus het is belangrijk dit te voorkomen. mocht het toch gebeuren, dan hebben we altijd nog de Waanzichtspreuken en de illegale vloeken (maar alleen in uiterste noodgevallen!)
Wat te doen als één van ons/meerderen naar Azkaban moet/moeten?
We zitten dan diep in de problemen. We zullen die persoon steunen bij zijn proces, maar als hij eenmaal vastzit kunnen we hem alleen nog maar brieven sturen. Mocht hij ooit vrijkomen, dan zullen wij dit uitbundig vieren. Met uitzondering van wanneer hij naar de goede zijde is overgestapt, dan laten we hem vallen.
Nadat hij dit had opgeschreven vouwde Charles het perkament netjes op en stopte het in zijn tas. Hij stond op en liep weg, richting de slaapzaal. Het was al laat. Pete zat op de rand van zijn bed. "Veel huiswerk?" Het klonk sarcastisch. Charles antwoordde niet. "Trusten!" Charles mompelde iets en kleedde zich om. Het stuk perkament legde hij onder zijn kussen, op een moment dat hij zeker wist dat Pete al in slaap was gevallen. Zijn noodplan was gereed en hij was klaar voor de eerste bijeenkomst samen met zijn mede-Dooddoeners.
Een paar dagen later was dan eindelijk het grote moment daar: Hij zou de eerste echte bijeenkomst met de Dooddoeners bijwonen. Het Noodplan zat inmiddels in zijn schooltas. Charles was net op weg toen Pete hijgend achter hem aan kwam rennen. "Charles!" riep hij. Charles probeerde na te denken en vroeg zich af of hij Pete zou negeren of niet. Te laat. Pete stond al naast hem. "Heb jij die aantekeningen van Verweer nog bij je?" Charles deed zijn tas af en zocht. "Ja." zei hij. "Hier heb je ze." Pete pakte het stuk perkament aan. "Bedankt." En Pete liep weer weg zonder zich af te vragen waar Charles heen ging. Die liep een flink stuk door en kwam eindelijk aan bij de Kamer van de Hoge Nood. Iedereen was al aanwezig. "We hebben op je gewacht." zei Mary en Charles sloot de deur achter zich. "Wat gaan we doen?" vroeg hij. De overige Dooddoeners stonden in een kring. "Een echte Dooddoener is niet bang om illegale spreuken te gebruiken. Ook schroomt hij niet om spreuken te gebruiken die onaangenaam zijn voor zijn tegenstander." zei Mary. "Wij willen natuurlijk testen hoe dat bij jou zit." Ze gebaarde naar de kring. "Ga maar in het midden staan." Charles deed blindelings wat ze zei. Mary trok haar toverstok en Charles deed hetzelfde. "O ja." zei Mary. "Er is maar één regel." Charles keek haar vragend aan. "En dat is?" vroeg hij. "Je mag je niet verweren." Ze grijnsde vals. "Charles White, welkom bij je Ontgroening die je tot een echte Dooddoener maakt." Voordat Charles het besefte had Mary al een spreuk op hem afgevuurd. Charles voelde zich stijf worden en viel achterover. Hij kon zich niet bewegen. Het was een Lamstraal. Mary liep naar hem toe en richtte haar toverstok op hem. Charles kneep zijn ogen dicht en hoorde haar een spreuk uitspreken, maar wilde het niet horen. Nadat dit gebeurd was werd hij bevangen door een vreselijke pijn, een folterende pijn alsof hij op de pijnbank lag. Hij wilde schreeuwen, hij wilde gillen, maar door zijn verlamming was dat onmogelijk. Het enige wat hij kon doen was zijn tranen van pijn de vrije loop laten. Hij beet op zijn onderlip tot het bloedde en toen was het voorbij. Een derde flits kwam op hem af en Charles kon zich weer bewegen. Met knikkende knieën stond hij op. "Dat was..." hijgde hij. "...de foltervloek ja." zei Mary koeltjes. Charles wilde zich weer bij de rest voegen. Zijn benen begaven het bijna. "Hoho, je bent nog niet klaar." zei Mary. "Levicorpus!" Charles voelde hoe zijn benen de lucht in gingen en even later hing hij ondersteboven. Hij voelde hoe het bloed naar zijn hoofd stroomde. Wanneer was dit afgelopen? "En nu de eed." zei Mary. "Zeg me na. Ik beloof dat ik voor eeuwig en altijd een goede Dooddoener zal zijn. Ik zal de Heer trouw blijven en zijn leven verkiezen boven het mijne. Als het nodig is offer ik me op. Ik zal de Heer nooit afvallen of mijn belofte verbreken. Tot in de eeuwigheid." Charles zei het luid en duidelijk na, zin voor zin. Mary zette hem weer neer en Charles merkte dat zijn knikkende knieën verdwenen waren. "Goed zo, je bent nu officieel een Dooddoener." Applaus ging op en Charles voelde zich gelukkig. Eindelijk. Hij was één van hen.
