|
Geplaatst: ma mei 21, 2012 10:21

Julius merkt dat Yvaine haar antwoord even moet overdenken. Als ze oppert om de herbergen af te struinen, waarna hij het woord mocht doen knikt Julius. Dat is in elk geval een veilige manier om informatie in te winnen, want waar alcohol geschonken wordt zijn de tongen al een stuk losser. En bovendien wekt het dan minder argwaan. Ten tweede voegt Yvaine nog toe dat de bibliotheek ook de moeite waard zou zijn om daar in rond te neuzen.
"Klinkt goed, zullen we dan maar?" en hij houdt de staldeur open zodat Yvaine er als eerste door kan. Ze lopen naar buiten toe en slaan links af, een zijstraatje in van de grote doorvoerstraat waarmee ze bij binnenkomst hier naar toe gelopen waren. Julius kijkt om zich heen op zoek naar een uithangbord van een herberg terwijl ze op hun dooie akkertje rondbanjeren. Her en der vallen etalages te zien met eenmanszaakjes in allerhande spullen. Van onder andere een lokale kleermaker, apotheek en een bakker, gelet op de geur van vers gebakken brood. Aangezien Julius de dag niet al te goed was begonnen, tikte hij Yvaine op haar schouder en gebaarde naar de bakker. Julius stapte de zaak binnen om als nog iets van een ontbijt binnen te krijgen.
De bakker kwam net van achteren gelopen, het winkelgedeelte in waarna hij klant binnen zag komen. "Een goedemorgen mijnheer, wat mag het zijn?" begon de bakker. Hij nam de gast van top tot teen in zich op, een tik die hij had overgehouden aan de vele overvallen van straatratten. Voor je het wist gristen ze zo een paar broden v/d vitrine weg en zie ze dan nog maar eens te pakken te krijgen. Hij sloot af met een vriendelijke glimlach om de klant op zijn gemak te doen lijken.
"Wat mag het zijn?", herhaalde Julius hardop nadenkend. Zijn blik was gericht op de vitrine, waarin verschillende soorten broden waren neergelegd. Vierkante, ronde, rechthoekige, ja, zelfs broden in stervorm lagen er. Naast een bak met harde bolletjes. Even verder op kreeg Julius het gebak in de gaten. "Doe mij maar 1 zo'n ronde brood, twee bolletjes en twee stuks gebak." en met die bestelling richtte Julius zijn blik weer op de bakker. Het was altijd afwachten wat je kreeg, maar in steden was er in elk geval beter brood voor handen dan in dorpen. En van dat platte brood had Julius zijn buik ook vol onderhand.
"Een uitstekende keuze mijnheer. Dat brood komt echt vers uit de oven tevoorschijn" en terwijl de bakker dat zei glom ie van trots. Zoveel mensen konden het zich niet veroorloven om het duurste brood te kopen. Hij deed het brood en de bolletjes in een zak, borg het gebak op in een apart doosje. Hij legde het gebak onderop en daar boven op het brood en bolletjes. Hierna zette de bakker de spullen op de vitrine. Hij sloeg zijn oude gammele kassa aan, waarna de lade met veel vijven en zessen eindelijk open ging. De bakker nam het geld aan en deed met een ferme beweging de la weer dicht. "Nog een prettige dag mijnheer!" bracht de bakker uit waarna hij zag hoe de klant de winkel uitliep.
Hij betaalde de bakker voor het brood en gebak en liep toen de winkel weer uit met de zak waar het brood en gebak in zat in zijn rechterarm geklemd. Julius zag al snel waar Yvaine zich op hield en liep naar haar toe. "Dan hebben we in elk geval iets als ontbijt en lunch" gaf Julius als reactie nog voordat Yvaine ook maar kon reageren. "Daar verderop lijkt een herberg te zitten. Zullen we die maar als eerste aan doen?" vroeg hij aan Yvaine. En hij gebaarde met zijn vrije linkerarm naar het uithangbord waar overduidelijk een wild zwijn op stond. De herberg ging dan ook door onder de naam: den vergulden everschwein. Hoe toepasselijk voor een herberg...
_________________
Ek het gedink dat ek jou kon vergeet, en in die sagte nag alleen kon slaap, maar in my eenvoud het ek nie geweet dat ek met elke windvlaag sou ontwaak.
|
|