Geplaatst: wo jan 11, 2012 20:30
Op- en aanmerkingen zijn meer dan welkom :]
Gelukkig duurde het niet lang voordat Abigail een deur vond, die tot haar verbazing zonder piepen of kraken open ging. Ze keek schichtig om zich heen terwijl ze de drempel over stapte. Ze zag dat ze zich in een hal bevond, met recht tegenover de deur die ze nu zachtjes dicht deed, de voordeur. De vloer was van donker hout en de wanden waren heel licht bruin, versierd met vele wandkleedjes, schilderijen en kandelaren met brandende kaarsen. Hoog boven haar hoofd hing een enorme kroonluchter die de hele hal verlichtte met de vele vlammetjes. Ze vroeg zich af hoeveel tijd en moeite het kostte om die kaarsen aan te steken en te vervangen als ze op waren. De kroonluchter hing echt heel erg hoog. Abigail sloop op haar tenen naar de grote trap langs de wand aan haar rechterkant en liep die zo snel mogelijk op. Ze hoorde voetstappen in het huis. Ze kon alleen niet bepalen waar ze vandaan kwamen. Met haar hart in haar keel en zenuwen die door haar lijf gierden, dook ze in elkaar en keek voorzichtig om ieder hoekje voordat ze zich verder door de gangen begaf. Ze opende af en toe een deur, blij dat zich daarachter steeds niemand bevond, teleurgesteld dat ze nog steeds niet had gevonden waar ze naar op zoek was. Aan het eind van de gang liep ze tegen twee deuren aan. Ze waren versierd met uitsnijdingen in het hout en op beide deuren prijkte een grote, goudkleurige deurknop. Abigail verwachtte dat ze hier wel eens goed zou kunnen zitten en drukte haar oor tegen de deur om te luisteren of ze kon horen of er wel of niet iemand in de kamer was. Ondertussen kreeg ze steeds meer het gevoel dat er iets niet in de haak was. Er was duidelijk iets misgegaan met de tijdmachine, terwijl de ingenieurs dagen lang hadden doorgewerkt, honderden tests hadden gedaan. Ze bleef een poosje staan, maar ze was er al gauw zeker van dat ze de kamer veilig binnen kon gaan. Ze legde haar hand op een van de deurknoppen en draaide deze voorzichtig om. Er klonk een zachte klik en langzaam duwde Abigail de deur open, om hem direct weer achter zich dicht te doen toen ze de drempel over was gestapt. Ze haalde een keer diep adem terwijl ze zich omdraaide en de kamer in zich op nam. Er stond een enorm hemelbed tegen de muur aan de linkerkant, wat een groot deel van de kamer in beslag nam. Er lagen vele kussens op en een donkerrode deken met een geborduurd bloemmotief. Datzelfde motief kwam terug in de bekleding van een sierlijk krukje, voor een net zo sierlijk tafeltje, gevuld met allerlei potjes, kammetjes en een grote vaas met bloemen. Tegen de muur boven de tafel hing een spiegel met een uit hout gesneden lijst. Het was duidelijk dat ze zich in een kamer bevond die hoogstwaarschijnlijk een vrouw toebehoorde. Abigail liep naar een grote kast die schuin in de rechterhoek van de kamer stond en draaide de sleutel die in het slot stak om. Voorzichtigheid was nu niet meer de eerste prioriteit. Ze moest nu snel en effectief te werk gaan, zodat ze zo gauw mogelijk weer buiten kon staan. Ze zwaaide de kastdeur open en zag verschillende bruine, witte, zwarte, rode en groene stukken stof, keurig opgestapeld en netjes op de planken weggelegd. Abigail pakte iets met een bruine kleur van een van de stapels en vouwde het uit. Het was een lange rok. Zo vouwde ze nog een aantal dingen uit en weer op, tot ze een combinatie had gevonden die haar wel aanstond, gepaard met lang ondergoed en een zachtroze korset. De kleding was iets aan de grote kant, maar dat maakte eerst niet uit. Ze hees zichzelf in de vele lagen en kreeg met moeite en behulp van de spiegel het korset dicht. Ze vond een paar leren laarsjes met hele dunne veters en een klein hakje en trok deze aan. Haar eigen kleren stopte ze in een handtasje wat ze vond op een dressoir naast de dubbele deuren. In dat tasje zaten ook een aantal zilverkleurige munten en hoewel het tegen haar principes in ging om dingen ongevraagd mee te nemen, zag Abigail zich genoodzaakt de kleding, de schoenen en het tasje met de muntjes te houden.
_________________
|