Noah glimlacht tevreden bij het zien van de rode wangen van Celeste en spoort zijn paard aan. Ze vertrekken. Over het gazon van het kasteel, langs de donkere dreigende bossen waarbij de schaduwen hun soms lijken op te slokken. Het tempo wordt hoger en de wind waait door hun haren. Een moment van ultieme vrijheid, hoe beperkt die vrijheid voor hem en Celeste ook mag zijn.
Het hoefgetrappel trommelt bijna ritmisch op de aarde onder hun. Aan de rand van het bos ligt voor hun een uitgestrekte weide. Glooiende heuvels zover als het oog reikt. Het gras is op sommige plekken hoger dan anderen en mist drijft over de heuvels heen. Een mysterieus schouwspel. Noah kijkt even achterom, scant de omgeving en wisselt een blik met Celeste alvorens hij het teken geeft.
âProbeer niet teveel het hoge gras in te rijden.âMet geweld zetten de hoeven zich af op de donkere aarde onder hun. Het startsein is gegeven. Ryan maakt zijn beloftes waar en probeert hun direct de pas af te snijden. Noah, niet bang uitgevallen en bekend met de omgeving, gooit zijn paard aan de kant en duwt Ryan terug op het lager gelegen gras.
Als Noah zijn paard het zijne terug dwingt naar het overzichtelijke lage gras bromt hij

even verontwaardigd. Hij blikt even achterom om te zien waar de rest is. Hij gaat niet zo snel als hij zelf verwacht had. Dat komt voornamelijk omdat zijn paard net zo enthousiast is als hijzelf. Dat resulteert in een paar vrolijke bokkensprongen waarbij Ryan meerdere keren bijna op zijn hals terecht komt. Lachend drukt hij zichzelf terug in het zadel, een beetje opgelaten om het feit dat hij nu verder achter ligt dan de bedoeling was.