Geplaatst: zo jun 23, 2013 13:10
6. Vlieglessen Albus werd wakker in zijn hemelbed, in de toren van Ravenklauw. Naast hem hoorde hij Leeflangs luid snurken, en rechts van hen maakten twee jongens, Hionder en Kaverie, het zich gemakkelijk. Albus rolde zich om en glimlachte bij de gedachte aan zijn eerste lessen. Zijn hoofd was al uitgeslapen en wijgerde opnieuw in slaap te vallen, dus stond Albus op. Hij trok zijn Tovenaarsgewaad aan en pakte zijn Toverstok van zijn nachtkastje. Het was pas 3 uur 's ochtends, dus oefende Albus nog wat Bezweringen, zijn eerste les. 'Avis!' fluisterde hij zachtjes. Er kwam een verfomfaaide vogel uit zijn Toverstaf vliegen, en die verdween na een paar seconden. 'Avis!' herhaalde Albus, en nu kwam er een mooie paradijsvogel uit zijn stok vliegen. Hij vloog door het open raam en verdween in de ochtendmist. Albus had al veel spreuken die avond ervoor geoefend, en dat maakte dat hij een flink stuk voorsprong had op de andere leerlingen. 'Lumos!' zei hij nu zachtjes en er verscheen een zwak lichtje uit zijn stok. Hij herhaalde dit een paar keer, tot hij het onder de knie had. Zo ging Albus door, en de tijd kroop langzaam voorbij. Het werd buiten langzaam licht, en Hionder en Kaverie stonden ook op. Lorcan en Lycander bleven nog even liggen. 'Kom je mee naar de Grote Zaal?' vroeg Hionder aan Albus en die knikte. Met zijn drieën liepen ze een paar verdiepingen lager door de hal, en ze strompelden de Zaal binnen. Het was er behoorlijk vol met kinderen die luidruchtig van hun ontbijt genoten, spreuken doornamen of al smakkend Toverschaak speelden. Het trio haastte zich naar de tafel van Ravenklauw, en ze tussen een paar vijfdejaars zitten. Albus pakte een veer en perkament uit zijn tas en begon te schrijven.
Lieve papa en mama Ik ben nu ingedeeld bij Ravenklauw, zoals jullie waarschijnlijk al weten! Ik heb het hier erg naar mijn zin en ik heb de broertjes Leeflang ontmoet, net als Hionder en Kaverie, al weet ik nog niet echt veel van hen. James is volgens mij best nors dat ik niet bij Griffoendor ben ingedeeld, maar dat maakt mij niets uit. Ik ben eigenlijk best wel blij dat ik bij Ravenklauw ben ingedeeld, als jullie het me vergeven... Ik ga zometeen naar Bezweringen, en ik kan Avis en Lumos al doen! Ik houd het even kort, want ik heb vreselijk veel honger... Groetjes, Albus.
Hij vouwde het briefje op en floot op zijn vingers. Meteen kwam Hedwig aanvliegen door de grote ramen van de Zaal, en Albus bond het briefje om haar poot. 'Breng dit naar papa en mama.' fluisterde hij en de uil fladderde weg. Een halfuurtje later kwamen er wel honderden uilen door de ramen vliegen, en 1 daarvan was voor Albus.
Hallo Albus! Wat leuk dat je bij Ravenklauw bent ingedeeld, we hoorden het van James. Stuur zo snel mogelijk een uil met hoe je het daar vind! We wachten in spanning, en veel plezier met je lessen op Zweinstein! Mama en Papa P.S. Nogmaals: Houd Vilder te vriend!