Charles had aan zijn huiswerk gezeten, intussen nadenkend over de gebeurtenissen van deze dag. Hij was nu een echte Dooddoener. De Griffoendor liep naar de slaapzalen en zag dat Pete al naar bed was gegaan. Plots herinerde hij zich de aantekeningen van Verweer, maar hij wilde zijn vriend niet wakker maken. Dus kleedde hij zich om en zocht in de tas van Pete. Daar kwam hij het stuk perkament al tegen. Charles was straal vergeten waar de les over was gegaan, met zijn gedachten was hij te veel bij de Dooddoeners geweest. Voor de zekerheid vouwde hij het stuk perkament open en kreeg de schrik van zijn leven. In paniek zocht hij in zijn tas en vond de aantekeningen van Verweer.
Hij had Pete zijn Noodplan gegeven. |
_________________ Maschine - Ex-Moderator HPA |
|
![Profiel bekijken Profiel bekijken](templates/fiblack/images/lang_english/icon_profile.gif) ![Stuur privébericht Stuur privébericht](templates/fiblack/images/lang_english/icon_pm.gif) |
![](images/spacer.gif) |
Maschine
5e jaars
![5e jaars 5e jaars](http://www.harrypotterforum.nl/hpf/images/ranks/rank2.gif)
Verdiend:
1 Sikkels
Woonplaats: Op HPF!
|
Geplaatst:
Za Nov 22, 2008 20:15 |
![Sla dit bericht op Sla dit bericht op](templates/fiblack/images/topic_move.gif) |
Hoofdstuk 11: Vrienden Voor Het Leven..?
Met veel gegeeuw kwam Charles uit zijn bed en kleedde zich langzaam aan. Zijn hersens begonnen langzaam op gang te komen en hij realiseerde zich dat hem een confrontatie te wachten stond. Gisteren had hij zijn Noodplan namelijk verwisseld met aantekeningen van Verweer, die hij aan Pete had gegeven. Met andere woorden: Pete had nu zijn Noodplan en zou het ongetwijfeld al bekeken hebben. Jammer dat ze bij elkaar sliepen, anders was ontwijken misschien nog een optie geweest. Ooit beste vrienden, nu een soort vijanden. Charles dacht er totaal niet bij na dat Pete zich nu in de steek gelaten moest voelen. De laatste tijd had hij trouwens helemaal niet zoveel interesse meer gehad in de jongen die ooit zijn beste vriend was. Want was hij dat eigenlijk nog wel? Kon een Dooddoener echt goed bevriend zijn met een ware Griffoendor?
Voordat hij daar goed en wel over kon nadenken was Pete al wakker geworden. Charles wilde zijn mond open doen voor een smoes en een excuses, maar Pete liep straal langs hem heen, alsof hij een stukje lucht was dat niet opviel. "Pete?" vroeg Charles voorzichtig. "Pete, is er iets... gebeurd ofzo?" Zijn vriend antwoordde niet. Het enige wat Pete deed was zich zo snel mogelijk aankleden en weggaan uit de slaapzalen van de vijfdejaars. Charles zuchtte. Pete kennende zou hij vanmiddag wel weer de oude zijn. Charles hoopte het maar. Hij had geen zin in nog meer gedoe. Hij kreunde en kleedde zich met tegenzin aan. Charles had het vermoeden dat dit een vreselijke dag ging worden. Hij slenterde langzaam de slaapzalen uit, op weg naar de Grote Zaal voor het ontbijt. Vanavond om acht uur zou hij weer een afspraakje met Mary hebben. Charles verheugde zich, hij had haar al te lang niet gezien, zeker niet omdat ze nu zijn vriendinnetje was. Hij hoopte in elk geval dat hij weer naast haar zou kunnen zitten. Pete begon inmiddels al aardig buiten beeld te raken. Ach, wat maakte het nog uit? Hij had Mary, en daarmee uit. Zonder haar kon hij niet leven. Punt uit.
