|
Geplaatst: do feb 24, 2011 10:01
Twee hoofdstukken ineen, hoofdstuk 6 is jammer genoeg niet mijn meesterwerk Hoofdstuk 6: Het huwelijk.
"ËœIs er iets, Lily?' vroeg James haar toen ze bezig was met het ontbijt. "ËœJe bent zo stil.' Ze zuchten, "ËœIk loop hier al sinds gisteren avond overna te denken, gisteren ben ik door iemand gered, een dooddoener waarschijnlijk.' Toen ze het hele verhaal had vertelt keek James haar verschrikt aan. "ËœJe was bijna dood geweest!' riep hij uit. "ËœDaar gaat het niet om, James. Waar het om gaat is, waarom zou een dooddoener mij helpen?' Hij bromde. "ËœJij denkt dat het Severus is, of niet?' Hij keek haar even aan en knikte toen. Ze liet zich op een stoel vallen en dacht na. "ËœDenk je dat we dit aan Perkamentus moeten vertellen?' Hij zuchten diep en wreef over zijn voorhoofd heen. "ËœIk weet het niet, Lily. Ik vind het maar niks, eigenlijk staan we bij hem in het krijt.' daar had ze nog niet overna gedacht. "ËœDenk je dat hij het met een rede deed?' "ËœWil je weten wat ik denk?' hij keek haar strijdlustig aan en ze zuchten inwendig, daar gaan we weer. "ËœHij vind je nog steeds leuk!' "ËœJames we hebben dit al meerdere keren besproken en ik denk er nog steeds hetzelfde over. Hij heeft mij die dag laten weten wat hij belangrijker vond in zijn leven, en dat was niet ik.' Ze pakte zijn hand vast. "ËœHet is al jaren geleden en ik zou niet weten wat hij van me moet.' James glimlachte zwakjes. "ËœZeggen we iets tegen Perkamentus?' Ze schudde haar hoofd. "ËœIk denk niet dat het echt belangrijk is, en wie weet was hij het wel helemaal niet.'
De weken daarna vlogen voorbij Lily organiseerde samen met Marie de bruiloft. Een paar keer per week gingen James en Lily naar de bijeenkomsten van de Orde, er was niks meer gebeurt sinds hun eerste confrontatie met Voldemort en zijn Dooddoeners. Soms werden ze erop uit gestuurd voor een geheime missie. Het leverde nooit iets op en het leek of de dooddoeners wisten dat ze kwamen. Dolleman herstelde goed en nadat hij zich na drie weken weer bij hun voegde leek hij er nog meer opgebrand deze strijd te winnen, Perkamentus zelf had een houten been voor hem ontworpen en na een tijdje kon hij er goed op lopen. Op een verassend warme herfstdag in Oktober trouwde ze. Het was een kleine bruiloft met alleen hun beste vrienden, de overgebleven familieleden en de meeste orde leden. Alles bij elkaar waren er zo'n 25 man. De tuin van het nieuwe huis aan de Halvemaanstraat was versierd met witte slingers en gouden lampionen. Er was een grote boog versierd met witte rozen waar de bruidegom op zijn bruid zou wachten. Voor de boog stonden de stoelen opgesteld waar de gasten op konden zitten. Vooraan zaten aan de linkerkant Sirius, Remus en Peter en aan de rechterkant, Lily's moeder met naast haar een erg nerveus kijkende Petunia en haar nieuwe schoonzoon, Herman Duffeling. Het moment dat Lily in haar witte jurk naar het altaar hief pinkte veel gasten een traan weg en toen ze "ËœJa' zei op de vraag van de man die het huwelijk leidde, fluisterde Sirius tegen Remus, "ËœEn ik was nog wel bang dat ze op het laatste moment weg zou rennen.' Remus stootte hem grinnikend aan en stond toen op om met de andere gasten mee te klappen. Iedereen liep samen met het bruidspaar naar het andere gedeelte van de grote tuin van de Potters waar een tafel stond waar op dat moment het voorgerecht op neer werden gezet, toen iedereen was gaan zitten stond Sirius op en schraapte zijn keel, hij heeft zijn glas en zei: "ËœIk ga een toast uitbrengen!' "ËœO, nee toch!' riep James lachend uit. "ËœGeen zorgen, Gaffel. Ik zal niks beschamend vertellen!' er werd gegrinnikt maar iedereen viel stil toen Sirius zijn hand op stak. "ËœIk wou iets grappigs gaan vertellen dat ervoor zou zorgen dat iedereen over de grond zou rollen van het lachen maar Maanling stelde voor dat ik een keer iets serieus zou