|
Geplaatst: wo nov 02, 2011 13:09
3. Merlijns verhaal
igel keek naar zijn ouders, mocht hij echt een dagje mee met Merlijn. Wow dat is wel heel gaaf. Nigel neemt snel afscheid van zijn ouders en Merlijn loot het bos in, Nigel holt er snel achter aan, want hij is erg benieuwd wat hij mag gaan doen met Merlijn. Tijdens het lopen door het bos ziet Nigel zijn oude boomhut, deze heeft hij een paar jaar geleden gemaakt met Merlijn, zou hij toen ook al magie hebben gebruikt zonder dat hij het door had. ‘Oom Merlijn, heeft u tijdens het bouwen van de boomhut ook magie gebruikt?’ Merlijn kijkt om, hij liep al een meter of twee voor Nigel uit. Hij loopt terug naar de boomhut toe en denkt terug aan de dag dat ze de boomhut hebben gebouwd. Merlijn vond het heerlijk om met zijn neefje dit te doen. Soms vond hij het moeilijk om niet tegen Nigel te zeggen dat hij zijn vader was, maar tot nu toe heeft hij het elke keer voor zich kunnen houden. ‘Ja, jongen ook toen heb ik magie gebruikt, maar omdat we zoveel plezier hadden tijdens het bouwen heb je het niet doorgehad, kom dan lopen we een stukje verder dan zal ik je meer dingen laten zien waar ik magie bij heb gebruikt.’ Samen lopen Nigel en Merlijn verder door het bos, bij een grote boom en veel struiken wijst Merlijn naar een plek achter de struiken en ze lopen er samen heen. Achter de struik zien ze een hele grote steen. Nigel denkt aan het verhaal van Merlijn die zijn vader heeft geholpen en vraagt dan ook aan Merlijn, ‘is dit de steen waar mijn vader het zwaard uit heeft gehaald?’ Merlijn knikt en vertelt ‘ja dat klopt, hier is de wedstrijd gehouden met alle mannen uit het dorp, de man die het zwaard uit de steen kon halen zou koning worden.’ Nigel denkt na en zegt dan, ‘maar mijn opa was toch koning, zijn zoon moet dan toch koning worden, waarom hielden ze dan een wedstrijd?’ Merlijn moet lachen om de vraag van zijn zoon. ‘Dat klopt, jou opa was koning, maar hij overleed toen je vader 15 jaar was en dit vonden de mensen te jong voor een koning. Toen heb ik de wedstrijd bedacht voor alle mannen uit het dorp. Ik had het zwaard in deze steen hier gestoken en hem zo betoverd dat er maar één jongen het zwaard uit de steen kon trekken. En ik wist dat dit jou vader zou zijn.’ Tijdens het vertellen was Nigel op de grond gaan zitten om goed te kunnen luisteren naar het verhaal van Merlijn. Nigel vond het een mooi verhaal, maar hij snapte het nog niet helemaal. Hoe kon Merlijn nu weten dat zijn vader wel het zwaard eruit kon trekken en de andere mannen niet, die waren toch al volwassen en heel sterk. Maar Merlijn ging al weer verder met zijn verhaal. ‘Ik zie je denken, hoe wist jij dat mijn vader het zwaard er wel uit kon halen en die grote sterke mannen niet, dat zal ik je vertellen. Mijn ouders zijn allebei tovenaars en als klein kind heb ik om leren gaan met mijn magische krachten. Toen ik 11 jaar werd kreeg ik een brief van de school waar mijn ouders ook op hebben gezeten, deze school heet Zweinstein. Hier heb ik 7 jaar opgezeten. Toen ik achttien jaar was studeerde ik af op Zweinstein en ik heb in de zeven jaar dat ik daar op school zat veel geleerd. In het begin was het nog makkelijk, maar toen ik ouder werd gingen we steeds moeilijkere dingen leren. Nadat ik afgestudeerd was ben ik gaan rondreizen door Engeland. Op een dag kwam ik je vader tegen hij was toen 13 jaar en was net zo avontuurlijk als jij nu bent. We werden goede vrienden en ik had hem niet verteld dat ik een tovenaar was tot ik hem op een dag, jaren later, moest redden. Dit is nadat hij koning was geworden, je vader hield erg van zwemmen en sprong een vijver in, alleen kreeg hij ineens kramp en hij kon niet meer naar de kant komen. Ik zag het gebeuren en dacht er geen moment aan om hem op de ‘normale’ manier te redden. Ik pakte mijn toverstok en gebruikte een paar spreuken om hem uit het water te krijgen. Dit was de eerste keer dat je vader zag dat ik een tovenaar was. Het is wel gevaarlijk om te zeggen dat je een tovenaar bent, want je weet vast wel wat er gebeurt als iemand denkt dat je een heks bent.’ Nigel had stil zitten luisteren en het duurde ook even voor hij antwoord gaf op de vraag van Merlijn, ‘als ze denken dat je een heks bent dan word je op de brandstapel gegooid, toch?’ Merlijn knikte en vervolgde zijn verhaal ‘ja, en dat overleef je niet of je nu een gewoon mens bent of tovenaar. Wel kan je als tovenaar of heks een spreuk uitspreken over het vuur dat het iets anders wordt, maar dan weet iedereen dat je een heks of tovenaar bent en dat is niet de bedoeling. Nu snap je vast ook wel waarom je ouders nooit aan je hadden verteld dat ik een tovenaar ben.’ Nigel knikte alleen en dit was genoeg voor Merlijn. ‘Kom dan lopen we verder naar mijn huis, daar zal ik je wat makkelijke spreuken laten zien.’
_________________ 'Hou daar eens mee op!', riep ze, toen voor de zoveelste keer het licht uit de kamer uit ging. 'Sorry, sorry', zei Ron. Hij klikte met de Uitsteker. 'Ik weet zelf ook niet waarom ik het doe.' 'Kun je niks nuttiger verzinnen?' 'Zoals, sprookjes lezen?'
|
|