Charles slenterde het lokaal Geschiedenis binnen en bedacht zich dat ze deze les hadden met Zwadderich. Zijn ogen gingen de klas rond, op zoek naar Mary. Pete was al gaan zitten naast een afdelingsgenoot. Hij kletste druk en besteedde geen aandacht aan Charles, die Pete op zijn beurt weer negeerde. Hij keek nog eens rond en ontdekte Mary ergens achterin de klas. De plaats naast haar was nog leeg. "Mag ik, madamoiselle?" vroeg hij overdreven hoffelijk. "Natuurlijk." antwoordde Mary en Charles plofte neer op de stoel naast haar. Voor hen zaten enkele mede-Dooddoeners en Charles vermoedde dat er een nieuwe bijeenkomst gepland zou worden. Professor Kist begin met zijn les en Charles draaide zich om. "Wordt het niet eens tijd voor een nieuwe bijeenkomst?" zei hij zo zacht mogelijk tegen Mary. Ze knikte en riep enkele andere Dooddoeners, die naar hen toe liepen. Kist vertelde intussen gewoon monotoon door over de Opstand van Elfric de Grijpgrage, en leek niets te merken van wat er zoal gaande was. "Goed." zei McWarr, die ook bij hen was gaan staan. "Wanneer is de volgende bijeenkomst?" vroeg ze. Mary nam het woord. "Volgende week, zelfde dag, acht uur 's avonds?" vroeg ze. Charles knikte instemmend en de rest was het er ook mee eens. "Dat is dan geregeld." zei ze. "Zelfde plaats als vorige keer." De overige Dooddoeners liepen weer terug naar hun plaats en Mary wendde zich tot Charles. "Vanavond, Kamer van de Hoge Nood." Daar zou hun afspraakje plaatsvinden. Charles knikte. Hij zag niet dat enkele andere Griffoendors intussen druk aan het fluisteren en het wijzen waren naar hem. Evenmin zag hij dat zich onder hen zijn vriend Pete bevond. Wat hij ook niet wist was dat Pete het Noodplan al aan half Griffoendor had laten zien. Hij zou er nog regelmatig mee geconfronteerd worden.
Na de lessen kwam Charles de leerlingenkamer binnen om zijn spullen weg te leggen. Hij mompelde het wachtwoord tegen de Dikke Dame en stapte naar binnen. In de leerlingenkamer bevonden zich opeengehoopte groepjes leerlingen, die druk aan het praten en wijzen waren en wegliepen zodra hij eraan kwam. Pete was nergens te bekennen. Charles besloot zijn afdelingsgenoten te negeren. Zwadderich was nu immers de ideale afdeling voor hem, niet Griffoendor. Was hij hier maar nooit beland. Vlug liep hij door richting de slaapzalen en borg zijn schoolspullen op. Hij pakte zijn schrijfgerei en begon wat huiswerk te maken, tot hij in slaap viel en een paar uur later op weg ging naar de Grote Zaal voor het avondeten. Vreemd genoeg zag hij Pete nog steeds niet aan de Griffoendortafel. Zijn afdelingsgenoten ontweken hem nog steeds, dus zo kwam het dat hij in zijn eentje zat te eten. Het kon hem niets schelen. Griffoendor was zijn afdeling niet meer. Zwadderich was nu ideaal geworden. En dat zou het nog zeer lang blijven!