nemen, ik sta open voor nieuwe ervaringen dus ik dacht waarom niet!' Hij grijnsde toen hij het lach salvo hoorde en hief zijn glas naar Lily en James. "ËœDeze toost breng ik uit op mijn beste vriend, James Potter, die mijn leerde wat belangrijk is in het leven en op zijn prachtige bruid, die nooit echt kon lachen om onze, al zeg ik zelf geweldige grappen op school en ons het liefst een schop onder onze kont gaf...' Hij wees lachend naar Lily, die blozend haar glas naar hem op hief. "ËœIk wens jullie alle geluk van de wereld toe, met lange levens, genoeg kinderen om een zwerkbalteam te vormen, en laten we hopen dat ze op hun moeder lijken want dat haar gun je niemand!' Hij hief zijn glas voor de laatste keer en ging tijdens het klappen weer zitten. "ËœIk wil ook graag een toast maken,' deelde James mee en stond op, er viel weer een stilte. "ËœOp mijn ouders, die er vandaag niet bij hebben kunnen zijn, ze hebben Lily gelukkig wel nog kunnen ontmoeten en mijn moeder heeft me herhaaldelijke keren vertelt dat ik het deze keer niet mocht verpesten,' hij grijnsde even en sloeg zijn ogen een keer naar de hemel toe. "ËœZoals je hopelijk ziet mam, heb ik dat niet gedaan dus je kan trots op me zijn. En op mijn vader die mijn keuze zoals alle keuzes die ik maakte toejuichte,' hij keek even naar zijn vrouw die hem bemoedigd toe lachte en gaf haar een kneepje in haar hand. Hij hief zijn glas. "ËœIk houd van jullie, proost.' Perkamentus stond op. "ËœOp Harald en Jane Potter.' Iedereen volgde zijn voorbeeld. Lily gaf hem een snelle knuffel en veegde een traan van haar wang af. "ËœGoed gezegd,' fluisterde ze. "ËœZe zouden trots op je zijn geweest.' Na dat gezegd te hebben begon iedereen aan het eten, het diner verliep ontspannen, terwijl er werd geluisterd naar Sirius die iedereen die het hoorde wilden vertelden wat James in zijn jonge jaren allemaal had uitgespookt. Petunia en Herman vertrokken als eerste, Lily had ze uitgenodigd om te blijven slapen maar dat had ze met een zuinig trekje rond haar mond afgewezen, ze bedankte Lily voor de "Ëœaparte' bruiloft, zoals ze het noemde en nadat ze nog een stijf knikje hadden gekregen van Herman Duffeling waren ze vertrokken. Lily slaakte een zucht van verlichting en James kon het niet laten om daar nog aan toe te voegen. "ËœOpgeruimd staat netjes, wat een saaie peer!' Ze gaf hem een por in zijn zij maar zei er niks. Er viel niks tegenin te brengen.
"˜Lily, ik heb me laten vertellen dat je op je trouwdag je bruid ten dans vraagt en samen je eerste dans als getrouwd koppel danst,' hij grijnsde en stak zijn hand naar haar uit. "˜Mag ik deze dans van jou?' Ze glimlachte verlegen naar hem en keek even de tafel rond waar iedereen glimlachend naar hun keek. "˜Natuurlijk, als je tenminste weet hoe je moet dansen?' Er werd gelachen en James keek iets wat beledigd. "˜Toevallig heeft mijn moeder me dat geleerd.' Ze glimlachte en legde toen haar hand in de zijne. Perkamentus sprong vrolijk op en verkondigde dat ze dan muziek nodig hadden. Met een zwaai van zijn toverstok begon de muziek vrolijk te spelen, de eerste minuut danste ze alleen op het grasveld maar dat begon zich langzaamaan steeds verder te vullen met gasten. Uren verstreken waarin iedereen vrolijk was, grapjes maakte en er op het bruidspaar werd geproost. Om één uur schopte James letterlijk Sirius van de plaats af. Sirius kon het op dat moment voor de zoveelste keer die avond sinds de vuurwhisky begon te werken niet laten om te zeggen, dat James zeker wel zin had in zijn eerste avond als getrouwde man. James beende grijzend terug naar Lily die lachend stond toe te kijken van een afstandje en fluisterde: "˜Volgens Dreuzel gebruiken draagt de bruidegom zijn bruid over de drempel heen, klopt dat?' Lily lachte en knikte. Het volgende moment tilde James haar in zijn armen en droeg haar over de drempel.
Hoofdstuk 7: De eerste Opdracht.
