Geplaatst: zo feb 06, 2011 10:48
Met veel pijn in haar arm, hielp de zeventien-jarige Hermelien Griffel een elf-jarige Ravenklauw leerling omhoog, die bewusteloos op de grond had gelegen "Rustig maar. Mijn naam is Hermelien. Kun je mij je naam vertellen en waar je pijn hebt?" De leerling keek angstig naar Hermelien Griffel en fluisterde "Frank Bakker... Mijn rechter arm doet veel pijn, mevrouw... Een enge man raakte mij daar met een spreuk." Hermelien glimlachte vriendelijk naar de elf-jarige leerling en legde haar toverstok op zijn rechter arm, waarop een snee te zien was, en zei een spreuk die de pijn af zou nemen. "Frank, ik weet dat je bang bent, maar je bent al heel dapper geweest. Ik moet je vragen nog eens dapper te zijn. Ik wil dat jij bij mij blijft tot wij bij het bos zijn, daar zijn twee professoren die leerlingen naar een veilige plaats brengen." Frank keek naar zijn arm die geen pijn meer deed en toen weer naar Hermelien "Ik denk dat ik wel dat durf..." Hermelien legde haar rechter hand op het hoofd van de leerling om hem een kant op te leiden. Ze hield haar toverstok omhoog, zodat als ze dooddoener zag, ze meteen aan kon vallen of kon verdedigingen. "Hermelien!", bij het horen van haar naam keek Hermelien om naar het kasteel waar de stem van de zestien-jarige Ginny Wemel vandaan kwam. "Ginny! Ik zei dat je bij het bos moest blijven! Zodat jij de leerlingen kon helpen! Hoe moet ik jou beschermen als jij naar het kasteel gaat, waar Voldemort en heel veel dooddoeners zijn?" Ginny Wemel was naar hen toe gerend en stopte met rennen toen zij voor hen stond. "Word straks maar boos op mij. Wij moeten hier nu weg. Kennelijk zoeken een paar dooddoeners jou... en Ron wil dat wij hier meteen weg gaan." Hermelien keek naar het kasteel waar verschillende duistere tekens boven hingen, wat inhield dat al vele mensen hun leven verloren hadden aan de dooddoeners. "Wij moeten naar het bos, want hier kunnen wij niet verdwijnselen . In het bos kunnen wij dat gelukkig wel en ik denk dat het mij wel lukt om ons alle drie naar de schuilplaats te brengen." Met een kleine duw in de rug van Frank, begonnen zij alle drie naar het bos te lopen. Hermelien en Ginny bleven hun toverstokken in aanslag houden, omdat elk moment een dooddoener hen kon zien.
Een dooddoener zette zijn toverstok in het hals van Ronald Wemel en vroeg kalm "Waar is Hermelien Griffel? Vertel mij waar zij heen gegaan is en heel misschien spaar ik dan jouw leven, Wemel." Ronald Wemel zat op zijn knieí«n voor de tovenaar, zijn armen waren vastgebonden op zijn rug, zodat hij niet kon proberen de dooddoener voor hem iets aan te doen. "Ik zei haar hier weg te gaan. Ik ga liever dood dan dat ik jou vertel waar Hermelien is." De dooddoener sloeg met zijn vrije hand tegen de kaak van Ron, die hierdoor op zijn zij viel. "Nutteloos wezen dat je bent. Jou vermoorden zal mij niet hetzelfde genoegen geven als Hermelien te pakken krijgen, maar het zal mij toch veel plezier doen om ervoor te zorgen dat jij er niet meer bent." De dooddoener bukte bij Ron neer, nam zijn masker af en genoot van de woede en haat op het gezicht van Ron, toen hij zag wie er achter het masker zat. "Malfidus...", de dooddoener grijnsde en zei "Ik wilde dat je wist wie jou ging vermoorden, Wemel. Het maakt niet uit dat je niet wilt zeggen waar Hermelien is. Er zijn nog meer mensen hier die het zullen weten.." De dooddoener deed zijn masker weer voor en stond op en richtte zijn toverstok op Ronald hart "Ik ga er voor zorgen dat jouw dood zo pijnlijk wordt als mogelijk is. Ik ga er van genieten om jou te zien smeken om vermoord te worden." Er ging een felle rode staal uit de toverstok van de tovenaar en diepe wonden verschenen in de huid van Ronald Wemel, die het uit gilde van de pijn "Aangezien jij mij niet wil vertellen wat ik wil weten, zal ik dat zusje van jou laten zoeken en zal ik haar martelen met dezelfde spreuken." De kleding van Ronald begon onder bloed te zitten en zijn gezicht werd steeds bleker door het bloedverlies "En als je zusje het mij niet wil vertellen, vind ik wel vrienden van jullie en elke persoon wie mij niet wil vertellen waar Hermelien Griffel is, zal een pijnlijke dood krijgen." De dooddoener keek op toen hij iemand zijn naam hoorde zeggen en zag zijn tante, Bellatrix van Detta, die zijn richting op kwam lopen "Wat ben jij aan het doen, Draco?" Bellatrix keek vol walging naar het bijna levenloze lichaam van Ron Wemel en zette een stap naar achter, om ervoor te zorgen dat Ron's bloed niet op haar kleding kwam. "Mijn woede kwijtraken. Hij waarschuwde Hermelien, waardoor ze ontsnapte. Als hij niets gezegd had, dan had ik haar nu te pakken gehad en was de pijn, die ik dankzij haar elke dag voel, over." Bellatrix van Detta stond bekend om het feit dat zij om niemand gaf, behalve om haar heer Voldemort, maar wat veel mensen niet wisten was dat zij ook om haar familie kon geven. "Wij hebben een aantal leerlingen gevangen genomen. Misschien weet iemand van hen waar Griffel is, Draco. En zelfs al weten zij niets, hen martelen zal jou een goed gevoel geven." Bellatrix richtte haar toverstok op Ronald Wemel, die tegen een muur aan vloog en aan de muur vast kwam te zitten. Hij zou achtergelaten worden als een voorbeeld. "Tante... Hebben wij ook leerlingen van het zevende jaar gevonden?" Bellatrix legde haar rechterhand op Draco's schouder en zei "Twee leerlingen. Beiden uit Ravenklauw. Waarom kom je niet mee en ga je hen martelen? Het zal je goed doen, neefje."
|