Eindelijk was het dan zover: Charles ging op weg naar zijn afspraakje met Mary in de Kamer van de Hoge Nood. Hij liep een paar keer heen en weer voor de exacte plaats en zag de deur verschijnen. Charles stapte naar binnen. Mary was er al. "Hoi." zei ze. "Hoi Mary." zei Charles. Hij keek rond en zag dat Mary de kamer erg romantisch had gemaakt. In het midden stond een divan, daar tegenover stond een salontafel. Aan de zijkant brandde een vuur in de open haard. Er lag een groot, wit kleed waar je voeten in wegzakten. Mary had haar schoenen uitgedaan, dus deed Charles dat ook. Hij plofte naast haar neer en sloeg zijn arm om haar heen. De Griffoendor geeuwde. "Zat ik maar in Zwadderich." sprak hij een stiekem verlangen uit. "Dan kon ik tenminste rustig Dooddoener zijn en vaker bij jou zijn." Hij zoende haar op haar wang. "Voor mij ben je gewoon een Zwadderaar." zei Mary. Aan haar blik zag Charles dat ze het meende. Hij ging iets dichter tegen haar aan zitten. "Had ik je al gezegd dat we geen mensen meer koppelen?" zei Mary plotseling. "Nee." zei Charles. "Hoezo?" Mary trok een onverschillig gezicht. "Ach..." zei ze. "Het ging zo vervelen. Iedere keer dezelfde dingen doen, behalve het koppelen zelf gebeurde er nooit iets tussen leerlingen. Het was gewoon een leuk spelletje, een soort hobby." zei ze. "Jammer." zei Charles en dacht met pijn in zijn hart terug aan de walgelijke koppeling van hem en McWarr. Jammer was het zeker, hij had wel eens met haar mee gewild om mensen te koppelen. "Maar niets aan te doen." ze hij. "Het was inderdaad een beetje kinderachtig." bekende Charles. "Maar wel grappig." zei hij grijnzend. "We hebben al massa's leerlingen gekoppeld." vertelde Mary. "Het idee is eind vorig jaar ontstaan." zei ze. "Ik begon steeds meer kleffe stelletjes te zien en besloot dat ik zelf wilde bepalen wie er aan wie gekoppeld moest worden. Dus heb ik wat vrienden opgetrommeld en zo zijn we met de Koppelclub begonnen. Eerst koppelden we heel voorzichtig en zo min mogelijk, zodat niemand ons zou kunnen dwarsbomen. Later koppelden we steeds vaker, meer verschillende jaren en soms koppelden we ook meisjes aan meisjes of jongens aan jongens." Mary grijnsde. "Dat heeft wel voor de nodige gênante momenten gezorgd." zei ze. "Koppelden jullie ook Zwadderaars?" vroeg Charles. "Soms." zei ze. "Af en toe zag ik mensen die goed bij elkaar pasten en dan kon ik het gewoon niet laten ze te koppelen." zei ze. "We werden berucht in Zwadderich en gehaat bij de andere afdeling, maar dat was ook min of meer onze bedoeling. Toen onthulde een jongen uit een hoger jaar dat hij Dooddoener was, en bijna de gehele Koppelclub werd dat ook. We waren erg enthousiast met zijn allen en in no time waren we allemaal trotse Dooddoeners." Mary zweeg even. "Hoe kwamen jullie op het idee om mij aan McWarr te koppelen?" vroeg Charles. "We hadden je al een paar keer met die vriend van je zien lopen, en vonden je erg geschikt om aan McWarr te koppelen. Het waren vooral de tegenstellingen tussen jullie die het koppelen zo leuk maakte. McWarr is namelijk een vreselijk watje en ook nog eens behoorlijk stom. Jij bent het tegenovergestelde van haar." zei Mary. De twee zaten stil naast elkaar op de bank. Charles keek op de klok die voor hen hing. "Het is wel erg laat." geeuwde hij. "Ik ga maar weer eens." Hij wilde opstaan, maar werd tegengehouden door Mary. Voor hij wist wat er gebeurde zoenden ze al. "Ook vaarwel." grijnsde Charles en verliet de Kamer. "Tot morgen schat." Hij wierp haar als laatste nog een kushandje toe en toen gingen ze ieder hun eigen weg.