"˜U had ons bij u geroepen, professor?' James, Lily, Sirius, Fabian en Gideon Propster stonden langs elkaar voor Perkamentus bureau. Ze hadden de brief net pas ontvangen en het enige wat daar in had gestaan was dat ze naar Zweinstein moesten komen. Bij de poort waren ze opgewacht door Professor Anderling, die misprijzend naar Sirius en James had gekeken en had gezegd, "˜Wat een genoegen, Potter en Zwarts en mijn hemel Gideon Propster wat een aangename verassing!' Tot Lily's verbazing brak er een lach door op het gezicht van Gideon, die normaal gesproken heel ernstig keek en zei hij, "˜Het is genoegen is geheel aan mijn kant, professor.' Daar was professor Anderling niet op ingegaan en zonder nog een woord te zeggen had ze het hek open gemaakt en was hun voor gegaan naar het kasteel. Tijdens hun kleine wandeling naar het kantoor van professor Perkamentus had Fabian ze vermaakt met de streken die zijn broer op school had uitgehaald. Soms verbeterde Gideon hem maar meestal onthield hij zich van commentaar, James en Sirius sloegen soms dubbel van het lachen en Lily hoorde professor Anderling minzaam snuiven toen Fabian begon te vertellen dat Gideon muizen had los gelaten in de kamer van professor Anderling. "˜Zwarts! Wat doe jij daar!' verbaasd keek Sirius op. "˜maar, professor ik...' "˜Niet jij!' Sirius volgde haar blik en zag tot zijn ongenoegen zijn eigen jongere broertje Regelus staan. "˜Ik was,' hij hakkelde een beetje. "˜verdwaalt.' Sirius snoof. "˜Op mij en James naar ken jij als een van de beste de gangen van Zweinstein, lieg niet!' Hij richten zijn zwarte ogen op Sirius. Lily hield haar adem in toen ze de kille blik in de ogen van de zevende jaar Zwadderaar zag maar Sirius gaf geen krimp en keek uitdagend terug, Regelus zei niks. 'Twintig punten aftrek van Zwadderich, meneer Zwarts en nu meteen terug naar je leerlingenkamer, laat me je niet nog een keer betrappen.' De rest van de weg hadden ze in stilte afgelegd en uiteindelijk kwamen ze bij de waterspuwer. "˜Wachtwoord?' Gromde het beeld. "˜Stroopwafels.' Het beeld begon te draaien en de trap werd onthuld, ze liepen omhoog en eenmaal boven klopte professor Anderling één keer op de deur, ze draaide zich om. "˜Vanaf hier kunnen jullie het wel alleen af, neem ik aan?' "˜Natuurlijk professor.' Zei Lily en professor Anderling gaf haar een zeldzaam glimlachje. Ze liep de trap weer af en van achter de deur hoorde ze Perkamentus "˜Binnen!' roepen.
"ËœIk heb jullie bij mijn geroepen omdat ik een missie voor jullie heb, zoals jullie hebben gemerkt hebben de laatste niet bepaald uitgepakt zoals we hoopte. Ik heb daarom besloten hem dit maal tot het laatste moment geheim te houden. Niemand weet ervan en ik heb jullie gekozen omdat ik jullie volkomen vertrouw.' De portretten aan de muur van het schoolhoofd luisterde geïnteresseerd, en Firminus Nigellus Zwarts keek doordringend naar de rug van zijn neefje. Hij gromde. "ËœSoms zijn we best te vertrouwen!' Sirius verstijfde en draaide zich langzaam om. "ËœVergelijk me niet met mijn familie!' De man in het portret keek Sirius hooghartig aan en Lily keek geïnteresseerd toe. "ËœHoe graag je het ook wilt ontkennen, we zijn familie en je lijkt op ons.' "ËœIk zie jullie al meer dan zeven jaar niet meer als mijn familie en ik lijk helemaal niet op jullie!' hij had zijn tanden op elkaar gedrukt en zijn handen waren samengeknepen tot vuisten. Het portret lachte hatelijk maar onthield zich van verder commentaar. Perkamentus zuchten. "ËœZoals ik al zei, vertrouw ik jullie en ik ga er van uit dat deze missie vanavond wel zal slagen.' Hij pakte een metalen kistje van zijn bureau. "ËœDit is een viavia, hij vertrekt over ongeveer één minuten. Hij zal jullie naar een bos in het westen brengen, daar word ergens een kleine bijeenkomst gehouden voor Dooddoeners. Het is vanaf daar nog ongeveer een kilometer naar het zuiden toe. Ik zal op jullie wachten in de drie bezemstelen.' Het