Albus glimlachte, hij had al een antwoord verstuurd voor hij de brief had ontvangen... Lorcan en Lycander kwamen ook aansjokken en ploften naast Albus neer. Ze begonnen met hartenlust aan hun ontbijt, en ze haalden hun schaakbord tevoorschijn. Albus haalde de zijne ook uit zijn tas, op zijn vijfde had hij er een uit een knalbonbon gekregen. 'Wie?' vroeg hij en Albus begon een potje met Kaverie. Hionder had nog altijd zijn aandacht op zijn eten. Natuurlijk won Albus, zijn schaakstukken hadden veel meer vertrouwen in hem dan in Kaverie. Hij vierde het met een lekkere bak havermout, totdat hij op zijn magische horloge zag dat hij over 5 minuten bij zijn les moest zijn. Hij greep zijn tas en sprinte naar het Bezweringenlokaal, waar hij gelukkig net op tijd aan kwam puffen. Professor Banning stond op een stapel boeken, en legde de spreuk Lumos uit, die Albus natuurlijk al kende. Hij maakte een ferme zwiep met zijn stok en er verscheen een fel licht uit zijn staf. Meteen probeerde de rest van de klas vergeefs om ook zo'n mooi en fel licht te produceren, maar het lukte maar enkele. Albus was daar één van, en dat leverde hem 10 punten voor Ravenklauw op. 'Ik wil dat jullie dit als huiswerk oefenen, en een opstel schrijven over mislukkingen die Tovenaars begingen bij het gebruik van deze spreuk. Jullie mogen gaan.' piepte Banning, diep onder de indruk van Albus' spreukwerk. Hun volgende les was Kruidenkunde, en daar verheugde Albus zich flink op, Harry had gezegd dat professor Lubbermans heel aardig was. Hij haastte zich samen met de andere Ravenklauws naar de kassen, en daar stond Marcel al te wachten. 'Hopelijk hebben jullie je boeken goed doorgelezen,' begon hij toen iedereen een plek had aan de grote tafel. 'Want we gaan vandaag planten uit elkaar houden. Kamerplanten en Duivelstrikken, Langdradig Weekblad en Narcissen. Jij daar.' Hij wees op Albus. 'Zou je het voor kunnen doen?' Albus schuifelde naar voren, en professor Lubbermans liet hem 4 planten zien. 'Dit,' zei Albus. 'Is de Duivelstrik.' Hij dacht aan het plaatje in zijn schoolboek en Marcel knikte goedkeurend. 'En dan is dit,' vervolgde hij. 'De kamerplant, en dan moet dit,' Hij wees op een andere plant. 'Het Langdradig Weekblad zijn, en dan blijven de Narcissen over.' 'Goed zo!' zei Lubbermans en hij klapte in zijn handen. 'Dat wordt dan 20 punten voor Ravenklauw!' Albus merkte in de volgende lessen dat hij veel talent had, en hij had al snel 60 punten bij elkaar. Ravenklauw was erg dankbaar voor hem, en dat merkte Albus zelf ook. Lorcan had hem een dromerig schouderklopje gegeven toen hij bij Gedaanteverwisselingen voor de derde keer op een rij het goede antwoord wist. Professor Griffel, die Albus gewoon Hermelien noemde, zei dat hij het talent in ieder geval niet van zijn vader had. Toen iedereen weg was had ze hem stiekem 20 punten toegereikt, wegens "talentvolle redenen". Ze was met een knipoog het lokaal uitgelopen, een verbaasde Albus achterlatend. Een week ging voorbij, en de Vlieglessen kwamen eraan. De Huffelpufs en Ravenklauwen verzamelden zich op het oefenveld, waarnaar ze allemaal "Omhoog!" riepen. Albus' bezem schoot meteen in zijn hand, en ze stapten op. 'Oké, ik tel tot drie en dan stijgen jullie op!' zei madame Hooch, een mevrouw met wit haar en ogen als een havik. 'Één... twee... drie... Start!' Meteen zette Albus zich af en hij suisde met een geweldig gevoel door de lucht. Hij vloog hoger en hoger, totdat ze omlaag moesten komen. 'Ben jij toevallig de zoon van Harry Potter?' vroeg de vlieginstructrice. 'Uhm, ja.' antwoordde Albus onzeker. 'Dan heb je het talent van hem, ja. Ik denk dat je je vader achterna gaat. Je mag spelen voor Ravenklauw, als het Schoolhoofd het daarmee eens is.' zei ze en Albus viel flauw achterover.
_________________
Questions don't have to make sense. But answers do.
|