Na een tijdje kwam Charles aan in de slaapzalen. Hij plofte vermoeid op zijn bed neer en zag dat Pete er aan kwam. "Hoi." zei hij, even helemaal vergetend dat hij Pete eigenlijk hoorde te negeren. De kus met Mary hadden zijn hersenen week gemaakt, hij kon nauwelijks helder nadenken. "Ga weg." klonk de stem van Pete. Charles schrok van de kille toon. "Wat.." begon hij en stond op. Pete stond nu voor hem. "GA WEG!" brulde Pete in zijn linkeroor en Charles maakte een luchtsprongetje van schrik. "IK WIL JE NIET MEER ZIEN!" brulde Pete. "HOE DURF JE JE AAN TE SLUITEN BIJ ZULKE WALGELIJKE SCHEPSELS ALS DE DOODDOENERS? VERDWIJN! IK WIL JE NOOIT MEER ZIEN!" Charles stond als bevroren voor zijn vriend. Ze waren geen vrienden meer, dat was inmiddels wel duidelijk geworden. Ooit waren ze dikke maatjes geweest. En nu stond Pete tegen hem te schreeuwen alsof hij zijn grootste vijand was. Charles merkte dat hij kookte van woede. "GOED DAN!" schreeuwde hij. "GA DAN MAAR LEKKER DAPPER DOEN MET DIE STOMME GRIFFOENDORVRIENDJES VAN JE! GA MAAR LATEN ZIEN HOE DAPPER EN GEWELDIG JE BENT. BIJ MIJ HEB JE HET VERPEST! JE BENT MIJN VRIEND NIET MEER, BEGREPEN?!!" Pas nadat hij was gestopt met schreeuwen realiseerde Charles zich wat hij had gezegd. O nee... Zijn beste vriend. Weg. Zijn enige echte vriend. Hij had geen vrienden meer. Maar Mary was er toch nog? Charles had niet gemerkt dat Pete al was weggelopen naar de leerlingenkamer. Maar één ding was wel duidelijk. Hij had het voorgoed verpest bij zijn allerbeste vriend. Zijn ex-vriend. |
_________________ Maschine - Ex-Moderator HPA |
|
![Profiel bekijken Profiel bekijken](templates/fiblack/images/lang_english/icon_profile.gif) ![Stuur privébericht Stuur privébericht](templates/fiblack/images/lang_english/icon_pm.gif) |
![](images/spacer.gif) |
Maschine
5e jaars
![5e jaars 5e jaars](http://www.harrypotterforum.nl/hpf/images/ranks/rank2.gif)
Verdiend:
1 Sikkels
Woonplaats: Op HPF!
|
Geplaatst:
Ma Dec 29, 2008 16:46 |
![Sla dit bericht op Sla dit bericht op](templates/fiblack/images/topic_move.gif) |
Onderstaand hoofdstuk is het laatste wat ik hier op HPF kan posten. Wil je weten hoe het verder gaat, kijk dan op FantasyFreakzForum onder Fanficties.
Hoofdstuk 12: A New Life
Het was alweer een paar weken geleden sinds de ruzie tussen hem en Pete. Intussen was Charles zich steeds meer op zijn Dooddoenersschap gaan richten. Alle Dooddoeners kwamen regelmatig naar de bijeenkomsten, eigenlijk altijd was iedereen er wel. Ze begonnen ook een steeds hechtere groep te vormen, alsof ze elkaar allemaal al jaren kenden. Charles hoorde er helemaal bij. Hier voelde hij zich thuis. Zwadderich was nu zijn afdeling geworden, Griffoendor was verleden tijd. Helaas werd hij iedere dag met zijn Griffoendor-zijn geconfronteerd. Griffoendors in de leerlingenkamer, het embleem van Griffoendor op zijn gewaad, de Dikke Dame die hem streng om het wachtwoord vroeg. De Griffoendortafel in de Grote Zaal, de zandloper met de rode edelstenen en ga zo maar door. Nu pas besefte de vijfdejaars hoe vaak je hier op Zweinstein met je afdeling geconfronteerd werd. Iedere dag weer, je kon er niet onderuit. Uiteraard baalde Charles daar enorm van. Telkens weer moest hij het rood en goud van zijn afdeling aanzien. Het groen en zilver was iets waar hij alleen maar smachtend naar kon kijken. Want van afdeling veranderen was niet mogelijk. Hij zou het de Sorteerhoed natuurlijk altijd kunnen vragen, maar toch.. Charles wist dat de kans dat hij ooit in Zwadderich zou komen miniem was. Nu Pete weg was bleef er weinig over wat hem nog met Griffoendor verbond. Praktisch niets meer. Alle andere contacten die hij ooit in de dappere afdeling had opgedaan verwaterden langzaam maar zeker. In plaats van dat hij genoot van de vriendschappen die hij in al die jaren hier had opgedaan, makte hij ze kapot en richtte zich op mensen die nooit echt zijn vrienden zouden worden. Maar voordat Charles dit door had was er nog een lange weg te gaan. Helaas, maar wel waar.