voorwerp begon een blauw licht te verspreiden. "ËœSucces.' Hij glimlachte en iedereen legde een vinger op het metalen kistje. Na een paar seconden leek het of er een ruk aan Lily's navel werd gegeven en zweefde ze tussen twee plaatsen in, toen ze weer op haar benen stond stelde ze voor zichzelf vast dat dit zeker niet haar favoriete manier van reizen zou worden. "ËœLaten we gaan.' Fluisterde Fabian zachtjes. De hele weg werd er niks gezegd en soms stopte ze om te luisteren of ze iets hoorden. Lily keek angstig om zich heen, ze haten het om 's avonds door een bos te lopen. Overal leek ze iets te horen en een keer kreeg ze de schrik van haar leven, het bleek een eekhoorn te zijn die de boom in vluchten, ze haalde opgelucht adem en was blij toen ze merkte dat niemand iets had gemerkt. Na wat een eeuwigheid leek stak Sirius die voorop liep zijn hand op en stopte, James botste tegen hem op en vloekte zacht. "ËœWat is er?' "ËœIk hoor iets!' Iedereen luisterde ingespannen en na een paar seconde wees Lily op een vaag licht ongeveer vierhonderd meter verderop. Ze besloten zich te splitsen, Gideon en Fabian zouden een omweg lopen en zich achter de dooddoeners opstellen, Lily en James zouden zich links van hen opstellen en Sirius rechts. Ze beloofde niks te ondernemen zonder zeker te weten de andere te hebben gezien en niet aan te vallen voordat ze genoeg informatie hadden verzameld. James greep Lily hand en trok haar mee verder het bos in, ze werd zenuwachtig en keek schichtig om zich heen, bang betrapt te worden. Na een tijdje vermande ze zichzelf en hield zich voor dat ze hier maar aan zou moeten wennen, anders kon ze net zo goed thuis blijven en dat was iets wat ze absoluut niet wilde. Met elke stap die ze zette werd het geroezemoes luider en uiteindelijk leidde James haar naar een grote dikke boom die zich net onder James zijn hoofd opsplitste in twee stammen, het was de perfecte schuilplaats en James kon net tussen de opening door kijken, de stam was ongeveer twee meter breed en niemand zou ze dus zien. "ËœZie je ze al?' James schudde zijn hoofd en drukte zijn vinger tegen zijn lippen, hij telde acht mensen. Hij luisterde ingespannen en keek ondertussen of hij de andere al zag. Na een tijdje zag hij Gideon en Fabian, die zich achter een hoge struik hadden opgesteld, en toen hij het stuk bos tegenover zich afspeurde zag hij bij toeval Sirius in een boom zitten, Sirius stak zijn duim op naar James toen hij zag dat hij keek en hield zijn toverstok in zijn hand, klaar om toe te slaan, zoals altijd. Er was nog niks belangrijks gezegd door de dooddoeners, het leek of ze ergens op wachtte want een van de dooddoeners had gezegd, "ËœHoelang zou het nog duren?' Na nog tien minuten vruchteloze pogingen op afluisteren verdwijnselde er eindelijk twee personen midden op de open plek. James herkende er eentje meteen als Fenrir Vaalhaar. Zijn hoofd hing overal op het schouwer kantoor waar ze training kregen en hij was de man die Remus had gebeten zodat hij nou elke maand de pijnlijke transformatie moest ondergaan, een laag gegrom kwam uit zijn keel. "ËœWat?' fluisterde Lily. "ËœVaalhaar.' Mimede hij haar terug, ze keek een beetje geschrokken maar ook strijdlustig, hij kneep zachtjes in haar hand en richten zich weer op het schouwspel. Vaalhaar begon een verhaal over de voordelen van Dooddoener zijn en iedereen keek hem met ontzag aan, na vijf minuten van veel geslijm onderbrak een lijzige mannenstem hem en vervolgde het verhaal. James herkende de stem vaag ergens van, het bleek in ieder geval interessanter om naar hem te luisteren, er zaten veel onderhuidse boodschappen in verborgen en er werd zelf even gepraat over de Orde van de Feniks. Alleen net op dat moment maakte Gideon of Fabian een fout, er kraakte iets aan hun kant, waarschijnlijk een takje. Iedereen keek hun kant op en de onbekende dooddoener die de afgelopen paar minuten had gesproken zei tegen