Geplaatst: za jun 01, 2013 13:22
Hoofdstuk 1: Albus
Albus was een normale jongen, nou ja, hij had een eigenaardigheid. Hij was een Tovenaar. Zijn ouders, Ginny Wemel en Harry Potter, hadden hem opgevoed als Tovenaar, en ze hadden hem Albus Severus Potter genoemd. Albus Perkamentus was het oude schoolhoofd van Harry en Ginny geweest. Albus’ 2de naam, Severus, had hij te danken aan een gehaatte leraar, die uiteindelijk toch goed bleek te zijn. Albus was de jongste in het gezin. Zijn broer James was heel eigenwijs en plaagde Albus graag, maar zijn zus Lily daarentegen was erg aardig voor hem. Albus was 11 jaar oud, en mocht dit jaar ook voor het eerst naar Zweinstein. Hij had een aftelkalender op de muur gehangen, waar de dagen op stonden voor hij eindelijk naar Zweinstein mocht.
Niet dat het thuis niet leuk was, integendeel zelfs. Harry was heel rijk geworden door zijn werk als Schouwer en Ginny zat vol verrassingen voor de kinderen. Vorig jaar had ze bijvoorbeeld een Zwerkbalveld cadeau gedaan, die zo behekst was dat Dreuzels hem niet konden zien. Ook kon je hem opvouwen en overal mee naartoe nemen. Het was gebleken dat Albus heel goed kon Zwerkballen. Dat had hij geërfd van zijn vader, maar ook een beetje van Ginny. Zijn moeder was Jager bij de Hollyhead Harpies, en zijn vader was Zoeker bij de Cambridge Cannons. Albus was vooral gespecialiseerd in het Drijverschap. Hij sloeg elke bal die hij tegenkwam hard weg met behulp van een knuppel. Een keer had hij per ongeluk de kat over de schutting geslagen. Daarmee had hij zijn ouders behoorlijk kwaad gemaakt.
De dag waarop dit verhaal zich afspeelt, zat Albus' grijze kerkuil te fladderen in zijn kooi, en zijn rat Perkie was aan het rennen voor Huffel, de kat. Verder zaten er nog 2 ratten, Irkie en Juk, in een kooi op een wankele stapel boeken. Onder het bureau lag nog een bruine kat, Myni, te slapen, en er sprongen ook nog 5 Ukkepulken door de kamer, Work, Katol, Sarlie, Lotte en Firmo. De familie Potter was een echte dieren familie, Albus in ieder geval dan toch. Zelf hoefde hij de dieren niet te verzorgen, dat deden zijn ouders.
Hij mocht voor hij naar Zweinstein ging wel nog een nieuwe uil kopen. Hij wilde er net zo een als die zijn vader op zijn 11e had gekocht. Een sneeuwuil, en hij had al een naam gekozen. Hij was niet erg origineel, maar wel mooi. Hedwig.
Het was 8 uur 's avonds en Albus zat op zijn kamer te lezen in een schoolboek van James, Toverdranken voor Gevorderden. Hij kon niet wachten tot hij ook eindelijk zo’n drank mocht brouwen. Hij las net het recept van de Drank van de Levende Dood, toen er iemand op zijn deur klopte. Albus keek op van zijn boek en riep 'Binnen!'. Harry kwam zijn kamer binnen en ging naast Albus op het bed zitten. 'Overmorgen is de grote dag!' zei hij en Albus knikte opgewonden. 'Morgen moeten we vroeg uit de veren, we gaan met z'n 3en naar de Wegisweg, je moeder, jij, en ik.' Albus keek hem met grote ogen aan, hij was heel zenuwachtig, omdat hij voor het eerst in zijn leven naar een plek ging waar alleen Tovenaars kwamen. Hij had er nooit eerder mee naartoe mogen gaan, hij moest thuisblijven. Nu vond hij dat wel fijn, want als hij alleen was met zijn ouders werd hij extra verwend. Stiekem hoopte hij erop dat hij ook een nieuwe Bezemsteel mocht kopen, want nu vloog hij op de oude Nimbus 2000. Helaas mocht je als eerstejaars geen bezem bezitten op het schoolterrein, dus het zal niet zoveel verschil maken of hij er nu eentje kreeg of niet. Maar toch... 'Uiteraard krijg je een cadeautje van mij en mam, en dat is je huisdier. Die gaan we dus ook kopen. Ik dacht dat je hem Hedwig wilde noemen?' Albus knikte. 'Ik kan niet wachten...' zei hij en hij staarde dromerig voor zich uit.