Het was alweer het einde van de dag. Vanavond zou er na het eten een bijeenkomst in de Kamer van de Hoge Nood zijn. Charles had er zin in. Hij zag alleen wel op tegen de tijd die hij tot dat moment zou moeten uitzitten. Aan de Griffoendortafel werd het om hem heen steeds eenzamer. Leerlingen meden hem en schonken alleen aandacht aan hem om te wijzen en te fluisteren. Het leek erop dat heel Griffoendor wist dat Charles White zich bij de Dooddoeners had aangesloten. In Griffoendor was hij een eenzame leerling, een verschoppeling, een verstotene, een halve Zwadderaar. Hij hoorde niet in Griffoendor, hij hoorde in Zwadderich. En iedereen die momenteel in Griffoendor zat leek het helemaal met hem eens te zijn. Inclusief zijn ex-vriend Pete.
Met een somber gevoel kwam Charles de leerlingenkamer binnen. Hij voelde de spanning die er in de ruimte hing. Zelfs de Dikke Dame had hem daarnet argwanend aangekeken, terwijl ze normaal gesproken toch altijd heel vriendelijk tegen hem deed. Eenmaal binnen zag hij de leerlingen in groepjes zitten of staan. Toen ze merkten dat hij binnenkwam werd het gefluister gedempt en deed iedereen gewoon alsof hij aan het werk was. Maar Charles was ook niet gek. Hij wist dondersgoed dat ze een hekel aan hem hadden gekregen. De vijfdejaars keek nog eens rond en besefte dat er geen lege tafels meer waren. Charles pakte zijn tas en liep naar de slaapzalen. Daar aangekomen gooide hij zich op zijn bed neer en viste wat huiswerk uit zijn tas. De Griffoendors waren vreemden voor hem geworden. Hij zou zich volledig op zijn Dooddoenersschap gaan richten. Waarom zou hij nog aandacht besteden aan een afdeling die zijn afdeling niet meer was? Zwadderich was waar hij heen wilde. Met een rotgevoel begon hij aan zijn huiswerk, beseffend dat er geen weg meer terug was. Griffoendor, zijn bloedeigen afdeling, had hem verstoten.
Een paar uur later was het dan eindelijk zover. De Dooddoeners zouden bijeen komen in de Kamer van de Hoge Nood. Charles pakte zijn spullen en ging op weg. Hij verliet vlug de leerlingenkamer, om maar vooral de blikken en de wijzende vingers te kunnen ontwijken. In gedachten zag hij zichzelf al bij Voldemort staan, zijn Meester aanbiddend en geen oog hebbend voor andere dingen dan dat. Een heerlijk gevoel. Als in trance liep hij door de gangen, op weg naar de verzamelplek van de Dooddoeners.
"Hé, White!"
Charles draaide zich om. Het was Pete. Zonder iets te zeggen liep Charles weer door. Hij was vastbesloten Pete te negeren. De vijfdejaars had niet door dat hij nu plots met zijn achternaam werd aangesproken door iemand die zich vroeger zijn beste vriend kon noemen. Charles hoorde voetstappen en daar was Pete weer. "Je doet het wel goed hé, zo als de Verstekeling." zei hij sarcastisch. Dat was niets voor Pete, maar er was veel veranderd. "Hoe bedoel je?" vroeg Charles met tegenzin, even vergetend dat hij Pete eigenlijk zou moeten negeren. "Je bent voor Griffoendor nu de Verstekeling. Iemand als jij hoort in Zwadderich thuis en is dus geen goede Griffoendor meer. Eigenlijk zouden ze je uit de leerlingenkamer moeten bannen." Hij reageerde nauwelijks op de woorden van Pete. Wat hij zei klopte als een bus, maar nu wilde Charles het nog niet weten. Natuurlijk had hij dit verwacht en was in Zwadderich geaccepteerd worden precies hetgeen wat hij wilde. Maar dat zijn beste ex-vriend zo over en tegen hem praatte, dat was totaal niet de bedoeling geweest. Charles besefte dat hij te weinig had nagedacht over de gevolgen voor hem en de reacties van Griffoendor. Hij zuchtte nog eens en liep door. Pete keek hem fronsend en hoofdschuddend aan, maar dat zag Charles al niet meer. "Sommige mensen.." mompelde hij en liep weer weg, Charles bezorgd nakijkend.