Vaalhaar dat hij moest gaan kijken wat dat was. "ËœMaak je klaar.'mimede James naar Lily toe. Ze trok haar toverstok en knikte hem toe. James keek weer gespannen naar Vaalhaar die recht op Gideon en Fabian afliep en Lily maakte snel een schietgebedje en hoopte maar dat de tovenaars goden bestonden en hun goedgezind waren. Hij zag Fabian bliksem snel omhoog komen en hij raakte Vaalhaar recht tussen zijn ogen, hij viel prompt achter over. De commotie die uitbrak was haast niet te overzien maar ze hadden het voordeel dat ze niet wisten dat er nog meer waren. Voor er iemand had kunnen reageren hadden Lily, James en Sirius er nog eens zes onschadelijk gemaakt. Er bleven er nog maar drie over, eentje zat jammerend tegen een boom aan en had beschermend zijn armen over zijn hoofd geslagen. De Dooddoeners die heel de tijd had gesproken stond ook nog overeind en vuurde eerst een spreuk af naar de struik waar Fabian en Gideon zaten en keerde zich daarna boos om naar de bange man. James herkende hem toen hij een glimp van zijn gezicht opving. Het was Lucius Malfidus, hij had een paar jaar hoger gezeten dan hen op Zweinstein en ook al was hij ouder geworden, hij was nog goed te herkennen. "ËœDoe iets, lafaard!' Maar nog geen seconde later moest hij wegduiken door een spreuk van Gideon en werd de andere die verwilderd aan het rond kijken was geraakt door Lily, Lucius die er alleen voor stond rende naar Vaalhaar toe en verdwijnselde net op tijd, de vloek die Sirius op hem afvuurde ketste kapot op de grond. Hij liet zich op de grond zakken en beende naar de doodsbange man toe. Hij pakte hem bij zijn gewaad en schudde hem door elkaar. "ËœJij gaat aan Voldemort vertellen wat hier is gebeurt, begrepen!' toen de man niks zei, schreeuwde Sirius. "ËœBegrepen!' "ËœMaar ik heb hem nog nooit gezien!' zijn stem trilde. "ËœJe vind vast wel een manier!' antwoorden Sirius bruusk. Iedereen stond toe te kijken. "ËœEn zeg hem dat de Orde van de Feniks uiteindelijk zal winnen!' Als Sirius hem goed had ingeschat zou hij hier razend om worden en dat was precies zijn bedoeling. De man knikte en keek met doodsbange ogen langs Sirius heen naar Gideon, Fabian, Lily en James. "ËœGa, nu!' Nadat de man was verdwijnseld keek Sirius hun grijnzend aan. "ËœWelke spreuken hebben jullie gebruikt.' "ËœVerlamming.' Mompelde James. "ËœWij ook,' zei Gideon. "ËœHet waren allemaal jonkies, op die twee na.' "ËœIkke ook,' verzuchte Sirius. "ËœZullen we gaan? Als die lafaard doet wat ik heb gezegd zullen ze wel zo hier zijn.' "ËœWat moeten we met hun doen?' vroeg Lily, doelend op de verlamde mannen die op de grond lagen. "ËœNiks, laat ze hier maar liggen. Ze hebben geen enkele waarde, wat ik uit het gesprek kon opmaken was dat dit hun eerste keer was, ze weten niks en hebben nog niks gedaan.' Iedereen was het daarmee eens en ze verdwijnselde naar Zweinveld, gezamenlijk liepen ze de drie bezemstelen binnen waar ze werden begroet door Madam Rosmerta die hun naar een achter kamer leiden waar Perkamentus hun voor een haardvuur opwachten. "ËœEn?' "ËœNiemand had ons verwacht.' Zei Fabian en hij begon te vertellen wat ze hadden gehoord. "ËœLucius Malfidus zeg je, Fabian?' Fabian knikte. "ËœEn Vaalhaar, maar dat wisten we al.' "ËœEn de rest herkende jullie niet?' Iedereen schudde hun hoofd en Perkamentus keek even bedenkelijk. "ËœJullie hebben me meer informatie gegeven dan ik had kunnen hopen.' Hij glimlachte. "ËœEn ze wouden dus ook iets over de Orde zeggen?' Lily knikte. "ËœMaar op dat moment werden we betrapt.' "ËœBetreuringswaardig.' Mompelde Perkamentus. Gideon keek beschaamd. "ËœSorry, dat was mijn schuld. Er kraakte een takje onder mijn schoen.' "ËœMaakt niet uit.' Zei Perkamentus joviaal. "ËœFoutjes gebeuren zelfs de beste. Ik weet genoeg, gaan jullie maar naar huis en dan zien we elkaar over een paar dagen bij Sirius.'
_________________ Blessed is the heart that bends; it can never be broken.
|
|