'Je moet wel eerder dan normaal naar bed eigenlijk, maar toch, kom je nog even Zwerkballen?' vroeg Harry met twinkelende ogen. Ze sprongen op en liepen de houten wenteltrap af. Het veld stond in de voortuin, en de bezems lagen ernaast. Ginny, James, en Lily kwamen ook aanlopen. 'Hallo!' zei James opgewekt. 'Doen jullie mee met 2 tegen 2? Ja Albus, we zijn met zijn vijven. Je kan niet meer meedoen... Helaas.' Albus keek hem woedend aan, maar zijn vader glimlachte alleen maar. 'Sorry, maar jullie moeten het veld af. Jij in ieder geval, James! Nee, grapje, ik ben wel de scheidsrechter!' riep Harry lachend en de rest pakte hun bezems van de grond, met behulp van het woordje 'Op'. Tot Albus' grote genoegen mislukte de poging van James, en iedereen lachte. Hij keek alleen nors voor zich uit en steeg op. 'Oké, Albus, jij bent Drijver en Zoeker van team 1, Ginny, jij bent Wachter en Jager in team 1. James, jij hebt dezelfde rol als Albus, en Lily, voor jou geld hetzelfde als voor Ginny. 3, 2, 1, START!' brulde Harry en de wedstrijd begon. Harry trok Albus en Ginny voor, en mede daarom won dat team met 210-70. Albus had de Snaai eerder gevangen dan James, en de jonge broer keek trots en zelfvoldaan naar zijn andere broer. Een voor een liepen ze naar binnen, en Harry en Albus bleven achter.
'Hoor eens, ik heb wat gefrutseld met professor Anderling, het schoolhoofd, en die vond het goed dat jij liet zien wat je kan, zodat je misschien in het team van Griffoendor kon komen, als je al in Griffoendor komt hé! Maar we nemen wel aan dat dat zal gebeuren. Stel je voor, je komt op Zwadderich!' zei Harry en Albus glimlachte zwakjes. 'Kom op! Dat is hartstikke goed nieuws!' zei hij. 'Ik weet niet, ik hoef niet echt het middelpunt te zijn, alleen wil ik de beste zijn tegenover James, maar de rest zie ik niet echt zitten...' zei hij en zijn vader leek erg teleurgesteld, maar hij beurde meteen weer op. 'Nou ja, ze merken snel genoeg dat je goed kan Zwerkballen!' zei hij en nu maakte hij ook rechtsomkeer, nadat hij Albus een dikke knuffel had gegeven. Albus bleef nog even treuzelen, maar volgde toen zijn voorbeeld en stapte in pyjama en al zijn warme bed in.
De volgende dag kwam er een feniks uit zijn koek-koek wekker en maakte duidelijk dat het half 6 was. Albus stapte uit zijn bed, en hij kleedde zich vlug om. Hij dacht de hele tijd aan de Wegisweg, en aan de verhalen die zijn vader er allemaal over had verteld. Hij was heel benieuwd naar de Tovertweelings Topfopshop, de fopwinkel die Fred en George Wemel (zijn ooms) hebben opgericht, en die nu door Ron Wemel en George wordt gerund, na Freds dood. Hij dacht stiekem aan Liefdesdrankjes, want hij zou vast en zeker leuke meisjes tegenkomen op Zweinstein. Ze zouden Verdwijnselen naar Londen, en Albus was behoorlijk zenuwachtig voor het Bijverschijnselen. Hij was benieuwd hoe het was om op de ene plek te verdwijnen, en nog geen seconde later op de andere weer op te duiken.
Zijn moeder riep hem van onder, en hij snelde de trap af, de eetkamer in. Daar zaten zijn ouders aan tafel een toast te eten, en Albus ging tussen hen in zitten. 'Goedemorgen!' zei Ginny, die een grote hap toast in haar mond had. 'Hallo.' antwoordde Albus, en zijn maag staakte om te eten; dat deed hij dan ook niet. 'Kom kom, dat mag wel wat vrolijker!' zei zijn vader. 'Maar ik ben zo zenuwachtig...' bracht Albus moeizaam uit, want hij verslikte zich in zijn eigen speeksel. 'Je weet niet wat je ziet!' zei Ginny, nu ook opgewonden. 'En de Wemels, hun Liefdesdrankjes zijn nog meer verbeterd, er zijn er nu ook voor eeuwig! Je zou bijna denken dat Ginny die op mij heeft gebruikt, zo stapel ben ik op haar!' zei zijn vader en zijn ouders keken elkaar verliefd aan. Ginny gaf Harry een kus op zijn mond. Albus voelde zich niet bepaald prettig tussen de twee tortelduifjes, maar hij besloot om hen hun gang te laten gaan. 'Schat,' vroeg Ginny aan Harry. 'Weet jij misschien waar de sleutel van Albus' kluis van Goudgrijp ligt?' 'Ja hoor!' antwoordde Harry. 'Kom maar mee!' Hij stond op en Ginny volgde hem richting de woonkamer. Albus’ maag weigerde nog steeds om ook maar een klein beetje eten toe te laten, en de zenuwen namen toe. Hij had nergens zin in, alleen in de Wegisweg. Zijn ouders kwamen al snel terug en Ginny had een klein, gouden sleuteltje in haar hand. 'Nou, zullen we dan maar gaan?' vroeg Harry en Albus knikte opgewonden, net zoals gisteravond. 'Pak mijn hand maar.' Ginny en Albus pakten de handen van Harry en ze draaiden in het rond. Na een heleboel gedraai stonden ze met z'n 3’tjes in een kring in Londen. Het wemelde er van de Dreuzels. Voor hen was een klein en groezelig cafeetje. De Dreuzels besteedden er geen aandacht aan. Dat moest de Lekke Ketel zijn, de ingang tot de Wegisweg. 'Nou, hier zijn we dan, in Londen. Daar moeten we naartoe, kom mee!' zei Harry en hij wees in de richting van de Lekke Ketel.
Laatst bijgewerkt door Sarah op ma jul 15, 2013 20:58, in totaal 2 keer bewerkt.
|