Hun onderonsje, als het dat al was, wordt verstoord door Sam. Hij glimlacht lichtjes en richt zijn aandacht weer op de paarden.
Had ik al gezegd dat je er erg goed uitziet vandaag? Verbaasd kijkt hij op, maar zijn verbazing slaat al gauw om in een opgelaten gevoel. Sam haar ondertoon is flirtend, terwijl die van Rose het tegenovergestelde is. Een situatie waar hij zich niet zo goed raad mee weet. De ene reactie zou de ander kunnen kwetsen of andersom. Terug flirten voelt zo onnatuurlijk, dat hij zich even niet kan voorstellen dat hij er ooit toe in staat was.
âBedankt..â er volgt een vertwijfelde glimlach richting de dames
âEen goede nachtrust heeft jou ook goed gedaanâ glimlacht hij als hij opmerkt dat de wallen onder Sam haar ogen minder aanwezig zijn dan de dagen hiervoor. Zijn blik gaat naar Rose, maar een compliment blijft uit. Ze zag er niet anders uit dan normaal, nog even mooi, maar het voelde alsof ze een onzichtbare sluier droeg. De dood van haar moeder was nog vers, hij kon het bijna voelen. Snel gaat hij verder met het zadelen van de paarden, waarbij hij zo nu en dan even naar de staldeuren kijkt. De rest mocht hun nu wel vergezellen.
âJe hebt er wel erg veel zin in.â Merkt hij op wanneer hij Sam passeert. Bij het zadelen van het paard van Rose doet hij zijn best zich langs haar heen te manoeuvreren
âIk denk dat ze wel schoon isâ hij glimlacht flauw en pakt de borstel uit haar handen.
Eenmaal gezadeld helpt hij Rose bij het opstijgen, ik ben zo vrij om dat maar alvast uit te schrijven, en pakt hij voorzichtig haar enkel beet om die netjes op zijn plaats in de stijgbeugel te plaatsen. Haar enkel houdt hij daarbij net wat langer vast dan nodig is. Herinneringen aan meer dan een jaar geleden duiken weer vers op in zijn gedachten. De geur van het stro, van haar haren en hun gehaaste aftocht. Hij kijkt even kort naar haar op, wendt zijn blik dan af en gaat over tot de orde van de dag. Terwijl hij de lippen die hij maar eenmaal mocht beroeren uit zijn gedachten probeert te verbannen vult hij enkele zadeltassen met appels. Ongeduldig beent hij naar de deur
âCeleste?â roept hij.