Het was al vrij druk toen Charles bij de Kamer van de Hoge Nood aan kwam. "Ah, daar hebben we onze vriend Charles." Mary kwam op hem af lopen. "Je bent de laatste." zei ze. "We kunnen beginnen." Ze draaide zich om naar de overige Dooddoeners. "Vandaag gaan we ons bezig houden met iets dat voor de meesten van jullie herhaling is.." Ze draaide zich nu om naar Charles. "..en voor sommigen iets geheel nieuws." Charles liep naar de rest toe, zodat hij Mary's gezicht kon zien. "Vandaag gaan we één van de Onvergeeflijke Vloeken oefenen. Ik heb het over de Imperiusvloek. Smith, vertel jij White eens hoe die vloek in zijn werk gaat." Smith schraapte zijn keel. "De Imperiusvloek is de vloek die ervoor zorgt dat iemand doet wat jij van hem vraagt. Het maakt niet uit wat je vraagt, maar meestal wordt de vloek voor duistere doeleinden gebruikt. Je kunt de vloek alleen weerstaan als je er goed tegen bestand hebt en er veel ervaring mee hebt. Bij bijna iedereen zal de vloek dus effect hebben." Mary knikte. "Smith, omdat jij het zo goed weet mag jij een demonstratie geven. Dan hebben we nog iemand nodig die de handeling zal ondergaan. Vrijwilligers?" Haar ogen vernauwden zich en speurden kritisch de ruimte rond, als een havik die vastbesloten is de lekkerste prooi uit velen te kiezen. "White." zei ze met een flauw glimlachje. "Omdat jij zo aardig bent, mag je de assistent zijn van Smith." Charles bleef als verdoofd staan. Hij? Wie wist wat die Smith met hem zou uitspoken. "Niet zo bang, je bent toch wel een Dooddoener?" zei Mary poeslief. De Griffoendor haalde diep adem en deed een stap naar voren. "Natuurlijk." zei hij en probeerde vooral niet te laten merken dat hij doodsbang was en dat zijn stem trilde. Mary deed elegant een stap achteruit. "Dat zou ik ook maar doen als ik jullie was." zei ze tegen de overige Dooddoeners, die nu hetzelfde als zij deden. "Smith.." zei ze met kille stem. "Ga je gang." Smith trok zijn toverstok en ging voor Charles staan. "Imperio!"
Hij voelde zijn knieën week worden en zakte op de grond neer, totdat hij op zijn hurken zat. Voor hem stond de slungelige gedaante van Smith. Charles hoorde niets meer. Enkel zijn eigen stem weerklonk in zijn oren. Hij sprak. Toch wist Charles nauwelijks wat hij zei. Het gebeurde allemaal als in een droom. Het leken wel uren dat hij hier voorover gebogen zat en alsmaar sprak, in duidelijke en vastberaden taal. Wat hij zei wist de Griffoendor niet, noch of de anderen hem eigenlijk wel konden horen. Het enige wat hij nu zag was de grond. Toen werd plotseling de roes warin hij zat opgeheven...
"...zijn, tot de dood ons scheidt." Als door een wesp gestoken schoot Charles overeind. Wat had hij gezegd? Wat had hij gedaan? Hij bekeek zichzelf alsof hij naar een vuile zwerver keek. Was er iets veranderd? Was hij gewond? Plots deden alle Dooddoeners een stap naar voren en begonnen te klappen en te juichen. "Je hebt het gedaan! Het is je gelukt!" Mary vloog hem om de hals en zoende hem alsof ze hem al eeuwen niet meer had gezien. "Wat gebeurde er?" vroeg Charles verward. "Wat heb ik gedaan?" Hij keek Mary vragend aan. Ze sloeg een arm om hem heen. "Je hebt een eed afgelegd waarin je verklaarde een ware Doodoener te zijn en altijd de Heer te dienen, in alle omstandigheden. En je hebt beloofd volledig afstand te doen van je huidige afdeling, Griffoendor." Charles voelde zichzelf eerst bleek worden en besefte toen dat dit was waar hij al die tijd van had gedroomd. "Maar dat is.." stamelde hij. "Dat is fantastisch!" En met die woorden sloot hij een periode af waarin hij zichzelf voor de gek had gehouden door zich als een echte Griffoendor te gedragen. Dit was zijn ware afdeling. Charles wist nu wie zijn echte vrienden waren. |
_________________ Maschine - Ex-Moderator HPA |
|
![Profiel bekijken Profiel bekijken](templates/fiblack/images/lang_english/icon_profile.gif) ![Stuur privébericht Stuur privébericht](templates/fiblack/images/lang_english/icon_pm.gif) |
![](images/spacer.gif) |
|
|